Merkenrecht  

IEF 21034

Uitspraak ingezonden door Michiel Coops en Maarten Schut, Kennedy Van der Laan.

Brooks gebruikt ‘nitro’ beschrijvend en niet als merk

Rechtbank Den Haag 19 okt 2022, IEF 21034; (Puma tegen Brooks), https://ie-forum.nl/artikelen/brooks-gebruikt-nitro-beschrijvend-en-niet-als-merk

Vzr. Rechtbank Den Haag 19 oktober 2022, IEF 21034; C/09/633991 / KG ZA 22-753 EAM/EB (Puma tegen Brooks) Kort geding. Puma en Brooks maken allebei hardloopschoenen met stikstof in de tussenzool. De geïnjecteerde stikstof bepaalt (in ieder geval voor een groot deel) de demping die de schoen biedt. Het Engelse woord voor stikstof is nitrogen. Nitro is een gangbare afkorting voor nitrogen, zoals ook is geoordeeld door het EUIPO. In maart 2021 heeft Puma de hardloopschoen NITRO op de markt gebracht. Kenmerkend voor deze schoenlijn is dat stikstof is geinjecteerd in de tussenzool van de schoen. Deze techniek wordt ook door andere fabrikanten van sportschoenen gebruikt, waaronder Brooks. De vorderingen van Puma die zijn gebaseerd op een dreigende inreuk op een Uniemerk worden afgewezen. Onder meer omdat Brooks 'nitro' niet gebruikt als merk maar om een kenmerk van haar schoenen te beschrijven.

IEF 21033

Gebruiksrecht logo en handelsnaam mocht niet worden beëindigd

Hof Amsterdam 11 okt 2022, IEF 21033; ECLI:NL:GHAMS:2022:2873 (Appellante tegen geïntimeerden ), https://ie-forum.nl/artikelen/gebruiksrecht-logo-en-handelsnaam-mocht-niet-worden-beeindigd

Hof Amsterdam 11 oktober 2022, IEF 21033; ECLI:NL:GHAMS:2022:2873 (appellant tegen geïntimeerden) Appellante is in hoger beroep gekomen van een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam van 12 augustus 2021 [zie IEF 20178]. In 2004 heeft appellante een franchise-concept opgezet. Franchisenemers konden een broodjeszaak uitbaten met gebruik van handelsnaam en logo in ruil voor een periodieke afdracht. Appellante en geïntimeerden zijn het niet eens over wat precies onder de franchise overname valt. Uiteindelijk heeft appellante iedere samenwerking met gedaagden beëindigd en voor zover noodzakelijk alle gebruiksrechten op het logo, het merk en de handelsnaam beëindigd. Geïntimeerden hebben aan appellante meegedeeld dat partijen nimmer een samenwerkingsovereenkomst zijn aangegaan. Tot op heden maken zij gebruik van het logo en de handelsnaam. Appellante vordert in hoger beroep geïntimeerden te veroordelen de inbreuk op haar merkrecht te staken en gestaakt te houden. Het hof wijst de vordering niet toe omdat er onvoldoende aanleiding is om aan te nemen dat appellant het gebruiksrecht heeft mogen beëindigen.

IEF 21032

Uitspraak ingezonden door Charlotte Vrendenbarg, Universiteit Leiden.

Prejudiciële beslissing over beschermende maatregel

HvJ EU 13 okt 2022, IEF 21032; ECLI:EU:C:2022:791 (Perfumesco tegen Procter & Gamble), https://ie-forum.nl/artikelen/prejudiciele-beslissing-over-beschermende-maatregel

HvJ EU 13 oktober 2022, IEF 21032, IEFbe 3558; C‑355/21, ECLI:EU:C:2022:791 (Perfumesco tegen Procter & Gamble) Procter & Gamble is een producent van parfumerieproducten. Door middel van een verleende licentieovereenkomst had zij het uitsluitende recht om het Uniewoordmerk HUGO BOSS te gebruiken. HUGO BOSS stelt aan de door haar erkende verkopers gratis productmonsters ter beschikking zodat klanten deze kunnen testen. Perfumesco is via een webwinkel actief als groothandelaar in parfumerieproducten. Zij biedt regelmarig productmonsters te koop aan die voorzien zijn van het merk HUGO BOSS, met de mededeling dat deze monsters zich qua geur niet van het gewone product onderscheiden. De zaak komt uiteindelijk bij de verwijzende rechter in kwestie, de Sąd Najwyższy (hoogste rechterlijke instantie in burgerlijke en strafzaken, Polen). Er bestaat onuidelijkheid over de vraag of de productmonsters vernietigd moeten worden. De Sąd Najwyższy verzocht het Hof een prejudiciële beslissing beslissing te nemen over of art. 10, lid 1 richtlijn 2004/48 aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen de uitlegging van een nationale bepaling volgens welke een beschermende maatregel niet kan worden toegepast op goederen die zijn vervaardigd en voorzien van een Uniemerk met toestemming van de merkhouder, maar die zonder zijn toestemming in de handel zijn gebracht in de EER. Het Hof oordeelt dat artikel 10 lid 1 richtlijn 2004/48 zich inderdaad hiertegen verzet. Art. 10 lid 1 richtlijn 2004/48 beperkt zich in de toepassing van beschermende maatregelen niet tot bepaalde vormen van een inbreuk op een IE-recht.

IEF 21027

HvJ EU: KP tegen TV en gemeente Bodman-Ludwigshafen

HvJ EU 13 okt 2022, IEF 21027; ECLI:EU:C:2022:786 (KP tegen TV en gemeente Bodman-Ludwigshafen), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-kp-tegen-tv-en-gemeente-bodman-ludwigshafen

HvJ EU 13 oktober 2022, IEF 21027, IEFbe 3556; C‑256/21, ECLI:EU:C:2022:786 (KP tegen TV en gemeente Bodman-Ludwigshafen) KP is houder van het Uniewoordmerk Apfelzügle. Het begrip "Apfelzügle” duidt op een span van meerdere door een tractor voortgetrokken aanhangers, dat bestemd is voor de appeloogst. Op 26 september 2018 hebben TV en de gemeente Bodman-Ludwigshafen reclame gemaakt voor het plukken en proeven van appels in het kader van een rit met de Apfelzügle. KP heeft bij het Landgericht München (rechter in eerste aanleg, München, Duitsland) een vordering wegens inbreuk op het merk van KP ingesteld, en daarbij verzocht TV en de gemeente Bodman-Ludwigshafen te verbieden het woord "Apfelzügle” voor de door dat merk aangeduide diensten te gebruiken. Voor diezelfde rechter hebben TV en de gemeente Bodman-Ludwigshafen reconventionele vorderingen tot nietigverklaring van het merk van KP ingesteld. KP trekt zijn vordering in, TV en gemeente Bodman-Ludwigshafen handhaven hun reconventionele vordering. De verwijzende rechter vraagt aan het Hof of artikel 124, onder a) en d), en artikel 128 van verordening 2017/100 aldus moeten worden uitgelegd dat een rechtbank bij een inbreukprocedure waarin de geldigheid van het merk door middel van een reconventionele vordering tot nietigverklaring wordt betwist, bevoegd blijft om uitspraak te doen over de geldigheid van dat merk als de hoofdvordering wordt ingetrokken. Het Hof beantwoordt dat een rechtbank in een dergelijke situatie inderdaad bevoegd blijft om uitspraak te doen over de geldigheid van het merk.

 

 

IEF 21015

 

 

Kitcar maakt inbreuk op auteurs- en merkenrechten Ferrari

Hof Den Haag 11 okt 2022, IEF 21015; ECLI:NL:GHDHA:2022:1995 (Ferrari tegen geïntimeerde), https://ie-forum.nl/artikelen/kitcar-maakt-inbreuk-op-auteurs-en-merkenrechten-ferrari

Hof Den Haag 11 oktober 2022, IEF 21015, ECLI:NL:GHDHA:2022:1995 (Ferrari tegen geïntimeerde) Zie ook [IEF 20041]. Ferrari verwijt geïntimeerde dat hij een kitcar te koop heeft aangeboden waarmee inbreuk wordt gemaakt op de merk- en auteursrechten van Ferrari. Zij heeft gevorderd geïntimeerde te bevelen die inbreuken te staken, met nevenvorderingen, waaronder de vordering tot vernietiging van de auto. De rechtbank heeft wel inbreuk op de merken, maar geen inbreuk op de auteursrechten aangenomen en de nevenvorderingen deels toegewezen. De vordering tot vernietiging is afgewezen. Het hof oordeelt dat geïntimeerde wel inbreuk maakt op de auteursrechten van Ferrari. De totaalindrukken van de kitcar stemmen namelijk overeen met de Ferrari Daytona Spider. Het hof oordeelt dat geïntimeerde ook inbreuk maakt op het merkenrecht van Ferrari omdat op de kitcar tekens zijn aangebracht die inbreuk maken op het merk van Ferrari. Geïntimeerde moet de inbreuken staken, de vordering tot vernietiging van de kitcar wordt gedeeltelijk toegewezen. 

IEF 21000

Uitspraak ingezonden door Terry Häcker, marktonderzoekadvies.
 

Lidl moet chocolade paashazen vernietigen

Overig 30 aug 2022, IEF 21000; (Lindt Sprüngli tegen Lidl), https://ie-forum.nl/artikelen/lidl-moet-chocolade-paashazen-vernietigen

Schweizerischen Bundesgericht 30 augustus 2022, IEF 2100, IEFbe 3553; 4A_587/202 (Lindt Sprüngli tegen Lidl) De Zwitserse chocoladefabrikant Lindt Sprüngli heeft haar gouden chocolade paashazen met rode kraag en belletje geregistreerd als driedimensionaal vormmerk. Lidl verkoopt ook gouden chocoladepaashazen die lijken op de paashazen van Lindt Sprüngli. Zwitsers marktonderzoek heeft aangetoond dat de paashazen van Lindt Sprüngli bij het publiek zijn ingeburgerd. Het Bundesgericht (de hoogste rechter in Zwitserland) oordeelt dat er sprake is van verwarringsgevaar door de gelijkenis tussen de twee paashazen. Lidl moet haar voorraad chocolade paashazen vernietigen.

IEF 20996

Conclusie tot verwerping van principale cassatieberoep Maytronics

Hoge Raad 9 sep 2022, IEF 20996; ECLI:NL:PHR:2022:805 (Maytronics tegen ECG), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-tot-verwerping-van-principale-cassatieberoep-maytronics

Parket bij de HR 9 september 2022, IEF 20996; ECLI:NL:PHR:2022:805 (Maytronics tegen ECG)  Zie ook [IEF 19279] en [IEF 19994]. In deze kortgedingprocedure over merkenrecht is ECG (verweerster in cassatie, gedaagde in eerste aanleg) failliet gegaan hangende de procedure in cassatie, voordat de s.t. moest worden genomen. De curator heeft na verkregen toestemming van de rechter-commissaris besloten het geding over te nemen, zonder daartoe te zijn opgeroepen door Maytronics (eiseres tot cassatie, eiseres in eerste aanleg). De wettelijke basis daarvoor lijkt te ontbreken, zodat de procedure lijkt te zijn voortgezet tussen Maytronics en ECG.
Het principale beroep strandt grotendeels bij gebrek aan feitelijke grondslag en belang, waarbij in een aantal klachten geen recht wordt gedaan aan het gegeven dat dit een kortgedingprocedure is. Het voorwaardelijke incidentele beroep over spoedeisend belang zou inhoudelijk ook niet kunnen slagen bij gebrek aan belang, omdat het enkele feit dat niet voortvarend zou zijn opgetreden vóórdat een kort geding aanhangig wordt gemaakt, er niet aan in de weg staat dat een kortgedingrechter oordeelt dat aan het spoedeisend belang vereiste is voldaan. A-G Van Peursem concludeert tot verwerping van het principale cassatieberoep.

IEF 20995

Prejudiciële vragen over bevoegdheid rechter bij merkinbreuk

HvJ EU 29 mrt 2022, IEF 20995; (Lannen MCE), https://ie-forum.nl/artikelen/prejudiciele-vragen-over-bevoegdheid-rechter-bij-merkinbreuk

Markkinaoikeus (Finland) 29 maart 2022, IEF 20995, IEFbe 3551; C-104/22 (Lannen MCE) Prejudiciële vragen. Via MinBuza. Eerste aanleg, gesteld door de markkinaoikeus (rechter in economische zaken, Finland). Lannen MCE is gevestigd in Finland en houder van het Uniemerk WATERMARK. Verwerende vennootschappen Berky en Senwatec maken beide een inbreuk op het Uniemerk van Lannen MCE. Lannen MCE stelt dat het ging om marketingactiviteiten van verweersters op internet, die betrekking hadden op het grondgebied van Finland en zichtbaar waren voor Finse consumenten en handelaren. Verweersters menen dat de gestelde inbreuken niet hebben plaatsgevonden in Finland en de markkinaoikeus daarom in dit geding niet internationaal bevoegd is. 

 

IEF 20990

Veroordeling verdachte wegens merkvervalsing

Hof Arnhem-Leeuwarden 17 aug 2022, IEF 20990; ECLI:NL:GHARL:2022:7198 (Strafzaak tegen verdachte), https://ie-forum.nl/artikelen/veroordeling-verdachte-wegens-merkvervalsing

Hof Arnhem-Leeuwarden 17 augustus 2022, IEF 20990; ECLI:NL:GHARL:2022:7198 (Strafzaak tegen verdachte) Verdachte zou zich schuldig hebben gemaakt aan merkvervalsing. Het hof acht bewezen verklaard dat verdachte opzettelijk wederrechtelijk vervaardigde merken in voorraad had. Ook had verdachte volgens het hof opzettelijk waren in voorraad die voorzien waren met de handelsnaam van een ander of van het merk waarop een ander recht had. Tot slot acht het hof bewezen dat verdachte waren opzettelijk in voorraad had waarop de handelsnaam van een ander of het merk van een ander was nagebootst. Het hof oordeelt dat verdachte inbreuk heeft gemaakt op het merkenrecht van een ander en wordt door verdachte afbreuk gedaan aan het imago van het originele merk. Het hof veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van twaalf maanden en een taakstraf van 240 uren. Ook beveelt het hof de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen.

IEF 20986

Conclusie tot verwerping cassatieberoep o.g.v. artikel 81 RO

Hoge Raad 24 jun 2022, IEF 20986; ECLI:NL:PHR:2022:622 (Diesel tegen Calvin Klein), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-tot-verwerping-cassatieberoep-o-g-v-artikel-81-ro

HR conclusie A-G 24 juni 2022, IEF 20986; ECLI:NL:PHR:2022:622 (Diesel tegen CK) In het geschil tussen Diesel en Calvin Klein (hierna: CK) stond de vraag centraal of het aanbieden van spijkerbroeken met een label op de coin pocket inbreuk maakt op het positiemerk van Diesel. Het hof oordeelde dat er geen sprake was van sub b- of c-merkinbreuk omdat er geen overeenstemming is tussen het merk en het teken [IEF 20134] (zie ook eerste aanleg IEF 18490]). Alle klachten met betrekking tot de totaalindruk van zowel het Diesel-merk als het CK-teken falen volgens van Peursem. Hij voert hiertoe aan dat de vaststelling van het totaalbeeld een feitelijke waardering vergt die is voorbehouden aan het hof als feitenrechter. Ten aanzien van het oordeel over overeenstemming stelt van Peursem dat het hof bij de beoordeling van de overeenstemming niet ten onrechte meer gewicht heeft toegekend aan punten van verschil dan aan punten van overeenstemming. Ook volgt van Peursem de stelling van Diesel dat het oordeel van het hof met betrekking tot de overeenstemming onbegrijpelijk gemotiveerd zou zijn, niet.