IEF 22409
3 december 2024
Uitspraak

Greenpeace mag het portret van Decreane gebuiken in haar uitingen

 
IEF 22405
3 december 2024
Uitspraak

Geschil over ontbonden distributieovereenkomst van opblaasbaar zitkussen

 
IEF 22408
3 december 2024
Artikel

Rapport over online piraterij en auteursrechtinbreuken in Europa

 
IEF 22264

Zekerheidsstelling van procedurele kosten

Unified Patent Court (UPC) 26 aug 2024, IEF 22264; UPC_CoA_328/2024 (Ballinno tegen Kinexon companies en UEFA), https://ie-forum.nl/artikelen/zekerheidsstelling-van-procedurele-kosten

UPC CoA 26 augustus 2024, IEF 22264, IEFbe 3796; UPC_CoA_328/2024 (Ballinno tegen Kinexon companies en UEFA). In deze procedure heeft Ballinno eerst om voorlopige voorzieningen verzocht. Verweerders, Kinexon en UEFA, vroegen hierbij of Ballinno kon worden verzocht zekerheid te stellen voor de kosten. Dit werd toegewezen en het verzoek om voorlopige voorzieningen werd afgewezen. Ballinno verzoekt bij het Hof van Beroep vernietiging van beide beschikkingen. Volgens Ballinno geldt Rule 158 RoP, die gaat over de zekerheidsstelling van de kosten, alleen voor procedures voor het Gerecht in Eerste Aanleg (en niet voor procedures voor het Hof van Beroep of procedures om voorlopige voorzieningen), omdat de Rule in hoofdstuk 6 van deel 1 van de RoP staat. Dit hoofdstuk heeft als titel: Procedures before the CFI. Kinexon en UEFA verzoeken ook voor de procedure voor het Hof van Beroep dat Ballinno zekerheid stelt voor de kosten.

IEF 22268

Eindvonnis in zaak Puma tegen Sporttrading over proceskosten

Rechtbank Den Haag 11 sep 2024, IEF 22268; ECLI:NL:RBDHA:2024:14398 (Puma tegen Sporttrading), https://ie-forum.nl/artikelen/eindvonnis-in-zaak-puma-tegen-sporttrading-over-proceskosten

Rb Den Haag 11 september 2024, IEF 22268; ECLI:NL:RBDHA:2024:14398 (Puma tegen Sporttrading). Deze zaak betreft een geschil tussen Puma en Sporttrading. Puma, een wereldwijd merk in sportartikelen, heeft verschillende merken, waaronder de bovenstaande Puma-merken, die het gebruikt op producten zoals boxershorts. Stichd, een dochteronderneming van Puma, heeft een licentie om boxershorts onder de Puma-merken te produceren en te distribueren. In de zomer van 2021 ontdekte Puma dat het Noorse bedrijf Europris boxershorts met Puma-tekens verkocht. Europris verklaarde vervolgens dat ze de boxershorts van Sporttrading had gekocht. Volgens Puma gaat het om namaakproducten. In het tussenvonnis van 15 november 2023 [zie IEF 21908] heeft de rechtbank geoordeeld dat er geen sprake is van uitputting, waardoor Sporttrading inbreuk maakt op de merkenrechten van Puma. Hierna is Puma in de gelegenheid gesteld om een proceskostenoverzicht in het geding te brengen. Sporttrading is het niet eens met alle gevorderde verschotten. 

IEF 22265

'Hinterland' merk voor gin heeft geen beschrijvend karakter

Gerecht EU (voorheen GvEA) 4 sep 2024, IEF 22265; ECLI:EU:T:2024:585 (EUIPO tegen verzoekster), https://ie-forum.nl/artikelen/hinterland-merk-voor-gin-heeft-geen-beschrijvend-karakter

Gerecht EU 4 september 2024, IEF 22265, IEFbe 3797; ECLI:EU:T:2024:585 (EUIPO tegen verzoekster). Op 3 januari 2022 heeft Erzeugergemeinschaft Winzersekt bij het EUIPO een aanvraag ingediend tot nietigverklaring van het Uniewoordmerk Hinterland, dat was ingeschreven in 2019. Het Merk is ingeschreven voor klasse 33, oftewel voor drank anders dan bier. Het verzoek tot nietigverklaring is ingewilligd. De kamer van beroep heeft de vordering tot nietigverklaring afgewezen. Zij is van mening dat de term ‘Hinterland’ geen specifieke betekenis had met betrekking tot de waren waarop dit merk betrekking heeft en daarmee geen onderscheidend vermogen. In de tweede plaats vormt de term geen geografische aanduiding en wordt er ook geen kenmerk dat inherent is aan het product beschreven. Tot slot zou ‘Hinterland’ het publiek niet misleiden aangezien dit woord geen concrete betekenis heeft. Verzoekster verzoekt bij het Gerecht om het bestreden besluit nietig te verklaren en de beslissing van de nietigheidsafdeling te bevestigen. Het EUIPO verzoekt dat de vorderingen worden afgewezen.

IEF 22272

IE-klassieker: Neuschwanstein

6 sep 2018, IEF 22272; ECLI:EU:C:2018:673 (Neuschwanstein), https://ie-forum.nl/artikelen/ie-klassieker-neuschwanstein

HvJ EU 6 september 2018, ECLI:EU:C:2018:673 (Neuschwanstein) [IEF 17977]

Onderwerp:
Woordmerk, herkomstaanduiding

Feiten:
Freistaat Bayern heeft de naam van het kasteelmuseum Neuschwanstein als merk ingeschreven voor souvenirs. Bundesverband Souvenir heeft een vordering tot nietigverklaring van het merk ingesteld.

Rechtsregel (rechtsoverweging 50) :
Het kasteel van Neuschwanstein is als zodanig geen plaats waar waren worden vervaardigd of diensten worden verricht, zodat het merk geen aanduiding kan zijn van de plaats van herkomst van de erdoor aangeduide waren en diensten. De naam van het kasteelmuseum kan als merk worden ingeschreven voor de verkoop van souvenirs.

IEF 22262

Kwalificatie als octrooigemachtigde voor het UPC

Unified Patent Court (UPC) 22 aug 2024, IEF 22262; UPC_CoA_364/2924 en UPC_CoA_393/2024 (Verzoeker tegen griffie van het UPC), https://ie-forum.nl/artikelen/kwalificatie-als-octrooigemachtigde-voor-het-upc

UPC CoA 22 augustus 2024, IEF 22262, IEFbe 3794; UPC_CoA_364/2024, UPC_CoA_393/2024 (Verzoeker tegen griffie van het UPC). Verzoeker wil als octrooigemachtigde worden ingeschreven op de lijst van vertegenwoordigers voor het UPC. Dit verzoek is door de griffier van het UPC afgewezen. Hiertegen doet verzoeker een verzoek tot heroverweging. Ook dit verzoek is afgewezen door de griffier van het UPC, en deze heeft het voor een definitieve beslissing naar het Hof van Beroep van het UPC verwezen. Het Hof van Beroep oordeelt dat verzoeker wel heeft aangetoond te zijn gemachtigd om op te treden voor het Europees Octrooibureau, maar dat bewijst niet dat hij aan de kwalificatievereisten van artikel 48 lid 2 UPCA voldoet en voor het UPC mag optreden, wat bijvoorbeeld kan worden aangetoond door een European Patent Litigation Certificate. Deze vereiste kwalificatie kan ook worden aangetoond door met succes bepaalde cursussen af te ronden (Rule 12.1 (a)(ii) EPLC Rules), maar dat heeft verzoeker niet bewezen.

IEF 22270

Uitspraak ingezonden door Jorn Torenbosch, Universiteit Utrecht. 

Grondwettelijk Hof van België stelt prejudiciële vragen over de DSM-richtlijn

Belgische gerechten 26 sep 2024, IEF 22270; Arrest nr. 98/2024 https://ie-forum.nl/artikelen/grondwettelijk-hof-van-belgie-stelt-prejudiciele-vragen-over-de-dsm-richtlijn-1

Grondwettelijk Hof 26 september 2024, IEF 22270. Deze zaak betreft de nieuwe wettelijke vergoedingsrechten voor kunstenaars en auteurs die voortvloeien uit de DSM-richtlijn. De omzetting van deze richtlijn in het Belgische Wetboek heeft in België geleid tot een aantal rechtszaken. De eisers in die zaken, waaronder Google, Spotify, Meta, Streamz en Sony, vorderen de vernietiging van een aantal artikelen uit het Wetboek van economisch recht die de DSM-richtlijn implementeren. Het Grondwettelijk Hof heeft de zaken van eisers gevoegd en in deze zaak uitspraak gedaan. Zij schorst vervolgens de zaak om 13 vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie over de uitleg van de omgezette bepalingen uit de DSM-richtlijn. De vorderingen en de vragen die het Hof hierover gesteld heeft zullen in dit artikel kort weergegeven worden.

IEF 22261

Rechtsgeldig gebruik domeinnaam en handelsnaam door Chesterfield bevestigd ondanks merkrechten Makorian

Rechtbank Den Haag 12 sep 2024, IEF 22261; ECLI:NL:RBDHA:2024:14527 (Makorian c.s. tegen Chesterfield c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/rechtsgeldig-gebruik-domeinnaam-en-handelsnaam-door-chesterfield-bevestigd-ondanks-merkrechten-makorian

Rb. Den Haag 12 september 2024, IEF 22261; ECLI:NL:RBDHA:2024:14527 (Makorian c.s. tegen Chesterfield c.s.). Makorian Holding en Chesterfield c.s. hebben een conflict over het gebruik van de domeinnaam www.thechesterfieldbrand.com. Chesterfield c.s. gebruikt deze domeinnaam sinds 2006 voor haar meubelactiviteiten, terwijl Makorian c.s. zich richt op de productie van leren tassen. In 2009 werd Beeldmerk B.V. opgericht door beide partijen, waarbij Chesterfield c.s. een aantal merkrechten heeft ingebracht in ruil voor een lening van Makorian. In 2012 sloten de partijen een licentieovereenkomst waarin Makorian c.s. beperkte gebruiksrechten kreeg op de Chesterfield-merken. Makorian c.s. vordert nu de overdracht van de domeinnaam en stelt dat Chesterfield c.s. inbreuk maakt op haar merk- en handelsnaamrechten. Chesterfield c.s. vordert in reconventie de rechtbank voor recht te verklaren dat zij gerechtigd is tot het gebruik van het beeldmerk en het woordmerk "The Chesterfield Brand". De rechtbank oordeelt dat de handelsnaamrechten ten aanzien van The Chesterfield Brand niet zijn ingebracht in Beeldmerk B.V. De licentieovereenkomst, die oorspronkelijk tussen Beeldmerk en Chesterfield c.s. was gesloten, is voortgezet tussen Makorian Holding en Chesterfield c.s., waarbij Chesterfield c.s. het recht heeft om de Chesterfieldmerken te blijven gebruiken voor woninginrichtingsproducten. De gestelde merkinbreuk door Chesterfield c.s. wordt afgewezen, omdat Chesterfield c.s. een ouder handelsnaamrecht heeft sinds 2006 dat prevaleert boven de merkrechten van Makorian. Om deze reden wijst de rechtbank ook de vorderingen van Makorian c.s. op basis van handelsnaaminbreuk af. Chesterfield c.s. kan de domeinnaam voor de huidige doeleinden blijven gebruiken.

IEF 22260

Uitnodiging Conferentie 20 jaar master Informatierecht: ‘Het opleiden van evenwichtskunstenaars’

De master Informatierecht bestaat komend studiejaar 20 jaar! Dit bijzondere jubileum viert het IViR met een feestelijke conferentie waarin docenten en alumni, onderzoek en onderwijs, een centrale rol spelen. Het uitstroomprofiel van de master Informatierecht benadrukt dat hun alumni evenwichtskunstenaars zijn ‘die snel kunnen schakelen in een voortdurend veranderende informatiemaatschappij. Ze kunnen complexe informatierechtelijke problemen oplossen met inachtneming van de bredere juridische context en met begrip voor soms botsende belangen.’ Deze succesformule - en bijzondere bijdrage aan de informatie- maatschappij - viert het IViR we met een gevarieerd programma op vrijdag 4 oktober 2024 op de Roeterseilandcampus, De Brug, Nieuwe Achtergracht 127 in Amsterdam. Graag nodigt het IViR u uit om dit jubileum met hen mee te vieren!

IEF 22257

Screenshots en hyperlinks zijn op zichzelf onvoldoende voor een modelrechtelijk relevante openbaarmaking

EUIPO - OHIM 11 sep 2024, IEF 22257; R 5/2024-3 (Ekomill OÜ tegen Ecosauna Project OÜ), https://ie-forum.nl/artikelen/screenshots-en-hyperlinks-zijn-op-zichzelf-onvoldoende-voor-een-modelrechtelijk-relevante-openbaarmaking

EUIPO KvB 11 september 2024, IEF 22257, IEFbe 3791; R 5/2024-3 (Ekomill OÜ tegen Ecosauna Project OÜ). Eiseres in deze zaak is Ekomill OÜ (hierna: Ekomill). Zij was geruime tijd de rechthebbende van een Gemeenschapsmodel met betrekking tot een verplaatsbaar gebouw (zie afbeelding). Maar op verzoek van Ecosauna Project OÜ (hierna: Ecosauna) heeft de nietigheidsafdeling van het EUIPO dit model nietig verklaard, omdat het niet het vereiste eigen karakter heeft (art. 6 GemVo). De nietigheidsafdeling concludeert namelijk dat er vóór de registratie van Ekomill al twee modellen bestonden die dezelfde kenmerken hadden als het model van Ekomill. Dit blijkt uit verschillende sociale media posts die door Ecosauna zijn aangevoerd, inclusief screenshots en hyperlinks. Ekomill gaat in hoger beroep en betwist de relevantie en authenticiteit van de posts. Zij benadrukt dat Ecosauna er belang bij heeft dat het model nietig wordt verklaard. De aangevoerde bronnen zouden niet betrouwbaar zijn en van de Facebook-posts kan bovendien de datum zijn veranderd. Ecosauna ontkent dit alles.

IEF 22271

IE-klassieker: Doublemint

HvJ EU 20 okt 2003, IEF 22271; (Doublemint), https://ie-forum.nl/artikelen/ie-klassieker-doublemint

HvJ EG 20 oktober 2003, C-191/01 P (Doublemint) [IEF 2812]

Onderwerp:
Beschrijvend merk

Feiten:
Wrigley had aanvraag ingediend bij het EUIPO voor de inschrijving van de woordcombinatie ‘doublemint’ als merk voor kauwgom.

Rechtsregel (rechtsoverweging 32):
Een woord wordt als merk geweigerd wanneer één van de potentiële betekenissen een kenmerk van de betrokken waren of diensten aanduidt.