Octrooirecht  

IEF 4895

Taksenregime

mv.gifVoorgenomen aanpassing instandhoudingstaksen voor octrooien, Staatscourant 17 oktober 2007, nr. 201 / pag. 11.

"De Minister van Economische Zaken is voornemens om de grondslag van het huidige taksenregime te herzien en zal hiertoe het Uitvoeringsbesluit van de Rijksoctrooiwet 1995 aanpassen. Thans betaalt iedere octrooihouder vanaf het eerste jaar na verlening van het octrooi dezelfde instandhoudingstaks, ongeacht de verleningsduur. Dit zal worden vervangen door een systeem dat uitgaat van een vaste instandhoudingstaks per jaar na indiening van de octrooiaanvraag."

Lees hier  meer.

IEF 4891

Wapperen in Polen en China

rfid.gifRechtbank ’s-Gravenhage, 10 oktober 2007, KG ZA 07-1000, On Track Innovations Ltd. Tegen Smartrac N.V.

Wel gemeld, nog niet besproken. Grensoverschrijdende bevoegdheid rechtbank Den Haag (onbetwist). Pools en Chinees recht zijn toepasselijke recht (wet conflictenrecht onrechtmatige daad en marktaanknoping). Wapperen met octrooi niet onrechtmatig. Liquidatietarief (geen verantwoording gevraagde proceskosten).

Eiser OTI brengt beveiligingstechnologie voor creditkaarten en identiteitsbewijzen op de markt, OTI bezit tevens een aantal octrooien.Smartrac brengt beveiligde RFID inlays voor paspoorten en contactvrije (credit)card systemen op de markt. Zij heeft wereldwijd octrooibescherming verkregen. De octrooi portefeuille van Smartrac werd eind december 2006 uitgebreid door een schikking met het bedrijf Assa Abloy AB uit Zweden. Het conflict tussen Smartrac en Assa ging over de eigendom van bepaalde octrooien op het terrein van RFID-chips die gebruik maken van "wire embedding technology". Smartrac werd bij de schikking alleen eigenaar van deze octrooien. Hierop gaf zij een persbericht uit.

Op 22 januari 2007 stuurde Smartrac een "to whom it may concern" brief aan verscheidene marktpartijen buiten Nederland. De brief werd oa. aan de Poolse onderneming PWPW gezonden. PWPW is een klant van OTI. Smartrac houdt geen octrooien of octrooirechten met gelding in Polen.

Daarnaast heeft het Singaporese verkoopkantoor van Smartrac op 5 april 2007 de Chinese

staatsonderneming FRI te Beijing, China, aangeschreven in naam van Smartrac. Een briefwisseling tussen beide partijen volgt en Smartrac geeft op 7 augustus 2007 bij brief aan dat FRI met haar kaarten inbreuk maakt op haar octrooien. De Chinese advocaten van Smartrac bereiden thans een octrooi-inbreukprocedure voor tegen FRI.

Deze zaak ziet alleen op beweerdelijk onrechtmatige mededelingen in de markt door Smartrac.

Met betrekking tot de bevoegdheid en het toepasselijk recht oordeelt de rechter dat zowel art. 3 lid 2 (hoofdregel lex locus delicti) als art. 4 lid 1 en 2 (marktaanknoping bij ongeoorloofde mededinging)  van de Wet conflictenrecht onrechtmatige daad Pools en Chinees recht aanwijzen. Het betoog van OTI dat Nederlands recht van toepassing is wordt afgewezen. Erfolgsort Polen en erfolgsort China pevaleren boven Handlungsort Nederland.

De mededelingen in Polen

De schikking van Smartrac met Assa maakt aannemelijk dat behoefte bij Smartrac bestond om duidelijkheid te scheppen in de markt: "Zonder een dergelijke aanleiding – onduidelijkheid in de markt of Smartrac wel gerechtigd was met betrekking tot de in haar inlays toegepaste techniek – valt ook niet goed in te zien waarom Smartrac zich geroepen zou voelen om zó omstandig en gelardeerd met een legal opinion de eigendomsrechtelijke historie met betrekking tot haar inlay octrooiportefeuille uit de doeken te doen."

"Hoewel de wederzijds ingebrachte opinies naar Pools recht elkaar tegenspreken, is naar voorlopig oordeel volgens Pools recht geen sprake van onrechtmatig handelen van Smartrac in de zin van artt. 3 en 15 van de Poolse Unfair Competition Act (UCA). Dat zou naar Nederlands recht niet anders zijn geweest, omdat niet is gebleken dat Smartrac ter zake van haar wat wel genoemd wordt "wapperen" met octrooirechten een verwijt valt te maken, terwijl evenmin anderszins sprake is van een misleidende mededeling in de zin van art. 6:194 BW."

De mededelingen in China

De brief is, bezien in het licht van wat daar aan brieven en besprekingen vooraf is gegaan. niet onrechtmatig.  Hierbij wordt in aanmerking genomen dat op grond van art. 57 van de Chinese octrooiwet in geval van verdenking van octrooiinbreuk eerst pogingen in het werk moeten worden gesteld om by mutual consultation tot een oplossing van het geschil te geraken. Dit is wat Smartrac beoogde te doen.

Het verwijt van OTI dat "gewapperd" wordt met octrooien waarvan men redelijkerwijs moet weten dat deze niet geldig zijn wordt gepasseerd. Uit de feiten blijkt namelijk geenszins ongenoegzaam dat de octrooipositie van Smartrac wankel zou zijn.

De stelling "According to several analyses of our experts and our lawyers, these cards (sc. de vanwege FRI op de markt gebrachte smartcards van de tweede generatie Chinese nationale eID kaart, Vzr.) are 100% in infringement with our patents" geeft niet aan met welke precieze (onderdelen van) smartcards, inrichtingen of werkwijzen inbreuk zou worden gemaakt door of vanwege FRI op welke conclusies van de twee ingeroepen Chinese octrooien.

"Daarbij worden bovendien de in de brief bedoelde "several analyses" noch bij die brief gevoegd, noch anderszins kenbaar gemaakt en evenmin in de onderhavige procedure ingebracht. Zou dit naar Nederlands recht mogelijk verwijtbaar kunnen worden geacht in de zin van de "wapper" rechtspraak (maar dat behoeft in dit kort geding niet te worden beslist en zou naar Nederlands recht ook pas deugdelijk kunnen worden beoordeeld, indien duidelijk zou zijn wat de merites van de gestelde octrooiinbreuk zijn en wat de wetenschap omtrent die merites bij Smartrac behelst), daarvan is naar Chinees recht voorshands geen sprake. Er is voor zover kenbaar geen sprake van dreiging zonder grond, gegeven de naar Chinees recht voldoende onderbouwde inbreukaantijging in de "communicatie"-brief, terwijl er voorts geen sprake is van onredelijke verzoeken aan FRI – gegeven art. 57 Octrooiwet, als uiteengezet in 4.19. – of het vermelden van onjuiste feiten, één en ander in de zin van art. 14 van de Chinese PRC Anti- Unfair Competition Law."

Door OTI is onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de betreffende brief moet worden opgevat als een act of unfair competition in de zin van art. 2 (5) PRC Anti-Unfair Competition Law.

Proceskosten volgens liquidatietarief, aangezien er geen verantwoording is overgelegd voor de wel gevraagde werkelijke proceskostenveroordeling.

Lees het vonnis hier.  

IEF 4884

Over persoonlijk financieel gewin

Kamervragen met antwoord, nr. 151, 2e Kamer.  Vragen van de leden Jasper van Dijk en Kant (beiden SP) aan de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over persoonlijk financieel gewin voor wetenschappelijk onderzoek. (Ingezonden 29 augustus 2007) ; antwoord. O.a:

Deelt u de mening dat met publiek geld gefinancierde ontdekkingen in het publieke domein behoren te blijven en dus voor iedereen beschikbaar dienen te zijn?

Ja, en dat gebeurt ook. Octrooien beperken het commerciële gebruik door derden, niet de publieke beschikbaarheid van kennis.”

Lees alle vragen en antwoorden hier.

IEF 4883

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank ’s-Gravenhage,16 oktober 2007, KG ZA 07-816, Enza Zaden Beheer B.V. Tegen Vilmorin & Cie S.A. & Nickerson Zwaan B.V. (met dank aan Simon Dack, De Brauw Blackstone Westbroek).

“De uitvinding als neergelegd in het octrooi heeft betrekking op de ontwikkeling van stabiele cytoplasmatisch mannelijk steriele (CMS) groentegewassen uit de familie der Composieten. De familie van de Composieten (de "Compositae") is een plantenfamilie van zaadplanten, welke verschillende plantengeslachten omvat, zoals onder andere de groentegewassen witlof, sla en andijvie, maar ook de zonnebloem en bijvoorbeeld het madeliefje (Bellis perennis) en de paardenbloem (Taraxacum officinale).”

Lees het vonnis hier.

IEF 4879

De vorm van een ronde tafel

union.gifThe Dutch Group of UNION organises a Roundtable on the Protection of the Shape of Products. This Roundtable takes place at the Kurhaus Hotel, in the afternoon of October 25, 2007. UNION is an association of practitioners in the field of Intellectual Property, that is, of individuals whose principal professional occupation is concerned with Patents, Trade Marks or Designs.

Willem Hoorneman (CMS Derks Star Busman) will explore the issue from an aesthetic perspective and Bas Pinckaers (Van Doorne N.V.) from a technical perspective. David Musker (R.G.C. Jenkins & Co.) will give the UK perspective. The Roundtable will be followed by a reception providing a meet and greet opportunity with UNION members from all over Europe.

Nadere informatie over Union, de Roundtable, en een registratieformulier hier.

IEF 4848

Niet-permanent resident

Voorzitter Raad van State, 5 oktober 2007, LJN: BB5223. Verzoeker tegen Minister van Buitenlandse Zaken.

Het verzoek strekt er toe dat de Voorzitter een voorziening treft inhoudende dat verzoeker door de Minister alsnog wordt aangemerkt als niet-permanent resident teneinde als werknemer van een internationale organisatie, het EOB, te worden vrijgesteld van het betalen van belasting van personenauto's en motorrijwielen en belasting over de toegevoegde waarde voor een door verzoeker aanschafte personenauto.

Naar voorlopig oordeel van de Voorzitter heeft de Minister zich terecht op het standpunt gesteld dat de mededeling van 25 juli 2006 aan het EOB geen besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Awb. (…) De aanspraak op die privileges en immuniteiten, waaronder de vrijstelling voor werknemers van de EOB van het betalen van belasting van personenauto's en motorrijwielen en van belasting over de toegevoegde waarde voor de aanschaf van een personenauto, vloeit voort uit het Protocol en de Zetelovereenkomst. De mededeling daarover van de Minister, noch de statusvermelding op een door hem te verstrekken identiteitskaart is daarvoor constitutief. De in voormelde verhouding omtrent de uitleg of toepassing van de Zetelovereenkomst kunnen door partijen ingevolge artikel 19 van die overeenkomst worden voorgelegd aan een scheidsgerecht.

Op grond van vorenoverwogene acht de Voorzitter het waarschijnlijk dat de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar van verzoeker in rechte stand zal houden. De Voorzitter ziet daarom geen aanleiding tot het treffen van de gevraagde voorziening.

Lees de uitspraak hier.

IEF 4846

Wel inbreuk, geen veroordeling

recdrag.gifRechtbank 's-Gravenhage, 5 oktober, KG ZA 07-1017, Schuh c.s. tegen Omnimark B.V. c.s.

Een octrooizaak met een reclamerechtelijk kantje. Schuh is octrooihouder van EP-1.604.346 (EP'346) en bestuurder van 4Medea Werbeproduktionen. De in EP'346 belichaamde uitvinding kan worden toegepast als spaninrichting van een op de zijde van een vrachtauto te plaatsen reclamedoek. Bij die toepassing worden op de zijwand aluminium profielen gemonteerd waarin het zeil kan worden geschoven door middel van een peesprofiel. De vernieuwing ten opzichte van de stand van de techniek betreft kort gezegd het toepassen van meerdere steunlijsten, die het mogelijk maken de spanning in het reclamedoek aan te passen.

Omnimark heeft (onbetwist) aan Grolsch en Vomar montagesystemen verkocht onder de naam Traxx. Onder een valse hoedanigheid heeft een medewerker van 4Media tijdens een bezoek aan het kantoor van Omnimark monsters van het Traxx montagesysteem ontvangen. Volgens Schuh zijn daarbij twee systemen overhandigd, aangeduid als Traxx I en Traxx II. Omnimark betwist dat Traxx II van haar afkomstig is. De rechter vindt dit niet relevant, omdat Traxx II geen inbreuk zou maken.

Verder heeft Omnimark het Traxx-systeem aangeboden op haar website, waar onder meer een PDF-kopie van een tijdschriftartikel kan worden gevonden. Schuh heeft beslag laten leggen op de voorraad van Omnimark en vordert nu onder meer een verbod, opgave van klanten, plaatsen van rectificaties, vernietiging van voorraad, vergoedingen en een dwangsom.

De leveringen aan Grolsch en Vomar hebben plaatsgevonden na het aanvragen van het octrooi, maar voor de publicatie van de verlening. In een dergelijk geval onstaat er pas 30 dagen na betekening van een desbewustheidsexploit recht op een redelijk vergoeding. Nu de verkoop vóór afloop van deze termijn heeft plaatsgevonden, is er geen recht op vergoeding. Om dezelfde redenen heeft Schuh onrechtmatig beslag gelegd, en mag de betreffende voorraad alsnog in het verkeer worden gebracht. In dat geval dient er overigens wel een redelijke vergoeding betaald te worden. Aangezien verdere inbreuk niet bewezen is, wordt er geen verbod uitgesproken.

De reclameuitingen zijn niet misleidend en dus niet onrechtmatig, oordeelt de rechter. Omnimark prijst zich aan als eerste aanbieder in Nederland. Dit is op zich zelf juist. Het is geen grond om in de artikelen te lezen dat Omnimark zich opwerpt als uitvinder. Bovendien is Omnimark aan te merken als rechtmatige aanbieder van het systeem.

Aldus blijft Schuh met lege handen achter en moet ook de proceskosten betalen. Schrale troost is dat Omnimark niet om een volledige kostenvergoeding heeft gevraagd en ook niet om uitvoerbaarheid bij voorraad.

Lees het vonnis hier.

IEF 4841

Faits Divers

Kuifje parodie. “Deense schilder mag Kuifje en Magritte parodiëren. (…) In het Tijdschrift voor Belgisch Handelsrecht stuitte de Gentse jurist Dirk Voorhof op een zomerarrest van het Brusselse hof van beroep dat zijn oren deed tuiten. De rechtenhouders van Kuifje (nv Moulinsart) en van René Magritte (Charly Herscovici) werd het recht ontzegd zich nog langer te verzetten tegen de exploitatie van de "parodiërende" schilderijen van Ole Ahlberg. De Deense kunstenaar schildert de stripheld perfect na, maar dan in chique erotische situaties.”

Lees hier meer (Knack.be).

Spelmerk. SBS6 heeft te kennen gegeven hun belspelprogramma Treetz van de buis af te halen. Het evenementenbureau Evotions heeft de televisiezender gesommeerd om dit te doen, omdat SBS6  zich schuldig maakte aan het schenden van het merkrecht. Treetz is al ruim 2 jaar geleden gedeponeerd bij het merkenbureau door evenementenbureau Evotions en was dus niet in positieve zin verrast door het inmiddels ‘lenen’ van hen toegekende merk.

Lees hier meer (FZ.nl).

Nepdesign. “Beter goed gejat dan slecht bedacht? Wat populair is wordt nagemaakt. Soms worden ontwerpen rechtstreeks gekopieerd; soms zijn er wat dingen veranderd, maar is het origineel nog duidelijk herkenbaar. Het is een bekend verschijnsel in de modewereld, maar ook designmeubels worden schaamteloos gekopieerd."

Lees hier meer (Elsevier).

Belastingdienst. “Echt of nep? Leuker kunnen ze het dus wel maken, die Belastingdienst. Ik zag in de Grazia van vorige week deze pagina opduiken. Op het eerste gezicht denk je dat het een 'normale' rubriek is maar als je een pagina doorbladert zie je dat het een advertentie van de Belastingdienst Douane betreft. Erg fraai, leuk gedaan”

Lees hier meer (Molblog.nl).

Open brief aan Dr. Kamil Idris (WIPO): Where were you, Director General, these last days, while the future, the image and the reputation of your Organization were being dragged through the mud a few floors from your office? Where were you when our future, our image and our reputation were at stake? And what is more, when the future of the wealthiest of the UN institutions, the future of intellectual property and the future of creativity and innovation of developing countries were being questioned? Where were you to defend the organisation and us, your staff?

Lees hier meer (IP Watch). 

Domeinindustrie. “In Nederland is er een lokale dochter opgestart van het succesvolle  DomainNews.com. In aanvulling op het algemene nieuws uit de domeinindustrie richt DomainNews.nl zich meer op de Nederlandse markt. Daarmee beantwoordt het gerenommeerde DomainNews de groeiende vraag naar nieuws over domeinnamen in Nederland, die de groei reflecteert van het aantal professionals dat in Nederland met domeinnamen de kost verdient.”

Lees hier meer.

Octrooi op borstkankergen ongeldig. “Het Europese octrooi van Myriad Genetics en de universiteit van Utah op het BRCA1-gen, het bijbehorende eiwit en de toepassingen blijft voor het grootste deel ongeldig. Dat heeft het hof van beroep van het Europese octrooibureau (EPO) in München bepaald. (…) Het Europese octrooi EP 705 902 dateert van 2001. Het werd indertijd aangevochten door het Institut Curie en enkele andere, voornamelijk Franse laboratoria. In 2005 verklaarde het EPO het octrooi grotendeels ongeldig, om technische redenen. Twee andere Myriad-octrooien werden eveneens geheel of gedeeltelijk ongeldig verklaard.”

Lees hier meer. (C2W.nl).

Parodie Musti. Een parodie op de Vlaamse animatiefiguur Musti kan door de beugel. In de parodie heet de witte kat 'Mufti' en krijgt hij naast een donker kleurtje ook de bommengordel van een zelfmoordterrorist. (…) "Deze parodie op Musti zou je kwaadaardig kunnen noemen," zegt juridisch adviseur Ronny Vidts namens ER Productions op nieuwsblad.be. "We zouden kunnen optreden, maar we denken niet dat dit jonge kijkers schade toebrengt."

Lees hier meer (Telegraaf).

IEF 4839

Nog één vraag

1stekamer.bmpKamerstuk 30975, nr. B, 1e Kamer. Wijziging van de Rijksoctrooiwet 1995 en enige andere wetten naar aanleiding van de evaluatie van de Rijksoctrooiwet 1995 van 2006 (Evaluatie 2006 Rijksoctrooiwet 1995); Verslag.

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van bovengenoemd wetsvoorstel en maken graag van de gelegenheid gebruik de minister nog een vraag te stellen. De vraag van deze leden is of in het verlengde van de in de Tweede Kamer aangenomen motie-Aptroot en Gesthuizen (Kamerstuk 30 975 (R 1821), nr. 10), niet alleen innovatievouchers gebruikt kunnen worden voor het aanvragen van een octrooi, maar ook de fondsen die opgebouwd zijn op basis van de Wet Bevordering Speur en Ontwikkelingswerk (WBSO).

Vertrouwende dat de regering tijdig voor de openbare behandeling op bovenstaande vraag zal hebben geantwoord, acht de commissie deze hiermee voldoende voorbereid.

Lees het gehele kamerstuk hier.

IEF 4816

Schermutseling

TGreenhouse-cover.jpgGerechtshof ’s-Gravenhage, 20 september 2007, rolnr. 06/50. Bonar Technical Fabrics N.V. tegen Ludvig Svensson International B.V. (met dank aan Wilfred Steenbruggen en Gertjan Kuipers, De Brauw Blackstone Westbroek).

Octrooirecht. Beroep op nietigheid van het octrooi wegens gebrek aan inventiviteit faalt. Drapeerbaar klimaatscherm ten behoeve van de glastuinbouw berust op uitvinderswerkzaamheid.

Svensson is houdster van het Europese octrooi dat is verleend voor een ‘Flame-retardant, long-time UV-stabilized drapeable screen.’ In dit geding staat de vraag centraal of het (Nederlandse deel van het) octrooi dient te worden vernietigd wegens een door Bonar gesteld en door Svensson bestreden gebrek aan inventiviteit (het niet voldoen aan de in artikel 52 lid 1 EOV gestelde eis van “op uitvinderswerkzaamheid berusten”). Een uitvinding wordt als het resultaat van uitvinderswerkzaamheid aangemerkt, indien zij voor een deskundige niet op een voor de hand liggende wijze voortvloeit uit de stand van de techniek (art. 56 EOV). De stand van de techniek wordt gevormd door al hetgeen vóór de datum van indiening van de Europese octrooiaanvrage op enigerlei wijze openbaar toegankelijk is gemaakt.

Aan de hand van de stand van de techniek constateert het hof dat het scherm van Svensson in een aantal opzichten verschilt van een bekend drapeerbaar scherm (het ‘LS-kasscherm’). Doordat het scherm van Svensson gemaakt is van (i) flexibele stroken bestaande uit een dunne kunststoflaag die halogeen of fosfor bevat (“plastic film”) en (ii) tenminste enkele van de licht en/of warmte reflecterende foeliestroken gelamineerd zijn met deze plastic film en (iii) het garensysteem tenminste gedeeltelijk bestaat uit een vlamvertragend materiaal, is het drapeerbare scherm een moeilijk te ontsteken scherm.

Volgens het hof lag het, gezien de stand van de techniek, niet voor de deskundige voor de hand om een drapeerbaar scherm uit te voeren met de maatregelen volgens de aspecten (i), (ii) en (iii). 10. (…) “De deskundige, die de eigenschappen van het bekende LS-kasscherm of van de bekende schermdoeken van Bonar wil verbeteren in die zin, dat het scherm moeilijker te ontsteken en minder brandbaar is, zal zoeken naar materialen die daaraan kunnen bijdragen (…). Dat juist de materialen, die meebrengen dat aan de genoemde drie aspecten is voldaan, dienen te worden gekozen, vloeit niet op een voor de hand liggende wijze voort uit de hiervoor besproken stand van de techniek. Het moge zo zijn dat de keuze voor een garen van vlamvertragend materiaal wellicht aan de deskundige wordt opgedrongen door het feit, dat dergelijke garens reeds eerder waren toegepast in kasschermen (van Trevira), maar niets in de stand van de techniek brengt de deskundige, naar het oordeel van het hof, op de gedachte om dergelijke garens te combineren met flexibele stroken van kunsstof, die halogeen of fosfor bevatten.”

Dat het voor een deskundige niet voor de hand lag om te komen tot een dergelijk drapeerbaar scherm leidt het hof ook af uit het gegeven dat de bekende LS-kasschermen reeds dateren uit de jaren tachtig, dat Bonar haar schermen begin jaren negentig op de markt bracht, dat het vlamvertragend materiaal reeds in 1986 werd toegepast in brandvertragende kasschermen en dat het kunststofmateriaal reeds in 1990 bekend was. Niettemin heeft noch Bonar, noch Svensson in dit alles aanleiding gezien om het drapeerbare scherm volgens het octrooi te construeren, ondanks dat er kennelijk behoefte bestond aan brandvertragende kasschermen. Kennelijk eerst  in 1993 is Svensson erin geslaagd het geoctrooieerde scherm te ontwerpen en daarvoor octrooi aan te vragen. (12.)
 
Het hof bekrachtigt in het principale beroep het vonnis van de rechtbank, waarin de vordering van Bonar tot vernietiging van het octrooi is afgewezen.

In het incidentele beroep had Svensson nog geklaagd over een aantal overwegingen van de rechtbank. Volgens het hof heeft Svensson geen belang meer bij de behandeling van haar grieven, nu het hof heeft geoordeeld dat het octrooi van Svensson niet vernietigd wordt en dat het vonnis van de rechtbank, “wat er ook zij van de overwegingen van de rechtbank”, dient te worden bekrachtigd.

Lees het arrest hier. Eerder bericht + vonnis rechtbank: IEF 1184.