IEF 22001
19 april 2024
Uitspraak

Geen inbreuk door 'Wijnwereld.Online' op handelsnaam 'Wijnenwereld.nl'

 
IEF 22000
18 april 2024
Uitspraak

Gerecht EU: 'Pablo Escobar' mag niet worden geregistreerd als EU-merk

 
IEF 21999
18 april 2024
Uitspraak

Hof: beeldmerk Puma niet vervallen, maar Monshoe maakt ook geen inbreuk

 
IEF 21962

Opinie: Amsterdamse Orde viel persvrijheid met gestrekt been aan

In NRC schreven Jens van den Brink en Lotte Oranje een opinieartikel over de handelwijze van de Amsterdamse Orde in de zaak die Royce de Vries aanspande tegen het AD. De Amsterdamse Orde probeerde de persvrijheid te kortwieken en daar maken Van den Brink en Oranje zich als Amsterdamse advocaten zorgen om.

IEF 21960

HvJ EU: Italiaanse CBO-wetgeving in strijd met VWEU

HvJ EU 21 mrt 2024, IEF 21960; ECLI:EU:C:2024:254 (LEA tegen Jamendo), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-italiaanse-cbo-wetgeving-in-strijd-met-vweu

HvJ EU 21 maart 2024, IEF 21960, IEFbe 3725; ECLI:EU:C:2024:254 (LEA tegen Jamendo SA). LEA is een aan het Italiaanse recht onderworpen collectieve beheerorganisatie die gerechtigd is om in Italië te bemiddelen inzake auteursrechten. Jamendo SA is een onafhankelijke beheerentiteit die sinds 2004 in Italië actief is. LEA heeft de rechter verzocht om Jamendo te bevelen haar bemiddelingsactiviteiten inzake auteursrechten in Italië te staken. Jamendo stelt dat naar Italiaans recht bemiddelingsactiviteiten voorbehouden zijn aan de SIAE (de Italiaanse vennootschap van auteurs en uitgevers), waardoor het voor onafhankelijke beheerentiteiten onmogelijk is om aldaar te bemiddelen inzake auteursrechten en deze entiteiten gedwongen worden om vertegenwoordigingsovereenkomsten te sluiten met de SIAE of met andere erkende collectieve beheerorganisaties. De rechter stelt de prejudiciële vraag of de Richtlijn collectieve beheer van auteursrechten en naburige rechten (RI 2014/26) het verbiedt een nationale regeling te hanteren die toegang tot de markt voor bemiddeling voorbehoudt aan collectieve beheerorganisaties, met uitsluiting van organisaties die kunnen worden gekwalificeerd als onafhankelijke beheerentiteiten die in dezelfde staat of in andere lidstaten zijn opgericht.

IEF 21957

Uitspraak ingezonden door Allard van Duijn & Auke-Frank Tadema, Freshfields Bruckhaus Deringer en Thijs van Aerde, Houthoff

Conclusie A-G: Pharmathen maakt inbreuk op octrooi Novartis

Hoge Raad 22 mrt 2024, IEF 21957; (Pharmathen Global B.V. tegen Novartis A.G.), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-a-g-pharmathen-maakt-inbreuk-op-octrooi-novartis

Parket bij de Hoge Raad 22 maart 2024, IEF 21957; 23/0091 (Pharmathen Global B.V. tegen Novartis A.G.) [IEF 21102]. In kort geding heeft octrooihoudster Novartis verschillende grensoverschrijdende voorzieningen gevorderd jegens Pharmathen Global wegens inbreuk op Europees octrooi EP 2 377 519 B1, een werkwijzeoctrooi voor de vervaardiging van octreotidemicroacetaatdeeltjes, gebruikt in injectaten voor de behandeling van bepaalde vormen van kanker. In onderdeel 1 van het principale cassatieberoep klaagt Pharmathen Global dat het hof de grenzen van de rechtsstrijd heeft overtreden en heeft miskend dat ‘leiding geven aan’ inbreukmakende handelingen zelf geen octrooi-inbreuk oplevert. Onderdeel 2 van het principale cassatieberoep richt verschillende rechts- en motiveringsklachten tegen het oordeel dat de werkwijze van Pharmathen in het equivalentiebereik inbreuk maakt.

IEF 21959

Uitspraak ingezonden door Otto Volgenant, Boekx Advocaten.

Zwarte lijst artsen verboden

Hof Arnhem-Leeuwarden 12 mrt 2024, IEF 21959; ECLI:NL:GHARL:2024:1791 (SIN c.s. tegen SOS), https://ie-forum.nl/artikelen/zwarte-lijst-artsen-verboden

Hof Arnhem-Leeuwarden 12 maart 2024, IEF 21959, IT&R 4505; ECLI:NL:GHARL:2024:1791 (SIN c.s. tegen SOS) SIN c.s. hebben de websites zwartelijstartsen.com en zwartelijstartsen.nl samengesteld en online gezet waarop zowel artsen als zorgverleners worden vermeld en neergezet als plegers van 'medische misdrijven'. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van SOS, inhoudende dat de onrechtmatige uitingen worden verboden, de domeinnamen aan SOS worden overgedragen en aan Google wordt verzocht vermeldingen van deze websites uit de zoekresultaten te verwijderen, toegewezen [IEF 19694]. SIN c.s. heeft tegen dit vonnis beroep ingesteld. 

IEF 21939

Vof ontbindt gerechtvaardigd franchiseovereenkomsten met De Parfumerie B.V.

Rechtbanken 25 okt 2023, IEF 21939; ECLI:NL:RBDHA:2023:20322 (De Parfumeur B.V. tegen de vof), https://ie-forum.nl/artikelen/vof-ontbindt-gerechtvaardigd-franchiseovereenkomsten-met-de-parfumerie-b-v

Rb. Den Haag 25 oktober 2023, IEF 21939; ECLI:NL:RBDHA:2023:20322 (De Parfumerie B.V. tegen de vof). Silk Cosmetics (aandeelhouder en bestuurder van De Parfumeur B.V.) exploiteert sinds 2012 een groothandel in parfums en cosmetica. Gedaagden vormen een vof en hebben meerdere overeenkomsten met De Parfumeur B.V. gesloten ter exploitatie van hun parfumeriewinkel. De vof exploiteert haar parfumeriewinkel in een pand waar zich een startvoorraad behorend tot De Parfumeur B.V. bevindt. Deze samenwerking heeft een vorm van een franchiseovereenkomst. Begin 2022 had de vof betalingsachterstanden jegens eiser. De Parfumeur B.V. vordert in conventie verklaring tot ontbinding met als grond dat de vof niet voldaan heeft aan verschillende sommaties. De vof vordert in reconventie verklaring dat de overeenkomsten door haar zijn ontbonden, onder meer wegens schending van de zorgplicht (artikel 7:919 BW) en het feit dat Parfumeur B.V. geen intellectuele eigendomsrechten had op de Parfumeur-formule.

IEF 21956

Tussenvonnis inzake bevoegdheid bij auteursrechtclaim Philips

Rechtbanken 13 mrt 2024, IEF 21956; ECLI:NL:RBGEL:2024:1419 (Philips tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/tussenvonnis-inzake-bevoegdheid-bij-auteursrechtclaim-philips

Rb. Gelderland 13 maart 2024, IEF 21956; ECLI:NL:RBGEL:2024:1419 (Philips tegen gedaagde). Philips vordert in de hoofdzaak een bevel tot staking van inbreukmakende handelingen op de auteursrechten van Philips. Gedaagde heeft hiertegen een bevoegdheidsincident opgeworpen en stelt dat op grond van artikel 99 Rv niet de rechtbank Gelderland, maar de rechtbank Noord-Holland bevoegd is, omdat gedaagde in Groningen woont. Philips voert verweer en stelt dat sprake is van een auteursrechtinbreuk en dus een onrechtmatige daad. Daardoor is de rechtbank waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan mede bevoegd op grond van artikel 102 Rv. De rechtbank oordeelt dat de producten online werden aangeboden en dus ook schade is geleden in Gelderland, waardoor artikel 102 Rv van toepassing is. Philips heeft de mogelijkheid te kiezen tussen de verschillende rechtbanken. De vraag of daadwerkelijk schade is geleden, is pas in de hoofdprocedure relevant.

IEF 21955

Uitspraak ingezonden door Terry Häcker.

Tesco verliest zaak tegen Lidl over gebruik gele cirkel (VK)

19 apr 2023, IEF 21955; (Lidl tegen Tesco), https://ie-forum.nl/artikelen/tesco-verliest-zaak-tegen-lidl-over-gebruik-gele-cirkel-vk

UK High Court 19 april 2023, IEF 21955; (Lidl tegen Tesco). Lidl heeft een rechtszaak aangespannen tegen Tesco voor het schenden van zijn handelsmerk en auteursrecht door het gebruik van gele stickers met blauwe achtergrond. Lidl stelt dat Tesco de branding heeft gekopieerd om zo mee te kunnen liften op zijn ‘goede reputatie’. Het gaat om het gebruik van de “Clubcard”-cirkels voor producten die afgeprijsd zijn. Deze staan naast het reguliere prijsetiket en zouden, volgens Lidl, kunnen leiden tot verwarring bij de consument. 

IEF 21954

Verzoek tot getuigenverhoor in octrooizaak afgewezen

Rechtbanken 7 mrt 2024, IEF 21954; ECLI:NL:RBDHA:2024:3028 (NGCM tegen TU Delft), https://ie-forum.nl/artikelen/verzoek-tot-getuigenverhoor-in-octrooizaak-afgewezen

Rb. Den Haag 7 maart 2024, IEF 21954, ECLI:NL:RBDHA:2024:3028 (NGCM tegen TU Delft). TU Delft heeft in 2013 een octrooiaanvrage gedaan voor een Nederlands octrooi met de titel “Biobased membrane”. Het ziet op een biologisch membraan voor betonbehandeling. Het octrooi is verleend op 7 april 2015. Met inroeping van de prioriteit van het octrooi heeft TU Delft ook een Europese octrooiaanvrage ingediend. Het Europese octrooi op deze versie is verleend. Door NGCM en TU Delft is vervolgens een exclusieve exploitatieovereenkomst getekend. NGCM was alleen geïnteresseerd in de non-sludge-based toepassingen uitgaande van algen/alginaat. Omdat deze toepassing nog niet goed werkt en niet commercieel toepasbaar is, hadden partijen afgesproken samen te werken bij het vinden van een oplossing bij dit probleem. NGCM stelt betalingen te hebben opgeschort, omdat de toepassing nog steeds niet commercieel toepasbaar is. NGCM verzoekt de rechtbank tot het toelaten van een getuigenverhoor als bewijsmiddel dat gesprekken zijn geweest tussen de partijen waarin TU Delft zou hebben bevestigd dat de non-sludge-based toepassingen niet beschermd zijn en NGCM deze toepassing mag (blijven) gebruiken. Het verzoek wordt afgewezen wegens gebrek aan belang, omdat het onaannemelijk is dat het horen van getuigen zal leiden tot vaststelling van de geldigheid en de beschermingsomvang van het octrooi.

IEF 21953

HvJ EU licht toe wanneer een advocaat onafhankelijk is

HvJ EU 30 jan 2024, IEF 21953; ECLI:EU:C:2024:101 (Bonnanwalt tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-licht-toe-wanneer-een-advocaat-onafhankelijk-is

HvJ EU 30 januari 2024, IEF 21953, IEFbe 3724; ECLI: ECLI:EU:C:2024:101 (Bonnanwalt tegen EUIPO). In deze zaak wordt ingegaan op de genuanceerde interpretatie van het begrip “advocaat” binnen de context van het EU-recht. In casu werd door Bonnanwalt intrekking van het Uniemerk “tagesschau” gevorderd wegens non-usus. Het EUIPO trok het Uniemerk slechts gedeeltelijk in, waartegen Bonnanwalt in beroep ging en de zaak uiteindelijk bij het Hof terechtkwam. Het Gerecht achtte het beroep niet-ontvankelijk, op grond van een gebrek aan behoorlijke vertegenwoordiging in de zin van art. 51, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht en art. 19, leden 3 en 4, van het Statuut van het Hof van Justitie. De kern van het door het Gerecht gewezen arrest was het waargenomen gebrek aan onafhankelijkheid van de advocaat van Bonnanwalt, die werkte voor een kantoor dat eigendom was van de directeur van Bonnanwalt. De directeur van appellant was dus tevens de leidinggevende van het advocatenkantoor dat appellant vertegenwoordigede. Dit zou volgens het Gerecht leiden tot gelijklopende belangen tussen het advocatenkantoor en Bonnanwalt.