Geen inbreuk Hyde Park, te weinig gelijkenis
![Klik voor grotere versie](/img/custom/upload/hyde-park-5d67cb3b-dbf8-4d11-ae61-797cc35ff8c2.png)
Vzr. Rechtbank Noord-Holland 23 juli 2019, IEF 18651, ECLI:NL:RBNHO:2019:6769 (Hyde Park tegen HPH) Merkenrecht. Hyde Park houdt zich bezig met de herontwikkeling van een kantorenlocatie in Hoofddorp, deze wijk heeft zij ook Hyde Park genoemd. Zij houdt enige merkregistraties, en gebruikt voornamelijk (variaties op) de naam Hyde Park. HPH houdt zich bezig met de verhuur van onroerend goed. Zij is gevestigd in het gebied waar Hyde Park actief is met de herontwikkeling en gebruikt ook veelvuldig het teken ‘Hyde Park’. Hyde Park heeft gesommeerd elke inbreuk op haar merk- en handelsnaamrechten te staken, waarop HPH te kennen heeft gegeven dat zij geen inbreuk maakt. In aansluiting bij het Parfums-winkel-arrest kan het Artiestenverloning-arrest ook worden toegepast op de handelsnaam. Deze is beschrijvend, nu de naam ook de naam van de wijk is. Vast staat dat de merkenrechten van Hyde Park zijn ingeschreven en geldig zijn. Het is dus de vraag of HPH hierop een inbreuk maakt. Dat is niet het geval, de tekens vertonen veel verschillen. Hierdoor komen zij zowel visueel als auditief als begripsmatig niet overeen. Het beperkte onderscheidend vermogen van het merk wordt ook meegewogen. Er wordt dus geen inbreuk vastgesteld, Hyde Park wordt veroordeelt in de proceskosten.