Auteursrecht  

IEF 19884

Uitspraak ingezonden door Anouck van Gestel, GSJ advocaten.

Meubels wel beschermd, maar geen auteursrechtelijke schending

Belgische gerechten 24 mrt 2021, IEF 19884; (Het Heerenhuis tegen Strak), https://ie-forum.nl/artikelen/meubels-wel-beschermd-maar-geen-auteursrechtelijke-schending

Hof van Beroep Antwerpen 24 maart 2021, IEF 19884, IEFbe 3202, 2018/AR/2178 (Het Heerenhuis tegen Strak) Het Heerenhuis is een meubelmakerij uit Antwerpen die o.a. een bepaald type fauteuil en bijzettafel produceert. Geïntimeerden hebben de auteursrechten op deze producten geschonden volgens Het Heerenhuis. Deze vordert dan ook van het hof dat geïntimeerden de onderstelde schending staken op straffe van verscheidene dwangsommen. Het Heerenhuis vordert daarbovenop een zeer hoge schadevergoeding van geïntimeerden op basis van gederfde winst en geleden verlies. Het hof verklaart voor recht dat de fauteuil en de bijzettafel auteursrechtelijke bescherming toekomen, maar wijst alle overige vorderingen af. 

IEF 19879

Uitspraak ingezonden door Corstiaan Kan, Bremer & De Zwaan.

Impliciete licentie bij grafisch ontwerp

Rechtbank Amsterdam 29 mrt 2021, IEF 19879; (Eiser tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/impliciete-licentie-bij-grafisch-ontwerp

Rechtbank Amsterdam 29 maart 2021, IEF 19879, C/13/681245 / HA ZA 20-304 (Eiser tegen gedaagde) Eiser is grafisch ontwerper en heeft ontwerpwerkzaamheden verricht in het kader van twee projecten: rondom een te lanceren schoenmerk 'Same Same' en rondom het merk van gedaagde. Eiser stelt dat er hierdoor twee keer een overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen, gedaagde brengt daar tegenin dat hij slechts een 'pitch' over zijn opdracht heeft gehouden tegenover eiser. De rechtbank constateert dat de toezeggingen van gedaagde wel degelijk tot het ontstaan van een overeenkomst hebben geleid. Naast dit vordert eiser ook van gedaagde dat hij de al ontworpen logo's en het webdesign niet mag gebruiken zolang er nog niet aan hem is betaald. Hier gaat de rechtbank echter niet in mee. Deze stelt namelijk dat wanneer een ontwerper een beeld creëert voor een klant, hij de klant een impliciete licentie geeft om dit beeld te gebruiken. Zolang er in deze impliciete licentie geen voorbehoud besloten lag, waaruit blijkt dat de klant wel moest betalen voordat hij het beeld mocht gebruiken, mag er gewoon tot gebruik worden overgegaan.

IEF 19852

Uitspraak ingezonden door Paul Kreijger, Visser Schaap & Kreijger en Samantha Janssen van Buma/Stemra.

Afspelen muziek in zorginstellingen vereist vergoeding

Hof Arnhem-Leeuwarden 23 mrt 2021, IEF 19852; ECLI:NL:GHARL:2021:2727 (Dagelijks Leven tegen Sena en Buma), https://ie-forum.nl/artikelen/afspelen-muziek-in-zorginstellingen-vereist-vergoeding

Hof Arnhem-Leeuwarden 23 maart 2021, IEF 19852, ECLI:NL:GHARL:2021:2727 (Dagelijks Leven tegen Sena en Buma) In deze zaak gaat het om de vraag of woonzorgvoorziening Dagelijks Leven voor het afspelen van muziek in de woonkamers van haar zorginstellingen een vergoeding dient te betalen aan Sena en Buma, die namens de rechthebbenden op de auteursrechtelijk beschermde muziek de vergoeding incasseert. De vraag dient wat betreft het Europees geharmoniseerde recht aan de hand van de rechtspraak van het HvJEU met betrekking tot “mededeling aan het publiek” moet worden beantwoord. Het gaat hier om volledige harmonisatie, zodat een aanvullend beroep op artikel 12 lid 4 Aw en artikel 2 lid 7 Wnr niet mogelijk is. Het hof komt daarmee tot hetzelfde oordeel als de kantonrechter, namelijk dat Dagelijks Leven de vergoeding moet betalen.

IEF 19838

Conclusie A-G: Decompileren computerprogramma niet per se inbreukmakend

HvJ EU 10 mrt 2021, IEF 19838; ECLI:EU:C:2021:193 (Top System tegen Belgische Staat), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-a-g-decompileren-computerprogramma-niet-per-se-inbreukmakend

HvJ EU Conclusie A-G 10 maart 2021, IEF 19838, IT 3449, ECLI:EU:C:2021:193 (Top System tegen Belgische Staat) Top System, een ontwikkelaar van computerprogramma's, werkt al verscheidene jaren samen met de Belgische openbare instelling Selor. Zij hebben meerdere digitale toepassingen met elkaar ontwikkeld. Desondanks is er in 2009 tussen partijen een geschil ontstaan omdat Top System van mening was dat Selor - en daarmee ook de Belgische Staat - inbreuk had gemaakt op de exclusieve rechten die zij op een programma had omdat Selor de software hiervan had gedecompileerd. Het Brusselse Hof van beroep heeft naar aanleiding van deze kwestie twee prejudiciële vragen gesteld aan het HvJ EU om meer duidelijkheid te krijgen over in hoeverre het decompileren van een computerprogramma is toegestaan onder Europees auteursrecht. A-G Szpunar formuleert als reactie op de vragen dat dit is toegestaan wanneer dat noodzakelijk is om fouten te verbeteren die de werking van het programma beïnvloeden.

IEF 19825

HvJ EU: UCMR – ADA tegen vereniging

HvJ EU 21 jan 2021, IEF 19825; ECLI:EU:C:2021:50 (UCMR – ADA tegen vereniging), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-ucmr-ada-tegen-vereniging

HvJ EU 21 januari 2021, IEF 19825, IEFbe 3195; ECLI:EU:C:2021:50 (UCMR – ADA tegen vereniging) Het verzoek om een prejudiciële beslissing is ingediend in het kader van een geding tussen UCMR – ADA, een organisatie voor auteursrechten van componisten en culturele vereniging „Suflet de Român” (Ziel van Roemenië), thans in liquidatie, over de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde (btw) op een betaling van door de vereniging aan UCMR‑ADA verschuldigde royalty’s uit hoofde van de mededeling aan het publiek van muziekwerken in het kader van een door de vereniging georganiseerd optreden.
Het verzoek betreft de uitlegging van artikel 24, lid 1, artikel 25, onder a), en artikel 28 van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB 2006, L 347, blz. 1), zoals gewijzigd bij richtlijn 2010/88/EU van de Raad van 7 december 2010 (PB 2010, L 326, blz. 1).

Beantwoording van de prejudiciële vragen: 

IEF 19815

Uitspraak ingezonden door Jeroen van Kampen, Rijksuniversiteit Groningen.

HvJ EU breidt betekenis begrip 'mededeling aan publiek' uit

HvJ EU 9 mrt 2021, IEF 19815; ECLI:EU:C:2021:181 (VG Bild-Kunst tegen SPK), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-breidt-betekenis-begrip-mededeling-aan-publiek-uit

HvJ EU 9 maart 2021, IEF 19815, IT 3435, IEFbe 3194; ECLI:EU:C:2021:181 (VG Bild-Kunst tegen SPK) VG Bild-Kunst is een organisatie voor het collectieve beheer van auteursrechten op het gebied van beeldende kunsten in Duitsland. De Stiftung Preußischer Kulturbesitz (SPK) is een Duitse stichting voor cultureel erfgoed. De twee partijen botsten met elkaar bij het aangaan van een licentieovereenkomst omdat VG Bild-Kunst daarin een bepaling wilde laten opnemen die SPK zou verplichten om doeltreffende technische voorzieningen te treffen tegen het framen van werken en materialen door derden. SPK wilde hier niet in meegaan. Het Duitse Bundesgerichtshof stelde als prejudiciële vraag aan het Hof of het opnemen van een met toestemming van de rechthebbende werk op een website als een mededeling aan het publiek moet worden gezien indien daarmee voorzieniningen tegen framing worden omzeild. Het Hof heeft deze vraag nu positief beantwoord.

IEF 19812

Uitspraak ingezonden door Rutger de Beer en Adonna Alkema, Hofhuis Alkema Groen.

Nordisk geen mede-auteursrechthebbende op TV-format “Psychic Challenge”

Rechtbank Amsterdam 3 mrt 2021, IEF 19812; (Nordisk tegen de curator), https://ie-forum.nl/artikelen/nordisk-geen-mede-auteursrechthebbende-op-tv-format-psychic-challenge

Rechtbank Amsterdam 3 maart 2021, IEF 19812, C/13/650214 / HA ZA 18-645 (Nordisk tegen de curator) Naar het oordeel van de rechtbank in een eerder tussenvonnis was Nordisk voorshands geslaagd in het leveren van het bewijs van haar stelling dat zij voor de helft de mede-auteursrechthebbende is van het format “Psychic Challenge” [IEF 18671]. Nordisk had toegelicht dat de kern van het format was dat er voor de deelnemende helderzienden challenges waren en dat een medewerker van Nordisk mede had bedacht hoe die challenges eruit moesten zien: bijvoorbeeld dat er moest worden gewerkt met taken met gesloten enveloppen, waarop helderzienden hun hand moesten leggen, dat er moest worden gewerkt met een symbolische prijs en dat helderzienden moesten werken met een voorwerp waaraan diepe gevoelens verbonden waren. Nordisk heeft haar stelling dat zij mede-auteursrechthebbende is daarnaast onderbouwd door te wijzen op verschillende documenten waarin telkens Nordisk als joint owner van het format wordt genoemd. De curator heeft echter aangevoerd dat het een medewerker van TéVé was die het format heeft ontwikkeld en uitgewerkt. Er is weliswaar gesproken met de medewerker van Nordisk over zijn ervaringen met helderzienden in een eerder programma, en er is geholpen met het castingproces, maar dat maakt hem volgens de curator geen medemaker. De rechtbank gaat hierin mee en stelt de curator in het gelijk.

IEF 19804

Abaya's niet juridisch beschermd

Rechtbank Den Haag 10 feb 2021, IEF 19804; ECLI:NL:RBDHA:2021:1126 (Eiseres tegen gedaagden), https://ie-forum.nl/artikelen/abaya-s-niet-juridisch-beschermd

Vzr. Rechtbank Den Haag 10 februari 2021, IEF 19804, ECLI:NL:RBDHA:2021:1126 (Eiseres tegen gedaagden) Eiseres is aanbiedster van voor vrouwen bestemde abaya's, los hangende gewaden die bijna het hele lichaam bedekken. Zij is tevens houdster van het geregistreerde Gemeenschapsmodel voor deze abaya's. Gedaagden bieden volgens eiseres soortgelijke kledingstukken aan in hun winkels en stelt dat deze inbreuk maken op haar modelrecht en auteursrecht. De voorzieningenrechter verklaart echter dat dit niet het geval is, aangezien de abaya's van eiseres de vereisten van zowel een eigen karakter als een eigen intellectuele schepping missen. Haar vorderingen zijn dan ook afgewezen.

IEF 19794

Dienst Justitiële Inrichtingen maakt inbreuk op Auteurswet

Rechtbank Den Haag 18 nov 2020, IEF 19794; ECLI:NL:RBDHA:2020:11950 (Gedaagde tegen de Staat), https://ie-forum.nl/artikelen/dienst-justiti-le-inrichtingen-maakt-inbreuk-op-auteurswet

Rechtbank Den Haag 18 november 2020, IEF 19794; ECLI:NL:RBDHA:2020:11950 (Gedaagde tegen de Staat) Gedaagde c.s. hebben in 2008 gezamenlijk een werkboek gepubliceerd waarin een methode is ontwikkeld om gedetineerden te helpen bij het opnieuw inrichten van hun leven en niet terug te vallen in de criminaliteit. In 2011 hebben gedaagde c.s. en de Dienst Justitiële Inrichtingen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, vallend onder de Staat, een overeenkomst gesloten over het gebruik van de intellectuele eigendomsrechten rustend op het werkboek. Gedaagde c.s. zijn van mening dat de Staat in strijd heeft gehandeld met deze overeenkomst en dat zij inbreuk heeft gemaakt op hun persoonlijkheidsrechten ex. artikel 25 lid 1 Auteurswet. De rechtbank oordeelt uiteindelijk dat de Staat alleen inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijkheidsrechten van gedaagde c.s.