IEF 22122
8 juli 2024
Uitspraak

Gedeeltelijke intrekking van beroep

 
IEF 22121
8 juli 2024
Artikel

‘Academischer Stammbaum’ Charlotte Vrendenbarg

 
IEF 22111
8 juli 2024
Artikel

Aankondiging Jaarlijkse BIE-Scriptieprijs

 
IEF 20953

Vacature: legal counsel/jurist bij Stichting Reclame Code

Stichting Reclame Code zoekt een legal counsel/ jurist (24 tot 37,5 uur per week). Ben jij een zelfstandige en betrokken jurist met interesse in reclame? En zoek je een (nieuwe) uitdaging in een constant veranderend werkveld met maatschappelijk relevante onderwerpen? Dan ben jij de jurist die we zoeken!

Als jurist bij de Stichting Reclame Code kom je van alles tegen. Reclame is een breed begrip en de klachten zijn heel afwisselend. Klachten die je als jurist voorbij ziet komen, gaan bijvoorbeeld over de verantwoordelijkheid van grote (internationale) platformen, duurzaamheidsclaims, crypto investeringen of gokreclames. Maar ook over de herkenbaarheid van reclame op TikTok en klachten over schadelijke stereotypering op basis van geslacht, huidskleur of geaardheid. Soms gaat het over een verpakking van voeding, soms over een commercial voor ondergoed. Maar meestal gaat het over de vraag of een consument wordt misleid. Als secretaris zorg je ervoor dat reclame verantwoord blijft. Uitingsvrijheid is van onschatbare waarde in een democratische samenleving. Wanneer is beperking van de uitingsvrijheid toegestaan? En wanneer valt een reclame binnen de grenzen van het toelaatbare? Hier zal jij je als secretaris mee bezig houden.

IEF 20952

Uitspraak ingezonden door Hidde Koenraad, Boekx Advocaten.

Reputatiebewijs uit het Verenigd Koninkrijk na Brexit

EUIPO - OHIM 30 aug 2022, IEF 20952; (Portal Golf tegen Augusta National), https://ie-forum.nl/artikelen/reputatiebewijs-uit-het-verenigd-koninkrijk-na-brexit

Board of Appeal EUIPO 30 augustus 2022, IEF 20952, IEFbe 3540; R 2204/2021-1 (Portal Golf tegen Augusta National) Augusta National heeft oppositie ingesteld tegen het verzoek tot inschrijving van een beeldmerk van Portal Golf. Bij besluit van 22 oktober 2021 heeft de oppositie-afdeling (hierna: afdeling) het gemeenschapsmerk geweigerd op grond van artikel 8 lid 5 van de European Union trade mark regulation (Verordening (EU) 2017/1001 inzake het Uniemerk). Hiertegen stelde Portal Golf beroep in. De verzoeker was het niet eens met de manier waarop de afdeling de reputatie van het oudere merk ‘Masters’ binnen de EU analyseerde. De verzoeker stelt onder meer dat het gebruik niet binnen de EU plaatsvond omdat het wel werd uitgezonden in het VK, maar dat het VK inmiddels geen deel meer uitmaakt van de EU. Met betrekking tot dit argument van de verzoeker oordeelde de afdeling dat alhoewel de ‘thuisbasis’ van het ‘Masters’-toernooi zich in de VS bevindt, het oudere merk een grensoverschrijdende reputatie heeft die zich ook uitstrekt over de EU. De kamer stelt vast dat de afdeling de reputatie van het oudere merk inderdaad vooral vaststelde op basis van bewijsmateriaal dat werd geleverd met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk. De kamer stelt echter vast dat het bestreden besluit gebaseerd is op de redenering dat uitzendingen door Britse zenders ook worden ontvangen het publiek in het Engelstalige deel van de EU en door golfliefhebbers die er gewend aan zijn geraakt de ‘Masters’-toernooien te bekijken via deze Engelse zenders.

IEF 20950

Slaafse nabootsing van slogan

Rechtbank Midden-Nederland 10 jun 2022, IEF 20950; ECLI:NL:RBMNE:2022:2265 (Spoedtest tegen Spoedtestcorona), https://ie-forum.nl/artikelen/slaafse-nabootsing-van-slogan

Vzr. Rb. Midden-Nederland 10 juni 2022, IEF 20950, LS&R 2104; ECLI:NL:RBMNE:2022:2265 (Spoedtest tegen Spoedtestcorona) Beide partijen nemen coronasneltesten af. Spoedtest en Spoedtestcorona hebben allebei een Benelux woordbeeldmerk gedeponeerd. Spoedtest maakte in haar campagnes gebruik van de slogan ‘Alleen nog even testen’. Spoedtestcorona maakte gebruik van de slogan ‘Alleen nog even spugen’. Spoedtest meent dat Spoedtestcorona haar handelsnaam gebruikt in strijd met de oudere handelsnaam van Spoedtest. Door de voorzieningenrechter wordt geoordeeld dat er hier geen sprake is van verwarringsgevaar. De voorzieningenrechter voert aan dat het bij testen op corona gebruikelijk is dat er gebruik wordt gemaakt van beschrijvende handelsnamen. Hierdoor zullen klanten alert zijn en minder snel in verwarring raken. De voorzieningenrechter meent dat door de toevoeging ‘corona’ het verwarringsgevaar voldoende wordt weggenomen. Het voeren van de handelsnaam Spoedtestcorona is dus toegestaan.

IEF 20948

HvJ EU: RTL Television tegen Grupo Pestana en Salvor

HvJ EU 8 sep 2022, IEF 20948; ECLI:EU:C:2022:643 (RTL Television tegen Grupo Pestana en Salvor), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-rtl-television-tegen-grupo-pestana-en-salvor

HvJ EU 8 september 2022, IEF 20948, IT 4064, IEFbe 3539; C-716/20; ECLI:EU:C:2022:643 (RTL Television tegen Grupo Pestana en Salvor) Geding over het zonder voorafgaande toestemming van RTL ter beschikking stellen van de uitzendingen van een RTL-zender in de door Grupo Pestana en Salvor geëxploiteerde hotelkamers. Het Hof is verzocht om een prejudiciële beslissing over de volgende vragen:
1) Moet het begrip ‚doorgifte via de kabel’ in artikel 1, lid 3, van [richtlijn 93/83] aldus worden uitgelegd dat het niet alleen betrekking heeft op de gelijktijdige uitzending door een omroeporganisatie van een uitzending van een andere omroeporganisatie, maar ook op de gelijktijdige, integrale doorgifte via de kabel aan het publiek (al dan niet door een omroeporganisatie) van een eerste uitzending van radio- of televisieprogramma’s die voor ontvangst door het publiek bestemd zijn?
2) Is de gelijktijdige doorgifte van satellietuitzendingen van een televisiezender, via de coaxkabel, door middel van in hotelkamers geïnstalleerde televisietoestellen, te kwalificeren als een ‚doorgifte’ van die uitzendingen in de zin van artikel 1, lid 3, van [richtlijn 93/83]?

Beantwoording van de prejudiciële vragen:

IEF 20946

Prejudiciële vragen m.b.t. begrippen 'zichtbaarheid' en 'normaal gebruik'

HvJ EU 8 sep 2022, IEF 20946; ECLI:EU:C:2022:656 (Monz tegen Büchel), https://ie-forum.nl/artikelen/prejudiciele-vragen-m-b-t-begrippen-zichtbaarheid-en-normaal-gebruik

HvJ EU conclusie A-G 8 september 2022, IEF 20946, IEFbe 3538; ECLI:EU:C:2022:656 (Monz tegen Büchel) Monz Handelsgesellschaft International mbH Co. KG (hierna: Monz) is houdster van een model dat is ingeschreven voor de voortbrengselen ‘fiets‑ en motorfietszadels’. Büchel GmbH & Co. Fahrzeugtechnik KG (hierna: Büchel) heeft een verzoek tot nietigverklaring van het litigieuze model ingediend. Zij meent dat het model niet in aanmerking zou komen voor bescherming omdat het bij normaal gebruik niet zichtbaar zou zijn. Het Bundesgerichtshof heeft vervolgens enkele prejudiciële vragen gesteld aan het HvJ met betrekking tot het vereiste van zichtbaarheid.

IEF 20947

Aanknopingspunten voor toerekening niet gesteld of gebleken

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 7 sep 2022, IEF 20947; ECLI:NL:RBZWB:2022:5195 (Odara tegen Derm-Appeal ), https://ie-forum.nl/artikelen/aanknopingspunten-voor-toerekening-niet-gesteld-of-gebleken

Rb. Zeeland-West-Brabant 7 september 2022, IEF 20947; ECLI:NL:RBZWB:2022:5195 (Odara tegen Derm-Appeal) Odara en Derm-Appeal houden zich allebei bezig met het distribueren en verkopen van cosmetische producten voor professionals. Biosoft is houder van het merk ‘Dermapen’. Biosoft heeft 4EverYoung een merklicentie verstrekt voor het gebruik van dit merk. Derm-Appeal werd op basis van een overeenkomst met 4EverYoung distributeur van Darmapen in de Benelux. In oktober 2016 is Odara in een document getiteld ‘Sales Distribution Agreement’ aangemerkt als ‘Distributor’. Odara heeft Derm-Appeal op 22 november 2019 gesommeerd de verkoop van Darmapen producten te staken. Hier is in geschil of Derm-Appeal onrechtmatig heeft gehandeld jegens Odara door inbreuk te maken op Odara’s exclusieve distributierecht. De rechtbank komt tot het oordeel dat ook al zou Derm-Appeal onrechtmatig hebben gehandeld, dit niet aan Derm-Appeal kan worden toegerekend. Aanknopingspunten om tot toerekening te komen zijn immers niet gesteld of gebleken. De rechtbank wijst daarom de vorderingen van Odara af.

IEF 20951

DLA Piper versterkt IPT-praktijk met Sophie Gauquier, Rutger Stoop en Adee Keppy

De Intellectual Property and Technology-praktijk (IPT) van DLA Piper in Amsterdam heeft een impuls gekregen met de komst van top tier seniors Sophie Gauquier, Rutger Stoop en Adee Keppy.
Tot voor kort vormde het trio het volledige (non-partner) seniorpersoneel in het Trademarks & Designs team bij IE-niche advocatenkantoor Brinkhof in Amsterdam. De overname van het team sluit, samen met de huidige samenstelling van gevestigde specialisten, aan bij de bredere groeistrategie van het Nederlandse IPT-team van DLA Piper en bij het versterken van haar geïntegreerde dienstverlening op het gebied van gemachtigdenwerk en advocatuur. Met de toevoeging van Sophie, Rutger en Adee aan het kantoor heeft DLA Piper haar positie op de Nederlandse markt voor intellectuele eigendom en overdracht van technologie aanzienlijk versterkt.

IEF 20941

Actualiteiten Handels- en Domeinnaamrecht op 29 september

Schuif aan en laat u in korte tijd online bijpraten over Actualiteiten Handels- en Domeinnaamrecht op donderdag 29 september. Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht (AKD) geeft u dan een overzicht van actuele ontwikkelingen en rechtspraak in het Handelsnaamrecht.

Enkele onderwerpen die worden besproken:

  • De handelsnaam als recht van plaatselijke betekenis (HvJ EU 2 juni 2022, IEF 20773 (Classic Coach Company))
  • De vordering tot overdracht van de domeinnaam (o.a. Rb Midden-Nederland, IEF 20586 (RecruitingKantoor); Rb Amsterdam, IEF 20805 (Syndon)
  • De gevolgen van de keuze voor een beschrijvende naam (Rb Rotterdam, IEF 20457 (Spido); Rb Gelderland, IEF 20596 (Trainingskamp) en andere)

Datum: 29 september, van 10.00 – 11.00 uur
Prijs: 75 euro (50 euro voor oud deelnemers)
Accreditatie: 1 opleidingspunt (NOvA, BMM, Vlaamse Orde)

Kijk en luister mee vanaf uw locatie en in één uur bent u weer op de hoogte! Aanmelden kan via deze link. Heeft u eerder deelgenomen aan onze jurisprudentielunches, webinars of congressen? Vul bij het aanmelden de categorie 'prijs anders' in.
 
We verwelkomen u graag weer dit najaar!

IEF 20945

Bestanden voldoen niet aan oorspronkelijkheidscriterium

Rechtbank Den Haag 3 aug 2022, IEF 20945; ECLI:NL:RBDHA:2022:8828 (Eiser tegen de Staat ), https://ie-forum.nl/artikelen/bestanden-voldoen-niet-aan-oorspronkelijkheidscriterium

Rb. Den Haag 3 augustus 2022, IEF 20945; ECLI:NL:RBDHA:2022:8828 (eiser tegen de Staat) Eiser is historicus en heeft een aantal databestanden opgesteld. In 2013 heeft eiser enkele databestanden aan het Nationaal Archief aangeboden. In 2018 ontdekte eiser echter dat de bestanden werden vermeld als bronnen van een database op de website van X. Eiser nam contact op met X om aan te geven dat X inbreuk maakte op zijn auteursrechten. X heeft bestreden dat er sprake was van auteursrechtelijk beschermde gegevens. Eiser sommeerde vervolgens het Nationaal Archief om de auteursrechtinbreuk door X te doen staken. Daarop reageerde het Nationaal Archief door te zeggen dat de bestanden geen auteursrechtelijk beschermde werken zijn. De hoofdvraag in dit geschil is of de bestanden auteursrechtelijk beschermde werken zijn.

IEF 20944

Voorraad horloges moet worden terugverkocht

Rechtbank Amsterdam 8 sep 2022, IEF 20944; ECLI:NL:RBAMS:2022:5254 (Breitling tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/voorraad-horloges-moet-worden-terugverkocht

Vzr. Rb. Amsterdam 8 september 2022, IEF 20944; ECLI:NL:RBAMS:2022:5254 (Breitling tegen gedaagde) Breitling is exclusief distributeur van Breitling horloges in Nederland. Tussen Breitling en gedaagde bestond een distributieovereenkomst. Breitling heeft per aangetekende brief van 28 augustus 2020 het dealerschap van gedaagde beëindigd. Op deze opzegging heeft gedaagde afwijzend gereageerd. Daarnaast heeft zij gewezen op de verplichting die op grond van de distributieovereenkomst volgt op de beëindiging van de overeenkomst. Breitling vordert in deze zaak onder meer dat gedaagde wordt veroordeeld om de voorraad aan Breitling (terug) te verkopen. Ook vordert Breitling dat het gedaagde wordt verboden om zich nog als dealer van Breitling te presenteren en dat zij wordt geboden het gebruik van de handelsmerken van Breitling te staken.