Auteursrecht  

IEF 7647

Inzake de kwaliteit van het rechterlijk functioneren

Kamerstukken II 2008/09, 29279, nr. 89. Rechtsstaat en Rechtsorde; Verslag algemeen overleg van 29 januari 2009, o.a. over de brief van de minister van Justitie, d.d. 12 december 2008 inzake de kwaliteit van het rechterlijk functioneren (29 279, nr. 84)

De heer De Wit (SP): Het gaat om het recht op zichzelf. "Het is heel verstandig om bij een civiele procedure deskundigen te vragen om advies. In de meeste gevallen kom je er als burger, als leek, niet uit. Het recht is kortom verworden tot een specialisme voor mensen die er dagelijks mee omgaan. 

Neem maar het auteursrecht en het octrooirecht. Al die ingewikkelde zaken kun je gewoon niet overlaten aan de burger. Daar heb je gewoon deskundigen voor nodig."

Lees het verslag hier.

IEF 7644

Dit hoeft eiseres niet te dulden

Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 25 februari 2009, LJN: BH3940, Dochter tegen Vader.

Portretrecht (o.a.). Geschil tussen voormalig topturnster Verona van de Leur en haar vader. Vorderingen toegewezen, gedaagde moet onder meer de website www.verona.turnt.nl staken. 

"Daartoe is van doorslaggevend belang dat met de website, mede gelet op de domeinnaam, ten onrechte de indruk kan worden gewekt dat deze van eiseres afkomstig is, althans dat eiseres aan deze website haar medewerking heeft verleend. De omstandigheid dat op de website privéfoto´s staan afgebeeld, kan deze indruk versterken. Dit hoeft eiseres niet te dulden. De omstandigheid dat eiseres zelf ook de publiciteit zoekt, doet hieraan niet af. Eiseres heeft immers -tot op zekere hoogte- het recht om zelf te bepalen of en op welke wijze zij in de publiciteit wenst te treden."

De vader van eiseres en heeft gedurende de topsportcarriëre van eiseres haar administratie verzorgd, Eiseres heeft in juni 2008 haar actieve topsportcarriëre officieel beëindigd. Kort daarvoor is de relatie tussen eiseres en gedaagde bekoeld geraakt. Na het einde van haar topsportcarriëre heeft eiseres het gebruik van haar website gestaakt. Hierna heeft gedaagde een website onder de domeinnaam [eiseres].turnt.nl geopend, waarop (onder meer) wedstrijduitslagen en foto´s van eiseres zijn geplaatst.

Gedaagde is gesommeerd tot, samengevat, het afgeven van de eigendommen en de complete administratie van eiseres, het staken van het gebruik van de naam en het portretrecht van eiseres te staken en het betalen van €1.355,89. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen toe.

4.11. Voorts dient te worden beoordeeld of er grond is om gedaagde te verbieden onder de domeinnaam [eiseres].turnt.nl een website over eiseres te (doen) onderhouden. Op deze website, zo hebben partijen aangevoerd, staan met name (privé)foto´s en wedstrijduitslagen van eiseres. De website is thans niet zichtbaar, maar gedaagde heeft zich op het standpunt gesteld dat hij het recht heeft deze opnieuw op het internet te zetten. Gedaagde heeft in dit kader aangevoerd dat eiseres een publieke figuur is en geen redelijk belang heeft zich tegen publicatie te verzetten, te minder nu zij zelf ook diverse malen de publiciteit heeft gezocht.

4.12. Vooropgesteld wordt dat eiseres, hoewel zij een zekere mate van bekendheid geniet, recht heeft op de bescherming van haar persoonlijke levenssfeer. Gelet op de context van de website prevaleert dit recht boven het belang van de vrijheid van meningsuiting en staat het eraan in de weg dat gedaagde onder deze domeinnaam, die rechtstreeks refereert aan de persoon van eiseres en haar carrière,  (privé)foto´s en informatie over eiseres publiceert. Daartoe is van doorslaggevend belang dat met de website, mede gelet op de domeinnaam, ten onrechte de indruk kan worden gewekt dat deze van eiseres afkomstig is, althans dat eiseres aan deze website haar medewerking heeft verleend. De omstandigheid dat op de website privéfoto´s staan afgebeeld, kan deze indruk versterken. Dit hoeft eiseres niet te dulden. De omstandigheid dat eiseres zelf ook de publiciteit zoekt, doet hieraan niet af. Eiseres heeft immers -tot op zekere hoogte- het recht om zelf te bepalen of en op welke wijze zij in de publiciteit wenst te treden. Gedaagde heeft aangevoerd dat de website mede tot doel heeft het veiligstellen van de turnprestaties van eiseres. Hiervoor is evenwel niet vereist dat dit op deze, door eiseres niet gewenste,  wijze geschiedt. Hierbij is van belang dat eiseres ter zitting heeft verklaard geen bezwaar te hebben tegen een fanwebsite, mits duidelijk is dat deze niet aan haar gelieerd is. Het gevorderde verbod tot het onderhouden van een website onder de naam [eiseres].turnt.nl, waarmee de indruk wordt gewekt dat deze op enigerlei wijze aan eiseres is gelieerd, komt daarom voor toewijzing in aanmerking.

Lees het vonnis hier. Mediaberichtgeving o.a. hier (BN/De Stem), weblog eiseres hier.

IEF 7643

Creatieve keuzes binnen een beperkte ruimte

Rechtbank ’s-Gravenhage, 6 maart 2009, KG ZA 08-1667, Noordwand B.V. tegen Spits Wallcovering B.V.

Auteursrecht. Technip toegepast op dessins wandbekleding. Inbreuk. (Afbeeldingen in het vonnis)

4.3. Naar voorlopig oordeel moeten de dessins van Noordwand worden gezien als een voortbrengsel van scheppende arbeid van Noordwand en dus als drager van het persoonlijke stempel van Noordwand. Noordwand heeft de dessins namelijk ontworpen door uit een veelheid van mogelijke patronen, kleurstellingen en structuren een zestal specifieke combinaties van patroon, kleurstelling en structuur te kiezen. Die keuzes zijn, mede gelet op de context waarin zij zijn gemaakt, te weten het ontwerpen van dessins van behang, te kwalificeren als creatief.

4.5. Het feit dat de door Noordwand ontworpen dessins vallen binnen de door Spits bedoelde algemene stijl, maakt, anders dan Spits betoogt, ook niet dat de keuzes van Noordwand banaal of triviaal zijn. Gegeven het feit dat sprake is van “een oeroud thema”, zoals Spits het tweekleurige strepenpatroon noemt, is de ruimte van de maker om zijn persoonlijk stempel op een dessin te drukken weliswaar beperkt. Het sluit echter niet uit dat de ontwerper binnen die beperkte ruimte creatieve keuzes maakt door een specifieke variatie op het bekende thema te scheppen.

(...) 4.11. Gelet op de mate van overeenstemming tussen de afzonderlijke dessins van Noordwand en Spits, en het feit dat alle dessins uit de Topchic en Assorti collectie van Noordwand terugkomen in het assortiment van Spits, moet voorshands worden aangenomen dat Spits de dessins niet zelf heeft ontworpen maar heeft ontleend aan de dessins van Noordwand. Voor zover Spits het tegendeel heeft bedoeld te stellen, heeft zij die stelling onvoldoende aannemelijk gemaakt, mede gelet op de strenge eisen die in de rechtspraak worden gesteld aan de ontzenuwing van een vermoeden van ontlening (HR 18 februari 2000, NJ 2000, 309, Shoppingspel).

Lees het vonnis hier.

IEF 7636

De rechten welke uit die film voortvloeien

Rechtbank Arnhem, 31 juli 2008, LJN: BH4909, X tegen de inspecteur van de Belastingdienst.

Fiscaal recht met IE-component. Veertigtal film CV’s . Nieuw feit. De uit de licentie-overeenkomsten (o.a. met betrekking tot de filmrechten) verkregen informatie vormt een losstaand feit als bedoeld in het arrest van de Hoge Raad 17 november 1999 (BNB 2000/7). Deze informatie kan als bewijs gelden van een feit op grond waarvan verweerder tot navordering kan overgaan.

De omstandigheid dat het verweerder reeds bij de aanslagregeling redelijkerwijs bekend had moeten zijn dat de aanslag tot een te laag bedrag is vastgesteld, staat niet eraan in de weg dat de belasting wordt nagevorderd op grond van het andere feit.

Lees de uitspraak hier

IEF 7633

Ongeautoriseerde kopieën

Rechtbank Breda, 3 maart 2009, KG ZA 09-55, Stichting BREIN tegen gedaagde (met dank aan Stichting Brein).

Auteursrecht. Verstekvonnis. Naar blijkt uit een begeleidend schrijven bood gedaagde voor €5,- per stuk illegale kopieën (van wat precies vermeldt het vonnis niet) aan op een veilingwebsite. Nadat haar advertenties herhaaldelijk op verzoek van BREIN werden verwijderd en tenslotte zelfs geweigerd, zond gedaagde bestellijsten naar haar klantenkring. Na de naam-, adres- en woonplaatsgegevens van gedaagde achterhaald te hebben, is gedaagde gesommeerd een onthoudingsverklaring te ondertekenen, bij weigering waarvan gedaagde is gedagvaard. En bij verstek veroordeeld. 

3.1. verbiedt gedaagde om direct na betekening van dit vonnis ongeautoriseerde kopieën, zoals gedefinieerd onder punt 1. van de dagvaarding, te vervaardigen, kopen, verkopen, ten verkoop aanbieden, adverteren, ter beschikking stellen, (ver)huren, (uit)lenen, (in)ruilen, importeren, exporteren, distribueren; het via een (tele-)communicatienetwerk verrichten van deze handelingen, daaronder begrepen het verschaffen van de mogelijkheid om door middel van downloading een reproductie te vervaardigen; alsmede het doen of laten verrichten van deze handelingen en/of het daarbij direct of indirect op enigerlei wijze betrokken zijn en/of belang hebben, alsmede het met het oog op zodanige handelingen onder zich en/of in voorraad en/ of in douanedepot hebben.

Lees het vonnis hier.

IEF 7632

Een voorstelling van zaken

V.l.n.r. Fatboy, Lounge PillowRechtbank Haarlem, 4 maart 2009, HA ZA 08-431,  Fatboy the Original B.V. tegen Qdesign Ltd. c.s. (met dank aan Diederik Donk & Helen Maatjes, Intellectueel Eigendom Advocaten).

Auteursrecht. Bodemprocedure in Haarlemse Fatboy-zaak. De Fatboy de Original komt niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking.

“Eerst nadat Qdesign haar hoger beroep tegen het kortgedingvonnis op 6 december 2007 had ingetrokken, is zij op de hoogte geraakt van de inhoud van het Bossche kortgedingvonnis van 17 juni 2008, (IEF 6301) waaruit is gebleken dat de voorzieningenechter van deze rechtbank in het vonnis van 17 september 2007  (IEF 4759) op grond van een valse voorstelling van zaken een auteursrecht voor Fatboy op de Fatboy the Original heeft aangenomen.  De rechtbank van oordeel, gelet op de omstandigheden genoemd in het voorgaande onder 4.4 en 4.5, dat invordering van verbeurde dwangsommen thans naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is te achten.” 1019h proceskosten: € 20.726,41. (Afbeelding: v.l.n.r. Fatboy the original en de Lounge Pillow, maatvoering 140x180 cm van Qdesign. Klik voor vergroting)

4.4. (…) Uit het Bossche kortgedingvonnis van 17 juli 2008 blijkt echter dat Setälä zijn schetstekening van de Fatboy the Original heeft vervaardigd door simpelweg overtrekken van de foto van de Airbag van Suppanen in het Finse tijdschrift FRAME van december 1997. Het ontwerp van Setälä mist derhalve originaliteit, op grond waarvan de Bossche voorzieningenrechter in voornoemd kortgedingvonnis heeft geconc1udeerd dat aan de Fatboy the Original geen auteursrechtelijke bescherming toekomt. Het Bossche bodemvonnis van 6 juni 2007 maakt dat oordeel voor de Bossche voorzieningenrechter niet anders, omdat de rechtbank ten tijde van het bodemvonnis niet bekend was met de ontwerpen van de Airbag in het tijdschrift FRAME uit 1997 en deze informatie min of meer bewust door H.M.G. c.s. (verweerders in die procedure) aan de rechtbank is onthouden.

4.5. Gelet op voorgaande omstandigheden is de grondslag aan het Bossche bodemvonnis van 6 juni 2007 en het Haarlemse kortgedingvonnis van 21 september 2007, welk laatste vonnis is gewezen tussen partijen in deze zaak, geheel komen te ontvallen. Fatboy heeft niet duidelijk gemaakt op grond waarvan zij thans desalniettemin een auteursrecht meent te hebben op de Fatboy the Original. Zij heeft weliswaar gesteld dal het Bossche kortgedingvonnis van 17 juni 2008 een groot aantal feitelijke en juridische fouten bevat, maar heeft die stelling op geen enkele wijze onderbouwd en evenmin geconcretiseerd op grond waarvan die stelling dient te leiden tot de conclusie dat zij, anders dan de Bossche voorzieningenrechter - uitgebreid en overtuigend gemotiveerd - heeft geoordeeld, auteursrechthebbende is op de Fatboy the Original. De rechtbank komt derhalve in navolging van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Hertogenbosch tot het oordeel dat de Fatboy the Original niet voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking komt.  Er is daarom evenmin grond voor het oordeel dat Qdesign onrechtmatig heeft gehandeld door in strijd met het auteursrecht van Fatboy haar Lounge Pillow in de maatvoering 140 cm x 180 cm te verkopen, zodat geen grondslag bestaat voor de door Fatboy gevorderde (voorschot op) schadevergoeding.

4.9. Daargelaten de vraag of Qdesign al dan niet (volledig) aan de veroordeling in het vonnis van de voorzieningenrechter heeft voldaan, is de rechtbank van oordeel, gelet op de omstandigheden genoemd in het voorgaande onder 4.4 en 4.5, dat invordering van verbeurde dwangsommen thans naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is te achten. Eerst nadat Qdesign haar hoger beroep tegen het kortgedingvonnis op 6 december 2007 had ingetrokken, is zij op de hoogte geraakt van de inhoud van het Bossche kortgedingvonnis van 17 juni 2008, waaruit is gebleken dat de voorzieningenechter van deze rechtbank in het vonnis van 17 september 2007 op grond van een valse voorstelling van zaken een auteursrecht voor Fatboy op de Fatboy the Original heeft aangenomen. Nu Fatboy, zoals in het voorgaande overwogen, nadien evenmin anderszins haar aanspraak op auteursrecht op de Fatboy the Original heeft onderbouwd, maakt zij misbreuk van recht door thans toch aanspraak te maken op - volgens haar - verbeurde dwangsommen. De rechtbank zal daarom de vorderingen van Fatboy tot verklaring voor recht dat dwangsommen zijn verbeurd en tot veroordeling van Qdesign tot betaling van die dwangsommen, afwijzen.

Lees het vonnis hier of hier (rechtspraak.nl).

IEF 7618

Samenspannen met het doel haar uit te sluiten

Ondernemingskamer Gerechtshof Amsterdam, 3 november 2008, LJN: BH0017. A Beheer B.V. tegen  ICTrack B.V. en B beheer  B.V.

Wanbeleid: onzakelijke handelwijze van bestuurder, bedreiging van de continuïteit van de vennootschappen. Complexe verwikkelingen rond een ontwikkelovereenkomst en het (complotterend) tegenwerken van de overdracht van de IE-rechten, waardoor de continuïteit van de opdrachtgever in gevaar komt. Software. Voor de liefhebber.

3.1 ICTrack is al geruime tijd virtueel failliet en wordt overeind gehouden met leningen van [B] en de bereidheid van [naam] genoegen te nemen met een oplopende vordering in plaats van betaling. Lizatec is met Euro 180.000 plus wat daar nog steeds dagelijks bij komt, verreweg de grootste crediteur. ICTrack heeft de vordering van Lizatec laten oplopen, zonder dat vooralsnog uitzicht bestaat dat ICTrack de vordering ooit zal kunnen voldoen. Het gevolg is dat ICTrack's lot, en daarmee het lot van SampleNavigator, volledig in handen van Lizatec is gelegd. Dit is voor ICTrack des te bedreigender omdat Lizatec zolang haar vordering op ICTrack niet geheel is betaald, de intellectuele eigendomsrechten op SampleNavigator behoudt. ICTrack verkeert derhalve inmiddels in een staat van totale afhankelijkheid van Lizatec. De continuïteit van de onderneming is daardoor in gevaar gebracht.

(…) 3.7 Nu voorts vaststaat dat ICTrack zowel de laatste termijn van 10% van de oorspronkelijke aanneemsom als het ter zake van het meerwerk verschuldigde bedrag niet aan Lizatec heeft betaald, dat zij deswege niet de intellectuele eigendomsrechten van SampleNavigator, zelfs niet die met betrekking tot het oorspronkelijke ontwerp, bezit en dat uitermate kwestieus is of zij ooit in staat zal zijn die eigendom voor zich te (her)winnen, nu Lizatec de contractuele relatie met ICTrack en Wireless heeft beëindigd, moet voorts worden geconcludeerd dat de continuïteit van (de ondernemingen van) de vennootschappen ernstig in gevaar is.

3.8 Lettend op hetgeen hiervoor is overwogen en mede in aanmerking nemende de met [naam] getroffen werkrelatie, van welke het belang voor de vennootschappen als zodanig - eveneens - moet worden betwijfeld, heeft de Ondernemingskamer geen reden te twijfelen aan (de juistheid van) de overwegingen in het onderzoeksverslag dat "[A]  [B] en Lizatec (verdenkt) van samenspannen met het doel haar uit te sluiten van toekomstige door SampleNavigator te genereren revenuen en die revenuen ten goede te doen komen aan de combinatie Lizatec/[B]" en dat "[d]ie verdenking begrijpelijk (is)".

Lees het vonnis hier.

IEF 7617

25.000,- Euro Stoel

Rechtbank ’s-Gravenhage, 25 februari 2009, HA ZA 08-4091, Merryfair Chair System Sdn. Bhd. & Schaffenburg Office Furniture B.V. tegen Euro-Stoel B.V.

Vonnis in incident in auteurs- en modelrechtelijke geschil mbt. bureaustoelen (zie ook Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 17 februari 2009, IEF 7585). Vordering tot zekerheidstelling buitenlandse gedaagde  voor een eventuele proceskostenveroordeling. De rechtbank wijst de vordering toe. Van een uitzondering is in de onderhavige procedure geen sprake.

4.2. Vooropgesteld moet worden dat krachtens het bepaalde in artikel 224 lid 1 Rv een in het buitenland gevestigde eisende partij zoals Merryfair op vordering van de wederpartij verplicht is zekerheid te stellen voor de proceskosten en de schadevergoeding tot betaling waarvan zij zou kunnen worden veroordeeld, tenzij er sprake is van één van de uitzonderingen zoals vermeld in artikel 224 lid 2 aanhef en onder a tot en met d Rv. Van zo een uitzondering is in de onderhavige procedure geen sprake. Er bestaat geen verdrag of EG-verordening waaruit een verbod op zekerheidstelling voortvloeit (sub a) of krachtens welke een veroordeling tot betaling van de proceskosten en schadevergoeding in Maleisië als het land van vestiging van Merryfair ten uitvoer zal kunnen worden gelegd (sub b). Daarenboven hebben Merryfair en Schaffenburg niet betwist dat van toepasselijkheid van sub c dan wel sub d geen sprake is.

4.3. Krachtens artikel 6:51 lid 2 BW moet een aangeboden zekerheid zodanig zijn dat de eventuele vordering van Euro-Stoel op Merryfair uit hoofde van de proceskostenveroordeling behoorlijk is gedekt en dat Euro-Stoel daarop zonder moeite verhaal zal kunnen nemen. Schaffenburg heeft met de enkele stelling dat zij zich garant zal stellen voor de voldoening van de proceskosten van Merryfair niet inzichtelijk gemaakt dat de haar voor ogen staande en niet nader in de wet geregelde garantstelling aan het bepaalde in artikel 6:51 lid 2 BW voldoet. Wat de voorgestelde hoofdelijke proceskostenveroordeling betreft, merkt de rechtbank op dat zo een proceskostenveroordeling niet door Euro-Stoel is gevorderd en bijgevolg op grond van artikel 23 Rv ook niet kan worden uitgesproken.

4.4. De rechtbank zal de vordering tot zekerheidstelling toewijzen en de hoogte van de onherroepelijke afroepgarantie in aansluiting op de categorie ‘overige bodemzaken met repliek, dupliek en/of pleidooi’ van de regeling Indicatietarieven in IE-zaken (raadpleegbaar op www.rechtspraak.nl), zonder daarbij een oordeel te geven over de kwalificatie van de hoofdzaak, maximeren op € 25.000.

4.5. Merryfair zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van het incident. Gelet op de in de hoofdzaak gevorderde proceskostenveroordeling overeenkomstig artikel 1019h Rv zal de rechtbank de beslissing omtrent de kosten aanhouden.

Lees het vonnis hier.

IEF 7613

Op creatieve wijze geoptimaliseerd

Evert van GelderenEvert van Gelderen (De Gier & Stam): Auteursrechten bij computerprogrammatuur. Noot bij Vzr. Rechtbank Zutphen, 20 februari 2009, Dejoha / Digicontrol (IEF 7603).

“Ik plaats daar vraagtekens bij. Ik acht de door de voorzieningenrechter genoemde omstandigheden onvoldoende om te concluderen dat er sprake is van een auteursrechtelijk beschermd werk. Met name niet, omdat Digicontrol een zeer relevant verweer heeft gevoerd, namelijk dat volgens haar slechts uit twee bestaande systemen formules zijn gecombineerd, zodat er geen sprake is van scheppende menselijke arbeid en creatieve keuzes.

Het feit dát de programmeur de modules heeft bewerkt en nieuwe heeft toegevoegd waardoor hardware met andere software kon functioneren, is naar mijn mening niet voldoende om te concluderen dat er is voldaan aan de eisen voor een auteursrechtelijk beschermd werk. (…) naar mijn mening had de voorzieningenrechter moeten beoordelen of er creatieve keuzes zijn gemaakt om de software met de hardware te kunnen laten werken (waren er andere keuzes mogelijk? Is de programmatuur op creatieve wijze geoptimaliseerd? Etc.) en had niet mogen volstaan met de vaststelling dat er sprake is van creatieve keuzes omdat de programmatuur nu kan samenwerken met de hardware.

Lees de noot hier.

IEF 7610

Blinken niet uit in duidelijkheid

Vzr Rechtbank Zwolle, 31 oktober 2008, LJN: BH3530, Eiser tegen Gedaagde (Videobanden New York).

Verstekvonnis. Ondeelbaar werk in de zin van de Auteurswet (1912). Eiser is (tenminste) deelgenoot in het auteursrecht dat op het werk rust en op grond van artikel 3:169 BW is hij dus (tevens) gerechtigd tot het gebruik van het in de gemeenschap vallende auteursrecht. Gedaagde moet eiser in het bezit te stellen van negen videobanden met in New York gemaakte opnamen in de periode van 23 november 2007 tot 6 december 2007. Liquidatie-tarief.  

2.1.  De door eiser betrokken stellingen en de aan de vordering ten grondslag gelegde rechtsgronden blinken niet uit in duidelijkheid. Uit die stellingen volgt, naar het voorshandse oordeel van de voorzieningenrechter, niet dat eiser de enige auteursrechthebbende is van het werk.

2.2.  Met name op grond van de verklaring van [A] kan, als niet weersproken, echter wel worden aangenomen dat de samenwerking tussen partijen, [A] en zijn “associate” heeft geresulteerd in een ondeelbaar werk (in de zin van de auteurswet) van meerdere makers, waaronder eiser. Daaruit volgt dat eiser (tenminste) deelgenoot is in het auteursrecht dat op het werk rust. Op grond van artikel 3:169 BW is hij dus (tevens) gerechtigd tot het gebruik van het in de gemeenschap vallende auteursrecht. Tot dat gebruik kan, naar de voorzieningenrechter begrijpt, ook worden gerekend: het gebruik van de gegevensdrager van het werk, namelijk de videobanden. Nu gesteld noch gebleken is dat het gebruik van de videobanden niet te verenigen is met het (mogelijke) recht dat gedaagde heeft en overigens de vordering evenmin ongegrond of onrechtmatig voorkomt, is zij toewijsbaar. De gevorderde dwangsommen zullen worden gematigd en gemaximeerd.

Lees het vonnis hier.