Lego-figuren zijn geldige vormmerken
Gerecht EU 16 juni 2015, IEF 15029; T-395/14 en T-396/14 (BestLock tegen Lego)
Merkenrecht. Vormmerk. Uit het perscommuniqué: Het Gerecht bevestigt de inschrijving van de vorm van de Lego-figuren als gemeenschapsmerk. Volgens de verordening inzake het gemeenschapsmerk kunnen tekens die uitsluitend bestaan uit de vorm die door de aard van de waar bepaald wordt of uit de vorm van de waar die noodzakelijk is om een technische uitkomst te verkrijgen, niet als gemeenschapsmerk worden ingeschreven.
Best Lock, een concurrent van Lego die soortgelijke figuren gebruikt, heeft verzocht om nietigverklaring van deze merken op grond dat de vorm van de waar wordt bepaald door de aard ervan (te weten de mogelijkheid van aaneenkoppeling met andere in elkaar passende bouwstenen voor speeldoeleinden), en voorts op grond dat de betrokken speelgoedfiguren, zowel in hun geheel als met betrekking tot de details ervan, beantwoorden aan een technische oplossing (te weten het verbinden met andere bouwstenen). Het BHIM heeft de vorderingen tot nietigverklaring van Best Lock afgewezen. Daarop heeft Best Lock bij het Gerecht van de Europese Unie beroepen tot vernietiging van de beslissingen van het BHIM ingesteld.
In de arresten van heden verwerpt het Gerecht de beroepen van Best Lock en bevestigt het aldus de beslissingen tot inschrijving van de vorm van de Lego-figuren als gemeenschapsmerk.
Wat de grief betreft dat de vorm van de waar noodzakelijk is om een technische uitkomst te verkrijgen, merkt het Gerecht op dat geen enkele technische uitkomst verband lijkt te houden met de vorm van de kenmerkende elementen van de figuren (hoofd, lichaam, armen en benen) of daarvan het gevolg lijkt te zijn, daar deze elementen in elk geval de aaneenkoppeling met in elkaar passende bouwstenen niet mogelijk maken. Verder kan uit de grafische voorstelling van de holtes onder de voeten, van de achterkant van de benen, van de handen en van het uitsteeksel op het hoofd als zodanig niet worden opgemaakt of deze elementen een of andere technische functie hebben (zoals het mogelijk maken van de aaneenkoppeling met andere elementen) en, in voorkomend geval, om welke functie het zou gaan. Ten slotte is er geen enkele reden om aan te nemen dat de vorm van de betrokken figuren, als zodanig en in zijn geheel, noodzakelijk is om het aaneenkoppelen met in elkaar passende bouwstenen mogelijk te maken: de «uitkomst» van deze vorm is immers louter het verlenen van menselijke trekken, met dien verstande dat het feit dat de betrokken figuur een personage voorstelt en door een kind kan worden gebruikt in een passende speelcontext, niet kan worden aangemerkt als een „technische uitkomst”.
Het Gerecht oordeelt derhalve dat de kenmerken van de vorm van de betrokken figuren niet noodzakelijk zijn om een technische uitkomst te verkrijgen.
Op andere blogs:
Bird Buzz
Louwers IP|Technology advocaten
Artikelsgewijze vragen: artikel 2 non-usus De leden van de CDA-fractie stellen de vraag of het absolute karakter van het auteursrecht geweld wordt aangedaan door de non usus-bepaling en het zodoende zou neerkomen op een (opzegbaar) gebruiksrecht, dan wel een voorwaardelijke overdracht. De leden vragen daarbij bijzondere aandacht voor de wetenschappelijke- en educatieve uitgeverij.
Franchise. In het zicht van de einddatum van de overeenkomst konden In de Gaper c.s. in redelijkheid overgaan tot de activiteiten voor de voortzetting onder de formule De Stadsdrogist. De activiteiten, zoals ontwikkelen beeldmerk, publiceren website en social media accounts, zijn veeleer voorbereidende activiteiten voor de nieuwe start ná de looptijd van de overeenkomst.
Auteursrecht. Verklaring van recht. Geen algemeen verbod. Anne Frank Stichting handelde in strijd met het aan het Anne Frank Fonds toekomende auteursrecht op de brieven van Otto Frank, doordat het Fonds drie brieven van Otto Frank zonder toestemming van het Fonds heeft tentoongesteld. De Stichting heeft onvoldoende op het individuele geval toegesneden omstandigheden gesteld die er toe nopen te oordelen dat door de handhaving van het auteursrecht te zeer afbreuk zou worden gedaan aan de grondrechten van eigendom en vrijheid van informatie waarop de Stichting zich beroept.
Bijdrage ingezonden door Theo-Willem van Leeuwen,
Auteursrecht. De Gemeente Rotterdam besteedt de beveiliging van Koningsdag uit. Beide beveiligingsbedrijven sturen een offerte met een veiligheidsplan. Door de combinatie van de selecties en de ordening van passages, illustraties, tabellen en lay-out, is er sprake van een werk. De totaalindruk die het beleidsplan van Gideon maakt verschilt duidelijk van de totaalindruk van het oorspronkelijke plan van NGS. De gelijkenis van de te onderscheiden passages doen daar niets aan af, de onbeschermde elementen op zichzelf beschouwd doen er niet toe. Er is ook geen spraken van slaafse nabootsing.
Auteursrecht. Merkenrecht. Bij verstek wordt Kidooz veroordeeld tot staken van inbreuk op de auteurs- en merkenrechten, o.a. door het verveelvoudigen van (driedimensionale) producten in de vorm van Disneyfiguren, of het tonen van producten met op de merkrechten van Disney overeenstemmende tekens [red. op kinderkleding]. De volledige proceskosten ex 1019h Rv zijn bij dagvaarding gespecificeerd en per e-mail nog bijgewerkt tot de dag van de mondelinge behandeling. De kosten aan de zijde van Disney zullen conform specificatie worden begroot op € 7.303,65.
Door Lotte Anemaet,