IEF 22207
30 augustus 2024
Artikel

Laatste plekken voor het Benelux Merken Congres op donderdag 5 september 2024

 
IEF 22216
30 augustus 2024
Uitspraak

Follow the Money hoeft artikelen niet te rectificeren

 
IEF 22215
30 augustus 2024
Uitspraak

Handhaving auteursrechten tegen bedrijfsopvolger is onredelijk

 
IEF 5610

Auteursrechtelijke vraagstukken

Kamerstukken II,22112, nr. 610. Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie; Brief staatssecretaris met nieuwe fiches Commissievoorstellen

Mededeling Een Europese aanpak van mediageletterdheid in de digitale omgeving, COM(2007) 833

"De Europese Commissie wil het niveau van mediageletterdheid in Europa verhogen. Zij concentreert zich daarbij op drie aandachtsgebieden: mediageletterdheid ten aanzien van (1) commerciële communicatie, (2) audiovisuele werken en (3) «online» mediaboodschappen.  Als instrumenten noemt de Commissie de uitwisseling van goede praktijken (via bestaande programma’s) en onderzoek naar criteria om de mate van mediageletterdheid te meten. Verder moeten betrokkenen beter op de hoogte raken van geldende regels en gedragscodes. Ten slotte moet aandacht worden besteed aan bewustwording bij de Europese burger van ons filmerfgoed en hoe zowel gebruik als productie van media raakt aan auteursrechtelijke vraagstukken. Dit moet de lidstaten in staat stellen om de mediageletterdheid van hun burgers te vergroten."

Lees het kamerstuk hier.

IEF 5609

Bij kwade trouw

Nog niet op de BenGh-website, wel op Van Engelens IEPT: Benelux Gerechtshof, 11 februari 2008, zaak A 2006/4, Ondeo Nalco tegen Michel Company.

“Winstafdracht bij kwade trouw merkinbreuk: niet beperkt tot gevallen van piraterij; moedwillige inbreuk vereist. Kwade trouw bij inbreuk kan ontbreken vanwege jarenlangecontractuele relatie, die niet rechtsgeldig is opgezegd of in geval van geschil over vraag wie rechthebbende van het merkrecht was. Allerhande omstandigheden kunnen vervolgens in de weg staan aan toewijziging winstafdracht.

Lees het arrest hier.

IEF 5608

In extensie

circ.gifVzr. Rechtbank 's-Gravenhage, 14 februari 2008, IEF 5608 (G & G Component B.V. tegen [PCB Elect Export]).

Domeinnaam maakt inbreuk op handels(domein)naam.

G&G exploiteert sinds 1994 een verkoop- en adviesorganisatie voor printed circuit boards en de assemblage daarvan. Sinds 2000 heeft G&G de domeinnaam ggcomponent.nl in gebruik.

[PCB Elect Export]exploiteert onder de handelsnaam PCB Elect Export een onderneming die soortgelijk is aan de door G&G gevoerde onderneming. [PCB Elect Export]exploiteert ook een website voor zijn onderneming met de domeinnaam pcbelectexport.com. Voorts heeft [PCB Elect Export] sinds begin 2007 de domeinnamen ggcomponent.com en ggcomponent.eu in gebruik genomen. De bezoekers van deze website worden gerrouted naar de website www.pcbelectexport.com.

G&G vordert onder meer een verbod, overdracht van de domeinnamen, rectificatie en een voorschot op de schadevergoeding.

Naar voorlopig oordeel van de Voorzieningenrechter is G&G na inschrijving van haar domeinnaam ggcomponent.nl op 3 oktober 2000 die domeinnaam ook als handelsnaam gaan voeren voor haar onderneming. [PCB Elect Export] is pas in 2007 de domeinnamen ggcomponent.com en ggcomponent.eu gaan gebruiken. Voorshands merkt de Voorzieningenrechter dit handelen van [PCB Elect Export] aan als het gebruik door [PCB Elect Export] van de handelsnaam met het kenmerkende bestanddeel ggcomponent voor zijn eigen onderneming.

Volgens de Voorzieningenrechter heeft deze handelswijze van [PCB Elect Export] ertoe geleid dat G&G en [PCB Elect Export] beide printed circuit boards verhandelen vanuit Nederland en deze afzetten in Nederland en een groot aantal landen daarbuiten, onder een handelsnaam met het kenmerkende bestanddeel ggcomponent. De handelsnamen verschillen alleen in extensie en daardoor zijn de verschillen zo gering dat er gevaar voor verwarring te duchten is. [PCB Elect Export] maakt aldus inbreuk op de handelsnaamrechten van G&G. Het gevorderde verbod en de overdracht worden toegewezen.

De vordering tot vergoeding van een voorschot op de schade wordt niet toegewezen. G&G heeft haar schade en haar spoedeisend belang bij het ontvangen van enig bedrag onvoldoende inzichtelijk gemaakt. Ook de gevorderde rectificatie wordt afgewezen nu volgens de Voorzieningenrechter niet is toegelicht hoe langs deze weg de schade door inbreuk op de handelsnaam wordt beperkt, gecompenseerd of voorkomen.

De proceskosten veroordeling wordt door de Voorzieningenrechter op (IEF; zeer lage bedrag van) EUR 2000,- gesteld nu vordering sub II (het vorderen van het voorschot op de schadevergoeding) wordt afgewezen.

Lees het vonnis hier.

IEF 5607

95 jaar

Persbericht EU Commissie: “Performing artists - no longer be the 'poor cousins' of the music business. Commissioner Charlie McCreevy today announced his intention to propose to the College that the term of copyright protection for European performers be increased from 50 to 95 years. Summarising the main thrust of the proposal, Commissioner McCreevy stated: "I strongly believe that copyright protection for Europe's performers represents a moral right to control the use of their work and earn a living from their performances. I have not seen a convincing reason why a composer of music should benefit from a term of copyright which extends to the composer's life and 70 years beyond, while the performer should only enjoy 50 years, often not even covering his lifetime It is the performer who gives life to the composition and while most of us have no idea who wrote our favourite song – we can usually name the performer.”

Lees hier meer.

IEF 5606

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank ’s-Gravenhage, 13 februari 2008, HA ZA 07-1689, Merck Sharp & Dohme Manufacturing tegen Ratiopharm Nederland B.V.

“5.2. Ook het betoog van de Generieken dat sprake zou zijn van ontoelaatbare "dubbele octrooiering" faalt. Merck voert terecht aan dat de herroeping van EP 292 terugwerkende kracht heeft, zodat formeel thans geen sprake meer is van het gelijktijdig van kracht zijn van twee octrooien die dezelfde uitvinding onder bescherming stellen. In het vigerende octrooirechtstelsel is het primair een taak van de verlenende instantie, in dit geval het EOB, om te waken tegen dubbele octrooiering. Het gevaar van dubbele octrooiering heeft in het onderhavige geval overigens bepaald bestaan, nu het EOB de vrijwillig afgesplitste aanvraag voor EP 904 ondanks verscheidene third party observations die wezen op verboden dubbele octrooiering in verband met EP 292, desalniettemin in behandeling heeft genomen, onder naar het wil voorkomen rechtens onjuiste verwerping van dit bezwaar.

Lees hier meer.

HvJ EG, 14 februari 2008, C-244/06, Dynamic Medien Vertriebs GmbH tegen Avides Media AG

“Artikel 28 EG verzet zich niet tegen een nationale regeling als aan de orde in het hoofdgeding, houdende een verbod op de verkoop en de overdracht per postorder van beelddragers die niet door een hoogste autoriteit van het Land of een nationale instantie voor zelfregulering zijn gekeurd en geclassificeerd met het oog op de bescherming van de minderjarigen en waarop geen van deze autoriteit of instantie afkomstige vermelding is aangebracht van de leeftijd vanaf welke de beelddragers kunnen worden bekeken, tenzij blijkt dat de bij de betrokken regeling vastgestelde procedure voor keuring en classificatie van en het aanbrengen van een vermelding op beelddragers niet gemakkelijk toegankelijk is of niet binnen een redelijke termijn kan worden afgesloten, dan wel dat tegen het besluit tot weigering niet in rechte kan worden opgekomen.”

Lees het arrest hier.

GvEA, 14 februari 2008, zaak T-189/05, Usinor SA tegen OHIM/Corus UK Ltd.

Oppositie nationaal woordmerk GALVALLIA tegen Gemeenschapswoordmerkaanvrage GALVALLOY.

“71. In the present case, since the goods in question are identical and there are significant visual, phonetic and conceptual similarities between the marks at issue, it cannot be ruled out that even an attentive public, such as the relevant public in this case, could be led to believe that the goods in question come from the same undertaking or economically-linked undertakings, despite the limited distinctiveness of the earlier mark. That is particularly so as the mark applied for contains an element, ‘alloy’, which is even less distinctive than the element that is common to the marks at issue, ‘galva’; the market is oligopolistic; and the mark applied for may appear to be a simple translation of the earlier mark.”

Lees het arrest hier(geen Nederlandse versie beschikbaar). 

GVEA, 14 februari 2008, zaak T-378/04, Orsay GmbH tegen OHIM / José Jiménez Arellano.

Oppositie ouder woord/beeldmerk D’ORSAY tegen Gemeenschapswoord/beeldmerkaanvrage Orsay.

“45. Die Beschwerdekammer hat daher zu Recht das Bestehen von Verwechslungsgefahr bejaht und folglich dem Widerspruch gegen die Eintragung der Wortbildmarke „Orsay“ für die Waren „Bekleidungsstücke; Stiefel, Schuhe und Hausschuhe; Kopfbedeckungen“ der Klasse 25 unter Bestätigung der Widerspruchsentscheidung stattgegeben.”

Lees het arrest hier (geen Nederlandse versie beschikbaar).

GVEA, 14 februari 2008, zaak T-39/04, Orsay GmbH tegen OHIM / José Jiménez Arellano, SA.

Oppositie ouder woord/beeldmerk D’ORSAY tegen Gemeenschapswoord/beeldmerkaanvrage ‘O Orsay’

“55. Die Beschwerdekammer hat daher zu Recht das Bestehen von Verwechslungsgefahr bejaht und folglich dem Widerspruch gegen die Eintragung der Wortbildmarke „O orsay“ für die Waren „Bekleidungsstücke; Stiefel, Schuhe und Hausschuhe; Kopfbedeckungen“ der Klasse 25 unter Bestätigung der Widerspruchsentscheidung stattgegeben.”

Lees het arrest hier(geen Nederlandse versie beschikbaar).

GVEA, 14 februari 2008, T-146/06, Sanofi-Aventis SA tegen OHIM / GD Searle LLC.

Oppositie ouder nationaal woordmerk URION tegen Gemeenschapswoordmerkaanvrage ATURION.

“73.  Dans ces conditions, et eu égard aux circonstances de l’espèce, il y a lieu de considérer que, selon une appréciation globale, il n’existe pas de risque que le public pertinent soit amené à croire que les produits revêtus de la marque verbale ATURION proviennent de l’entreprise titulaire de la marque verbale antérieure URION ou d’une entreprise économiquement liée à cette dernière. C’est donc à bon droit que la chambre de recours a conclu à l’absence de risque de confusion entre ces marques, au sens de l’article 8, paragraphe 1, sous b), du règlement n° 40/94.”

Lees het arrest hier (geen Nederlandse versie beschikbaar). 

Gerechtshof ’s-Gravenhage, 31 januari 2008, rolnr. 06/971, Holierhoek tegen Rob Hauwer Film & TV Producties B.V. c.s. (met dank aan  Marc de Kemp, Houthoff Buruma).

“Ook indien rekening wordt gehouden met de in de latere arresten van toepassing geachte Haviltex-maatstaf is het naar het oordeel van het hof de bedoeling van partijen geweest dat Holierhoek zich heeft verbonden alle rechten over te dragen betreffende alle tegenwoordige en toekomstige (exploitatie)vormen, systemen van de cinematografie, hun toepassingsmogelijkheden, met inbegrip van het recht van overbrenging of uitzending per draad, door radio en televisie, de vergunning tot publieke ontvangst en het recht van overbrenging/exploitatie op videocassette/beeldplaten en heeft hij deze rechten overgedragen, waarbij wordt opgemerkt dat de term ‘etc’ klaarblijkelijk ziet op beeld/geluiddragers die door de voortgeschreden technische ontwikkeling in de plaats van de videocassette komen.”

Lees het arrest hier.

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 12 ebruari 2008, KG C0700233/RO, Driessen tegen Europochette(met dank aan Diederik Stols Diederik Stols, DLA Piper).

“4.7. Driessen heeft zich ten slotte op het standpunt gesteld dat de uiterlijke kenmerken van de Europochette uitsluitend door de technische functie worden bepaald. Ook dat standpunt verwerpt het hof. Reeds uit het enkele feit dat - zoals uit de producties van Driessen blijkt - er andere bestekhouders, dan die waarvoor Europochette haar modelrecht verkreeg, op de markt zijn die voor hetzelfde gebruik geschikt zijn, doch een andere vorm hebben, volgt dat de vormgeving van de bestekhouder van Europochette niet noodzakelijk is voor het bereiken van het technische effect (het op gemakkelijke, snelle en smaakvolle wij ze presenteren van bestek, al dan niet tezamen met een servet). Blijkens die producties zijn vele variaties en mogelijkheden denkbaar, zoals een ander maatvoering, andere lengte/breedteverhouding, gesloten modellen (waarin het bestek geheel verdwijnt) of juist geopende (waarbij het bestek uitsteekt), de wij ze waarop het voor- of onderblad zijn afgesneden en het al dan niet omvouwbaar maken van het onderblad. Het valt dan ook niet in te zien dat het slaapzakmodel met een recht afgesneden voorblad, waarop Europochette het modelrecht houdt, noodzakelijk is voor het verkrijgen van bovenomschreven technisch effect en dat het model op die grond geen bescherming zou genieten.”

Lees het arrest hier.

Rechtbank Utrecht, 13 februari 2008, KG ZA 07-1271, Verbond van Verzekeraars c.s. tegen Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn(Met dank aan Arnout Groen, De Brauw Blackstone Westbroek).

“4.26. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter hebben de Verzekeraars onvoldoende aannemelijk gemaakt dat het publiek aan de confrontatie met de naam ‘PGGM’een onjuist indruk op het gebied van de aard, het karakter, de betekenis of de voortbrengselen van de onderneming zal overhouden en daardoor zal worden misleid.”

Lees het vonnis hier.

IEF 5605

Een nog vertrouwelijk rapport

trib.gifVandaag in het FD: Rapport voor Justitie over de wenselijkheid van een 'copyright-tribunaal' pleit voor transparantieplicht. “Ondoorzichtig, nattevingerwerk, te hoog, en naar wie gaat al dat geld eigenlijk? Bedrijven die auteursrechten moeten afdragen aan auteursrechtenorganisaties als Buma/Stemra en Reprorecht klagen steen en been over de vergoedingen die ze moeten betalen.

(…) In een nog vertrouwelijk rapport dat is opgesteld voor het ministerie van Justitie, in bezit van deze krant, pleiten specialisten van de Universiteit van Amsterdam en de Rijksuniversiteit Leiden na veldonderzoek voor het instellen van een geschillencommissie. Dat moet geen zware organisatie worden als de Opta, die daadwerkelijk kan ingrijpen op de telecommarkt door tarieven vast te stellen en boetes uit te delen. De wetenschappers bepleiten een lichtere commissie die dient als voortraject voor een gang naar de rechter. De geschillencommissie komt met een niet-bindend advies, dat in de praktijk wel zeer zwaarwegend zal blijken, verwachten de onderzoekers.

(…) De onderzoekers pleiten er dan ook voor om tot een normering van de tarieven te komen, om nattevingerwerk te voorkomen. Verder moeten contracten, tarieven, grondslagen, kortingen en andere voorwaarden openbaar worden.

(…) Bedrijven die gaan procederen tegen auteursrechtenorganisaties over de hoogte van vergoedingen voor het gebruik van muziek, foto's of andere artistieke uitingen, krijgen soms te maken met 'oneigenlijke druk'. Dat staat in een rapport van wetenschappers van de universiteiten van Amsterdam en Leiden, dat is gemaakt voor het ministerie van Justitie.

'Betalingsplichtigen hadden het idee dat auteursrechtenorganisaties veel oneigenlijke druk uitoefenden als procedures aanhangig waren gemaakt, bijvoorbeeld het meer dan gebruikelijk opvragen en controleren van informatie van de betalingsplichtigen', schrijven de wetenschappers.

Lees hier meer (fd.nl).  Lees het gehele rapport (fd.nl/auteursrechten) hier.

IEF 5604

Het concept betreft een recht

Rechtbank Leeuwarden, sector kanton, 5 februari 2008, LJN: BC4312, De Groene Leguaan v.o.f. tegen Friesland Bank N.V.

Eerst even voor jezelf lezen, bodem in Leguaanwoningenzaak: Eiser heeft een aantal eigenzinnig vormgegeven bio-ecologische woningen doen ontwerpen en bouwen, om bij te dragen aan vergroting van het ecologisch bewustzijn in de maatschappij. De bank heeft, zonder toestemming of medeweten van eiser, foto's van deze woningen gebruikt voor een reclamecampagne voor hypotheken. Geoordeeld wordt dat de woningen een auteursrechtelijk werk zijn en dat eiser rechthebbende op dit werk is. Hem komt echter, gelet op het openbaarheidsaspect, geen bescherming krachtens de Auteurswet toe. Wel is er sprake van onrechtmatig handelen door de bank.

“Het enige bewustzijn waaraan Friesland Bank met deze campagne wil appelleren is dat van financieel voordeel. Op deze wijze heeft Friesland Bank het oorspronkelijk concept geweld aangedaan. Dit concept betreft, zoals hierboven uiteengezet is, een recht dat De Groene Leguaan, in persoon van [eiser], toekomt. Aldus is inbreuk gemaakt op een recht van De Groene Leguaan c.s. en is onrechtmatig gehandeld door Friesland Bank.”

Lees het vonnis hier.

IEF 5603

Eerst even voor jezelf lezen

Gerechtshof 's-Gravenhage, 7 februari 2008, LJN: BC4085, Mr. N. Hijmans in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van  Hartman Groep B.V. tegen Garden Impressions B.V.,

“12. Zoals het hof in r.o. 9 heeft overwogen, is het aan degene die schadevergoeding op de voet van artikel 6:104 BW vordert, om te stellen en voldoende aannemelijk te maken dat de aangesprokene winst heeft genoten als gevolg van (in dit geval) door deze gepleegde merkinbreuk. In het licht van het verweer van Garden Impressions, zoals hiervoor weergegeven en reeds bij conclusie van antwoord ingenomen, kon Hartman niet volstaan met de veronderstelling dat Garden Impressions winst zal hebben genoten evenredig aan het aantal bladzijden in haar catalogi waarop de aanduiding “Prestige” voorkomt. Het betoog van Garden Impressions, zoals hiervoor weergegeven, was en is niet zo onaannemelijk dat Hartman daar in het geheel niet op in hoefde te gaan. Nu Hartman in dit opzicht niet aan haar stelplicht heeft voldaan en ook anderszins niet aannemelijk heeft gemaakt dat Garden Impressions als gevolg van het gebruik van de aanduiding “Prestige” meer winst heeft gemaakt dan zij zonder dat gebruik genoten zou hebben, komt de door Hartman verlangde wijze van schadebegroting niet voor toewijzing in aanmerking, althans ziet het hof deswege geen aanleiding om gebruik te maken van de hem in artikel 6:104 BW gegeven discretionaire bevoegdheid. De grieven 3 tot en met 5 falen derhalve.”

Lees het arrest hier.

IEF 5602

Rechthebbenden onderhandelen met distributeurs

vbl.gifKamervragen met antwoord,  nr. 1204 2e Kamer. Vragen van het lid Van Dam (PvdA) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de staatssecretaris van Economische Zaken over het bod van de kabelmaatschappijen Casema, Essent en @Home op de voetbalrechten. (Ingezonden 16 januari 2008); Antwoord.

“Zover mij bekend wordt hierover op Europees niveau geen discussie gevoerd. Rechthebbenden van radioen tv-programma’s kunnen zelf bepalen of ze distributierechten aan derden willen verstrekken en of de distributierechten van hun programma’s al dan niet exclusief worden verleend. De Auteurswet beschermt de rechten van rechthebbenden en maakt ongeoorloofde distributie van programma’s strafbaar. Rechthebbenden onderhandelen met distributeurs van programma’s. Vaak Tweede Kamer, vergaderjaar 2007–2008, Aanhangsel 2574 worden de distributierechten van radio- en tv-programma’s exclusief verleend. Dergelijke exclusiviteitscontracten zijn op grond van de Europese regelgeving in principe toegestaan.”

Lees alle vragen en antwoorden hier.

IEF 5601

Straks in Zeist

zst.bmpProgramma Symposium Zeist ,12 maart 2008, met als inhoudelijke hoogtepunten:

- Beschermingsomvang van modellen in Europa, Prof. mr. Jaap Spoor.

- Een jaar implementatie Handhavingsrichtlijn, Mr. Christof Hensen, Vice President Rechtbank Den Haag, Mr. Ruprecht Hermans, Brinkhof  Advocaten, Simon Dack, barrister, De Brauw Blackstone Westbroek.

- Industriële vormgeving, Prof. Bruno Ninaber van Eyben, TU Delft.

- Debat 1: Multiplicité des formes, Philips/Remington in de praktijk; de betekenis voor de slaafse nabootsing, Voorzitter: Prof. mr. Constant van Nispen, De Brauw Blackstone Westbroek en VU.

- Debat 2: Double dipping? Kan de octrooihouder iedere conclusie van zijn octrooi
afzonderlijk licenseren? Voorzitter: Dr. Koenraad Wuyts, Chief Intellectual
Property Officer KPN.

- Debat 3: Benelux inburgering: moeten we terug naar een nationale merkenwet? Voorzitter: Prof. mr. Dirk Visser, Klos Morel Vos & Schaap en RU Leiden.

Lees het gehele programma hier of hier.