Uitspraak ingezonden door Peter van Gemert, Carlos van Staveren & Fleur Uitterhoeve, Bird & Bird.
Beperkte B3-versie van octrooi High Point ook nietig verklaard
Rb. Den Haag 4 april 2024, IEF 21981; ECLI:NL:RBDHA:2024:4938 (High Point tegen KPN). High Point was houdster van het Europees octrooi EP 0 522 772 (hierna: het octrooi) met betrekking tot “Wireless access telephone-to-telphone network interface architecture”. In een eerder vonnis uit 2010 (hierna: vonnis 2010) heeft de rechtbank de vordering van KPN die ertoe strekte het octrooi nietig te verklaren, toegewezen, omdat bij kenmerken F en G van het octrooi sprake was van ongeoorloofde toegevoegde materie [zie IEF 9097]. Op 19 januari 2017 heeft High Point een verzoek ingediend tot centrale beperking van het octrooi op grond van artikel 105a EOV. De beperking werd toegestaan en deze beperkte B3-versie (EP 772 B3) van het octrooi werd geacht met terugwerkende kracht te hebben gegolden tot aan het einde van de looptijd van het octrooi in juni 2012. Dit vonnis is bekrachtigd door het Gerechtshof te Den Haag [zie IEF 17744]. Het cassatieberoep van High Point, waarin werd gerefereerd naar de beperkte conclusies, werd niet gehonoreerd wegens strijd met de goede procesorde [zie IEF 19018]. In de procedure heeft KPN een (niet-)ontvankelijkheids-incident opgeworpen. Deze werd afgewezen [zie IEF 19954]. In cassatie oordeelde de Hoge Raad dat als gevolg van de centrale beperking niet een ander octrooi is ontstaan, maar dat de beschermingsomvang van het oorspronkelijk verleende octrooi (versie B1) met terugwerkende kracht is beperkt en het octrooi in beperkte vorm niet is getroffen [zie IEF 21108]. High Point vordert in onderhavig vonnis verklaring voor recht dat KPN inbreuk heeft gemaakt op EP 772 B3 in de periode tussen 22 mei 2008 en 30 juni 2012. Volgens KPN brengt het gezag van gewijsde van het vonnis 2010 echter mee dat de vorderingen niet toegewezen kunnen worden. De rechtbank oordeelt als volgt.
Uitspraak ingezonden door Paul Kreijger en Bram Bogaerts, Visser Schaap & Kreijger.
Vordering tot schadevergoeding wegens auteursrechtinbreuk in hoger beroep toegewezen
Hof Den Haag 26 maart 2024, IEF; ECLI:NL:GHDHA:2024:518 (Stichting Videma tegen geïntimeerde, t.h.o.d.n. bedrijf geïntimeerde) Deze zaak betreft een geschil tussen stichting Videma en geïntimeerde, t.h.o.d.n. bedrijf geïntimeerde, een horecagelegenheid. In eerste aanleg vorderde Videma een verklaring voor recht dat geïntimeerde auteursrechtinbreuk heeft gepleegd met het vertonen van de voetbalwedstrijd zonder de benodigde licentie. Deze vordering, net als de vordering die strekt tot staking van dergelijke vertoningen, werd door de rechtbank toegewezen [zie IEF 21900]. Vorderingen tot schadevergoeding en een bevel tot indiending van een licentieaanvraag werden afgewezen. Tegen dit vonnis is Videma in hoger beroep gekomen. Zij heeft de afgewezen vorderingen deels gewijzigd en wil dat deze alsnog worden toegewezen.
Zitbank van Israëlische ontwerper auteursrechtelijk beschermd, maar geen inbreuk vastgesteld
Rb. Gelderland 20 maart 2024, IEF 21979; ECLI:NL:RBGEL:2024:1524 (Eisers tegen EasySofa). Eiser is ontwerper van de zitbank genaamd Michelin waarvan de eerste ontwerptekeningen door hem gemaakt zijn in september 2011 in Israël. De Michelin bank wordt geproduceerd door Deense onderneming Top-Line. EasySofa produceert en verhandelt een zitbank onder de naam ‘Capoli’. Per brief van 7 december 2020 heeft eiser EasySofa gesommeerd de exploitatie van de zitbank ‘Capoli’ te staken en gestaakt te houden wegens auteursrechtinbreuk op, dan wel slaafse nabootsing van de Michelin bank. Partijen verschillen van mening over de vraag of de Michelin bank in Nederland auteursrechtelijke bescherming geniet.
E-mailcontact leidt tot schending postcontractuele verplichtingen
Hof 's Hertogenbosch 5 maart 2024, IEF 21978; ECLI:NL:GHSHE:2024:721 (Appellanten tegen geïntimideerden). In onderhavige zaak verwijten appellanten geïntimideerden dat zij (post)contractuele verplichtingen jegens hen hebben geschonden door openbaring van bedrijfsgeheimen, openbaring van auteursrechtelijk beschermde werken en schending van het tussen partijen overeengekomen non-concurrentiebeding. Geïntimideerde zou in het geheim na afloop van zijn samenwerking met Foam, voor Trocellen hebben gewerkt met als doel een concurrerende installatie te ontwerpen en hierbij vertrouwelijke kennis en IE-rechtelijk beschermd materiaal van appellanten hebben gebruikt. Appellanten vorderen, onder meer, schadevergoeding wegens het schenden van betreffende verplichtingen. Bij incidenteel vonnis heeft de rechtbank Limburg geoordeeld dat appellanten onvoldoende aannemelijk hebben gemaakt dat er sprake is van een auteursrechtinbreuk [zie IEF 19006].
Het Nationaal IE-Studentencongres 2024
2 mei 2024 is het zover: de vijfde editie van het Nationaal IE-Studentencongres!
Ben jij geïnteresseerd in het Intellectueel Eigendomsrecht en wil je kennismaken met de advocaten van de top IE-kantoren van Nederland? Schrijf je dan in voor het Nationaal IE-Studentencongres 2024.
Het congres wordt afgetrapt door Douwe Groenevelt. Hij is Vice President & Deputy General Counsel bij ASML en mede-oprichter van Law & Ops een initiatief dat zich inzet om de adoptie van Legal Operations in Nederland te ontrafelen en te versnellen. Douwe zal ons inzicht geven in de ongelofelijke invloed die AI nu al heeft, en in de toekomst zal hebben, op zowel de werkzaamheden van in-house juristen als advocaten. Ons werk zal nooit meer hetzelfde zijn.
Namaakparfums verkocht op Marktplaats
Rb. Den Haag 20 december 2023, IEF 21976; ECLI:NL:RBDHA:2023:20435 (Coty tegen gedaagden). Coty is een parfum- en cosmeticabedrijf en heeft van de houders van diverse merken (onder andere “BOSS” en “CHLOE”) exclusieve licenties verkregen voor het produceren en verhandelen van parfums met gebruikmaking van die merken. Coty constateerde met behulp van een onderzoeker dat namaakparfums werden verkocht op Marktplaats.nl onder het Uniemerk “BOSS” en “CHLOE”. Coty vordert in onderhavige zaak onder meer staking van de inbreuk. Gedaagden betwisten dat zij bij de bewuste verkopen betrokken zijn geweest, zij zouden zelf geen inbreuk hebben gepleegd. De rechtbank deelt deze mening niet. Uit onderzoeksrapport II volgt dat de betaling is verricht door het voldoen aan een betaalverzoek ten behoeve van een bankrekening op naam van gedaagde en de parfums zijn overhandigd in een auto. Het verweer dat onderzoeker het kenteken van de auto verkeerd kan hebben opgeschreven én dat gedaagde zijn auto op de bewuste dag had uitgeleend, wordt verworpen. De rechtbank volgt gedaagde evenmin in haar betoog dat het betaalverzoek kan zijn doorgestuurd door iemand anders en dat daarom niet zou zijn aangetoond dat zij bij de verkoop was betrokken. Gedaagden hebben de gemotiveerde stellingen van de merkhouder niet geloofwaardig en met een concrete onderbouwing bestreden. De vorderingen tot staking, opgave en vernietiging worden toegewezen. De dwangsomvordering wordt toegewezen.
Vrijheid auteur bij schrijven boek over overleden dochter
Rb. Amsterdam 10 mei 2023, IEF 21974; ECLI:NL:RBAMS:2023:8768 (Eiser tegen gedaagde). Eiser had de wens een boek te laten schrijven over het leven van haar dochter die in 2019 kwam te overlijden. Dientengevolge hebben eiser en gedaagde in 2021 een overeenkomst gesloten waarin gedaagde de opdracht krijgt het boek te schrijven. Nadat gedaagde een manuscript van ongeveer 100 pagina’s had toegestuurd, was eiser erg teleurgesteld in het resultaat en stelde zij dat sprake was van tekortkoming in de nakoming. Ze gaat over tot ontbinding van de overeenkomst. Gedaagde stelt dat het handelen van eiser onredelijk is en er al teveel overleg was geweest om nu nog te ontbinden. Hij vordert betaling van de factuur.
Schorsing nietigheidszaak wegens samenloop EUIPO-procedure
Rb. Den Haag 17 januari 2024, IEF 21975; ECLI:NL:RBDHA:2024:445 (Multi Access tegen Madrid International Food Trade). Multi Access is houdster van meerdere merkregistraties en vordert een inbreukverbod jegens Madrid International Food Trade met als grondslag artikel 9 lid 2 sub a en b UMVo. Madrid International Food Trade zou zonder toestemming kruidenthee hebben geïmporteerd en verhandeld onder gebruikmaking van tekens die (nagenoeg) gelijk zijn aan de door Multi Access geregistreerde merken. Madrid International Food Trade vordert dat de rechtbank de behandeling van de hoofdzaak schorst op grond van artikel 132 lid 1 UMVo, totdat definitief is beslist over de geldigheid van de door Multi Access ingeroepen Uniemerken in de nietigheidsprocedures bij het EUIPO.
Onrechtmatig gebruik voetbalspeler voor advertentie Adidas
Rb. Amsterdam 25 januari 2024, IEF 21970; ECLI:NL:RBAMS:2024:506 (Salah c.s. tegen Adidas Marketing). Salah c.s. heeft een procedure gestart tegen Adidas Marketing. De IE-rechten van en verbonden aan de speler worden beheerd door Holdings en ten aanzien van het Verenigd Koninkrijk worden deze rechten beheerd door Salah UK. Salah c.s. heeft een overeenkomst gesloten met Adidas Marketing met advertentiedoeleinden. Bij brief van 29 september 2023 heeft Salah c.s. aan Adidas Marketing meegedeeld dat Adidas Marketing in de optiek van Salah c.s., door zonder toestemming gebruik te maken van de “Player Endorsement” van de speler op het Careem platform (vergelijkbaar met Uber) zich heeft schuldig gemaakt aan ‘material breach’ van de overeenkomsten, op grond waarvan deze beëindigd zouden kunnen worden. In verband hiermee heeft c.s. gedaagde gesommeerd om binnen vijf werkdagen alle informatie en documentatie betreffende deze kwestie aan Salah c.s. te verstrekken.
Conclusie A-G: schending van uitingsvrijheid kan tenuitvoerlegging vonnis in de weg zitten
HvJ EU Conclusie A-G 8 februari 2024, IEF 21969, IEFbe 3726; ECLI:EU:C:2024:127 (Real Madrid Club de Fútbol). De uitgave van de krant Le Monde uit 2006 bevatte een stuk dat de voetbalclub Real Madrid geassocieerd zou hebben met Dr Fuentès, hoofd van een bloeddopingnetwerk in de wielerwereld. De krant beweerde dat de voetbalclub gebruikmaakte van de diensten van dr Fuentès. De Spaanse rechtbank was van oordeel dat het artikel lasterlijk en schadelijk was voor de voetbalclub en heeft het krantenbedrijf Société Éditrice du Monde veroordeeld tot het betalen van een boete van €390.000,- en dat bedrijf en zijn journalist, hoofdelijk, een boete van €33.000,- betalen. Real Madrid heeft in Frankrijk om tenuitvoerlegging van die Spaanse vonnissen verzocht, maar in 2020 heeft de Franse rechter in tweede aanleg (cour d’appel de Paris) de vordering afgewezen met oog op de openbare orde en persvrijheid. De verwijzende rechter heeft aan de hand hiervan prejudiciële vragen gesteld [zie IEF 21154].