Merkenrecht  

IEF 19492

Uitspraak ingezonden door Elise Menkhorst, Clairfort, en Corine d’ Hulst, Ten Holter Noordam.

Geen auteursrechtinbreuk bij geschil over bodembedekking van dierenhokken

Rechtbank Amsterdam 30 sep 2020, IEF 19492; (A tegen C), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-auteursrechtinbreuk-bij-geschil-over-bodembedekking-van-dierenhokken

Rechtbank Amsterdam 30 september 2020, IEF 19492, C/13/668382 / HA ZA 19-689 (A tegen C) Omvangrijk geschil over bodembedekking van dierenhokken, dat mede betrekking heeft op het auteursrecht en het merkenrecht. Door de bodemrechter is nu geoordeeld dat er geen sprake is van auteursrechtinbreuk omdat de eisende partijen niet zelf over de auteursrechten beschikken en de registratie van de merken door de gedaagden niet te kwader trouw is. Eerder werd door de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam nog anders geoordeeld [IEF 18094]. Ook is een executiegeschil tussen partijen gepubliceerd [IEF 18433].

IEF 19487

Conclusie A-G over voor-voorgebruik handelsnaam door merkhouder

Hoge Raad 28 aug 2020, IEF 19487; ECLI:NL:PHR:2020:743 (Eiseres tegen CCC), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-a-g-over-voor-voorgebruik-handelsnaam-door-merkhouder

Parket bij de HR 28 augustus 2020, IEF 19487; ECLI:NL:PHR:2020:743 (Eiseres tegen CCC) Merkenrecht. Handelsnaamrecht. Zie eerder [IEF 18884] en [IEF 16780]. Eiseres en CCC zijn ondernemingen in touringcardiensten. Deze zaak ziet op een familiegeschil tussen kleinkinderen over het gebruik van de naam van eiseres voor busvervoer. In cassatie staat in het principaal beroep in de eerste plaats de vraag centraal of er sprake is van een “ouder recht van slechts plaatselijke betekenis” in de zin van art. 2.23 lid 2 (oud) BVIE. De A-G concludeert tot het stellen van een prejudiciële vraag aan het Hof van Justitie EU over de Merkenrichtlijnpendant hiervan (art. 6 lid 2 Merkenrichtlijn 98/104/EEG) voor een geval als het onderhavige, waarin sprake is van voor-voorgebruik van de handelsnaam door de merkhouder. Volgens de A-G behoort een beroep op voorgebruik in de zin van deze bepaling door CCC anders dan het Haagse hof heeft gedaan, niet te worden gehonoreerd indien eiseres als merkhouder voor-voorgebruiker is. Die prejudiciële kwestie moet tot klaarheid komen, voordat principale onderdelen I en II  ten aanzien van art. 2.23 lid 2 BVIE definitief kunnen worden besproken. De overige klachten in het principaal beroep over rechtsverwerking en in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ziet de A-G (nog) niet slagen.

IEF 19470

HvJ EU: kleurpatronen op bus of trein kan een merk zijn

HvJ EU 8 okt 2020, IEF 19470; ECLI:EU:C:2020:813 (Aktiebolaget Östgötatrafiken), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-kleurpatronen-op-bus-of-trein-kan-een-merk-zijn

HvJ EU 8 oktober 2020, IEF 19470, IEFbe 3129; ECLI:EU:C:2020:813 (Aktiebolaget Östgötatrafiken) Merkenrecht. Östgötatrafiken heeft aanvragen voor ‘positiemerken’ gedaan bij het bureau voor intellectuele eigendom in Zweden voor de beschildering van verschillende voertuigen. Deze aanvragen zijn afgewezen, omdat ze elk onderscheidend vermogen misten. De Zweedse rechter heeft vervolgens prejudiciële vragen gesteld aan het HvJ EU [IEF 18629] over de uitleg van artikel 3 lid 1 onder b van de Merkenrichtlijn. Volgens het HvJ EU moet deze bepaling aldus worden uitgelegd dat bij de beoordeling van het onderscheidend vermogen voor een teken dat bedoeld is om uitsluitend en systematisch te worden aangebracht op een groot deel van de bussen en treinen, ‘slechts’ rekening gehouden dient te worden met de perceptie van het relevante publiek. Anders dan bij vormmerken, hoeft voor de kleurpatronen op een bus of trein niet te worden nagegaan of het teken significant afwijkt van de norm of van wat in de de betrokken economische sector gangbaar is.

IEF 19453

HvJ EU wijst hogere voorziening van Edison af

HvJ EU 16 sep 2020, IEF 19453; ECLI:EU:C:2020:714 (Edison tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-wijst-hogere-voorziening-van-edison-af

HvJ EU 16 september 2020, IEF 19453, IEFbe 3126; ECLI:EU:C:2020:714 (Edison tegen EUIPO) Merkenrecht. Edison heeft bij het EUIPO een Uniemerkaanvraag ingediend voor het beeldmerk dat het woordelement EDISON bevat. Na de inschrijving heeft Edison het EUIPO verzocht om in te schrijven dat zij afstand doet van een deel van de waren van klasse 4 van de classificatie van Nice waarvoor het merk was ingeschreven. Edison stelde voor om de oorspronkelijk aangewezen waren van die klasse te herdefiniëren. Het EUIPO weigerde, omdat dit zou leiden tot uitbreiding van de lijst van waren waarop de inschrijving van het Uniebeeldmerk EDISON betrekking op had. Het Gerecht heeft het beroep van Edison verworpen. Edison betoogt dat het Gerecht de draagwijdte van de termen ‘verlichtingsstoffen’, ‘brandstoffen (waaronder motorbenzine)’ en ‘motorbrandstoffen’ in de zin van de achtste editie van de classificatie van Nice onjuist heeft beoordeeld, waardoor het ‘elektrische energie’ ten onrechte heeft uitgesloten van klasse 4 ervan. Volgens Edison heeft het Gerecht alleen de 'ontologische' kenmerken van elektrische energie in aanmerking genomen en is het voorbijgegaan aan de 'functionele' kenmerken ervan. De hogere voorziening wordt afgewezen.

IEF 19447

Terugtrekking Verenigd Koninkrijk heeft geen gevolg voor bescherming ouder merk

Gerecht EU (voorheen GvEA) 23 sep 2020, IEF 19447; ECLI:EU:T:2020:433 (Bauer Radio tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/terugtrekking-verenigd-koninkrijk-heeft-geen-gevolg-voor-bescherming-ouder-merk

Gerecht EU 23 september 2020, IEF 19447, IEFbe 3125; ECLI:EU:T:2020:433 (Bauer Radio tegen EUIPO) In 2013 deed de Weense Simon Weinstein bij het EUIPO een Uniemerkaanvraag betreffende het woordteken MUSIKISS. In 2014 heeft Bauer Radio oppositie ingesteld tegen de inschrijving van het aangevraagde merk, deze oppositie is gebaseerd op de oudere woord- en beeldmerken KISS, die in het Verenigd Koninkrijk zijn ingeschreven. 
Ondanks de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie, behoudt de zaak haar voorwerp. Er kon wel degelijk oppositie worden ingesteld op grond van de oudere KISS-merken tegen MUSIKISS. Het EUIPO en Weinstein voeren twee middelen van niet-ontvankelijkheid aan, ontleend aan artikel 66, lid 2, van verordening 2017/1001 en aan artikel 72, lid 4, van deze verordening. Deze middelen worden afgewezen.

IEF 19429

Uitspraak ingezonden door Dmitry Grobokopatel, JPR Advocaten.

Inbreuk op merk en handelsnaam BINX Smartility

Rechtbank Gelderland 16 sep 2020, IEF 19429; ECLI:NL:RBGEL:2020:6445 (Binx Smartility tegen Bincx), https://ie-forum.nl/artikelen/inbreuk-op-merk-en-handelsnaam-binx-smartility

Rechtbank Gelderland 16 september 2020, IEF 19429; ECLI:NL:RBGEL:2020:6445 (Binx Smartility tegen Bincx) Eiser Binx Smartility is een bedrijf dat zich richt op de utiliteitsbouw (de bouw van gebouwen zonder woonbestemming). Zij voert de handelsnaam Binx Smartility en is rechthebbende met betrekking tot het woordmerk BINX Smartility sinds 2017. Gedaagde Bincx is eveneens actief in de utiliteitsbouwsector en voert de handelsnaam Binx sinds 2018. Eiser vordert onder meer een verbod op het inbreuk maken op de handelsnaam BINX en het merk BINX Smartility. Er wordt geoordeeld dat Bincx inbreuk maakt op merk en handelsnaam BINX Smartility; bestuurdersaansprakelijkheid en winstafdracht worden afgewezen. Schadevergoeding en overdracht van de domeinnnaam www.binck.nl worden toegewezen. Nu vast is komen te staan dat Bincx inbreuk maakt op de rechten van Binx Smartility, is het gebruik van de domeinnaam onrechtmatig jegens Binx Smartility.

IEF 19427

Uitspraak ingezonden door Jeroen van Kampen, Rijksuniversiteit Groningen.

HvJ EU verwerpt beroepen in zaak MESSI

HvJ EU 17 sep 2020, IEF 19427; ECLI:EU:C:2020:722 (MESSI), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-verwerpt-beroepen-in-zaak-messi

HvJ EU 17 september 2020, IEF 19427, IEFbe 3121; ECLI:EU:C:2020:722 (MESSI) Merkenrecht. Zie eerder [IEF 17657], [IEFbe 2560]. Uit het persbericht: Het HvJ EU verwerpt de beroepen van het EUIPO en een Spaanse vennootschap in de zaak MESSI. Het Gerecht vernietigde de beslissing van het EUIPO, omdat de bekendheid van de voetbalspeler Lionel Messi opweegt tegen de visuele en fonetische overeenstemming tussen zijn merk en het merk MASSI. In tegenstelling tot wat het EUIPO in beroep betoogt, heeft het Gerecht wel degelijk rekening gehouden met de opvattingen van het gehele relevante publiek. Daarnaast heeft het Gerecht, in tegenstelling tot wat de Spaanse vennootschap stelde, terecht geoordeeld dat de reputatie van Messi een relevante factor vormde voor het vaststellen van een conceptueel verschil tussen de tekens ‘Messi’ en ‘Massi’.

IEF 19395

Uitspraak ingezonden door Niels Mulder, DLA Piper

Converse mocht tóch beslag leggen op schoenenvoorraad Sporttrading

Hof 's-Hertogenbosch 1 sep 2020, IEF 19395; ECLI:NL:GHSHE:2020:2699 (Converse c.s. tegen curator Sporttrading c.s), https://ie-forum.nl/artikelen/converse-mocht-t-ch-beslag-leggen-op-schoenenvoorraad-sporttrading

Hof ‘s Hertogenbosch 1 september 2020, IEF 19395; ECLI:NL:GHSHE:2020:2699 (Converse c.s. tegen curator Sporttrading c.s.) Zie eerder [IEF 13012], [IEF 17820]. Merkenrecht. Uitputting. In 2009 liet Converse c.s. beslag leggen op de voorraad van Converse-schoenen van Sporttrading c.s. De schoenen zouden illegaal worden verhandeld in Nederland. In eerste aanleg zijn de vorderingen tegen de curator van Sporttrading c.s. afgewezen, omdat de bewijslast ten aanzien van het uitputtingsverweer werd omgedraaid en Converse c.s. niet slaagde in het bewijs. Sporttrading, Sport Concept en Brandustry hebben gehandeld in Converse-schoenen en daarmee inbreuk gemaakt op het merkrenrecht van Converse. De bewijslast met betrekking tot de vermeende uitputting rust op grond van het Van Doren/Lifestyle-arrest op de curator.

IEF 19394

Uitspraak ingezonden door Kristof Neefs, Inteo.

Vordering onontvankelijk bij gebrek aan merkinschrijving

Belgische gerechten 26 aug 2020, IEF 19394; (Laboratoire de la Mer en Omega Pharma tegen Febelco en Axone Pharma), https://ie-forum.nl/artikelen/vordering-onontvankelijk-bij-gebrek-aan-merkinschrijving

Ondernemingsrechtbank Gent 26 augustus 2020, IEF 19394, IEFbe 3115; A/20/00069 (Laboratoire de la Mer en Omega Pharma tegen Febelco en Axone Pharma) Laboratoire de la Mer en Omega Pharma zijn fabrikant resp. verdeler van neussprays op basis van zeewater ‘Physiomer’. Zij vorderen dat het Febelco en Axone Pharma wordt verboden om een verpakking te gebruiken, omdat deze verwarring zou wekken met de verpakking van Physiomer: Ceres Pharma is de leverancier van Febelco en Axone Pharma. Zij komt vrijwillig tussen in de procedure en vordert de onontvankelijkheid van de vordering op basis van artikel 2.19 BVIE. Volgens die bepaling kan niemand in rechte bescherming vorderen voor een teken dat voor merkinschrijving in aanmerking komt, tenzij hij of zij beschikt over een geregistreerd merk. Ceres Pharma deponeert de opmaak van de verpakking als experiment.
De rechtbank wijst de vorderingen af. De voorzitter stelt vast dat het depot van Ceres op absolute gronden wordt aanvaard en dat het alle kenmerken die eisers claimen omvat. Dat artikel 2.19 BVIE strijdig zou zijn met het Unieverdrag van Parijs, aanvaardt de rechtbank niet. Het gaat om een verdoken merkinbreukvordering die onontvankelijk is.

IEF 19386

Geen auteurs- of merkenrechtinbreuk op sluitsystemen

Rechtbank Den Haag 27 jul 2020, IEF 19386; ECLI:NL:RBDHA:2020:7060 (Ivana tegen Ankerslot en Polvo), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-auteurs-of-merkenrechtinbreuk-op-sluitsystemen

Vzr. Rechtbank Den Haag 27 juli 2020, IEF 19386; ECLI:NL:RBDHA:2020:7060 (Ivana tegen Ankerslot en Polvo) Kort geding. Auteursrecht. Merkenrecht. Ivana stelt dat Ankerslot onrechtmatig handelt door sluitsystemen - die volgens Ivana voor haar bedoeld zijn - te verkopen aan Polvo met het merk NOXXA in plaats van Ivana. De rechtbank gaat hier niet in mee, want Ivana heeft niet aannemelijk gemaakt dat er een exclusieve afspraak bestaat tussen haar en Ankerslot die met zich brengt dat de sluitsystemen enkel voor Ivana worden geproduceerd. Daarnaast stelt Ivana dat Polvo inbreuk maakt op haar auteursrecht op de foto’s van de sluitsystemen en tevens inbreuk maakt op haar Ivana-merkenrecht. Geen van beide inbreuken wordt aangenomen. Er is geen sprake van auteursrechtinbreuk, omdat de foto’s van de sluitsystemen geen eigen oorspronkelijk karakter hebben. Derhalve genieten de foto's geen auteursrechtelijke bescherming. Merkenrechtinbreuk wordt niet aangenomen, omdat er geen sprake is van verwijdering van het Ivana-merk en omdat de producten uitgeput zijn. Tot slot oordeelt de rechtbank dat Ivana geen belang heeft bij de door haar gevorderde rectificatie van gepubliceerde berichten waarin producten worden getoond waarbij het Ivana-merk is verwijderd. Ivana heeft hierbij geen belang, omdat het bericht zodanig is gewijzigd dat Ivana er geen bezwaar meer tegen heeft.