Auteursrecht  

IEF 20045

Uitspraak ingezonden door Menno Bruning, Lawyers' Specialist, en Fulco Blokhuis, Boekx.

Conclusie P-G in Uitgeverijen tegen Snappet

Hoge Raad 15 jun 2021, IEF 20045; ECLI:NL:PHR:2021:639 (Uitgeverijen tegen Snappet), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-p-g-in-uitgeverijen-tegen-snappet

HR Conclusie P-G Van Peursem 25 juni 2021, IEF 20045; ECLI:NL:PHR:2021:639 (Uitgeverijen tegen Snappet) Deze auteursrechtzaak gaat over de vraag of het lesmateriaal van Snappet inbreuk maakt op de Leerroutes van educatieve uitgeverijen en vertoont trekken van een reprise van het standaardarrest Heertje/Hollebrand4 over Economie-schoolboeken. Rechtbank en hof oordelen dat van inbreuk geen sprake is. Centraal staat daarbij dat ideeën, didactiek en lesmethodes op zichzelf niet  auteursrechtelijk te beschermen zijn en vrij moeten lopen. Het hof vindt de hier centraal staande Leerroutes van de Uitgeverijen wel (net) over de auteursrechtelijke werkdrempel komen, maar acht de beschermingsomvang gering en oordeelt dat het lesmateriaal van Snappet geen inbreuk maakt. Weliswaar zijn de Leerroutes geconcretiseerd in de betreffende lesmaterialen van de Uitgeverijen, maar er zal niet snel sprake zijn van inbreuk op de onderscheiden werken (alleen al) omdat in het Snappet-lesmateriaal elementen aansluiten op de betreffende methode en daar oefenmateriaal voor zijn. De beschermingsomvang is derhalve niet groot bij dergelijke werken.

IEF 20039

Uitspraak ingezonden door Peter Teunissen, Radboud Universiteit.

HvJ EU over de aansprakelijkheid van (video)deelplatformen

HvJ EU 22 jun 2021, IEF 20039; ECLI:EU:C:2021:503 (Frank Peterson tegen YouTube en Elsevier tegen Cyando), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-over-de-aansprakelijkheid-van-video-deelplatformen

HvJ EU 22 juni 2021, IEF 20039, IT 3558; IEFbe 3237; ECLI:EU:C:2021:503 (Frank Peterson tegen YouTube en Elsevier tegen Cyando)  Beantwoording van prejudiciële vragen. Het betreft hier twee gevoegde zaken. In 2008 zijn op YouTube een aantal werken van muziekproducent Frank Peterson zonder diens toestemming verschenen. In 2013 zijn een aantal werken van uitgeverij Elsevier op het platform van Cyando verschenen. De hoogste Duitse rechter heeft vervolgens een aantal prejudiciële vragen gesteld over de aansprakelijkheid van platformexploitanten met betrekking tot auteursrechtelijk beschermde werken. Allereerst komt de vraag aan de orde of er sprake is van een 'mededeling aan het publiek' in de zin van richtlijn 2001/29. Hierover zegt het Hof dat dit alleen het geval is wanneer het platform er toe bijdraagt dat het publiek toegang tot die content wordt gegeven, wetende dat het om beschermde werken gaat en deze content niet prompt verwijdert of de toegang ertoe niet prompt blokkeert. Om te worden uitgesloten van vrijstelling van aansprakelijkheid moet een platform volgens het Hof kennis hebben van de concrete, onwettige handelingen van gebruikers ten aanzien van de geüploade werken. Zie ook [IEF 18242]. 

IEF 20033

Uitspraak ingezonden door Peter Teunissen, Radboud Universiteit.

HvJ EU: MICM

HvJ EU 17 jun 2021, IEF 20033; ECLI:EU:C:2021:492 (MICM), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-micm

HvJ EU 17 juni 2021, IEF 20033, IEFbe 3236, IT 3555; ECLI:EU:C:2021:492 (MICM) De onderneming Mircom International Content Management & Consulting (M.I.C.M.) Limited (hierna: „Mircom”) heeft bij de ondernemingsrechtbank Antwerpen (België) een verzoek om informatie ingediend tegen Telenet BVBA, een internetprovider. Met dit verzoek wordt beoogd een beslissing te verkrijgen waarbij Telenet wordt gelast om aan de hand van de IP-adressen die een gespecialiseerde onderneming voor Mircom heeft verzameld, de identificatiegegevens van Telenetklanten over te leggen. De internetverbindingen van Telenetklanten zijn gebruikt om via het BitTorrentprotocol films uit de catalogus van Mircom op een peer-to-peernetwerk te delen. Telenet verzet zich tegen het verzoek van Mircom.
De verwijzende rechter heeft het Hof gevraagd of het delen op dit netwerk van onderdelen van een mediabestand met een beschermd werk krachtens het Unierecht een mededeling aan het publiek vormt. Voorts of een houder van intellectuele-eigendomsrechten, zoals Mircom, die deze rechten niet exploiteert, maar schadevergoeding vordert van vermeende inbreukmakers, gebruik kan maken van de maatregelen, procedures en rechtsmiddelen waarin het Unierecht voorziet om de eerbiediging van die rechten te verzekeren, bijvoorbeeld door om informatie te verzoeken. Ten slotte heeft de verwijzende rechter het Hof verzocht duidelijkheid te verschaffen over de vraag of Mircom de IP-adressen van de klanten op rechtmatige wijze heeft verzameld en of het rechtmatig is om de door Mircom aan Telenet gevraagde gegevens te verstrekken. Zie ook het persbericht van het HvJ EU.

Antwoorden op de prejudiciële vragen:

IEF 20025

Uitspraak ingezonden door Alfred Meijboom, Kennedy Van der Laan.

Spoedeisend belang ontbreekt bij auteursrechtinbreuk roostersoftware

Hof Den Haag 15 jun 2021, IEF 20025; ECLI:NL:GHDHA:2021:1552 (Scientia tegen Eveoh), https://ie-forum.nl/artikelen/spoedeisend-belang-ontbreekt-bij-auteursrechtinbreuk-roostersoftware

Hof Den Haag 15 juni 2021, IEF 20025, IT 3548; ECLI:NL:GHDHA:2021:1552 (Scientia tegen Eveoh) Kort geding. Vervolg op [IEF 19452]. Scientia is een wereldwijde leverancier van roostersoftware voor onderwijsinstellingen, waaronder de Syllabus Plus en de Exam Schedular. Scientia maakt voor haar software gebruik van twee databases (ESDB en RDB) die bestaan uit tabellen die door ‘views’ worden weergegeven. Eveoh ontwikkelt ook software ten behoeve van onderwijsinstellingen, waaronder de MyTimetable software. Bij klanten van Eveoh die de roostersoftware van Scientia afnemen, leest de MyTimetable de data van de databases uit. Scientia meent dat Eveoh daarmee inbreuk maakt op haar auteursrechten. Scientia wordt in het ongelijk gesteld vanwege het ontbreken van spoedeisend belang. Er is onvoldoende voortvarend opgetreden tegen het gestelde onrechtmatige handelen. Pas 2,5 jaar na ontvangst van een e-mail heeft Scientia Eveoh gesommeerd het kopieren van de RDB naar haar eigen server te staken. Ook een belangenafweging leidt niet tot de conclusie dat Scientia een bodemprocedure niet meer zou kunnen afwachten.

IEF 20019

Gemaakte woordkeuzes en de rangschikking daarvan leidt tot inbreuk op auteursrechten

Rechtbank Noord-Nederland 18 mei 2021, IEF 20019; ECLI:NL:RBNNE:2021:2363 (Mr. Chadd tegen Mister Einstein), https://ie-forum.nl/artikelen/gemaakte-woordkeuzes-en-de-rangschikking-daarvan-leidt-tot-inbreuk-op-auteursrechten

Vzr. Rechtbank Noord-Nederland 18 mei 2021, IEF 20019; ECLI:NL:RBNNE:2021:2363 (Mr. Chadd tegen Mister Einstein)  Kort geding. Mister Einstein heeft op haar website het woordmerk van Mr. Chadd gebruikt. Daarnaast zijn er ook teksten op de website van Mister Einstein gevonden, die volgens Mr. Chadd bijna letterlijk zijn overgenomen van haar website. Mr. Chadd vordert in dit kort geding dat Mister Einstein deze twee gedragingen staakt en gestaakt houdt. Daarnaast is aan de rechtbank gevraagd om Mister Einstein te bevelen een rectificatie op haar website te plaatsen. Ook al zouden de teksten betrekkelijk algemeen van aard zijn, dan nog is er sprake van een inbreuk. Dit blijkt volgens de voorzieningenrechter met name uit de gemaakte woordkeuzes en de rangschikking van die woorden. Verder oordeelt de rechtbank dat het niet ongebruikelijk is dat er een rectificatie wordt geplaatst, zodra gebleken is dat er een inbreuk op auteursrechten is gemaakt. Mister Einstein is derhalve ook gehouden een rectificatie op haar website te plaatsen voor de duur van één maand. 

IEF 20014

Op- en aanmerkingen niet voldoende voor auteursrechten

Rechtbank Limburg 2 jun 2021, IEF 20014; ECLI:NL:RBLIM:2021:4531 (Eiser tegen 365 Brandz), https://ie-forum.nl/artikelen/op-en-aanmerkingen-niet-voldoende-voor-auteursrechten

Rechtbank Limburg 2 juni 2021, IEF 20014; ECLI:NL:RBLIM:2021:4531 (Eiser tegen 365 Brandz) Eiser heeft als aandeelhouder van 365 Brandz met andere aandeelhouders samengewerkt aan een aantal lifestyle boeken. Nadien heeft eiser zijn aandeel in 365 Brandz verkocht aan de andere aandeelhouders. Eiser stelt vervolgens dat 365 Brandz inbreuk heeft gemaakt op zijn auteursrechten, door de werken te verveelvoudigen en te verkopen. De rechter gaat na of de werken voldoende oorspronkelijk zijn, een eigen karakter hebben en het persoonlijk stempel van de maker dragen. 365 Brandz heeft dit gemotiveerd betwist door te stellen dat eiser enkel de werken heeft nagelezen om te controleren op spelling en op zinsbouw en dat hij die (gedeelten van de) boeken voorzien heeft van op- en aanmerkingen. Ook heeft eiser volgens gedaagde te weinig inhoudelijke kennis van de materie om te spreken van een oorspronkelijk en eigen karakter. De rechtbank oordeelt dat eiser onvoldoende heeft onderbouwd waarom er volgens hem sprake is van een schending van zijn auteursrechten en wijst de vorderingen van eiser af. 

IEF 20005

Tegenstrijdig belang gedurende overdracht muziekwerken is onrechtmatig

Hof Arnhem-Leeuwarden 18 mei 2021, IEF 20005; ECLI:NL:GHARL:2021:4709 (Curatoren B.V.B.A. tegen geïntimeerde en Telstar), https://ie-forum.nl/artikelen/tegenstrijdig-belang-gedurende-overdracht-muziekwerken-is-onrechtmatig

Hof Arnhem-Leeuwarden 18 mei 2021, IEF 20005; ECLI:NL:GHARL:2021:4709 (Curatoren B.V.B.A. tegen geïntimeerde 1 B.V. en Telstar) Deze zaak is na verwijzing van de Hoge Raad bij het hof Arnhem-Leeuwarden terechtgekomen. Telstar B.V. was eigenaar van de rechten van een groot aantal muziekwerken en opnames. B.V.B.A. is in 2007 failliet verklaard en de curatoren vorderen een overdracht om niet van alle rechten van deze werken, omdat de dochter van de maker - destijds bestuurder van de B.V.B.A. en Telstar B.V. - onrechtmatig zou hebben gehandeld door de werken in een aparte B.V. onder te brengen. Het hof oordeelt dat dat inderdaad het geval is geweest, nu de dochter destijds bestuur was van zowel Telstar B.V. als de B.V.B.A. Het hof veroordeelt de B.V.B.A. om die reden dan ook tot overdracht van de werken aan geïntimeerde 1 B.V. 

IEF 19981

Uitspraak ingezonden door Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht, AKD

Voorzieningenrechter: 'powerboat' is werk met eigen, oorspronkelijk karakter

Rechtbank Noord-Nederland 9 jun 2020, IEF 19981; (Atlantic tegen Marell), https://ie-forum.nl/artikelen/voorzieningenrechter-powerboat-is-werk-met-eigen-oorspronkelijk-karakter

Vzr. Rechtbank Noord-Nederland 9 juni 2020, IEF 19981; KG ZA 20-102 (Atlantic tegen Marell) Marell heeft conservatoir beslag gelegd op een zogenaamde 'powerboat', die op het moment van beslaglegging in eigendom was van Atlantic. Marell meent namelijk dat het ontwerp van de boot inbreuk maakt op haar auteursrechten ten aanzien van een aan Marell toebehorend model. Atlantic vordert in dit kort geding opheffing van dat beslag. Atlantic heeft daartoe aangevoerd dat de objectieve trekken van het ontwerp niet gekwalificeerd kan worden als auteursrechtelijk werk. Marell heeft volgens de voorzieningenrechter voldoende gemotiveerd waarom er geen sprake is van louter functionele elementen. De boot heeft een oorspronkelijk karakter en een persoonlijke stempel van de maker. Zodoende wordt dit werk auteursrechtelijk beschermd en de vordering van Atlantic tot opheffing van het beslag wordt afgewezen. Ook in hoger beroep heeft Marell gelijk gekregen [IEF 19978]. 

IEF 19978

Uitspraak ingezonden door Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht, AKD.

Auteursrechtelijk beslag op powerboat is niet ondeugdelijk

Hof Arnhem-Leeuwarden 25 mei 2021, IEF 19978; ECLI:NL:GHARL:2021:5053 (Atlantic tegen Marell ), https://ie-forum.nl/artikelen/auteursrechtelijk-beslag-op-powerboat-is-niet-ondeugdelijk

Hof Arnhem-Leeuwarden 25 mei 2021, IEF 19978; ECLI:NL:GHARL:2021:5053 (Atlantic tegen Marell) Opheffingskortgeding auteursrechtelijk beslag op een powerboat. Marell Boats AB ontwerpt boten. Een van haar boten – een powerboat met typeaanduiding Marell 900CC – is gekopieerd door een partij uit Letland. Deze boot is verkocht aan een partij in het Verenigd Koninkrijk (Atlantic Supreyacht Services Ltd) maar geleverd in Harlingen waar de powerboat aan boord van een groot motorjacht zou worden geplaatst. Op dat moment is namens Marell beslag gelegd op de boot. In dit opheffingskortgeding vorderde Atlantic opheffing van het beslag, onder meer omdat geen sprake zou zijn van een auteursrechtelijke beschermd werk, en niet van inbreuk. Atlantic wordt in het ongelijk gesteld. De vraag wie de maker is van de powerboot wordt beantwoord aan de hand van het recht van het land van herkomst van de maker, in dit geval Zweeds recht. De vragen of het werk voldoende oorspronkelijk is en of appellante daarop inbreuk maakt, worden op grond van de lex loci protectionis beantwoord aan de hand van Nederlands recht. Het vonnis van de voorzieningenrechter wordt bekrachtigd [IEF 19981].