Geen spoedeisend belang
Vzr. Rechtbank Oost-Brabant 8 januari 2021, IEF 19710, LS&R 1902 ; ECLI:NL:RBOBR:2021:167 ( PK tegen Vemedia) Kort geding. Vemedia is een onderneming op het gebied van zelfzorggeneesmiddelen en gezondheidsproducten. PK c.s. maken onderdeel uit van een Zwitsers concern dat zich richt op de verkoop van OTC producten, zelfzorgmiddelen die zonder recept te verkrijgen zijn in drogisterijen, apotheken en supermarkten. PK Holdline is houdster van een groot aantal merken, waaronder Unie- en Beneluxwoord en -beeldmerk LUCOVITAAL. PK cs stellen onder meer dat Vemedia inbreuk maakt op haar merkrechten en willen Vemedia verbieden gebruik te maken van de tekens "Leefvitaal" dan wel andere tekens die overeenstemmen met de merken voor de waren en diensten waarvoor de merken zijn ingeschreven. De vorderingen van PK c.s. worden bij gebreke van een voldoende spoedeisend belang afgewezen. Een oordeel van de bodemrechter kan op afzienbare termijn worden verwacht.
Conclusie A-G in zaak Facebook Ireland and Others
HvJ EU Conclusie A-G 13 januari 2021, IEF 1970g, IT 3377, IEFbe 3170; ECLI:EU:C:2021:5 (Facebook Ireland tegen Gegevensbeschermingsautoriteit) Op 11 september 2015 heeft de gegevensbeschermingsautoriteit van België een procedure ingesteld tegen Facebook Ltd bij de rechtbank Brussel. De procedure betreft vermeende inbreuken op de wetgeving inzake gegevensbescherming door Facebook, die onder andere inhouden dat op onrechtmatige wijze informatie over het surfgedrag van internetgebruikers in België wordt verzameld en gebruikt. De gegevensbeschermingsautoriteit heeft verzocht Facebook te veroordelen tot staking van het zonder hun toestemming plaatsen van cookies die gedurende twee jaar actief blijven op de apparatuur die zij gebruiken wanneer zij op een webpagina van het Facebook.com-domein of op de website van een derde surfen.
Kort geding UV-stralers
Vzr. Rechtbank Den Haag 15 oktober 2020, IEF 19708, RB 3480; ECLI:NL:RBDHA:2020:13651 (Sunshower B.V. tegen Beter Bad c.s.) Sunshower is opgericht in 2001 en houdt zich bezig met de ontwikkeling en verkoop van elektronische apparatuur, in het bijzonder infrarood- en ultravioletstralers, bestemd voor de inbouw in badkamers. Beter Bad c.s. houdt zich bezig met de vervaardiging van elektrische apparatuur, waaronder verlichting en IR-stralers. Zij is tevens houdster van het merk XENZ. Sunshower is houdster van het op 21 juni 2014 geregistreerde Gemeenschapsmodel (hierna: het Sunshower model). Onder de naam Feel Good Shower, van het merk Xenz biedt Beter Bad al een aantal jaren een UV-/IR-straler aan voor sanitaire toepassing. Sinds het voorjaar van 2020 is het assortiment van de Feel Good Shower uitgebreid met drie nieuwe modellen.
Vacature: advocaat-medewerker (v/m) met afgeronde stage bij Boekx
Boekx Advocaten opereert op het snijvlak van media, intellectuele eigendom en privacy. Dat levert een bonte verzameling aan zaken op. Of het nu gaat om een parodie op een reclame met Max Verstappen, een inbreukmakende siervelg, de aansprakelijkheid van Twitter voor bitcoinfraude of de (on)rechtmatigheid van de UBO-wet: bij Boekx gaan spraakmakende en alledaagse zaken hand in hand.
Boekx is op zoek naar een beginnend advocaat-medewerker met afgeronde stage. Je gaat werken in een gevarieerde praktijk met een focus op procedures en adviezen over soft IP en media. Bij Boekx krijg je veel eigen verantwoordelijkheid en de kans een eigen praktijk op te bouwen. Alle advocaten van Boekx vinden een gezonde balans tussen werk en privé belangrijk, juist ook in deze tijden. Een dienstverband voor vier dagen per week is bespreekbaar.
Lees verder.
Flitsseminar Franchisewet op donderdag 21 januari
Schuif aan en blijf op de hoogte met deze online flitsseminars over de nieuwe Franchisewet! In de komende weken zetten experts diverse aspecten van de nieuwe wet uiteen in een nieuwe serie flitsseminars van deLex. In no time krijgt u een helder overzicht van alle gevolgen.
Tijdens een (verdiepend) seminar op donderdagochtend 21 januari gaat Esther Brons-Stikkelbroeck in op de gevolgen voor de verhouding franchisegever-franchisenemer.
Aanmelden voor dit seminar is nog mogelijk, via deze link.
Alle seminars in deze serie vinden vinden online plaats, van 09:30 – 11:00 uur. Check voor het programma en/of inschrijven onze website, of neem contact op via info@delex.nl.
Prejudiciële vragen Hoge Raad begrip 'ouder recht'
HR 15 januari 2021, IEF 19706; ECLI:NL:HR:2021:42 (B.V. tegen V.O.F. Classic Coach Company) [Vervolg op IEF 18884]. Van 1968 tot 1977 zijn twee broers vennoten geweest van een te Amersfoort gevestigde vennootschap onder firma die een touringcarbedrijf dreef onder de naam “Reis- en Touringcarbedrijf Amersfoort’s Bloei 1968”. In 1975 heeft één van de broers de besloten vennootschap, eiseres in deze zaak, opgericht. Eiseres is gevestigd te Duivendrecht, drijft eveneens een touringcarbedrijf en is in 1977 uit Amersfoort’s Bloei 1968 getreden. Na het overlijden van de andere broer is het bedrijf van Amersfoort’s Bloei voortgezet door twee zoons onder de naam “V.O.F. Classic Coach Company” (CCC), dat vanaf 2006 is gevestigd te Almere. Eiseres is houdster van het op 15 januari 2008 gedeponeerde Benelux- woordmerk, ingeschreven onder meer voor diensten in klasse 39, waaronder diensten van een touringcarbedrijf.
Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam, Van Kaam.
Verjaring vordering uitzending Radar
Rechtbank Amsterdam 13 januari 2021, IEF 19703; ECLI:NL:RBAMS:2021:67 (MFR tegen Avrotros) Eiser is bedenker van de BioStabil 2000 en heeft dit samen met MFR geproduceerd en op de markt gebracht. De BioStabil is een zilveren of gouden ketting met hanger. De ketting zou genezende werking hebben door magnetisme en werd te koop aangeboden. AVROTROS besteedde op 8 maart 2004 aandacht aan de BioStabil in het televisieprogramma Radar in een van haar uitzendingen. Over deze uitzending werd eerder geprocedeerd, waarbij geoordeeld werd dat de uitzending niet onrechtmatig was. Beelden van deze uitzending zijn opnieuw uitgezonden op 4 januari 2010 als onderdeel van een jubileumuitzending en ook in een uitzending van 26 september 2016 is wederom kort aandacht besteed aan de BioStabil.
Profiteren van verkoopdebiet niet onrechtmatig
Hof Den Haag 15 december 2020, IEF 19704; ECLI:NL:GHDHA:2020:2473 (X tegen Y) Appellante exploiteert een kledingwinkel in Rotterdam. In de winkel wordt kleding aangeboden van verschillende merken uit het hogere segment. Vanaf 2011 verkocht ook herenkleding van het merk van geïntimeerde, gevestigd in Zwitserland. In december 2014 heeft appellante vernomen dat geïntimeerde geen nieuwe orders meer zal accepteren. Appellante heeft geïntimeerde daarop gedagvaard en gevorderd dat geïntimeerde zal worden veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding tot een bedrag van € 515.076,-. Ten grondslag aan de vordering stelt appellante dat geïntimeerde zonder aankondiging en zonder een gegronde reden de distributieovereenkomst heeft beëindigd. In eerste aanleg stel appellante hierdoor schade te hebben geleden, aangezien zij veel geld en energie heeft geïnvesteerd in het promoten van de kleding van het merk van geïntimeerde. Geïntimeerde stelt dat de relatie rechtsgeldig is opgezegd. Geoordeeld wordt dat het geïntimeerde vrij stond om geen nieuwe koopovereenkomsten te sluiten, dit is op zichzelf niet onrechtmatig. Dat geïntimeerde mogelijk profijt heeft gehad van het door appellante opgebouwde verkoopdebiet kan het gevolg zijn van één en ander, maar is daarmee evenmin onrechtmatig.
Terugwerkende kracht herziening
Hof Den Haag 22 december 2020, IEF 19702; ECLI:NL:GHDHA:2020:2543 (Audi Aktiengeschellschaft tegen Vof) De vof drijft een detailhandel in auto-onderdelen. Audi is houder van de beeldmerken ingeschreven bij het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie, onder meer voor waren in klasse 12. Op 3 april 2019 heeft de Douane een kennisgeving gezonden aan Audi, waarin melding wordt gemaakt van het aantreffen van logo's van het merk Audi. Daarop heeft Audi op 17 mei 2019 de voorzieningenrechter te Rotterdam verzocht de vof te bevelen om de inbreuk op de merkrechten te staken, op grond van de artikelen 9 lid 2 sub a en/of sub c Uniemerkenverordening (UMVo). De vof heeft aangevoerd dat de ex parte-rechter niet bevoegd was tot het geven van een Europawijde voorziening, dat de handelswijze van Audi niet proportioneel dan wel subisdiair was en dat er geen sprake was van inbreuk op de beeldmerken. De voorzieningenrechter oordeelde dat de exclusieve bevoegdheid van de rechtbank Den Haag onverlet laat dat andere rechtbanken voorlopige maatregelen mogen nemen ten aanzien van Uniemerken, voor zover beperkt tot Nederland. Verder werd geoordeeld dat niet is voldaan aan de eisen voor een toewijzing van een voorlopig inbreukverbod op de voet van artikel 1019e Rv. In hoger beroep slagen de preliminaire verweren van de vof niet. Verder blijft het bestreden vonnis in stand, het hof ziet geen reden, waarom de herziening geen terugwerkende kracht zou hebben. Het voorgaande leidt tot de slotsom dat geen van de door Audi aangevoerde grieven slagen.
Uitspraak ingezonden door Margot van Gerwen en Maarten Rijks, Taylor Wessing.
Geen slaafse nabootsing Dr. Martensboot
Rechtbank Rotterdam 12 januari 2021, IEF 19700; ECLI:NL:RBROT:2021:152 (Airwair tegen Van Haren) Kort geding. Airwair is de wereldwijde exclusieve licentienemer van het merk Dr. Martens en de exclusieve producent van schoenen die onder dit merk op de markt worden gebracht. Eén van die schoenen is de 1460 boot. Van Haren is een schoenenretailer en verkoopt schoeisel dat aldus Airwair een verwarrende gelijkenis vertoont met haar ontwerpen. Zonder overige inbreuken uit te stuiten, wenst Airwair zich in dit geding te beperken tot de bescherming van één van haar ontwerpen — de 1460 boot — tegen slaafse nabootsing. De vorderingen van Airwair worden afgewezen. Het kan zijn dat de 1460 boot in het verleden een eigen gezicht op de markt had, maar aannemelijk is dat dit eigen gezicht, gelet op de grote hoeveelheid (op het eerste gezicht) vergelijkbare schoenen, inmiddels verwaterd is. Met het ontbreken van een eigen gezicht is reeds om die reden geen grond om uit te gaan van slaafse nabootsing. Ook kan er geen sprake zijn van enige product- of herkomstverwarring, en biedt het verbod op slaafse nabootsing geen bescherming tegen aantasting van bekendheid van de naam of het merk.