Merkenrecht  

IEF 21199

Toespraak Ellen Gevers - Science Fiction werd Science Fact; tijd voor een virtuele merkenstrategie

IE-diner 26 januari 2023 - toespraak Ellen Gevers (Knijff)

Zal het volgende IE-diner gehouden worden in de metaverse? Hoewel die kans (nog) niet zo groot is, wordt de kans dat de metaverse een rol zal gaan spelen voor het merkenrecht steeds groter. In onderstaande toespraak, zoals deze is uitgesproken door Ellen Gever (Knijff) tijdens het IE-diner van 26 januari 2023, is zij nader in gegaan op de vraag op welke wijze het merkenrecht en de metaverse met elkaar van doen hebben. 

IEF 21192

Authentieke teststrips omgepakt in nagemaakte VS-verpakkingen

Rechtbank Den Haag 30 nov 2022, IEF 21192; ecli:NL:RBDHA:2022:12897 (Abbott c.s. tegen HTG Health & Beauty c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/authentieke-teststrips-omgepakt-in-nagemaakte-vs-verpakkingen

Rechtbank Den Haag 30 november 2022, IEF 21192; ECLI:NL:RBDHA:2022:12897 (Abbott c.s. tegen HTG Health & Beauty c.s.) Abbott c.s. procedeerde in deze zaak tegen verschillende partijen. Zij procedeerde tegen HTG Health & Beauty c.s. wegens verkoop van nagemaakte Abbott Freestyle diabetes teststrips in de EU. De rechtbank heeft beslist dat Abbott c.s. niet kan bewijzen dat HTG Health & Beauty betrokken is bij de verkoop van nagemaakte Abbott Freestyle diabetes teststrips in de EU. HTG Health & Beauty kan dus niet aansprakelijk worden gehouden. Kamstra c.s. werd vervolgens door Abott c.s. beschuldigd van inbreuk op de Abbott Uniemerken middels de verkoop van nagemaakte Amerikaanse verpakkingen van Freestyle teststrips in de EU. De rechtbank heeft vastgesteld dat Kamstra inderdaad inbreuk heeft gemaakt. Abbott c.s. wordt derhalve vergoed voor de schade die zij heeft geleden. PHI werd vervolgens beschuldigd van inbreuk op de Abbott Uniemerken door het vervoeren, opslaan, in- en uitvoeren van nagemaakte Amerikaanse verpakkingen van Freestyle teststrips in de EU, maar de rechtbank stelt vast dat PHI alleen behulpzaam was bij de in- en uitvoer van de teststrips en niet zelf in eigen naam handelde, daarom heeft PHI geen inbreuk gemaakt op de Abbott Uniemerken en kan zij dus niet verantwoordelijk worden gehouden voor de inbreuk. De rechtbank stelt daarentegen wel vast dat PHI onrechtmatig heeft gehandeld door de opslag van de USA-Freestyle teststrips, haar betrokkenheid bij in- en uitvoer daarvan en het regelen van het vervoer van deze teststrips naar Southeastern, omdat PHI wist dat de teststrips werden verscheept als 'plastic sheet' of 'plastic sheets', een verhullende omschrijving die kan wijzen op een bewuste poging om de echte aard van de goederen te verbergen. Hiermee is onrechtmatig gehandeld jegens Abbott c.s. 

IEF 21188

Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg en Sjo Anne Hoogcarspel, Mount Law

Normaal gebruik van het merk

Hof Den Haag 17 jan 2023, IEF 21188; (GIA tegen Gallup), https://ie-forum.nl/artikelen/normaal-gebruik-van-het-merk

Gerechtshof Den Haag 17 januari 2023, IEF 21188; 200.281.622/01 en 200.282.103/01 (GIA tegen Gallup) Het gaat in deze zaak om de vraag of Gallup haar merken normaal heeft gebruikt in de zin van artikel 2.26 Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (BVIE) (thans artikel 2.23bis BVIE). Marktonderzoeken en opinieonderzoeken zijn geen voldoende duidelijk van elkaar te onderscheiden termen en daarom geen logische zelfstandige subcategorieën. Anders dan GIA aanvoert, is er geen sprake van (uitsluitend) handelsnaamgebruik, maar blijkt uit de door Gallup overgelegde stukken dat door gebruik van de naam Gallup onmiskenbaar een verband wordt gelegd met de door Gallup onder de Dienstmerken aangeboden diensten en is daarom (ook) sprake van merkgebruik. GlA heeft niet gesteld, dat de warencategorie waarvoor het Merk 1990 is ingeschreven, zo ruim is dat daarin een subcategorie kan worden onderscheiden die zelfstandig kan worden bekeken, op grond waarvan het geleverde bewijs van normaal gebruik van het Merk 1990 slechts zou leiden tot instandhouding van de subcategorie waarvoor het merk daadwerkelijk werd gebruikt. Aldus moet worden aangenomen dat de waren waarvoor het Merk 1990 is ingeschreven zo nauwkeurig is beschreven en afgebakend dat het relevante publiek daarin geen onderverdelingen zal maken. Daarom is volgens het hof het Merk 1990 normaal gebruikt voor de waren waarvoor het is ingeschreven en daarom niet vervallen.

IEF 21183

Uitspraak ingezonden door Marlies Wiegerinck, ARNOLD & SIEDSMA

Geldig merk

Rechtbank Den Haag 11 jan 2023, IEF 21183; (QLF Brands c.s. tegen Goodstore c.s. ), https://ie-forum.nl/artikelen/geldig-merk

Rechtbank Den Haag 11 januari 2023, IEF 21183; C/09/607372 / T-LA ZA 2 1-157 (QLF Brands c.s. tegen Goodstore c.s.) QLF Brands c.s. vordert samengevat dat de rechtbank bij vonnis Goodstore en Unicorn beveelt iedere inbreuk in de Benelux op het merk en op de handelsnaam lampenlicht.nl te staken en vordert overdracht van de domeinnamen. Goodstore c.s. heeft als meest verstrekkend verweer naar voren gebracht dat het merk nietig is, omdat het onderscheidend vermogen ontbreekt. De rechtbank oordeelt dat het merk onderscheidend vermogen heeft en dus een geldig merk is. Alhoewel er enige overeenstemming is tussen het merk en de door Goodstore c.s. gebruikte tekens, levert dit geen inbreuk op in de zin van artikel 2.20 lid 2 sub b BVIE vanwege het ontbreken van verwarringsgevaar. Er kan ook niet worden vastgesteld dat QLF Brands c.s. een bekend merk is en dus is er ook geen inbreuk op grond van artikel 2.20 lid 2 sub c BVIE. Tot slot is er ook geen sprake van merk- of handelsnaaminbreuk door Goodstore c.s., dus ook niet in strijd met artikel 5 Hnw. 

IEF 21176

Verwarringsgevaar HOLLE en HOLIE

BBIE 12 jan 2023, IEF 21176; https://ie-forum.nl/artikelen/verwarringsgevaar-holle-en-holie

BOIP 12 januari 2023, IEF 21176, IEFbe 3607; N2014662 (HOLLE tegen Holie) Op 11 september 2018 heeft verweerder (Holie Foods) een Benelux aanvraag verricht van het woordmerk HOLIE voor waren in de klassen 29, 30 en 31. Deze aanvraag is onder nummer 1381372 in behandeling genomen en op 8 oktober 2018 gepubliceerd. Op 7 december 2018 stelt opposant (Holle baby food) oppositie in tegen deze inschrijving. Opposant beroept zich daarbij op art. 2.2ter lid 1 sub b BVIE: verwarringsgevaar. Oppositie neemt samengevat de volgende standpunten in. De oudere merken van opposant zijn geregistreerd voor een veelheid aan voedingsproducten met een focus op ontbijtproducten. De onderneming van verweerder biedt volgens opposant ontbijtproducten aan. Volgens opposant is het publiek voor de waren hetzelfde, zijn de merken (HOLLE en HOLIE) van verweerder en opposant in visueel en auditief opzicht identiek en hebben partijen dezelfde verkoopkanalen. Er bestaat volgens opposant dus een serieus gevaar op verwarring. Het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (hierna: het Bureau) gaat met de redenering van opposant mee en oordeelt dat er sprake is van het door opposant gestelde verwarringsgevaar:

IEF 21171

HvJ EU: Christian Louboutin tegen Amazon

HvJ EU 22 dec 2022, IEF 21171; ECLI:EU:C:2022:1016 (Christian Louboutin tegen Amazon), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-christian-louboutin-tegen-amazon

HvJ EU 22 december 2022; IEF 21171, ECLI:EU:C:2022:1016 (Christian Louboutin tegen Amazon) De Luxemburgse rechter in eerste aanleg heeft prejudiciële vragen gesteld over de uitleg van artikel 9, lid 2, van verordening (EU) 2017/1001 inzake het Uniemerk [zie: IEF 19975]. Amazon publiceerde regelmatig verkoopaanbiedingen voor hakken met rode zolen zonder toestemming van Christian Louboutin, houder van het zogenoemde positiemerk ‘rode zool’ voor hoge hakken. De rechter in eerste aanleg stelde de prejudiciële vraag in hoeverre Amazon aansprakelijk kan worden gehouden voor het aanbieden van de hakken op zijn platform.

IEF 21168

Verkregen informatie geen bedrijfsgeheim

Rechtbank Noord-Holland 12 dec 2022, IEF 21168; ECLI:NL:RBNHO:2022:10719 (Locus tegen HAI), https://ie-forum.nl/artikelen/verkregen-informatie-geen-bedrijfsgeheim

Rechtbank Noord-Holland 12 december 2022, IEF 21168; ECLI:NL:RBNHO:2022:10719 (Locus tegen HAI) Locus beroept zich op de Wet bescherming bedrijfsgeheimen en stelt dat HAI onrechtmatig tegenover haar handelt door het verkrijgen van haar bedrijfsgeheimen en het gebruiken daarvan. HAI voert hier tegen aan dat de informatie, die zij van de ex-werknemer van Locus heeft gekregen, openbare informatie betreft die afkomstig is uit (semi-)openbare bronnen, door de werknemer zelf is verzameld en aldus niet als geheime informatie van Locus kan worden beschouwd. De voorzieningenrechter is van oordeel dat Locus niet aannemelijk heeft gemaakt dat de informatie die HAI heeft verkregen van de ex-werknemer van Locus kwalificeert als bedrijfsgeheim(en) van Locus. Locus heeft onvoldoende onderbouwd dat de informatie die aan HAI is verstrekt geheim is en daarom als bedrijfsgeheim moet worden aangemerkt. Ook is de voorzieningenrechter van oordeel dat onvoldoende is gebleken dat HAI zich schuldig heeft gemaakt aan oneerlijke of onrechtmatige concurrentie. 

IEF 21163

Uitspraak ingezonden door Edwin van der Velde en Paul Tjiam, Simmons & Simmons LLP

Geen beschrijvend kenmerk van de waar voor relevante publiek

Rechtbank Den Haag 28 dec 2022, IEF 21163; (I4F LICENSING N.V. tegen REFLIN B.V. en FLOOR TECHNOLOGY B.V.), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-beschrijvend-kenmerk-van-de-waar-voor-relevante-publiek

Rechtbank Den Haag 28 december 2022, IEF 21163; C/09/59427 / HA ZA 20-3 80 (i4F Licensing N.V. tegen Reflin B.V. c.s.) Eiser i4F vordert, onder meer, een pan-Europees verbod om inbreuk te maken op zijn Unie-woordbeeldmerk “3L TripleLock”, vanwege het verwarringsgevaar met het teken “3G TripleLock”. Ten eerste oordeelt de rechtbank dat i4F het Unie-woordbeeldmerk normaal heeft gebruikt bij de aanprijzing van verbindingssystemen die zijn toegepast in onderdelen van vloerpanelen, onder meer op zijn website, in YouTube-video’s, in brochures, in vakbladen, op verpakkingen en op beurzen. Ten tweede oordeelt de rechtbank dat i4F de Beneluxmerken “3L TripleLock” niet te kwader trouw heeft gedeponeerd: i4F heeft de merken normaal gebruikt en het oudere Uniemerk was dus niet aan verval onderhevig. Ten derde en tot slot oordeelt de rechtbank dat het Benelux-woordmerk niet uitsluitend beschrijvend is voor de kenmerken van de waren. Het onderdeel “Triplelock” heeft van huis uit wel een beschrijvend karakter voor vloerpanelen die op drie punten aan elkaar worden verankerd, maar het onderdeel “3L” zal door het relevante publiek, dat mede bestaat uit consumenten van vloerpanelen, niet worden aangemerkt als een beschrijvend kenmerk van de waar. De rechtbank concludeert dat alle vorderingen in reconventie moeten worden afgewezen.

IEF 21157

Uitspraak ingezonden door Niels Mulder, DLA Piper, en Tobias Cohen Jehoram, De Brauw Blackstone Westbroek.

Geen omkering van bewijslast bij uitputtingsvraag

Hoge Raad 22 dec 2022, IEF 21157; (Sporttrading tegen Converse c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-omkering-van-bewijslast-bij-uitputtingsvraag

HR 22 december 2022, IEF21156; (Sporttrading tegen Converse c.s.) Converse heeft in deze zaak verklaring voor recht gevorderd dat Sporttrading inbreuk heeft gemaakt op de merkrechten van Converse. Het hof oordeelde, in tegenstelling tot de rechtbank, dat de bewijslast met betrekking tot de gestelde uitputting van het merkrecht op de curator van Sporttrading rust [IEF 19395], [IEF 13012] en [IEF 17820]. De curator van Sporttrading beweert in het principale beroep dat van een reëel gevaar van afscherming van nationale markten al sprake is in situaties waarin de merkhouder zijn waren binnen de EER in de handel brengt door middel van een exclusief distributiesysteem, en dat de curator de voorwaarden voor uitputting niet zelf hoeft te bewijzen. De Hoge Raad oordeelt dat geen sprake is van omkering van de bewijslast en dat deze bewijslast dus wel ligt bij de curator.

Het incidentele beroep van Converse richt zich tegen de afwijzing van de gevorderde hoofdelijkheid van de veroordeling van Sporttrading, Sport Concept en Brandustry in de kosten van het geding. Naar het oordeel van de Hoge Raad heeft het hof het uitgangspunt miskend dat de veroordeling van twee of meer partijen tot betaling van de proceskosten hoofdelijk is. Daarnaast heeft het hof zijn oordeel dat in dit geval grond bestaat voor afwijking van dit uitgangspunt onvoldoende gemotiveerd. Deze onderdelen van het incidentele beroep slagen en de Hoge Raad zet dit zelf recht.

IEF 21155

Executie Wodkamerken niet geschorst

Rechtbank Den Haag 28 nov 2022, IEF 21155; ECLI:NL:RBDHA:2022:12736 (Russische wodka), https://ie-forum.nl/artikelen/executie-wodkamerken-niet-geschorst

Vzr. Rb. Den Haag 28 november 2022, IEF 21109; ECLI:NL:RBDHA:2022:1736 (Russische wodka) HVY zijn drie voormalige aandeelhouders van de Russische onderneming Yukos Oil Company, welke onderneming in 2006 is gefailleerd. FKP is een Russische staatsonderneming die zich onder meer bezig houdt met de exploitatie van verschillende merken met betrekking tot Russische wodka. Tussen 2006 en 2020 hebben FKP en Spirits in Nederland meerdere procedures gevoerd over de vraag wie van hen rechthebbende op deze merken is. In die procedures heeft FKP zich aanvankelijk op het standpunt gesteld dat de Russische Federatie de merkrechten in 2002 had ondergebracht bij FKP en dat FKP bevoegd was op eigen naam procedures te starten om deze merken op te eisen. FKP en de Russische Federatie hebben op 15 mei 2015 een overeenkomst gesloten waarin staat vermeld dat de rechten op de merken voor zover nodig zijn overgedragen aan FKP. De rechtsverhouding tussen de Russische Federatie en FKP wordt verder bepaald door de statuten van FKP, laatstelijk gewijzigd in 2019. Op 7 mei 2020 hebben HVY beslag gelegd op de merken. FKP vordert HVY te verbieden om tot verkoop van de merken- en auteursrechten over te gaan zolang de geopolitieke situatie in Oekraïne naar verwachting ongewijzigd van negatieve invloed is op de mogelijk te genereren opbrengst uit hoofde van zo een verkoop. De voorzieningenrechter wijst de vordering af.