DOSSIERS
Alle dossiers

Bewijs  

IEF 16451

Uitspraak ingezonden door Carja Mastenbroek, Dillinger Law.

Hof laat tegenbewijs toe in tweede keus Tommy Hilfiger importzaak

Hof Den Haag 13 dec 2016, IEF 16451; ECLI:NL:GHDHA:2016:3681 (Drent c.s. tegen Tommy Hilfiger), https://ie-forum.nl/artikelen/hof-laat-tegenbewijs-toe-in-tweede-keus-tommy-hilfiger-importzaak

Hof Den Haag 13 december 2016, IEF 16451 ; ECLI:NL:GHDHA:2016:3681(Drent c.s. tegen Tommy Hilfiger) Bewijsrecht. Merkinbreuk. Tussenarrest. De rechtbank oordeelde dat (ook) een afhaaladres merkinbreuk faciliteert [IEF 14631]. Het Hof laat Tommy Hilfiger toe bewijs te leveren dat Mangroelal betrokken was bij de in beslag genomen kleding in Lelystad en Heemskerk en het laat Drent c.s. toe tot tegenbewijs tegen het uit voortvloeiend dwingend bewijs dat de aangetroffen goederen aan Drent toebehoren. De stelplicht en de bewijslast dat de facturen zien op kleding die met toestemming van Tommy Hilfiger voor het eerst op de markt in Europa is verhandeld, rusten op Drent c.s.. Tommy Hilfiger hebben tot en met 2006 zaken gedaan met 'seconds', tweede keus, die via niet-reguliere handelskanalen werden gedistribueerd. Er is geen sprake van blote ontkenning van TH, maar gemotiveert dat er slechts één maal een partij van TH is gekocht en dat alle aangetroffen facturen vervalst moeten zijn vanwege discrepenties in de administratie. Het Hof houdt iedere verder beslissing aan.

IEF 16444

Uitspraak mede ingezonden door Mark van Gardingen, Jan Pot, Brinkhof en Thijs van Aerde, Houthoff Buruma.

Definitieve prejudiciële vragen over maatstaven voor toewijzing exhibitievordering bij een partij of een derde partij

HvJ EU 9 dec 2016, IEF 16444; ECLI:NL:HR:2016:2834 (Synthon tegen Astellas Pharma), https://ie-forum.nl/artikelen/definitieve-prejudici-le-vragen-over-maatstaven-voor-toewijzing-exhibitievordering-bij-een-partij-of

HR 9 december 2016, IEF 16444; IEFbe 2027 ; ECLI:NL:HR:2016:2834 (Synthon tegen Astellas Pharma) Handhaving. Exhibitievordering. Vervolg op HR 18 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2643. Prejudiciële vraag (art. 392 Rv). EU-Handhavingsrichtlijn 2004/48/EG. Exhibitie. Art. 1019a, 1019b en 843a Rv. Wat zijn de maatstaven voor toewijzing van een exhibitievordering in verband met een beweerde IE-inbreuk? Thans prejudiciële vragen aan HvJEU over eventuele afwijkende maatstaven m.b.t. een nietigheidsverweer en voor een exhibitievordering jegens een derde.

1. a.    Moet art. 6 Handhavingsrichtlijn aldus worden uitgelegd dat bij de aan te leggen maatstaf voor toewijsbaarheid van een exhibitievordering onderscheid moet worden gemaakt al naargelang de partij van wie exhibitie wordt verlangd, een (beweerdelijke) inbreukmaker is of een derde?
b. Indien het antwoord op deze vraag bevestigend luidt, in welk opzicht verschillen dan die maatstaven?

IEF 16423

Geen medewerkingsplicht bij bewijsbeslag ondanks mogelijk ontbreken politiebijstand

Hof Den Haag 15 sep 2016, IEF 16423; ECLI:NL:GHDHA:2016:3585 (Hatex tegen Alkapida), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-medewerkingsplicht-bij-bewijsbeslag-ondanks-mogelijk-ontbreken-politiebijstand

Hof Den Haag 15 september 2016, IEF 16423; ECLI:NL:GHDHA:2016:3585 (Hatex tegen Alkapida) Beslag. Verzoek tot opleggen van dwangsom bij weigering medewerking aan het leggen van conservatoir bewijsbeslag en verhaalsbeslag ook in hoger beroep afgewezen. Door acties van de politie vanwege cao-onderhandelingen, zal de door Hatex ingeschakelde deurwaarder op korte termijn niet kunnen rekenen op politiebijstand ex artikel 444 lid 2 Rv in het geval dat Alkapida deze deurwaarder de toegang tot haar bedrijfsruimten zou weigeren. Bij gebreke van een medewerkingsplicht zou het leggen van beslag op dergelijke bestanden vrijwel altijd illusoir zijn, omdat het dan in de macht van de gerekwestreerde zou liggen de beslaglegging te frustreren eenvoudig door medewerking te weigeren.

IEF 16384

Uitspraak ingezonden door Thijs van Aerde, Houthoff Buruma; Mark van Gardingen en Jan Pot, Brinkhof.

HR stelt prejudiciële vragen over maatstaven voor toewijzing exhibitievordering bij een partij of een derde

HvJ EU 18 nov 2016, IEF 16384; ECLI:NL:HR:2016:2643 (Synthon tegen Astellas), https://ie-forum.nl/artikelen/hr-stelt-prejudici-le-vragen-over-maatstaven-voor-toewijzing-exhibitievordering-bij-een-partij-of-ee

HR 18 november 2016, IEF 16383; ECLI:NL:HR:2016:2643 (Synthon tegen Astellas)
Handhavingsrichtlijn. Exhibitie. Art. 1019a, 1019b en 843a Rv. Eerder IEF 15313. Wat zijn de maatstaven voor toewijzing van een exhibitievordering in verband met een beweerde IE-inbreuk? De AG meent dat voor niet-technisch inbreukbewijs (staven wie de voorbehouden handelen verricht, waar en hoe) een hogere inzagedrempel moet gelden dan voor technisch inbreukbewijs [IEF 16318]. De vragen:

1. a. Moet art. 6 Handhavingsrichtlijn aldus worden uitgelegd dat bij de aan te leggen maatstaf voor toewijsbaarheid van een exhibitievordering onderscheid moet worden gemaakt al naar gelang de partij van wie exhibitie wordt verlangd, een (beweerdelijke) inbreukmaker is of een derde?
1. b. Indien het antwoord op deze vraag bevestigend luidt, in welk opzicht verschillen dan die maatstaven?

IEF 16318

Conclusie mede ingezonden door Thijs van Aerde, Houthoff Buruma, Mark van Gardingen en Jan Pot, Brinkhof.

Conclusie AG: Voor exhibitie van niet technisch inbreukbewijs dient kortgedingdrempel te worden gehanteerd

Hoge Raad 2 sep 2016, IEF 16318; (Synthon tegen Astellas Pharma), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-ag-voor-exhibitie-van-niet-technisch-inbreukbewijs-dient-kortgedingdrempel-te-worden-gehan

Conclusie AG bij HR 2 september 2016, IEF 16318; LS&R 1384 (Synthon tegen Astellas Pharma) Zie eerder IEF 15313. Deze prejudiciële zaak ligt in het verlengde van AIB/Novisem. Daarin is uitgemaakt dat de maatstaf voor een exhibitievordering van IE-bewijsbeslag op de voet van art. 1019a Rv in verbinding met art. 8431 Rv is dat (dreigende) inbreuk voldoende aannemelijk dient te worden gemaakt. Deze zaak onderscheidt zich van dit arrest dat het niet ziet op "technisch inbreukbewijs", maar inzage om te kunnen staven wie de gestelde voorbehouden handelingen verricht(en) en waar en hoe dat gebeurt. De AG meent dat voor de in deze zaak bedoelde tweede categorie (niet technisch inbreukbewijs) een hogere inzagedrempel moet gelden dan voor de eerste.

 

IEF 16299

Uitspraak mede ingezonden door Merel Teunnissen, Versteeg Wigman Sprey.

Sluiting getuigengehoor tv-serie De Maatschap

Rechtbank Noord-Nederland 3 okt 2016, IEF 16299; ECLI:NL:RBNNE:2016:4397 (Getuigenverhoor De Maatschap), https://ie-forum.nl/artikelen/sluiting-getuigengehoor-tv-serie-de-maatschap

Rechtbank Noord-Nederland 3 oktober 2016, IEF 16299; ECLI:NL:RBNNE:2016:4397 (Getuigenverhoor De Maatschap) Het eerder door de rechtbank bevolen voorlopige getuigenverhoor wordt gesloten op de grond dat de televisieserie De Maatschap op 23 september 2016 is uitgezonden op het Nederlands Filmfestival in Utrecht. Met wat is aangevoerd kan tegen die achtergrond niet worden aangenomen dat bij het horen van getuigen nog een voldoende belang bestaat ex art. 3:303 BW.

 

IEF 16269

Geldigheid van Amerikaans octrooi 'furnace tube inspection' is onvoldoende verdedigd

Rechtbank Den Haag 21 sep 2016, IEF 16269; ECLI:NL:RBDHA:2016:11387 (Quest tegen A.Hak), https://ie-forum.nl/artikelen/geldigheid-van-amerikaans-octrooi-furnace-tube-inspection-is-onvoldoende-verdedigd

Vzr. Rechtbank Den Haag 21 september 2016, IEF 16269; ECLI:NL:RBDHA:2016:11387 (Quest tegen A.Hak) Octrooirecht. Exhibitie kort geding. Quest richt zich op de VS-markt van ongeveer 150 fabrieken die ruwe aardolie omzetten in eindproducten zoals benzine en diesel. Zij is houdster van Amerikaans octrooi voor '2D and 3D display system and method for furnace tube inspection'. Quest vordert exhibitie ex 843a Rv van digitale code van de broncode van Haks Frunace Piglet.  Artikel 1019 Rv is niet van toepassing bij VS-octrooi. De gestelde rechtsbetrekking ex 843a Rv is inbreuk op Amerikaans octrooi. Er is geen redelijk vermoeden van inbreuk, want Quest heeft de geldigheid van de onafhankelijke conclusies van het octrooi onvoldoende verdedigd. Verzoek wordt afgewezen.

 

IEF 16210

Toewijzing inzage omdat de auteursrechtinbreuk op Poo~Pourri net voldoende aannemelijk is

Rechtbank Noord-Holland 1 aug 2016, IEF 16210; ECLI:NL:RBNHO:2016:6384 (Poo~Pourri tegen V.I.Poo), https://ie-forum.nl/artikelen/toewijzing-inzage-omdat-de-auteursrechtinbreuk-op-poo-pourri-net-voldoende-aannemelijk-is

Vzr. Rechtbank Noord-Holland 1 augustus 2016, IEF 16120; ECLI:NL:RBNHO:2016:6384(Poo~Pourri tegen V.I.Poo; Scentsible tegen Reckitt Benckiser) Auteursrecht. Inzagerecht. 843a Rv jo 1019a Rv. Eiseres stelt dat gedaagde zich schuldig maakt aan: auteursrechtinbreuk, door het zonder toestemming openbaar maken en verveelvoudigen van marketingmateriaal van POO POURRI en door het zonder toestemming overnemen van de beschermde trekken van de ‘Girls Don’t Poop’-video en de marketing- en productformat in de Engelstalige V.I.Poo-video. De video's hanteren scatologische woordspelingen en juxtapositionering. Onrechtmatig handelen, door Albert Heijn en andere retailers ertoe aan te zetten niet met POO POURRI in zee te gaan en gebruik van POO POURRI’s niet-ingeschreven gemeenschapsmodel.

Eiseres heeft rechtmatig belang bij gevorderde inzage. Dat zij ook getuigen zou kunnen horen doet niet daaraan af. Bescheiden zijn voldoende bepaald. Gestelde gebrek aan wetenschap gebruik marketingmaterialen betreft gebrek bij advocaten; gedaagde zelf is hier wel van op de hoogte. In gegeven omstandigheden is de gestelde auteursrechtinbreuk op het Poo Pourri marketingmateriaal en het gestelde onrechtmatig handelen net voldoende aannemelijk om toewijzing van (een gedeelte van) de vordering te rechtvaardigen. Voor het overige afwijzing van de vordering. Bescheiden waarin inzage moet worden gegeven, moeten worden ontdaan van concurrentiegevoelige informatie. Proceskosten gedeeltelijk op IE- en op onrechtmatige daad-grondslag.

IEF 16194

Uitspraak ingezonden door Gie van den Broek, LXA The Law Firm.

Opdracht tot feitelijke opgave rechtvaardigt niet kosten van accountant

Rechtbank Den Haag 27 jul 2016, IEF 16194; (DKH Retail tegen Rezo Global), https://ie-forum.nl/artikelen/opdracht-tot-feitelijke-opgave-rechtvaardigt-niet-kosten-van-accountant

Rechtbank Den Haag 27 juli 2016, IEF 16194 (DKH Retail tegen Rezo Global) Merkenrecht. Onttrokken advocaat. Gevorderde wordt als niet weersproken toegewezen, met in achtneming van termijn op twee werkdagen na betekening van het vonnis en (beperkte) opgaveverplichting op vier weken. Een minder verstrekkende opdracht tot het maken van een rapport van feitelijke bevindingen hoeft niet door een accountant of gediplomeerde onafhankelijke administrateur te worden gemaakt; gedragsregels verbieden het trekken van conclusies, omdat het enkel een feitenweergave is; dit rechtvaardigt niet de aanzienlijke kosten. Gedaagde moet zelf schriftelijke, met deugdelijke bescheiden gestaafde opgave te doen. Schadevergoeding OF winstafdracht wordt toegewezen, niet de cumulatie daarvan.

IEF 16067

Uitspraak ingezonden door Rutger van Rompaey, Van Benthem & Keulen en Michiel Rijsdijk, Arnold & Siedsma.

Geen inzagerecht bij evident nietig, kennelijk ongeldig octrooi

Hof Den Haag 28 jun 2016, IEF 16067; ECLI:NL:GHDHA:2016:1734 (Plantlab tegen Deliscious), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-inzagerecht-bij-evident-nietig-kennelijk-ongeldig-octrooi

Hof Den Haag 28 juni 2016, IEF 16067; ECLI:NL:GHDHA:2016:1734 (Plantlab tegen Deliscious)
Octrooirecht. Inzage-incident. Zie eerder IEF 13454; IEF 14304. Partijen hebben samengewerkt waarbij een experimentele teeltruimte is gerealiseerd door eiser. Plantlab is houdster van octrooi NL2002091. De rechtbank heeft de maatstaf voor de inzagevordering uit 843a jo. 1019a Rv niet te streng aangelegd. In ieder geval kan de vordering niet worden toegewezen indien sprake is van een octrooi dat om welke reden dan ook evident nietig (kennelijk ongeldig) is, daarvan is in dit geval sprake. De kennelijke ongeldigheid, wordt bepleit met een final rejection van USPO en een Advies van Octrooicentrum NL [IEF 15228] (waartegen verweer wordt gevoerd met een hulpverzoek). Het advies velt daarmee een vernietigend oordeel over de geldigheid van het octrooi; in dit inzage-incident wordt uitgegaan van een kennelijk ongeldig octrooi.