Merkenrecht  

IEF 21126

Eetcafé maakt inbreuk op handelsnaamrecht en merkenrecht

Rechtbank Overijssel 30 nov 2022, IEF 21126; ECLI:NL:RBOVE:2022:3632 (Yam Yam tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/eetcafe-maakt-inbreuk-op-handelsnaamrecht-en-merkenrecht

Rechtbank Overijssel 30 november 2022, IEF 21126; ECLI:NL:RBOVE:2022:3632 (Yam Yam tegen gedaagde) Yam Yam exploiteert sinds 2005 onder die handelsnaam een eetcafé in Hengelo en heeft recent haar naam laten inschrijven in het merkenregister. Gedaagde heeft in maart 2021 een eetcafé geopend in Rijssen met de naam Yam Yam Rijssen en Yam Yam Italian kitchen & grill. Yam Yam vindt dat gedaagde daarmee inbreuk maakt op haar handelsnaamrecht en merkenrecht en wil verboden op het gebruik van de naam en schadevergoedingen van gedaagde. De rechtbank oordeelt dat gedaagde met de handelsnamen Yam Yam Rijssen, Italian kitchen Yam Yam grill en Yam Yam italian kitchen & grill Rijssen inbreuk maakt op zowel het handelsnaamrecht als het merkrecht van Yam Yam. De vorderingen tot schadevergoeding worden afgewezen omdat Yam Yam onvoldoende heeft gemotiveerd dat zij schade heeft geleden en nog steeds lijdt als gevolg van de inbreuken die gedaagde heeft gemaakt.

IEF 21123

Uitspraak ingezonden door Marjolein Driessen, Legaltree.

Niet-normaal gebruik merk en oudere handelsnaam

Rechtbank Den Haag 30 nov 2022, IEF 21123; (M&V tegen EGL), https://ie-forum.nl/artikelen/niet-normaal-gebruik-merk-en-oudere-handelsnaam

Rechtbank Den Haag 30 november 2022, IEF 21123; C/09/625476 / HA ZA 22-185 (M&V tegen EGL) M&V is een financier van horecaondernemingen en heeft in 2012 een keten van Argentijnse steakhouserestaurants met de naam 'Gauchos' overgenomen. M&V is houder van een vijftal Beneluxmerken met betrekking tot Gauchos; drie woordmerken en twee beeldmerken. In 2018 is de B.V. EGL opgericht door David. Davids, inmiddels, eenmanszaak El Gaucho is ingebracht in EGL. David maakt sinds 1984 gebruikt van de naam 'El Gaucho' en een bijbehorend logo. Er is geen akte opgemaakt om de handelsnaam van de eenmanszaak aan de B.V. over te dragen. M&V meent dat EGL inbreuk maakt op haar merkenrechten. EGL meent dat haar handelsnaamrechten ouder zijn dan de merkenrechten van M&V. M&V vordert EGL ieder gebruik van 'El Gaucho' en het bijbehorend logo te staken. EGL vordert in reconventie de twee beeldmerkregistraties van M&V vervallen te verklaren. De rechtbank oordeelt dat van de twee beeldmerken gedurende een ononderbroken periode van vijf jaar geen normaal gebruik is gemaakt, de beide beeldmerken worden vervallen verklaard.

IEF 21113

Woordmerk 'General Pipe Cleaners' terecht afgewezen

Gerecht EU (voorheen GvEA) 23 nov 2022, IEF 21113; ECLI:EU:T:2022:721 (General Wire Springs tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/woordmerk-general-pipe-cleaners-terecht-afgewezen

Gerecht EU 23 november 2022, IEF 21113; ECLI:EU:T:2022:721 (General Wire Springs tegen EUIPO) Op 21 augustus 2020 heeft General Wire Springs een verzoek tot inschrijving van het EU-woordmerk 'General Pipe Cleaners' ingediend. De inschrijving wordt geweigerd, General Wire Springs gaat tegen deze beslissing in beroep. De kamer van beroep verwerpt het beroep omdat het teken beschrijvend is en geen onderscheidend vermogen heeft. Het Gerecht oordeelt het teken inderdaad beschrijvend is omdat er rechtstreeks en concreet verband bestond tussen de uitdrukking "Gerneral Pipe Cleaners" en de soort, het type en de bestemming van de waren waarvoor het merk zou worden ingeschreven. Aangezien dit een absolute weigeringsgrond is, komt het Gerecht niet aan de inhoudelijke beoordeling van het onderscheidend vermogen toe. Tot slot meent General Wire Springs dat de kamer van beroep onvoldoende rekening heeft gehouden met de verlening van inschrijving van het aangevraagde teken voor dezelfde waren in de Verenigde Staten. Hierover zegt het Gerecht dat voor het EUIPO niet de verplichting bestaat om in derde landen genomen beslissingen inzake de inschrijving van een internationaal merk te erkennen. Het verzoek wordt afgewezen.

IEF 21100

Uitspraak ingezonden door Jorn Torenbosch, Universiteit Utrecht en KLOS c.s.

HvJ EU: Harman International Industries

HvJ EU 17 nov 2022, IEF 21100; ECLI:EU:C:2022:895 (Harman International Industries), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-harman-international-industries

HvJ EU 17 november 2022, IEF 21100, IEFbe 3579; C‑175/21, ECLI:EU:C:2022:895 (Harman International Industries) Zie [IEF 20826]. Harman produceert audiovisuele apparatuur, waaronder luidsprekers, hoofdtelefoons en audiosystemen. Zij heeft met een distributeur een overeenkomst gesloten voor de verkoop op het Poolse grondgebied van haar waren die zijn voorzien van de Uniemerken JBL en HARMAN, waarvan zij houder is. AB verkoopt op de Poolse markt waren van Harman die zij kocht van een andere leverancier dan de door Harman voor die markt erkende distributeur. Harman heeft bij de Sąd Okręgowy w Warszawie (rechter in eerste aanleg Warschau, Polen), de verwijzende rechter, een vordering ingesteld tot staking van de inbreuk op de rechten die zij aan haar merken ontleende. Volgens de verwijzende rechter bestaat het risico dat de rechterlijke bescherming van het vrije verkeer van goederen wordt beperkt als gevolg van de Poolse rechterlijke praktijk inzake de formulering van het dictum van beslissingen waarbij een inbreuk wordt vastgesteld. 

IEF 21098

HvJ EU: Merck Sharp & Dohme e.a.

HvJ EU 17 nov 2022, IEF 21098; ECLI:EU:C:2022:893 (Merck Sharp & Dohme e.a.), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-merck-sharp-dohme-e-a

HvJ EU 17 november 2022, IEF 21098, LS&R 2130, IEFbe 3577; C-224/20, ECLI:EU:C:2022:893 (Merck Sharp & Dohme e.a.) Via MinBuza: In deze verwijzingsbeschikking worden zeven zaken beschreven die hebben geleid tot de prejudiciële vragen. Deze zaken hebben betrekking op parallelimport/-distributie en herverpakking van geneesmiddelen. Verzoeksters zijn geneesmiddelenfabrikanten en merkhouders voor de geneesmiddelen die elk van hen vervaardigt en verkoopt. Verweersters voeren geneesmiddelen die door verzoeksters in andere landen van de EU in de handel zijn gebracht, parallel in Denemarken in. De verwerende parallelimporteurs herverpakken de geneesmiddelen in nieuwe buitenverpakkingen. Verzoekers stellen dat het merkenrecht een merkhouder het recht geeft om zich in omstandigheden als die van het hoofdgeding te verzetten tegen herverpakking in nieuwe buitenverpakkingen. De verwerende parallelimporteurs betogen dat de herverpakking noodzakelijk en dus rechtmatig is. De vraag rijst of de geneesmiddelenfabrikanten zich kunnen verzetten tegen die herverpakking.

IEF 21097

HvJ EU: Novartis tegen Abacus Medicine

HvJ EU 17 nov 2022, IEF 21097; ECLI:EU:C:2022:891 (Novartis tegen Abacus Medicine), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-novartis-tegen-abacus-medicine

HvJ EU 17 november 2022; IEF 21097, LS&R 2129, IEFbe 3576; C-147/20,ECLI:EU:C:2022:891 (Novartis tegen Abacus Medicine) Via MinBuza. Het verzoek om een prejudiciële beslissing is ingediend in het kader van een geding tussen Novartis Pharma GmbH, die in Duitsland is gevestigd en in deze lidstaat houder is van de exclusieve rechten op de woordmerken Novartis en Votrient, en Abacus Medicine A/S, die is gevestigd in Denemarken, betreffende de verhandeling in Duitsland door laatstgenoemde vennootschap van geneesmiddelen van het merk Votrient die uit andere lidstaten parallel zijn ingevoerd.
Verweerster wil nieuwe verpakkingen gebruiken in plaats van de oorspronkelijke verpakkingen van verzoekster om aan de voorwaarden voor parallelimport te voldoen. Verweerster verwijst hierbij naar artikel 5.3 van verordening 2016/161 “De fabrikanten drukken de streepjescode op de verpakking af op een glad, gelijkmatig en laag reflecterend oppervlak”. Aangezien het etiket vanwege de siliconenlaag op de verpakking van Vorient makkelijk kan worden verwijderd, meent verweerster dat zij als parallelimporteur geen andere keuze heeft dan een eigen verpakking voor de distributie in Duitsland te gebruiken. Verzoekster verzoekt om verweerster te verbieden Votrient in nieuwe verpakkingen in de handel te brengen op grond van artikel 9(2) van verordening 2017/1001.

Beantwoording van de prejudiciële vragen:

IEF 21094

Merk Epsilon Technologies niet vervallen

Gerecht EU (voorheen GvEA) 16 nov 2022, IEF 21094; ECLI:EU:T:2022:710 (Epsilon Data Management tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/merk-epsilon-technologies-niet-vervallen

Gerecht EU 16 november 2022, IEF 21093; ECLI:EU:T:2022:710 (Epsilon Data Management tegen EUIPO) Op 18 augustus 2010 is een EU-beeldmerk ingeschreven ten behoeve van Epsilon Technologies. Op 23 mei 2019 heeft Epsilon Data Management een vordering tot vervallenverklaring ingesteld omdat het merk niet binnen een onafgebroken periode van vijf jaar normaal is gebruikt. De nietigheidsafdeling heeft het merk voor klasse 35 vernietigd, Epsilon Technologies is hiertegen in beroep gegaan. De kamer van beroep heeft de beslissing van de nietigheidafdeling vernietigd. Tegen deze beslissing is Epsilon Data Manegement in beroep gegaan met twee gronden; het bestreden merk wordt niet gebruikt in zijn ingeschreven vorm en het bestreden merk wordt niet gebruikt voor de diensten waarop het merk betrekking heeft. Het Gerecht oordeelt dat de kamer van beroep terecht heeft vastgesteld dat het bestreden merk is gebruikt in een vorm die het onderscheidend vermogen ervan niet wijzigt. Verder oordeelt het Gerecht dat het normale gebruik van het bestreden merk is bewezen voor de gehele categorie "advies inzake marktbeheer: verkoopbevordering". Het beroep van Epsilon Data Management wordt verworpen.

IEF 21089

"Wellmonde" maakt geen inbreuk op "Well and Well"

Gerecht EU (voorheen GvEA) 9 nov 2022, IEF 21089; ECLI:EU:T:2022:687 (Pharmadom tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/wellmonde-maakt-geen-inbreuk-op-well-and-well

Gerecht EU 9 november 2022, IEF 21089, IEFbe 3574; ECLI:EU:T:2022:687 (Pharmadom tegen EUIPO) Op 12 december 2016 heeft Wellstat Therapeutics Corp het EU-woordmerk Wellmonde geregistreerd. Op 10 april 2017 heeft Phardom hiertegen oppositie ingesteld omdat eerder het merk Well and Well is ingeschreven. De oppositie is door de kamer van beroep van het EUIPO afgewezen. Het Gerecht oordeelt dat er een geringe mate van visuele overeenstemming is tussen Wellmonde en Well, dat geldt ook voor de fonetische overeenstemming. De tekens stemmen tevens niet begripsmatig overeen. Tot slot oordeelt het Gerecht dat er ook geen sprake is van verwarringsgevaar, de oppositie is terecht afgewezen.

IEF 21087

Oppositie tegen beeldmerk wolf terecht afgewezen

Gerecht EU (voorheen GvEA) 9 nov 2022, IEF 21087; ECLI:EU:T:2022:697 (Société Elmar Wolf tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/oppositie-tegen-beeldmerk-wolf-terecht-afgewezen

Gerecht EU 9 november 2022, IEF 21087, IEFbe 3573; ECLI:EU:T:2022:697 (Société Elmar Wolf tegen EUIPO) Op 25 juli 2016 heeft Fuxtec GmbH, een Duitse verkoper van tuingereedschap, een Unie-beeldmerk geregistreerd. Het merk is een afbeelding van de kop van een wolf. Société Elmar Wolf heeft op 17 augustus 2017 tegen deze registratie oppositie ingesteld omdat haar merk ook de kop van een hond/wolf afbeeldt. De oppositie is door de kamer van beroep van het EUIPO afgewezen. Het Gerecht stelt dat de kamer van beroep terecht heeft geoordeeld dat de betrokken tekens visueel slechts in geringe mate overeenstemmen. Ook heeft de kamer van beroep terecht geoordeeld dat de tekens niet conceptueel overeenstemmen. Tot slot is er geen sprake van verwarringsgevaar. Het beroep van Société Elmar Wolf wordt verworpen.

IEF 21078

Oppositie tegen K Water merk onterecht toegewezen

Gerecht EU (voorheen GvEA) 9 nov 2022, IEF 21078; ECLI:EU:T:2022:700 (L'Oréal tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/oppositie-tegen-k-water-merk-onterecht-toegewezen

Gerecht EU 9 november 2022, IEF 21078, IEFbe 3571; ECLI:EU:T:2022:700 (L'Oréal tegen EUIPO) Op 10 juli 2019 heeft L'Oréal bij het EUIPO een aanvraag tot inschrijving van een beeldteken K Water als EU-merk ingediend. Arne-Patrik Heinze heeft op 15 augustus 2019 oppositie ingesteld tegen deze inschrijving. De oppositieafdeling heeft de oppositie afgewezen, maar deze beslissing is vernietigd door het EUIPO. Het EUIPO heeft namelijk geoordeeld dat er verwarringsgevaar is tussen de twee merken. L'Oréal is tegen deze beslissing in beroep gegaan. Het Gerecht oordeelt dat de visuele overeenstemming tussen de twee merken als gering moet worden beschouwd, evenals fonetische overeenstemming. Begripsmatig verschillen de merken van elkaar. Tot slot oordeelt het Gerecht dat er geen sprake is van verwarringsgevaar. De beslissing van het EUIPO wordt vernietigd.