Artikel ingezonden door Dirk Visser, Visser Schaap & Kreijger.
Absoluut recht ten aanzien van deepfakes wenselijk
Artikel door Dirk Visser [1]. Het is wenselijk dat iedereen een in beginsel absoluut recht krijgt ten aanzien van verwarring wekkende digitale nabootsing van zijn persoonskenmerken, oftewel: deepfakes. Dat is het uitgangspunt van recente Deense en Nederlandse wetsvoorstellen. Etienne Valk is het daar niet mee eens (NRC, 29 juli). Volgens hem is uitbreiding van het portretrecht tot ‘persoonskenmerken’ voldoende. Dat daarbij altijd een ‘redelijk belang’ moet worden aangetoond is volgens Valk geen bezwaar. ‘Natuurlijk heb je een redelijk belang als jouw meest individuele kenmerken op een hyperrealistische manier vervormd worden en jou daarmee woorden in de mond worden gelegd of (afwijkend) gedrag wordt toegeschreven’. Dat is inderdaad de definitie van een deepfake. Vervolgens moet er volgens Valk altijd een afweging plaatsvinden met de vrijheid van meningsuiting. “Het voordeel is dat sommig acceptabel deepfakegebruik, dat er zeker is, meer mogelijk blijft”. ‘Acceptabel deepfakegebruik’ is denkbaar, maar hoe zwaar weegt dat? En moet dat de regel of de uitzondering zijn? Moet er ten aanzien van deepfakes een sterk recht met beperkte uitzonderingen zijn (“nee, tenzij”), of steeds een belangenafweging?