IEF 22202
26 augustus 2024
Artikel

Entertainment & Recht op 4 september

 
IEF 22200
26 augustus 2024
Uitspraak

Haviltex-criterium in actie: de licentie van Harbour Antibodies ziet alleen op de toepassing van octrooien in muizen

 
IEF 22204
26 augustus 2024
Uitspraak

Onverwachte wending in eerste Amerikaanse rechtszaak over tekst- en datamining voor generatieve AI

 
IEF 8926

Dat gedaagde nog altijd achter de betreffende websites zit

Vzr. Rechtbank ’s-Hertogenbosch, 16 juni 2010, LJN: BM7956, De maatschap tegen gedaagden.

Onrechtmatige publicatie op het internet, met paar IE-componenten. Eisers vorderen de verwijdering van uitlatingen over de maatschap en haar medewerkers die, zo stellen eisers, door gedaagden op diverse websites en blogs op het internet zijn gepubliceerd. Vorderingen gedeeltelijk toegewezen. Verwijzing naar Pirate Bay-vonnis i.v.m. betrokkenheid / persoon ‘achter de betreffende websites’. Inbreuk merkenrecht, auteursrecht en portretrecht niet aannemelijk. Geen 1019h proceskosten.

Betrokkenheid: 4.7.   Door eisers is in dit kader nog gewezen op een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam (LJN: BK1067). Eisers stellen zich op het standpunt dat voldoende aannemelijk is dat [gedaagde sub 1] nog altijd achter de betreffende websites zit, onder meer omdat hij niet heeft aangegeven aan wie hij de domeinnamen heeft overgedragen.

De voorzieningenrechter is echter voorlopig van oordeel dat – anders dan eisers menen – geen sprake is van een zelfde soort situatie als aan de orde in voornoemde zaak. Daarbij weegt de voorzieningenrechter met name de volgende omstandigheden mee:
-  in de door eisers aangehaalde zaak is sprake van een strafrechtelijke veroordeling door de Zweedse rechter op grond van overtreding van de “Copyright Act 1960:729” en het Zweedse wetboek van strafrecht. In deze procedure heeft de strafrechter in eerste instantie de betrokkenheid van eisers in de procedure bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam bij de website The Pirate Bay bewezen verklaard en alhoewel dit oordeel nog onderhevig is aan hoger beroep, vormt het – naar het oordeel van de voorzieningenrechter Amsterdam – wel een aanwijzing voor hun betrokkenheid;
-  in de door eisers aangehaalde zaak hebben eisers, ook na het vonnis van de Zweedse strafrechter, veelvuldig de publiciteit gezocht en daarin te kennen gegeven dat The Pirate Bay, ondanks het feit dat zij zijn veroordeeld, zal doorgaan. Daaruit moet – naar het oordeel van de voorzieningenrechter Amsterdam – worden geconcludeerd dat eisers op dat moment van mening waren, of de indruk hebben willen wekken, dat zij The Pirate Bay vertegenwoordigen, dan wel een leidinggevende rol bij de website vervullen (LJN: BK1067 rechtsoverweging 5.16 en 5.17). Van dergelijke omstandigheden is in de thans voorliggende zaak geen sprake.

4.8. Het bovenstaande leidt tot de conclusie dat de vorderingen, zoals weergegeven onder 1 a tot en met e van de dagvaarding, zullen worden afgewezen voor zover ze betrekking hebben op andere uitlatingen dan die op “[domeinnaam]”.

Inbreuk merkenrecht, auteursrecht en portretrecht: 4.17.  Ten aanzien van de vorderingen onder 1 e en f overweegt de voorzieningenrechter als volgt. Gelet op hetgeen door [gedaagde sub 2] is aangevoerd, hebben eisers onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd ter onderbouwing van hun stelling dat momenteel op de website “[domeinnaam]” (nog) foto’s staan afkomstig van werknemers van de maatschap, of dat het beeldmerk of woordmerk van [eiseres sub 1] (nog) op de website staat. Nu onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat sprake is van een inbreuk op de merk- en auteursrechten of de portretrechten van eisers, zullen de vorderingen onder 1 e en f daarom, evenals de vorderingen onder 5 en 6 in de dagvaarding, worden afgewezen.

Proceskosten: 4.18.  Er is, gelet op het relatief geringe belang van de op het intellectuele eigendomsrecht gebaseerde vorderingen van eisers en hetgeen onder 4.16 is overwogen, geen aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt dat de proceskosten worden berekend volgens het liquidatietarief. (…)

Lees het vonnis hier.

IEF 8925

ABC gewasbeschermingsmiddelen

HvJ EU, 17 juni 2010, conclusie A-G Trstenjak in zaak C-229/09, Rechtsanwaltssozietät Lovells tegen Bayer CropScience AG (prejudiciële vragen Bundespatentgerichts , Deutschland)

Octrooirecht. Komt voor de toepassing van artikel 3, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 1610/96 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 1996 betreffende de invoering van een aanvullend beschermingscertificaat voor gewasbeschermingsmiddelen uitsluitend een vergunning voor het in de handel brengen op grond van artikel 4 van richtlijn 91/414/EEG(2) in aanmerking of kan een certificaat ook worden afgegeven op basis van een vergunning voor het in de handel brengen op grond van artikel 8, lid 1, van richtlijn 91/414/EEG?

De A-G antwoordt (maar nog niet in het Nederlands):

1. Art. 3 Abs. 1 Buchst. b (…)  ist in dem Sinne auszulegen, dass ein ergänzendes Schutzzertifikat für Pflanzenschutzmittel nicht aufgrund einer Genehmigung für das Inverkehrbringen gemäß Art. 8 Abs. 1 der Richtlinie 91/414 des Rates vom 15. Juli 1991 über das Inverkehrbringen von Pflanzenschutzmitteln erteilt werden kann.

2. Niemand kann sich auf diese Auslegung von Art. 3 Abs. 1 Buchst. b (…) berufen, um die Nichtigerklärung von ergänzenden Schutzzertifikaten für Pflanzenschutzmittel, die vor dem Erlass des vorliegenden Urteils auf der Grundlage vorläufiger Genehmigungen für das Inverkehrbringen gemäß Art. 8 Abs. 1 der Richtlinie 91/414 beantragt worden sind, zu beantragen.

Lees de conclusie hier

IEF 8924

Nederlandse vertaling

HvJ EU, beschikking van 18 maart 2010, zaak C 136/09, Organismos Sillogikis Diacheirisis etc. tegen Divani Akropolis Anonimi etc.

Auteursrecht en naburige rechten. Publicatieblad-publicatie in het Nederlands van de nog niet in het Nederlands vertaalde beschikking in de Griekse variant op Rafael Hoteles (C-306/05), hoewel “verricht door dit loutere feit” wellicht nog wat verder gaat.

Begrip "mededeling aan het publiek". Werken verspreid via televisietoestellen die in hotelkamers zijn geïnstalleerd en die zijn verbonden met de centrale antenne van het hotel, zonder andere tussenkomst van het hotel voor de ontvangst van het signaal door de gasten

Dictum: “De hotelhouder die televisietoestellen installeert in de kamers van zijn hotel en deze toestellen verbindt met de centrale antenne van het hotel, verricht door dit loutere feit een mededeling aan het publiek in de zin van artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij.”

Lees de publicatie hier.

IEF 8923

Valse merkkleding en het wegmaken van een lijk

Gerechtshof ’s-Gravenhage, 16 juni 2010, LJN: BM7688, Strafzaak (wegmaken lijk en merkinbreuk)

Merkenrecht. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het wegmaken van een lijk, door dat weg te voeren naar een braakliggend terrein en het aldaar te verbranden. Niet is vast te stellen wat de mogelijke betrokkenheid van de verdachte bij het om het leven brengen van het slachtoffer is geweest. Onder deze omstandigheden kan dan ook niet anders worden geconcludeerd dan dat, bij het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs, de verdachte dient te worden vrijgesproken van de onder 1 tenlastegelegde moord dan wel doodslag. Voorts heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het telen, verwerken, voorhanden hebben en verkopen van hennep. Ten slotte heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het (ter verspreiding) voorhanden hebben van valse merkkleding. Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 34 maanden, met aftrek van voorarrest, een passende en geboden reactie vormt.
 
Lees het arrest hier.

IEF 8922

Uit het cachegeugen

Vzr Rechtbank Alkmaar, 3 juni 2010,  LJN: BM6719, Eiser tegen Gedaagde (Verwijderen Cache)

Geen IE, wel ten nutte voor de IE. Algemene verplichting om inbreukmakende content ook te (laten) verwijderen uit het cachegeheugen van zoekmachines.

4.7 Uit het vorenoverwogene valt af te leiden dat [eisers] wel de juiste eerste stap hebben gezet om aan hun verplichtingen uit het vonnis te voldoen door de verschillende beheerders van sites en zoekmachines (onder wie Google) aan te schrijven met het verzoek (de inhoud van) de artikelen te verwijderen, maar dat zij daarnaast nog een separaat verzoek hadden moeten doen aan Google om de bewuste URL's te verwijderen. Dit hebben zij evenwel nagelaten. Door [eisers] is in dat verband opgemerkt dat zij leken zijn op dit gebied en dat zij niet bekend waren met de mogelijkheid om de cache-bestanden door Google te laten verwijderen. Dit verweer kan hen evenwel niet helpen. Op [eisers] rustte uit hoofde van het vonnis een zware inspanningsverplichting (verstevigd met een dwangsombepaling) om aan hun verplichtingen uit dat vonnis te voldoen. Als zij van mening zijn dat zij onvoldoende kennis van internet hadden om er zeker van te zijn dat zij aan het vonnis voldeden had het op hun weg gelegen zich daarover te laten voorlichten of daar nadere informatie over in te winnen. Niet is gesteld of gebleken dat zij dit (tijdig) hebben gedaan of dat zij naar dergelijke informatie hebben gezocht. Dat zij dit hebben nagelaten, is echter een omstandigheid die voor hun rekening en risico dient te blijven. Daarbij wijst de voorzieningenrechter erop dat [eisers] ook uit de brief van de advocaat van Microsoft van 14 april 2010 (als productie 16 door [eisers] in het geding gebracht) hadden kunnen opmaken wat de procedure is voor het verwijderen van content uit zoekresultaten en cache uit zoekmachines.

Lees het vonnis hier.

IEF 8921

Maatregelen tegen auteursrechtinbreuk door P2P-filesharing

Prof. Mr. Drs. M. de Cock Buning en A. Ringnalda (CIER), Maatregelen tegen auteursrechtinbreuk door P2P-filesharing: wat leert het Umfeld ons? Gepubliceerd in AMI 2010-1, p. 1-11.

Maatregelen tegen auteursrechtinbreuk door P2P-filesharing: wat leert het Umfeld ons?  Onze wetgever wikt en weegt over de vraag op welke wijze vorm te geven aan het voorstel van de Parlementaire Werkgroep Auteursrecht (Gerkens) om een halt toe te roepen aan auteursrechtinbreuk door P2P-filesharing door downloaden uit illegale bron niet langer onder de thuiskopie-exceptie te laten vallen maar strafbaar te stellen.1In deze bijdrage richten wij onze blik naar buiten. In Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland zijn namelijk al de nodige stappen gezet. Ook in het Europese Telecoms Package en de (vooralsnog geheime) Anti Counterfeiting Trade Agreement (ACTA) wordt gerefereerd aan de aanpak van illegale filesharing. Indachtig deze buitenlandse ontwikkelingen, analyseren we in dit artikel met welke voor de regulering van illegale filesharing relevant gebleken factoren onze wetgever geconfronteerd wordt.

Lees het artikel hier.

IEF 8920

De verantwoordelijkheid voorbij

Bart van der Sloot (IViR): De verantwoordelijkheid voorbij: de ISP als verlengstuk van de overheid. Gepubliceerd in Mediaforum, 2010-5, p. 157-161

De positie van de internet service provider (ISP) komt steeds verder onder druk te staan. Door toenemende zorgen over auteursrechtschendingen op het internet worden er steeds grotere en bredere verplichtingen opgelegd aan providers om inbreuken te voorkomen of tegen te gaan. Waar deze plichten aanvankelijk voorvloeiden uit hun verantwoordelijkheid of zorgplicht, worden er in nieuwe wetgeving plichten aan providers opgelegd die niet zijn gekoppeld aan een goede bedrijfsvoering, maar voortvloeien uit het feit dat zij zich in de meest geschikte positie bevinden om overheidsbeleiduit te voeren. ISP’s lopen daarmee het gevaar om te worden gebruikt als verlengstuk van de overheid. Dit artikel vormt een eerste verkenning van dit gevaar.

Lees het artikel hier.

IEF 8919

Uitvoering in (strikt) besloten kring

Gerard Mom (IViR): Uitvoering in (strikt) besloten kring. Gepubliceerd in AMI, 2010-3, p. 81-91.

Uitvoering van beschermde werken in een besloten kring is in beginsel aan toestemming van de betrokken rechthebbenden onderworpen, daar dit door wetsduiding geacht wordt ‘in het openbaar’ te geschieden. Een uitvoering in een familie-, vrienden- of daaraan gelijk te stellen besloten kring mag echter zonder toestemming plaats vinden. In deze bijdrage staan de uit de greep van rechthebbenden blijvende voordrachten, op- en uitvoeringen en voorstellingen binnen deze drie ‘strikt’ besloten kringen centraal. De wettelijke regeling terzake is gecompliceerd en roept in de rechtspraktijk, meestal in zaken waar het gaat om het ten gehore brengen van beschermde muziek, steevast vragen op als: is wel van een ‘uitvoering’ sprake en zo ja, speelt die zich af in een strikt besloten kring? Is de situatie in landen om ons heen vergelijkbaar met de onze?

Lees het artikel hier.

IEF 8918

Attempting to restrict the use of Community trade marks

EU: Parliamentary questions. Subject: Use of Community trade marks in the internal market 

1. In view of the necessity to fight effectively against massive importation of counterfeited and pirated goods into the single market, there is a strong need to be able to seize and withdraw these goods under the EU Customs Regulation at all of the EU's external borders, irrespective of the place of importation.

As far as trade mark piracy is concerned, the use of a Community trade mark currently confers such seamless protection everywhere in the EU and accordingly makes effective seizures possible at all external borders of the EU. Therefore, it is essential that the benefits of Community trade marks are not hampered by the introduction of a new requirement, according to which the use of a Community trade mark within one Member State is not sufficient for a company to enforce its own property rights in the single market.

2. Is the Commission aware that some Member States are currently attempting to restrict the use of Community trade marks through the introduction of a new requirement, according to which the use of a Community trade mark within one Member State is not sufficient?

3. Is the Commission aware that this not only impedes the effective combating of trade mark piracy, but also hampers access to the Community trade mark for SMEs?

4. Can the Commission confirm that it will counter these attempts by Member States in an effective way?

Lees de vragen hier.

IEF 8917

Deelt u de mening dat het de omgekeerde wereld is?

Kamervragen (Aanhangsel) 2009-2010, 2509, Tweede Kamer. Antwoord van minister Hirsch Ballin (Justitie) op vragen Thieme over Google street view (ontvangen 20 mei 2010).

Vraag 4:  Deelt u de mening dat het de omgekeerde wereld is dat personen moeten aangeven dat ze van Google street view af gehaald willen worden in plaats van dat foto's van personen niet door Google mogen worden gebruikt?

Antwoord: De werkwijze lijkt – gezien de zorgvuldigheid die wordt betracht – in beginsel toegestaan (zie het antwoord op vraag 2). Wanneer personen evenwel een redelijk belang hebben, kunnen zij zich bijvoorbeeld op grond van art. 21 van de Auteurswet tegen openbaarmaking van de foto verzetten. Ik deel de in de vraag besloten mening derhalve niet.

Lees alle vragen en antwoorden hier.