Licentieovereenkomst zelfsluitende vloeddeuren niet rechtsgeldig beëindigd
Vzr. Rb. Overijssel 9 oktober 2023, IEF 21710; ECLI:NL:RBOVE:2023:3942 (X tegen Y). X houdt zich in met het beheer van een verscheidenheid aan intellectuele eigendomsrechten ten aanzien van ontwikkelde zelfsluitende vloeddeuren en is houdster van een Uniemerk. Y is in 2014 opgericht en houdt zich bezig met waterkeringen onder een merknaam. In 2018 hebben partijen een licentieovereenkomst gesloten, waardoor het Y is toegestaan om tegen betaling de zelfsluitende vloeddeuren verder te ontwikkelen. Y heeft op haar beurt sublicenties verschaft aan buitenlandse partijen. In 2022 heeft X per brief medegedeeld de overeenkomst te beëindigen. X geeft als reden voor beëindiging dat Y heeft nagelaten bepaalde informatie over de verkoop met betrekking tot het merk te verstrekken. X heeft na beëindiging van de overeenkomst alle aandelen verkocht aan een bedrijf die sublicentienemer is van Y. X vordert dat hij stopt met de productie en exploitatie van zelfsluitende vloeddeuren die onderwerp waren van de licentieovereenkomst. X legt onder andere ten grondslag aan haar vordering dat Y zich schuldig maakt aan merkinbreuk. Y betwist daarentegen dat X rechtsgeldig de licentieovereenkomst heeft opgezegd. Daarnaast voert Y aan dat X geen redelijke opzegtermijn in acht heeft genomen. Y vordert in reconventie inzage in de koopovereenkomst van de aandelen in X.
Najaarsagenda 2023
Last but not least: met nog drie maanden te gaan in 2023 staan we bij deLex klaar voor de najaarscongressen, jurisprudentielunches in de laatste drie maanden van het jaar.
Hoger beroep in tuchtprocedure tegen drie octrooigemachtigden
Hof Den Haag 2 mei 2023, IEF 21713; ECLI:NL:GHDHA:2023:1785 (Appellante tegen octrooigemachtigden). Drie octrooigemachtigden zijn samen kantoorgenoten. Een van de octrooigemachtigden heeft in opdracht van appellant een octrooi en een PCT-vervolgaanvraag voor een octrooi met een methode voor een sluis met onder andere een bruisinstallatie en een bepaald type deursamenstel ingediend. Op alleen het deursamenstel had appellant geen octrooi. Vervolgens heeft appellant tegen die octrooigemachtigde een tuchtklacht ingediend, omdat deze volgens hem tekort is geschoten in zijn zorgplicht tussen de Nederlandse octrooiaanvraag en PCT-vervolgaanvraag toen was gebleken dat de Nederlandse aanvraag onvoldoende bescherming bood. Appellant heeft vervolgens ook twee tuchtklachten ingediend tegen de andere octrooigemachtigden van zijn kantoor, omdat zij zich onvoldoende hebben ingespannen om de octrooigemachtigde te corrigeren. Het hof oordeelt dat de klachten ongegrond zijn en vernietigt de waarschuwing die aan de octrooigemachtigde is opgelegd.
Nationaal Mediarechtcongres 2023 | donderdag 23 november
Nationaal Mediarechtcongres 2023 – De Nederlandse media en de Europese reguleringsgolf
Binnenkort, op donderdag 23 november is het tijd voor een nieuwe editie van het Nationaal Mediarechtcongres. Ook in 2023 staat er een gevarieerd programma over actuele ontwikkelingen in rechtspraak, regelgeving en mediatoezicht.
Lusus heeft geen auteursrechten op programma gefinancierd door Toto
Rb. Amsterdam 4 oktober 2023, IEF 21708; ECLI:NL:RBAMS:2023:6169 (Just Another Media Company tegen Lusus Media). Just Another Media Company (hierna: JAMC) en Lusus Media (Hierna: Lusus) zijn bedrijven werkzaam in de media industrie. JAMC en Lusus zijn betrokken bij een productieovereenkomst om een voetbalprogramma te maken dat gefinancierd wordt door Toto en geproduceerd wordt door 40Beats. Lusus en JAMC waren aan het onderhandelen over contractvoorwaarden. De belangrijkste punten van het contract omvatten de intellectuele eigendomsrechten, die bij JAMC en 40Beats komen te liggen en ontbindende voorwaarden in het geval van teleurstellende resultaten of beëindiging door Toto. Na enkele discussies en aanpassingen heeft JAMC een bedrag van aan Lusus betaald als vooruitbetaling voor de productie. Later heeft Lusus enkele kostenposten gespecificeerd, waaronder een eindredacteur en andere uitgaven. Er ontstaat onenigheid nadat enkele namen zich terugtrekken uit het programma, waardoor JAMC een terugbetaling wil van het vooruitbetaalde bedrag. Lusus heeft hiertegen bezwaar gemaakt zonder een gedetailleerde kostenbeschrijving op te nemen.
Willem Leppink en Michelle Roosma winnen de Wim Mak Award
Tijdens de najaarsbijeenkomst van BMM in Luxemburg hebben Willem Leppink en Michelle Roosma de Wim Mak Award gewonnen voor hun artikel 'Domeinnaamgeschillen: een praktische handleiding'. Dit artikel biedt zowel een overzicht van de werking van domeinnaamgeschillenbeslechtingsprocedures als praktische tips en tricks voor het effectief toepassen van deze procedures in de praktijk. De Wim Mak Award is een jaarlijkse onderscheiding die door de BMM wordt toegekend voor de meest opvallende bijdrage van dat jaar.
Lees het artikel van Willem Leppink en Michelle Roosma via de website van BMM Bulletin.
Auteursrechten Workstate software niet overgedragen aan PayingIT
Rb. Amsterdam 27 september 2023, IEF 21709; ECLI:NL:RBAMS:2023:5923 (PayingIT c.s. tegen gedaagden). Workrate is een bedrijf dat de software ‘Workmate’ in 2008 heeft ontwikkeld (later: Usemate). Uiteindelijk werd een koopovereenkomst gesloten waarbij aandelen in Usemate B.V. en auteursrechten op de software werden verkocht aan PayingIP. In de voorwaarden van de overeenkomst stond opgenomen dat Workrate de auteursrechten van de Usemate-software over moest dragen aan PayingIP zonder beperkingen. Daarnaast behield Workrate het recht om de software te blijven gebruiken voor de uitoefening van haar bedrijf en zijn non-concurrentieclausules opgenomen waarbij partijen geen vergelijkbare software mochten ontwikkelen. Partijen, waaronder PayingIP. gaven uitvoering aan de afspraken door de aandelen in Usemate B.V. te leveren, waarna zij werd hernoemd tot PayingIT. Na de overeenkomst ontstonden conflicten over wie welke software mocht ontwikkelen. In een kort geding vonnis [zie IEF 21423] werd Workrate veroordeeld tot de overdracht van auteursrechten van de Usemate-software aan PayingIT. De rechtbank deed dit met de toezegging dat Workrate de beveiligingssoftware Workstate mag gebruiken, ook al zijn deze applicaties onderdeel van het beschermde softwarepakket. Zowel PayingIT als Workrate hebben appel ingesteld tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter.
Nationaal Reclamerechtcongres 2023 | donderdag 14 december
Heeft u het al in de agenda staan? Het Nationaal Reclamerechtcongres op donderdag 14 december, in Hotel Jakarta te Amsterdam. Met onder meer het jaarlijkse overzicht van hot topics en de jaarlijkse updates van de ACM en RCC, onder de inspirerende begeleiding van dagvoorzitters Ebba Hoogenraad (Hoogenraad & Haak) en Willem Leppink (Ploum).
We zijn er klaar voor. Bent u er ook (weer) bij? Houd de website in de gaten voor meer informatie en het volledige programma. Meteen aanmelden is mogelijk, dit kan via deze link.
Virtueel wapen Colt wordt afgewezen als merk
EUIPO 13 september 2023, IEF 21707; R 275/2023-4 (Colt tegen EUIPO). Colt, een bekende vuurwapenfabrikant, heeft een beeldmerk ingediend bij het EUIPO van een virtueel wapen voor virtuele goederen of diensten. Het EUIPO heeft de merkaanvraag afgewezen onder vermelding dat men virtuele vuurwapens niet op zal vatten als merk. Ook wordt in de afwijzing aangegeven dat de consumenten een gemiddeld tot hoog aandachtsniveau hebben, omdat het relevante publiek bestaat uit mensen die over het algemeen geen verstand hebben van vuurwapens. Het EUIPO zegt dat het het teken ontbreekt aan onderscheidend vermogen en wijst de inschrijving van het merk af. Colt is tegen deze afwijzing in beroep gegaan.
Verwarring handelsnaam Zwartgoud
Rechtbank Limburg 28 september 2023, IEF 21705; ECLI:NL:RBLIM:2023:5815 (Verzoekster tegen Zwartgoud Heerlen). Verzoekster exploiteert sinds 2020 een tattoo shop in Heerlen. Belanghebbende exploiteert het café Zwartgoud sinds 2023. Verzoekster stelt dat belanghebbende met zijn café inbreuk maakt op haar bedrijfsnaam. Verzoekster eist staking van het gebruik van de handelsnaam en domeinnaam met ‘zwartgoud’, omdat deze slechts in geringe mate afwijkt van haar eigen handelsnaam. Hoewel sprake is van een andere branche, liggen de bedrijven te dicht bij elkaar waardoor verwarring ontstaat. Verweerder stelt dat hij vooraf onderzoek heeft gedaan bij de notaris naar de beschikbaarheid van zijn bedrijfsnaam en dat hij mocht vertrouwen op de resultaten hiervan. Daarnaast heeft verweerder toegezegd zijn handelsnaam en domeinnaam aan te passen met de woorden ‘grand café’ ervoor.