IEF 22191
16 augustus 2024
Uitspraak

Inbreuk op auteursrecht op haakpatronen

 
IEF 22189
15 augustus 2024
Uitspraak

Rechter werpt licht op de licentieovereenkomst tussen EIC c.s. en Reflexy c.s.

 
IEF 22190
15 augustus 2024
Uitspraak

Restaurants gaan de strijd aan: rechter constateert verwarrende handelsnaam

 
IEF 8319

Aanpassing Rijksoctrooiwet

Kamerstuk 32186-(R1901), nr. 2, 2e Kamer Wijziging van verschillende rijkswetten in verband met de verkrijging van de hoedanigheid van land binnen het Koninkrijk door Curaçao en Sint Maarten en de toetreding van Bonaire, Sint Eustatius en Saba tot het Nederlandse staatsbestel (Rijkswet aanpassing rijkswetten aan de oprichting van de nieuwe landen) (Rijkswet aanpassing rijkswetten aan de oprichting van de nieuwe landen).

Artikel 7.1 beoogt de Rijksoctrooiwet 1995 aan de nieuwe situatie aan te passen. Het gaat hier om strikt technische wijzigingen. Dus waar in de huidige rijkswet sprake is van “Nederlandse Antillen” zal dit worden vervangen door: Curaçao en Sint Maarten. Uitzondering hierop vormt het bepaalde in artikel 7.1, onderdelen F, G en H, waarbij kennelijke verschrijvingen worden rechtgezet.
 Wellicht ten overvloede wordt opgemerkt dat enige artikelen als genoemd in de onderdelen C, E, I en K van artikel 7.1 een uitwerking zijn van met name het op 5 oktober 1973 te München tot stand gekomen Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien (Trb. 1975, 108 en 1976, 101) (ook bekend als Europees Octrooiverdrag). Dit betekent dat bijvoorbeeld de depositaris bij het Europees Verdrag tijdig zal worden bericht dat de toepassingssfeer van het verdrag naar aanleiding van de staatkundige hervorming dient te worden gewijzigd.

Lees alle voorgestelde wijzigingen hier (Voorstel van Rijkswet). Lees de MvT hier. Advies RvS hier.

IEF 8318

Gevallen van dood en ellende en octrooigemachtigden

Kamerstuk  31579, nr. 24, 2e Kamer.  Verslag algemeen overleg, gehouden op 29 september 2009, inzake Lex silencio positivo Dienstenrichtlijn.

“Mevrouw Vos (PvdA): Datzelfde geldt bij wetgeving van EZ over octrooigemachtigden. Dat lijkt mij ook een terrein waarop specialisten opereren en argeloze consumenten niet geschaad kunnen worden. Gevallen van dood en ellende zullen zich daar al helemaal niet voordoen. Waarom kan lex silencio positivo niet met betrekking tot octrooigemachtigden?”

(…)

Staatssecretaris Heemskerk: Waarom kan de lex silencio positivo niet worden ingevoerd bij de inschrijving in het Register van Octrooigemachtigden? Ik heb hierover gesproken met de minister van Economische Zaken. Wij hebben de exercitie ook op politiek niveau getrokken. Een octrooigemachtigde mag alleen als zodanig optreden als hij is ingeschreven in het register. Betrokkene moet zowel een academische technische als een juridische opleiding hebben genoten. Hij moet dus van vele markten thuis zijn. Doel van deze regulering is kwaliteitsborging van het goed functioneren van het stelsel van intellectueel eigendom en de bescherming van de afnemers. Deze worden ook binnen het Europees recht gezien als dwingende redenen van algemeen belang. Ze worden expliciet genoemd in artikel 4, onder 8, van de Dienstenrichtlijn. Daarom is in dit geval van toepassing afgezien.

Lees het kamerstuk hier.

(De Lex Silencio Positivo houdt in dat een vergunning wordt geacht te zijn verleend bij het uitblijven van een antwoord binnen een gestelde termijn door het bevoegde bestuursorgaan op een aanvraag van een vergunning). 

IEF 8317

Antwoorden

Vzr Rechtbank ’s-Gravenhage, ex parte beschikking van 30 oktober 2009, Noordhoff Uitgevers B.V. tegen Van A. (met dank aan Adonna Alkema, Klos Morel Vos & Schaap).

Auteursrecht. Antwoorden zijn werk in de zin van de auteurswet. Gerekwestreerde plaats zonder toestemming de antwoorden uit antwoordenboeken behorende bij lesmethodes van eiser Noordhoff op het internet en maakt daarmee inbreuk op het auteursrecht van Noordhoff.

2.2. Naar voorlopig oordeel komen de in het verzoekschrift omschreven (oefen) opgaven en antwoordboeken in aanmerking om als werk in de zin van de Auteurswet te worden beschouwd en is Noordhoff auteursrechthebbende met betrekking tot die werken. Gelet op de in het verzoekschrift geschetste voorgeschiedenis moet voorshands worden aangenomen dat Van A. niet alleen een website beheert met hyperlinks naar (op afzonderlijke servers opgeslagen) auteursrechtelijk beschermde werken, maar die werken tevens op de servers plaatst en beheert of doet plaatsen en beheren, zodat sprake is van inbreuk door Van Amerongen op het auteursrecht van Noordhoff. Gelet op hetgeen in het verzoekschrift onder randnummers 37 tot en met 40 is aangevoerd, is voldoende aannemelijk dat het voortduren van de inbreuk onherstelbare en omvangrijke schade voor verzoekster zal veroorzaken.

2.3. Aangezien het verzoek reeds zal worden toegewezen op grond van zelfstandige openbaarmakingshandelingen van Van Amerongen, behoeft het (subsidiaire) gevoerde betoog dat als uitgangspunt neemt dat Van Amerongen is te beschouwen als een tussenpersoon tegen wie een verbod kan worden gevorderd geen afzonderlijke behandeling meer.

2.4. Het voorgaande brengt mee dat de vorderingen toewijsbaar zijn op de wijze zoals hierna bepaald.

Lees de beschikking hier of hieronder:

 

IEF 8316

CIER-Lezing: Google Book Settlement

CIER-Lezing door Machiel Bolhuis (European Policy Member bij Google). Woensdag 18 november 2009. Locatie: Molengraaf Instituut; Nobelstraat 2a, Utrecht.

De CIER-lezing op 18 november aanstaande zal gaan over de schikking die Google onlangs trof met de Amerikaanse Authors Guild (AG) en de Association of American Publishers (AAP). Deze rechthebbendenorganisaties kwamen in het geweer tegen de digitale ontsluiting van door Google zonder toestemming van de rechthebbenden, massaal ingescande boeken. Google biedt via hun Book Search-dienst een kijkje in delen van de gescande werken, deze zogenoemde “snippets” zijn gratis in te zien. Tegen betaling is het gehele gedigitaliseerde werk te downloaden. Werken waarop geen auteursrecht (meer) rust zijn in de VS gratis te verkrijgen.

Eén van de onderwerpen van de schikking tussen Google en de AAP/AG betreft de commerciële exploitatie van boeken die op of voor 5 januari 2009 zijn uitgegeven en die niet meer in de handel te verkrijgen zijn. De schikking stelt een procedure voor waarbij rechthebbenden bezwaar kunnen maken tegen Google’s commerciële exploitatie van deze zogenoemde out-of-print works. Deze opt-out procedure leidt met name buiten de Verenigde Staten tot groot ongenoegen bij rechthebbenden, omdat deze geen partij waren bij de schikking maar hierdoor wel in hun exclusieve exploitatierecht geraakt worden. Tijdens de CIER-lezing wordt door Bolhuis ingegaan op onder andere dit aspect van de schikking en is er mogelijkheid tot discussie met de spreker.

Lees hier meer.

IEF 8315

Personalia

Per 1 november is Florence V.M. Tordoir weer terug bij Nederlandsch Octrooibureau te Den Haag. Zij  versterkt de juridische sectie van de vestiging in Den Haag. Met het team van 8 collega-juristen zal zij adviseren en bemiddelen in IE-zaken, met name op merken- en modellengebied. Onderwerpen als auteursrecht, portfoliobeheer, licenties, overdrachten (ook op octrooigebied)  behoren eveneens tot haar werkterrein.  Florence heeft een aantal jaren in Praag doorgebracht. Daarvoor werkte  zij van 2000 tot 2005  ook al bij Nederlandsch Octrooibureau in Den Haag.


Gevestigd: drs Terry (D.W.F.) Häcker, marktonderzoekadvies, -begeleiding & expert opinion. Specialisatie: merkenrechtelijk (IE) marktonderzoek. Na een lange loopbaan bij Research International Nederland (RIN), waar hij werkzaam was als senior account director, is Terry Häcker per 1 augustus 2009 begonnen als zelfstandig consultant marktonderzoek. Zijn expertise is het opzetten, begeleiden en samenvatten van onderzoeken, alsmede het kritisch beoordelen van onderzoeken van een wederpartij, met als specialisatie juridisch marktonderzoek: voornamelijk merkenrechtelijk - maar ook reclamerechtelijk - marktonderzoek. Häcker werkte actief mee aan symposia over het gebruik van marktonderzoek in merkengeschillen, alsmede aan het boek over dit onderwerp van Harry van den Berg.

Ir. B. Herman J. Schumann keert terug naar Arnold + Siedsma, waar hij zo’n 33 jaar geleden als octrooigemachtigde zijn carrière begon. In 2000 startte Herman, samen met zijn vrouw Sandra van Kanten, Schumann Patent Consultancy, een bedrijf dat een uitstekende naam in en rondom Twente wist op te bouwen.  Het doel van deze hereniging ligt in de wens van Herman en Sandra om de continuïteit van de octrooiportefeuille naar de toekomst te waarborgen. (…) Dat stelt hem in staat om zijn carrière, “met de klant centraal in gedachte”, in de komende jaren af te bouwen. Herman bruist nog steeds van de energie, om samen met de nieuwe bezetting van het Arnold + Siedsma kantoor in Enschede aan de weg te gaan timmeren.

IEF 8314

Vragen HvJ EG over abonnee-satelliet- TV

Dirk Visser, Universiteit Leiden, Klos Morel Vos  & Schaap: Hof van Beroep Brussel stelt vragen van uitleg aan Hof van Justitie der EG over auteursrechtelijke relevantie van bepaalde handelingen bij abonnee-satelliet- TV.

Hof van Beroep Brussel 27 oktober 2009, Aifield / Agicoa & Airfield /Sabam.

Het gaat om het satellietaanbod van TV Vlaanderen in België, een zustervennootschap van het Nederlandse Canal Digitaal. De vragen hebben betrekking op de volgende twee situaties die in casu aan de orde zijn en komen op het volgen neer:

Situatie I

1. Een omroep stuurt een gecodeerd signaal, of een signaal via een vaste verbinding, aan een onafhankelijke satelliet TV-aanbieder.

2. Deze aanbieder laat dit signaal (met toestemming van de omroep) elders in Europa (nogmaals/anders) coderen en opstralen naar een satelliet door een zuster-vernnootschap.

3. Het signaal wordt vervolgens (met toestemming van de omroep) als onderdeel van een pakket televisiezenders neer gestraald naar de abonnees van de satelliet TV-aanbieder die er naar kunnen kijken met behulp van een decodeerkaart.

Vraag:
• Maakt de satelliet TV-aanbieder openbaar (en moet hij dus aan Agicoa c.s. betalen) in het land waar hij de decodeerkaarten aanbiedt (en dus zijn abonnees/kijkers heeft)?
• Of maakt alleen de zuster-vernnootschap (en/of de omroep) openbaar in het land waar de zuster-vennootschap ‘up-linkt’ naar de satelliet?

Situatie II

1. Een omroep straalt, conform de instructies van een onafhankelijke satelliet TV-aanbieder, elders in Europa een gecodeerd signaal, op naar een satelliet.

2. Het signaal wordt vervolgens (met toestemming van de omroep) als onderdeel van een pakket televisiezenders neer gestraald naar de abonnees van de satelliet TV-aanbieder die er naar kunnen kijken met behulp van een decodeerkaart.

Vraag:
• Maakt de satelliet TV-aanbieder openbaar (en moet hij dus aan Agicoa c.s. betalen) in het land waar hij de decodeerkaarten aanbiedt (en dus zijn abonnees/kijkers heeft)?
• Of maakt alleen de omroep openbaar in het land waar zij ‘up-linkt’ naar de satelliet?


Relevante bepalingen:

Artikel 1 lid 2 a-c van de SatKab-rl.

(Richtlijn 93/83/EEG van de Raad van 27 september 1993 tot coördinatie van bepaalde voorschriften betreffende het auteursrecht en naburige rechten op het gebied van de satellietomroep en de doorgifte via de kabel).

a) In deze richtlijn wordt verstaan onder "mededeling aan het publiek per satelliet": een handeling waarbij de programmadragende signalen voor ontvangst door het publiek onder controle en verantwoordelijkheid van de omroeporganisatie worden ingevoerd in een ononderbroken mededelingenketen die naar de satelliet en terug naar de aarde loopt.

b) De mededeling aan het publiek per satelliet, vindt slechts plaats in de Lid-Staat waar de programmadragende signalen onder controle en verantwoordelijkheid van de omroeporganisatie worden ingevoerd in een ononderbroken mededelingenketen die naar de satelliet en terug naar de aarde loopt.

c) Indien de programmadragende signalen in gecodeerde vorm worden uitgezonden, is er sprake van mededeling aan het publiek per satelliet wanneer de middelen voor het decoderen van de uitzending door of met toestemming van de omroeporganisatie ter beschikking van het publiek worden gesteld.


Overweging 14 bij de SatKab-rl.

(14) Overwegende dat het gebrek aan rechtszekerheid met betrekking tot de te verkrijgen rechten, waardoor de grensoverschrijdende uitzending van programma's per satelliet wordt belemmerd, moet worden weggenomen door het begrip mededeling aan het publiek per satelliet op communautair niveau te definiëren en in die definitie tegelijkertijd te specificeren waar de mededelingshandeling plaatsvindt; dat een dergelijke definitie noodzakelijk is om te voorkomen dat op één uitzendingshandeling op cumulatieve wijze het recht van verschillende landen wordt toegepast; dat de mededeling aan het publiek per satelliet uitsluitend plaatsvindt op het ogenblik waarop en in de Lid-Staat waar de programmadragende signalen onder controle en verantwoordelijkheid van de omroeporganisatie worden ingevoerd in een ononderbroken mededelingenketen die naar de satelliet en terug naar de aarde loopt; dat normale technische procedures met betrekking tot de programmadragende signalen niet als een onderbreking van de uitzendingsketen moeten worden beschouwd;

Commentaar Dirk Visser:

1. Artikel 1 lid 2 b van de SatKab-rl is m.i. duidelijk: er vindt in dit traject slechts één openbaarmaking plaats, en wel op de plaats en het moment van de ‘up-link’ naar de satelliet. Dat is de systematiek en de bedoeling van de SatKab-rl.

2. Het betreft hier noodzakelijkerwijs maximum harmonisatie: het staat de lidstaten niet vrij om ook de ‘downlink’ en/of het beschikbaar stellen van decodeer kaarten als auteursrechtelijke relevante openbaarmaking aan te merken. Daarmee zou immers de o.a. blijkens overweging 14 beoogde rechtszekerheid niet bereikt worden.

3. De satelliet TV-aanbieder maakt m.i. dus niet openbaar (en hoeft niet aan Agicoa c.s. te betalen) in het land waar hij de decodeerkaarten aanbiedt (en dus zijn abonnees/kijkers heeft) .

4. Alleen de zuster-vernnootschap of de omroep maakt openbaar in het land waar de zuster-vennootschap ‘up-linkt’ naar de satelliet en moet daar alle rechten regelen, ook voor de andere Europese landen waar met toestemming van de omroep decodeerkaarten aan het publiek ter beschikking worden gesteld.

5. Net als bij kabeldoorgifte lijkt twee maal betalen in de keten van producent naar consument ook bij abonnee-satelliet- TV niet (meer) aan de orde.

IEF 8313

Niet in voldoende mate vaststaan

Rechtbank ’s-Gravenhage, 21 oktober 2009, HA ZA 09-2695, Schoonheidsinstituut Nefertete B.V. tegen V.O.F. Bogár

Vonnis in incident in bodem handelsnaamrechtelijk geschil (zie kg: Gerechtshof ’s-Gravenhage, 28 april 2009, IEF 7970).

Nefertete vordert in het incident een voorschot op de gevorderde schadevergoeding en proceskosten, stellende dat zij de uitkomst in hoofdzaak niet kan afwachten, nu zij door o.a. de kosten van het geschil in financiële moeilijkheden is gekomen. De vorderingen worden afgewezen. Er is onvoldoende zekerheid over de uitkomst van het geschil en de veroordeling in proceskosten in het kort geding was ‘geen voorlopige voorziening die thans is komen te vervallen’ en i.c. is er derhalve geen belang bij vordering tot betaling van die proceskosten.

4.4. De rechtbank is van oordeel dat, ook gelet op de gemotiveerde betwisting door Bogár, ten eerste niet voldoende aannemelijk is dat sprake is van de door Nefertete gestelde inbreuk, dan wel onrechtmatig handelen door Bogár om reeds thans in dit incident aan Nefertete enig bedrag toe te wijzen. De in het kader van het kort geding en de daarop volgende appelprocedure gevelde voorlopige oordelen van de voorzieningenrechter respectievelijk het hof zijn in deze bodemprocedure naar hun aard niet bindend. Ook overigens is de zaak naar het oordeel van de rechtbank niet van dien aard dat reeds nu voldoende aannemelijk is dat de vorderingen van Nefertete voor toewijzing in aanmerking zullen komen. Ten tweede oordeelt de rechtbank dat, als laatstgenoemde vraag bevestigend moet worden beantwoord, niet (voldoende) vaststaat wat de omvang van de schade is die mogelijk aan Bogár kan worden toegerekend. De rechtbank is daarmee van oordeel dat zowel de toewijsbaarheid van de vorderingen van Nefertete, als de hoogte van de eventueel toe te wijzen schadevergoeding niet in voldoende mate vaststaan om tot toewijzing van deze onderdelen van de incidentele vordering te kunnen komen. Bovendien bestaat gelet op de financiële positie van Nefertete een aanzienlijk restitutierisico.

4.5. Ten aanzien van de wel vaststaande kosten van de kortgedingprocedure is van belang dat – anders dan partijen lijken te veronderstellen – de veroordeling van Bogár in die proceskosten in het arrest van 28 april 2009 en de veroordeling tot terugbetaling van de proceskosten van de eerste instantie geen voorlopige voorziening is die thans is komen te vervallen. De verklaring van verval van de voorlopige voorzieningen die op 16 juni 2009 namens Bogár bij het Hof is ingediend heeft dan ook alleen gevolgen voor het bij wijze van voorlopige voorziening gegeven inbreukverbod, niet op de verschuldigdheid van proceskosten. Nefertete heeft met het arrest derhalve een executoriale titel gekregen die uitvoerbaar bij voorraad is verklaard. Zij heeft om die reden geen belang bij haar (immers reeds toegewezen) vordering tot betaling van die proceskosten. 

Lees het vonnis hier of hieronder:

 

IEF 8312

De Uploader

Vzr. Rechtbank Amsterdam 29 oktober 2009, LJN BX5694, KG ZA 09-2102 AW/RV (123 Video B.V. tegen Ziggo B.V.)

Met dank aan Michiel Ellens, Teurlings & Ellens Advocaten.

Auteursrecht. Vrijwaring. “De uploader” plaatst een aantal erotische video’s op user genereated video website 123video.nl. Kim Holland Productions, de auteursrechthebbende m.b.t. de video’s dagvaardt Ziggo, betrekt de uploader in vrijwaring in de procedure en vordert i.c. afgifte van de NAW-gegevens van provider Ziggo.  De vordering wordt toegewezen. N.B. Dit vonnis is vernietigd bij arrest van 19 oktober 2010 van het gerechtshof Amsterdam, (LJN BP7309).

4.3. Een aanbieder van webdiensten kan onder omstandigheden gehouden zijn om de gevraagde gegevens van een gebruiker van die webdiensten te verstrekken aan rechthebbenden, Ten eerste moet daarvoor voldoende aannemelijk zijn dat sprake is van onrechtmatig handelen, of een tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen uit een overeenkomst, van de desbetreffende gebruiker en ten tweede dient buiten redelijke twijfel te zijn dat degene van wie de gevraagde persoonlijke gegevens ter beschikking dienen te worden gesteld ook daadwerkelijk degene is die zich aan dit handelen schuldig zou hebben gemaakt. In dat geval kan het zo zijn dat de privacybelangen van de betrokkenen bij bet geheim houden van hun gegevens moeten wijken voor het belang van de rechthebbenden om tegen het onrechtmatig handelen op te treden

 (…)

4.7. Het vorenstaande leidt tot de slotsom dat, nu aan de onder 4.3 genoemde criteria is voldaan, de vordering van 123video zal worden toegewezen als na te melden.

Lees het vonnis hier of hieronder. Zie ook. Rechtbank Amsterdam, 5 augustus 2009, IEF 8100).

 

IEF 8311

Kabinetsreactie nieuwe aanpak auteursrecht op internet

Vers nieuws, met Urgentie Hoog: Thuiskopieheffingen op informatiedragers zoals blanco cd’s en dvd’s moeten op termijn worden afgeschaft. Daarvoor in de plaats komt een regeling die het downloaden van beschermde werken uit (evident) illegale bron verbiedt. Verder wordt het toezicht op auteursrechtorganisaties sterker en zal de contractuele positie van auteurs en uitvoerende kunstenaars worden verbeterd.

Dit zijn de belangrijkste maatregelen uit de kabinetsreactie op de aanbevelingen van de parlementaire werkgroep auteursrechten onder voorzitterschap van het Tweede Kamerlid Gerkens. De ministerraad heeft op voorstel van minister Hirsch Ballin, mede namens de ministers Plasterk van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Van der Hoeven van Economische Zaken, ingestemd met toezending van de kabinetsreactie aan de Tweede Kamer.

Lees hier meer.

N.B: Aanstaande maandag, 2 november, zal Mw. mr. C.M. Strengers (wetgevingsjurist Ministerie van Justitie) ingaan op de kabinetsreactie tijdens haar lezing op de PAO Actualiteiten Auteursrecht 2009 in Leiden. Aanvang van de lezing van mw. Strengers is  17.15. Aanmelding via deze link (nog enkele plaatsen vrij).

IEF 8310

Het auteursrechtelijke openbaarmakingsbegrip

EZ-Rapport dr. M.H.M. Schellekens, Universiteit van Tilburg:  Wederverkoop op de kabel en het auteursrechtelijke openbaarmakingsbegrip

De maatregel die in dit onderzoek centraal staat is een aan kabelmaatschappijen op te leggen verplichting om (een deel van) hun programmapakket te wederverkopen. Degene aan wie het pakket wordt verkocht – de alternatieve aanbieder – biedt dit pakket aan aan de consument. Of wederverkoop haalbaar en wenselijk is, is onder meer afhankelijk van het auteursrecht waaruit al dan niet de verplichting zou kunnen voortvloeien om de rechten opnieuw of nader te regelen.

Lees het rapport hier.