Merkenrecht  

IEF 19005

Ompakken tandenragers van TePe was niet noodzakelijk

Rechtbank Midden-Nederland 24 jan 2020, IEF 19005; ECLI:NL:RBMNE:2020:216 (TePe tegen X), https://ie-forum.nl/artikelen/ompakken-tandenragers-van-tepe-was-niet-noodzakelijk

Rechtbank Midden-Nederland 24 januari 2020, IEF 19005; ECLI:NL:RBMNE:2020:216 (TePe tegen X) Kort geding. TePe is een onderneming die functionele mondhygiëneoplossingen ontwikkelt, produceert en verkoopt, waaronder ragers waarmee de ruimte tussen de tanden schoongemaakt wordt. Zij is houdster van twee Uniemerken: het woordmerk TePe en een beeldmerk. Gedaagde is een groothandel in onder meer medische en tandheelkundige instrumenten. Via haar webshop biedt zij ook ragers van TePe aan. Deels betreft het doorverkoop van ragers in originele verpakkingen van TePe, en deels verkoop van ragers die zij van een andere verpakking heeft voorzien (omgepakt). Kern van het geschil is de vraag of TePe zich op grond van haar merkrecht kan verzetten tegen het ompakken van haar producten door gedaagde. Gedaagde heeft niet voldaan aan de aan uitputting van het merkrecht gestelde voorwaarden en inbreuk gemaakt op het merkrecht van TePe.

 

IEF 18984

Uitspraak ingezonden door Dmitry Grobokopatel, JPR.

Inbreuk op handelsnaam Motech

Rechtbank Gelderland 29 jan 2020, IEF 18984; (El Mousati tegen autobedrijf), https://ie-forum.nl/artikelen/inbreuk-op-handelsnaam-motech

Rechtbank Gelderland 29 januari 2020, IEF; C/05/356833/ HA ZA 19-24 (El Mousati tegen autobedrijf) Eiser EL Mousati heeft sinds 2010 een autobedrijf. Eiser gebruikt de handelsnaam ‘Motech’ en legt dit ook vast als woordmerk. Deze onderscheidingsmiddelen gebruikt eiser ten behoeve van zijn autobedrijf in Arkel. Gedaagde gebruikt ook de handelsnaam ‘Motech’ ten behoeve van zijn autobedrijf in Zevenaar. Gedaagdes handelsnaamgebruik dateert voor de merkregistratie. Hij maakt inbreuk op eisers merk en handelsnaam.

IEF 18982

Uitspraak ingezonden door Dirk Visser, Visser Schaap & Kreijger.

HvJ EU: merkdepot zonder voornemen te gaan gebruiken in de bewuste klasse kan te kwader trouw zijn

HvJ EU 29 jan 2020, IEF 18982; ECLI:EU:C:2020:45 (Sky tegen Skykick), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-merkdepot-zonder-voornemen-te-gaan-gebruiken-in-de-bewuste-klasse-kan-te-kwader-trouw-zijn

HvJ EU 29 januari 2020, IEF 18982, IT 3025, IEFbe 3031; ECLI:EU:C:2020:45 (Sky tegen SkyKick) Het Britse bedrijf Sky is merkhouder van Uniemerken met betrekking tot televisie-uitzendingen, telecom en meer. Deze merken zijn ook ingeschreven in het Verenigd Koninkrijk als nationale woordmerken. Sky heeft een vordering wegens inbreuk op de merken ingesteld tegen SkyKick, een Amerikaanse onderneming die zich voornamelijk bezighoudt met het aanbieden van cloud-services. SkyKick heeft aangevoerd dat de ingeroepen merken geheel of gedeeltelijk nietig zijn omdat onvoldoende duidelijk en nauwkeurig is aangegeven op welke waren en diensten deze betrekking hebben. Tevens zouden de merken te kwader trouw zijn aangevraagd, om een zeer ruime merkbescherming te verkrijgen.

IEF 18980

Uitspraak ingezonden door Gino van Roeyen, LAWNCH.

H&M maakt met Work Out-kledinglijn géén inbreuk op Adidas drie-strepenmerk

Hof Den Haag 28 jan 2020, IEF 18980; ECLI:NL:GHDHA:2020:72 (H&M tegen Adidas), https://ie-forum.nl/artikelen/h-m-maakt-met-work-out-kledinglijn-g-n-inbreuk-op-adidas-drie-strepenmerk

Hof Den Haag 28 januari 2020, IEF 18980; ECLI:NL:GHDHA:2020:71 (H&M tegen Adidas) Zie ook [IEF 17252]. Volgens Adidas, geïntimeerde in deze uitspraak, heeft H&M met haar Work Out-lijn inbreuk gemaakt op het merkenrecht van Adidas. Het gaat in bijzonder om de twee strepen die op de kleding van de Work Out-lijn zijn afgebeeld en de ruimte tussen die strepen. In een eerdere zaak heeft de rechtbank het inbreukverbod van Adidas toegewezen, waarop H&M in hoger beroep is getreden. Er wordt, in tegenstelling tot het oordeel van de rechtbank, geoordeeld dat H&M door het gebruik van de Work Out-kleding geen inbreuk heeft gemaakt op het merkenrecht van Adidas, omdat de tussenruimte tussen de twee strepen op de Work Out-kleding niet visueel gelijk is aan de breedte van de Adidas-strepen. Hierdoor wordt er geconcludeerd dat de totaalindruk van beide merken niet voldoende overeenkomen dat verwarringsgevaar ontstaat en is het inbreukverbod alsnog afgewezen.

IEF 18972

HR: klachten leiden niet tot vernietiging wodka-arrest

Hoge Raad 24 jan 2020, IEF 18972; ECLI:NL:HR:2020:112 (Spirits tegen FKP), https://ie-forum.nl/artikelen/hr-klachten-leiden-niet-tot-vernietiging-wodka-arrest

HR 24 januari 2020, IEF 18972; ECLI:NL:HR:2020:112 (Spirits tegen FKP) Cassatie. Vervolg op [IEF 13355]. Geschil tussen Russische staatsonderneming en private partij over wie rechthebbende is op Benelux-merken voor wodka. De klachten over het arrest van het hof zijn beoordeeld. Deze klachten kunnen niet leiden tot vernietiging van het arrest, zie ook de conclusie van de A-G [IEF 18727]. Spirits wordt zowel in het principale als in het incidentele beroep in het ongelijk gesteld. De zaak wordt afgedaan door de veroordeling in de proceskosten in de bestreden uitspraak te vernietigen en een bedrag toe te wijzen, het dubbele van het standaardtarief voor complexe zaken, € 80.000,--.

IEF 18971

Uitspraak ingezonden door Michaël De Vroey, Baker McKenzie.

Oppositie tegen inschrijving depot Castart ongegrond

BenGH 23 jan 2020, IEF 18971; (Les Castarts tegen GDS), https://ie-forum.nl/artikelen/oppositie-tegen-inschrijving-depot-castart-ongegrond

Benelux Gerechtshof 23 januari 2020, IEF 18971, IEFbe 3026; C 2019/3 (Les Castarts tegen GDS) GDS stelde oppositie in tegen de inschrijving van woord/beeldmerk Castart. Zij voerde aan dat het teken overeenstemt met haar oudere merk KARSTADT en betrekking heeft op waren en diensten die identiek of soortgelijk zijn aan de waren en diensten waarvoor haar oudere merk is ingeschreven en dat daardoor bij het publiek gevaar voor verwaring bestaat (artikel 2.3, sub b, BVIE). Het Bureau wees de oppositie (nr. 2013822) toe en besliste dat het Benelux depot met nummer 1362238 niet werd ingeschreven. Deze oppositie is ten onrechte toegewezen. Les Castart is nu het gelijk gesteld. De algemene indruk die het teken en het (oudere) merk bij de gemiddelde consument achterlaten, is ondanks de beperkte overeenkomsten te verschillend. Er is geen sprake van verwarringsgevaar.

IEF 18960

Uitspraak ingezonden door Marielle Zwart-Hoffer, Novagraaf.

NOVA HOLDING pleegt inbreuk op het merk van NOVAGRAAF

16 jan 2020, IEF 18960; (NOVA HOLDING tegen NOVAGRAAF), https://ie-forum.nl/artikelen/nova-holding-pleegt-inbreuk-op-het-merk-van-novagraaf

Benelux-Gerechtshof 16 januari 2020, IEF 18960, IEFbe 3024; C 2018/9 (NOVA HOLDING tegen NOVAGRAAF) Tussen partijen is in geschil of het teken van NOVA HOLDING inbreuk maakt op het oudere merk van NOVAGRAAF. De uitspraak van Canon en Lloyd Schuhfabrik Meyer is in deze zaak bevestigd. Het gaat om de vraag of het teken en het merk zodanig overeenstemmen dat daardoor bij het in aanmerking komende publiek van de desbetreffende waren en/of diensten directe of indirecte verwarring kan ontstaan – waaronder is te verstaan het gevaar dat het publiek kan menen dat de betrokken waren of diensten van dezelfde onderneming of, in voorkomend geval, van economisch verbonden ondernemingen, afkomstig zijn. Het verwarringsgevaar wordt beoordeeld aan de hand van een globale totaalindruk. Het verwarringsgevaar is des te groter naarmate de onderscheidingskracht van het oudere merk sterker is. Er wordt geoordeeld dat in deze zaak sprake is van een reëel verwarringsgevaar, waardoor de eerdere uitspraak wordt vernietigd en NOVA HOLDING dus met haar teken inbreuk maakt op het oudere merk van NOVAGRAAF.

IEF 18959

Uitspraak ingezonden door Gino van Roeyen, LAWNCH.

Asperitas pleegt merkinbreuk in video's

Rechtbank Den Haag 17 jan 2020, IEF 18959; ECLI:NL:RBDHA:2020:31 (JuMatech tegen Asperitas), https://ie-forum.nl/artikelen/asperitas-pleegt-merkinbreuk-in-video-s

Vzr. Rechtbank Den Haag 17 januari 2020, IEF 18959, IT 3015; ECLI:NL:RBDHA:2020:31 (JuMatech tegen Asperitas) JuMatech en Asperitas waren aandeelhouders in de voormalige jointventure Beehive, wiens doel het ontwikkelen en verkopen van vloeistofgekoelde mobiele datacentra bestemd voor blockchain en mining technologie was. Ten behoeve van deze samenwerking zijn in delen van video’s modules van JuMatech te zien, die op de website, Facebook-, Twitter- en/of LinkedIn-pagina’s van Asperitas beschikbaar zijn. De samenwerking is op een gegeven moment geheel beëindigd, waarna JuMatech stelt dat Asperitas door deze video’s inbreuk maakt op de merkenrechten van JuMatech. Tussen partijen is in geschil of Asperitas met de video’s gebruik maakt van het Bij-logo in het economisch verkeer voor waren en diensten.

IEF 18945

Sony wint langdurend conflict over Uniewoordmerk Vita

Gerecht EU (voorheen GvEA) 19 dec 2019, IEF 18945; T‑690/18 (Sony tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/sony-wint-langdurend-conflict-over-uniewoordmerk-vita

Gerecht EU 19 december 2019, IEF 18945, IEFbe 3020; ECLI:EU:T:2019:894 (Sony tegen EUIPO) In september 2005 is er bij het EUIPO een Uniemerk ingeschreven voor het woordteken Vita. In september 2011 zijn de rechten op het woordmerk overgedragen aan Sony Computer Entertainment Europe. In 2014 heeft de nietigheidsafdeling, op verzoek van het Spaanse Vieta Audio, het merk vervallen verklaard voor alle waren waarvoor het was ingeschreven. Het merk zou niet voldaan hebben aan de eis dat het binnen vijf jaar na registratie normaal gebruikt moet worden. Sony heeft hiertegen beroep ingesteld bij het EUIPO. In juni 2011 heeft Sony de Playstation Vita console gepresenteerd en in 2012 is deze op de markt verschenen. De zaak is door verscheidene gerechten behandeld. Sony is van mening dat een beslissing van de vierde kamer van beroep van het EUIPO uit 2018 bepaalde beslissingen uit een uitspraak van de vijfde kamer van beroep uit 2017 onterecht in stand hield. De uitspraak uit 2017 was vernietigd op grond van ontoereikende motivering. Nu dat het geval was, had het daaropvolgende gerecht alle relevante punten opnieuw moeten onderbouwen. Dit is echter niet gebeurd. Er werd op bepaalde punten enkel gerefereerd naar de eerdere uitspraak. De grieven van Sony worden gegrond verklaard en de uitspraak van de vierde kamer van beroep van de EUIPO wordt vernietigd.

54      Nadat de eerdere beslissing was vernietigd wegens ontoereikende motivering, was de vierde kamer van beroep dan ook verplicht om zich opnieuw uit te spreken over alle voor de toepassing van artikel 51, lid 1, onder a), van verordening nr. 207/2009 relevante punten, teneinde te voldoen aan de krachtens artikel 65, lid 6, van verordening nr. 207/2009 op haar rustende verplichting om de maatregelen te treffen die nodig waren voor de uitvoering van het arrest van 12 december 2017, Vita (T‑35/16, niet gepubliceerd, EU:T:2017:886).

55      Ten slotte kan gelet op het voorgaande evenmin worden ingestemd met het door het EUIPO subsidiair aangevoerde argument dat het door de vierde kamer van beroep over de punten in kwestie ingenomen standpunt kennelijk identiek is aan het standpunt dat de vijfde kamer van beroep over die punten heeft ingenomen in de eerdere beslissing, en dat daarom de bestreden beslissing niet ontoereikend is gemotiveerd. Uit de bestreden beslissing blijkt immers niet (zie punten 29‑33 hierboven) dat het door de vierde kamer van beroep over de punten in kwestie ingenomen standpunt identiek is aan het standpunt dat de vijfde kamer van beroep over die punten heeft ingenomen in de eerdere beslissing. In de bestreden beslissing heeft de vierde kamer van beroep ten onrechte geconstateerd dat het Gerecht bepaalde vaststellingen van de vijfde kamer van beroep had bevestigd. Derhalve achtte zij zich door die vaststellingen gebonden, zonder evenwel de relevante argumenten van partijen te hebben onderzocht en er een standpunt over te hebben ingenomen. Zoals in punt 52 hierboven reeds is opgemerkt, kon de vierde kamer van beroep bovendien niet gebonden zijn door de vaststellingen van de vijfde kamer van beroep en kon zij deze vaststellingen niet bevestigen in de bestreden beslissing.

56      Aangezien de vierde kamer van beroep haar verplichting om zich opnieuw uit te spreken over de relevante punten niet is nagekomen, moet het eerste middel in zoverre worden aanvaard en dient de bestreden beslissing in haar geheel te worden vernietigd, zonder dat uitspraak hoeft te worden gedaan over de andere grieven en het andere middel.

IEF 18940

Footasylum pleegt merkinbreuk met KWD-collectie

Rechtbank Gelderland 29 okt 2019, IEF 18940; ECLI:NL:RBGEL:2019:5300 (KWD Sport tegen Footasylum), https://ie-forum.nl/artikelen/footasylum-pleegt-merkinbreuk-met-kwd-collectie

Vrz. Rechtbank Gelderland 29 oktober 2019, IEF 18940; ECLI:NL:RBGEL:2019:5300 (KWD Sport tegen Footasylum) Footasylum biedt een kledingcollectie aan die “KINGS WILL DREAM”-collectie heet. Deze collectie korten zij af met KWD. Hierop heeft KWD Sport aangevoerd dat Footasylum inbreuk maakt op hun merkenrecht. Beide ondernemingen verkopen (functionele) sportkleding en/of sportieve vrijetijdskleding. Er wordt geoordeeld dat het woordmerk en het teken/logo zodanig overeenstemmen dat de KINGS WILL DREAM-collectie niet voldoende onderscheidend vermogen heeft en daardoor verwarringsgevaar ontstaat. Hiermee maakt Footasylum merkinbreuk op grond van artikel 2.20 lid 1 sub b BVIE.