Artikel ingezonden door Prof. mr. D.J.G. Visser, Visser Schaap & Kreijger
Stellingen over AI & IE
In aanvulling op een eerdere publicatie op IEF heeft Dirk Visser een lijst met een aantal stellingen over AI & IE opgesteld ten behoeve van de discussie over dit onderwerp en de vele scripties en werkstukken die er op dit moment over worden geschreven. Suggesties voor aanvulling of verbetering van deze stellingen zijn zeer welkom. Het is de bedoeling om periodiek een update van deze stellingen en reacties daarop te publiceren. Lezers van IEF worden dus ook nadrukkelijk opgeroepen op de stellingen te reageren (via d.j.g.visser@law.leidenuniv.nl en redactie@ie-forum.nl). Een selectie van deze stellingen en de aanvullingen daarop zal ook worden besproken tijdens de vergadering van de Vereniging voor Auteursrecht op 9 juni 2023.
UNREAL vs unreel
BBIE 14 maart 2023, IEF 21311; Decision opposition 2018021 (UNREAL tegen unreel) De opposant heeft oppositie ingesteld tegen de inschrijving van het woordmerk unreel. De oppositie is gebaseerd op Uniemerkinschrijving van het woordmerk UNREAL. Het Bureau oordeelt dat het betwiste teken visueel vergelijkbaar is en auditief identiek aan het ingeroepen handelsmerk. Er is daarnaast een waarschijnlijkheid van verwarring dat de aangeboden diensten van dezelfde of economisch gekoppelde ondernemingen komen. Daarom concludeert het Bureau dat er een waarschijnlijkheid van verwarring bestaat voor de omstreden diensten in klassen 41 en 42. De opposant heeft ook oppositie ingesteld op basis van artikel 2.2ter, 3 (a) BCIP, maar het Bureau oordeelt dat er geen overeenkomst is vastgesteld in klasse 35. De aard, het doel en het publiek van de betwiste diensten in klasse 35 zijn verschillend van de diensten van het ingeroepen handelsmerk. Hoewel de tekens visueel vergelijkbaar en auditief identiek zijn, oordeelt het Bureau dat het relevante publiek geen link zal leggen tussen de tekens gezien het conceptuele verschil, de specifieke aard en het publiek van de betwiste diensten in klasse 35. Daarom wordt het bezwaar op basis van dit artikel verworpen.
HvJ EU: is de litigieuze bepaling geldig?
HvJ EU 16 maart 2023, IEF 21310; ECLI:EU:C:2023:218 (MS tegen Saatgut-Treuhandverwaltungs GmbH) Dit is een zaak tussen STV, een vereniging van houders van kwekersrechten, en MS, een landbouwer die wintergerstras heeft aangeplant. Het geschil gaat over de geldigheid van artikel 18 lid 2 van verordening (EG) nr. 1768/95, die voorziet in een forfaitaire minimumvergoeding die gelijk is aan het viervoud van de licentievergoeding. De nationale rechter heeft een prejudiciële vraag gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie over de geldigheid van deze bepaling. Het Hof oordeelt dat deze bepaling in strijd is met artikel 94, lid 2, van verordening nr. 2100/94, omdat deze niet nauwkeurig de werkelijke en zekere schade van de houder weerspiegelt en kan leiden tot een punitieve schadevergoeding. Het Hof concludeert dat de Commissie haar uitvoeringsbevoegdheid heeft overschreden bij het vaststellen van deze bepaling en dat deze daarom ongeldig is.
Uitspraak ingezonden door Tobias Cohen Jehoram, De Brauw Blackstone Westbroek
Oberste Gerichtshof (Oostenrijk) trekt verzoek om een prejudiciële beslissing in
De eerste kamer van het Hof van Justitie 13 februari 2023, IEF 21309; C-423/21 (Grand Production tegen GO4YU) Op 9 januari 2023 heeft het Oberste Gerichtshof (Oostenrijk) het Hof via Curia meegedeeld dat het zijn verzoek om een prejudiciële beslissing intrekt. In die omstandigheden dient overeenkomstig artikel 100 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof van Justitie de doorhaling van deze zaak in het register van het Hof van Justitie te worden gelast. Deze procedure is voor de partijen in het hoofdgeding een stap in de procedure voor de nationale rechter. De beslissing over de kosten valt dus onder de bevoegdheid van die rechter. De kosten die andere partijen hebben gemaakt voor het maken van andere partijen voor het indienen van opmerkingen bij het Hof zijn niet verhaalbaar.
Uitnodiging Oranjeborrel INTA Singapore 2023
Via EP&C Jawel, eindelijk. . . na drie jaar mogen we weer de Oranjeborrel organiseren als traditionele Hollandse aftrap van de INTA in Singapore. We nodigen jullie van harte uit op dinsdag 16 mei 2023 vanaf 17:00 uur tot later.
We zien elkaar dan in het Privé ACM van het Asian Civilisations Museum. Dat museum bevindt zich op een prachtige en historische plek direct aan de Singapore River. Daar vang je in één blik zowel het oude als het moderne Singapore. Een inspirerende plek om samen de INTA 2023 te openen.
Om de organisatie goed te laten verlopen, vragen we jullie om ons te laten weten of je aanwezig zal zijn via oranjeborrel@epc.nl.
Toespraak in gezonden door: Kristof Neefs, Inteo
Computer says No: kan AI ons vervangen?
Tijdens het IE-symposium 2023 van AIPPI van afgelopen woensdag gaf Kristof Neefs de volgende (satirische) toespraak:
'Geachte dames en heren,
Mijn naam is Kristof Neefs. Ik ben een Belg en het is mijn eerste keer in Zeist. De reputatie van jullie symposium stopt niet aan de Nederlandse zuidergrenzen. Zeist is ook bij ons een begrip in de wereld van het intellectueel eigendomsrecht. Ik besef dat een Belg op dit podium een beetje een zeldzaamheid is; en ik vind het dus een mooie eer om hier te staan.
My ticket to Zeist was een Linkedin bericht over Chat-GPT, enkele maanden geleden. De chat-bot van het Amerikaanse OpenAIwas toen de nieuwe hype; en ik had het ding een aantal vragen over intellectueel eigendomsrecht gesteld. De antwoorden waren niet perfect, maar lang niet slecht.
Hogan Lovells breidt toonaangevende Intellectueel Eigendom, Media en Technologie praktijk verder uit
Hogan Lovells is verheugd om aan te kondigen dat zij haar toonaangevende praktijk op het gebied van Intellectueel Eigendom, Media en Technologie (IPMT) verder uitbreidt met de komst van een nieuwe partner. Gertjan Kuipers zal zich per 3 april bij het kantoor in Amsterdam aansluiten als partner in octrooigeschillen.
BIE Symposium 2023 - UPC
Op woensdag 29 maart a.s. vindt in samenwerking met het tijdschrift ‘Berichten industriële Eigendom’ (BIE) het BIE-symposium 2023 plaats, getiteld: ‘Unified Patent Court‘ (UPC).
NB: Aanmelden is niet meer mogelijk!
Uniemerk ‘Akari’ en teken ‘Akaya’ voor identieke waren
Rechtbank Den Haag 22 februari 2023, IEF 21305; ECLI:NL:RBDHA:2023:2172 (Bidfood tegen DY) De zaak betreft een geschil tussen Bidfood, houder van twee Uniemerken 'AKARI', en groothandelsbedrijf DY, die het merk 'Akaya' gebruikt voor vergelijkbare producten in de Japanse/Oosterse keuken. Bidfood vordert - samengevat - DY te veroordelen de inbreuken op de merkrechten van Bidfood te staken en gestaakt te houden. Bidfood legt aan het gevorderde ten grondslag dat DY door het gebruik van het Akaya-teken voor de Akaya-producten inbreuk maakt op haar Uniemerken als bedoeld in artikel 9 lid 2 sub b UMVo. De rechtbank oordeelt dat er verwarringsgevaar bestaat tussen de merken van Bidfood en het Akaya-teken van DY. DY kan zich niet beroepen op het gebruik van het Akaya-teken als handelsnaam. Bidfood heeft het Akaya-teken als Uniemerk kunnen registreren en heeft niet onrechtmatig gehandeld. DY betoogt dat het beroep van Bidfood op haar merkrechten disproportionele gevolgen heeft voor haar bedrijfsvoering, maar de rechtbank gaat hier niet in mee. Gelet op al het voorgaande kan Bidfood zich verzetten tegen gebruik van het Akaya-teken door DY.
HELIX vs HELIX TECHNOLOGY
BBIE 7 maart 2023, IEF 21304; Decision opposition 2017705 (HELIX tegen HELIX TECHNOLOGY) De opposant heeft oppositie ingesteld tegen de inschrijving van het woordmerk HELIX TECHNOLOGY. De oppositie is gebaseerd op Uniemerkinschrijving van het woordmerk HELIX. In deze zaak heeft het Bureau vastgesteld dat het onderscheidende deel van de betrokken handelsmerken identiek is. Hoewel de goederen en diensten slechts in geringe mate vergelijkbaar zijn, heeft het Bureau een waarschijnlijkheid van verwarring tussen de handelsmerken vastgesteld omdat ze visueel en auditief zeer vergelijkbaar zijn, en een deel van het publiek mogelijk geen conceptuele vergelijking kan maken. Het Bureau heeft rekening gehouden met de gemiddelde consument, die een normaal niveau van aandacht heeft en afhankelijk is van onvolmaakte indrukken. De beschrijvende aard van een woord in een van de handelsmerken is overwogen, maar het heeft de hoge mate van gelijkenis tussen de handelsmerken niet tenietgedaan. Daarom wordt de oppositie toegewezen.