Portretrecht  

IEF 14883

Hoogte schadevergoeding n.a.v. inbreuk portretrecht nog vast te stellen

Rechtbank Amsterdam 15 april 2015, IEF 14883; ECLI:NL:RBAMS:2015:2103 (Van Gaal tegen Interbest)
Uitspraak ingezonden door Fulco Blokhuis en Jurian van Groenendaal, Boekx Advocaten. Portretrecht. Tussenvonnis. Interbest verzorgt reclamecampagnes en organiseert met Night Writers een schrijfwedstrijd rondom het WK-voetbal in 2014. Interbest plaatst in een advertentie een foto met de beeltenis van Van Gaal. Geconcludeerd wordt dat Interbest inbreuk maakt op het portretrecht van Van Gaal. Dat Interbest de foto heeft gekocht via Getty Images en een licentie heeft gekregen voor het gebruik van de foto, doet hier niet aan af. Onvoldoende onderbouwd is dat ook Night Writers betrokken is geweest bij de openbaarmaking van het portret. Geen parodie, ook geen analoge toepassing van de parodie-exceptie. De rechtbank stelt Van Gaal in de gelegenheid om nader uiteen te zetten wat de hoogte is van de verzilverbare populariteit in gevallen als de onderhavige.

De beoordeling:

4.2. Op grond van artikel 21 Aw is openbaarmaking van een (niet in opdracht gemaakt) portret niet geoorloofd voor zover een redelijk belang van de geportretteerde zich tegen de openbaarmaking verzet. Volgens vaste rechtspraak kan een “redelijk belang” in de zin van het portretrecht van artikel 21 Aw ook gelegen zijn in het belang van de geportretteerde om zijn populariteit, verworven in de uitoefening van zijn beroep, te verzilveren. In het onderhavige geval beroept [de bondscoach] zich op dit - volgens hem - zorgvuldig door hem opgebouwde “commercieel” portretrecht. Dat Interbest de bewuste foto, zoals zij aanvoert, heeft gekocht via Getty Images en een licentie heeft gekregen voor het gebruik van de foto, doet er niet aan af dat er inbreuk kan worden gemaakt op het portretrecht van [de bondscoach]. Vast staat immers dat [de bondscoach] geen toestemming heeft gegeven voor het gebruik van zijn portret door Interbest.

4.4. [...] Interbest heeft de foto niet gebruikt voor een nieuwsbericht, maar voor een commerciële uiting van Interbest. Dat Interbest (vrijwel) niets heeft verdiend aan het Spel, ontneemt niet het commerciële karakter aan de door haar gepubliceerde advertenties, die er immers op waren gericht haar Spel onder de aandacht van een zo groot mogelijk publiek te brengen. Interbest geeft verder zelf aan dat zij door deze campagne meer ‘exposure’ heeft gekregen, met name binnen de branche van ‘communicatieprofessionals’. Naar het oordeel van de rechtbank heeft [de bondscoach] dan ook een redelijk belang om zich te verzetten tegen het gebruik van zijn portret door Interbest ter promotie van een door Interbest georganiseerd spel.

4.5. De subsidiaire verweren van Interbest en Night Writers gaan evenmin op. Het beroep van Interbest en Night Writers dat het gebruik van de foto valt onder het citaatrecht van artikel 15a Aw of de parodie-exceptie binnen het Auteursrecht, zien immers niet op het portretrecht. En ook indien deze leestukken analoog zouden kunnen worden toegepast op het portretrecht, blijft in dit geval sprake van het gebruik van het portret in een advertentietekst en niet in (bijvoorbeeld) een kunstuiting. Het gebruikmaken voor een advertentie van de verzilverbare populariteit van een bekend persoon zonder diens toestemming, is niet opeens geoorloofd als het portret op een grappig (bedoelde) manier wordt gebruikt, of indien maar een klein (maar herkenbaar) gedeelte van het portret (functioneel) wordt gebruikt. De verzilverbaarheid blijft ook dan bij de persoon die dit in eerste instantie had kunnen verzilveren.

4.7. [de bondscoach] heeft echter naar het oordeel van de rechtbank - in het licht van het verweer van gedaagden dat Night Writers slechts betrokken is geweest bij de (organisatie van) de jurering en niet bij de marketing van het Spel - onvoldoende onderbouwd dat ook Night Writers betrokken is geweest bij de openbaarmaking van het portret van [de bondscoach] in de bewuste advertentie. [...]

4.8. Vervolgens is de vraag aan de orde welk bedrag Interbest dient te betalen als vergoeding voor het gebruik van de populariteit van [de bondscoach]. Volgens het arrest Cruijff/Tirion (HR 14 juni 2013, IER 2013/60) moet de vergoeding recht doen aan de mate van populariteit of bekendheid van de geportretteerde en moet deze in overeenstemming zijn met de waarde van het exploitatiebelang van de geportretteerde in het economisch verkeer. De rechtbank zal daarom aansluiten bij de hoogte van de vergoeding die [de bondscoach] zelf had kunnen bedingen indien hij had ingestemd met het gebruik van zijn verzilverbare populariteit voor een dergelijke campagne. De vraag of [de bondscoach] feitelijk schade heeft geleden door het gebruik van het portret door Interbest (in de zin van gederfde inkomsten uit overeenkomsten met derden of een vermindering van zijn verzilverbare populariteit) doet er niet aan af dat [de bondscoach] recht heeft op vergoeding van het bedrag dat hij in dit geval voor een dergelijke campagne als vergoeding had kunnen bedingen.

4.12. De rechtbank stelt [de bondscoach] daarom in de gelegenheid om - bij voorkeur onderbouwd met stukken - nader uiteen te zetten welke bedragen [de bondscoach] in vergelijkbare gevallen vergoed heeft gekregen. Indien [de bondscoach] niet eerder vergelijkbare overeenkomsten heeft gesloten, zal zoveel mogelijk moeten worden aangeknoopt bij wat vergelijkbare personen in een vergelijkbare situaties als vergoeding hebben gevraagd. Daarbij is tevens van belang dat inzage wordt gegeven in de mate waarin een bijzonder evenement als het wereldkampioenschap voetbal de verzilverbare populariteit van [de bondscoach] (of een vergelijkbare persoon in een vergelijkbare situatie) tijdelijk verhoogt.

Lees hier de uitspraak (pdf / html)

Op andere blogs:
AMS Advocaten
Dirkzwager

IEF 14793

Annotatie Hugenholtz bij arrest Cruijff-Tirion

P.B. Hugenholtz, Annotatie bij Hoge Raad 14 juni 2013 (Cruijff / Tirion-De Jong), NJ 2015-13, nr. 112.
(...) Het Cruijff-arrest [IEF 12766] is belangrijk omdat de Hoge Raad, mede op basis van de rechtspraak van het EHRM, nu ook het commerciële portretrecht situeert binnen de werkingssfeer van art. 8 EVRM. “Juist bij de personen die door hun beroepsuitoefening bekendheid genieten, kunnen commerciële belangen gemoeid zijn bij de openbaarmaking van hun portret. Ook dergelijke belangen vinden onder art. 8 EVRM bescherming […]” (r.o. 3.6.3). De door het portretrecht beschermde zakelijke reputatie (‘verzilverbare populariteit’) is dus ook een aspect van het door art. 8 beschermde persoonlijkheidsrecht. Daarmee doorbreekt de HR het onderscheid tussen de morele en commerciële belangen van de geportretteerde. Beide soorten belangen vinden in art. 8 EVRM bescherming; hiermee zet de HR dus een belangrijke stap in de richting van de stellingen van Cruijff/Dommering.

Maar de Hoge Raad leidt uit de Straatsburgse jurisprudentie geen absoluut portretrecht af. “Niet geldt als uitgangspunt dat voor openbaarmaking steeds voorafgaande toestemming van de geportretteerde is vereist” (r.o. 3.5). Het op art. 8 EVRM geënte portretrecht zal steeds moeten worden afgewogen tegen de in art. 10 EVRM beschermde uitingsvrijheid. Dat had de HR overigens al eerder overwogen in het arrest Ferdi E. [HR 21 januari 1994, NJ 1994/473, m.nt D.W.F. Verkade]. Beide fundamentele rechten zijn in beginsel gelijkwaardig [EHRM 7 februari 2012 (Caroline von Hannover/Duitsland II)].

IEF 14760

Clooney-kloon toegestaan

Bijdrage ingezonden door Bas Kist, Chiever. Espresso Club, een concurrent van Nespresso, heeft zijn eigen George Clooney. In december vorige jaar lanceerde het bedrijf in Israël een nieuwe commercial met David Siegal, een acteur die grote gelijkenis vertoont met George Clooney. In de commercial zie je Clooney-kloon Siegal een winkel van Espresso Club verlaten, terwijl hij zijn verbazing uitspreekt over het feit dat je daar alleen voor de cupjes betaalt en niet voor de machine.

RECHTSZAAK VERLOREN
Nespresso, dat Clooney al jaren kapitalen betaalt om wereldwijd zijn cupjes te promoten, spande een juridische procedure aan, maar verloor deze onlangs kansloos. Volgens de Israëlische rechter bezit Nespresso geen rechten op de persoon George Clooney.

‘DEZE ACTEUR IS NIET GEORGE CLOONEY’
Natuurlijk roept de commercial wel de gedachte op aan Nespresso, maar dat moet je zien als een geoorloofde parodie van een concurrent die een goedkoper en minder elitair alternatief aanbiedt. Bovendien, verwarrend is het niet, want telkens als Siegal in beeld komt verschijnt boven in beeld de tekst: ‘deze acteur is niet George Clooney’.

PORTRETRECHTEN CLOONEY
De commercial blijft dus gewoon op de buis. Nespresso had er misschien goed aan gedaan om Clooney zelf ook als partij in deze zaak te betrekken, zodat ze ook Clooneys portretrechten hadden kunnen inzetten. Die werken soms ook tegen het gebruik van look-alikes.

Dit artikel verscheen eerder in NRC Handelsblad Clooney-kloon toegestaan NRC 12-03-2015

IEF 14614

Camerabeelden voetbalwedstrijd FC Utrecht en FC Twente mochten op internet

HR 7 januari 2014, IEF 14614; ECLI:NL:HR:2014:41 (Camerabeelden FC Utrecht-FC Twente)
Als randvermelding. Portretrecht in KNVB-voorwaarden. Privacy. Grondrechten. Strafrecht. Art. 359a Sv. Verwerping verweer onrechtmatig verkregen bewijsmateriaal. Ongeregeldheden tijdens en na voetbalwedstrijd FC Utrecht en FC Twente. Tonen van camerabeelden op het internet. Het oordeel van het Hof dat art. 2 Politiewet 1993 in samenhang met art. 141 en 142 Sv als wettelijke basis kan dienen voor het tonen van een of meer foto(‘s) van verdachte op internet is juist.

Het oordeel van het Hof erop neerkomende dat het tonen van de camerabeelden van verdachte op het internet in de gegeven omstandigheden niet in strijd is met beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit, zodat het tonen van de beelden van verdachte op het internet niet onrechtmatig is geweest en geen vormverzuim als bedoeld in art. 359a Sv oplevert dat tot bewijsuitsluiting of strafvermindering aanleiding kan geven, is niet onbegrijpelijk en behoefde, mede gelet op hetgeen ten verwere is aangevoerd, geen nadere motivering.

Uit de Conclusie PG:

7. Hoewel de middelen terecht niet klagen over de opname van de beelden, besteed ik daar kort aandacht aan. Artikel 9 van de vanaf 1 juli 2013 geldende standaardvoorwaarden van de KNVB3 luidt als volgt: (...)
9.2 Een ieder die zich in het Publiek bevindt bij een Evenement:
e. doet afstand van zijn/haar portretrecht, voor zover het gaat om beelden in of rond het Stadion waarbij hij / zij herkenbaar in beeld komt.”

8. Zowel de opname als het gebruik van afbeeldingen4 is in artikel 9.2 van een ruime grondslag voorzien. Door de aanschaf van een toegangsbewijs voor een voetbalwedstrijd (nader gedefinieerd in art. 1 onder f) stemt de bezoeker in met de beeld en/of geluidsopname van zijn naam, stem en portret. Als ik het goed zie zijn aan het maken van opnamen geen nadere voorwaarden gesteld. Het gebruik van de opnamen is in beperkte mate nader omschreven. De bezoeker van een voetbalwedstrijd doet in ruime mate afstand van zijn recht op persoonlijke levenssfeer. Hoewel dat mij wel de toon lijkt te zetten in een zaak als de onderhavige, zal ik er verder niet op in gaan. (...)

10. Nu ik de vraag naar afstand van het recht op de persoonlijke levenssfeer hierboven uitdrukkelijk buiten haken heb gezet -het Hof heeft aan die kwestie geen woord gewijd- resteert de vraag naar de toereikende grondslag van de verspreiding van de beelden via internet. Volgens het Hof vormen de artikelen 2 Politiewet 1993 en 141 jo 148 Sv waarin de taakstelling van de politie is geregeld een voldoende wettelijke grondslag. Het Hof laat zich niet uit over de vraag of door de verspreiding van de beelden via internet een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de verdachte is gemaakt en daarmee neemt het Hof dus ook geen standpunt in over de mate waarin een dergelijke inbreuk mogelijk heeft plaatsgehad. In de weergave van het verweer van de verdediging in het arrest, maar ook in de pleitnota zelf valt niet terug te lezen dat stelling is genomen voor wat betreft de vraag of er wel of niet sprake was van een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer en de mate waarin dat het geval was. In cassatie wordt het punt niet meer dan aangestipt (schriftuur onder 7): “De hier gewraakte inbreuk op de privacy is dermate ingrijpend dat daarvoor onvoldoende rechtsgrond is aan te wijzen in artikel 2 van de politiewet 1993. Waarbij de gehele context waarin de foto werd genomen en gepubliceerd in aanmerking dient te worden genomen.” De wijze waarop op dit punt het cassatiemiddel wordt ingericht biedt weinig houvast. Immers niet duidelijk wordt gemaakt waarom er sprake is van een al dan niet ingrijpende inbreuk op de persoonlijke levenssfeer en evenmin welke factoren bepalend zijn voor de vraag of een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer als ingrijpend moet worden aangemerkt of niet.

17. In de onderhavige zaak heeft het Hof niets vastgesteld omtrent de verstrekking van de beelden aan een derde zoals een beheerder van een internetsite of een tot uitzending per televisie gemachtigde. De Wet politiegegevens biedt een basis voor (verwerking en) verstrekking van (door de politie op rechtmatige wijze verkregen) beelden (gegevens). Het verstrekken van de beelden (het Haagse Hof spreekt van ter beschikking stellen) is daarmee dus geregeld onder de in de Wet politiegegevens geregelde voorwaarden. Het verspreiden in de zin van tonen van de beelden op televisie, een openbare website of digitale borden op een plaats waar veel mensen komen is hiermee echter nog niet zonder meer van een wettelijke basis voorzien. De verstrekking geschiedt natuurlijk juist met het oog op de verspreiding, maar de verspreiding kan meer en minder ingrijpende vormen aannemen. Al met al komt het mij voor dat hoe dan ook voor die verspreiding dus teruggevallen moet worden op de eerder nader aangeduide algemene taakstellende artikelen. Als gezegd heeft het Hof dat in de hier aan de orde zijnde zaak dan ook terecht gedaan.
IEF 14435

Kim Kardashian wil alleenrecht op billenselfie

Bijdrage ingezonden door Bas Kist, Chiever. Kim Kardashian, de Amerikaanse society-ster die voornamelijk bekendheid geniet door haar indrukwekkende achterwerk, dreigt in een interessant conflict verwikkeld te raken met fitnessmodel Jen Selter. Tot grote ergernis van Kardashian publiceert Shelter op Instagram voortdurend selfies van haar billen. Shelters’ bilpartij schijnt qua omvang en uiterlijk overeenstemming te vertonen met het achterwerk van Kardashian.

NA PORTRETRECHT NU OOK REET-RECHT?
Kardashian, die meent dat de billenselfie toch een beetje haar domein is, overlegt nu met haar advocaten of zij Shelter kan stoppen. Dat is natuurlijk de vraag. Het lijkt alsof Kardashian meent dat zij in het verlengde van het bekende portretrecht een vergelijkbaar recht voor haar achterwerk bezit, zeg maar een soort reet-recht. Op het eerste gezicht lijkt het Amerikaanse recht daar niet in te voorzien.

AUTEURSRECHT POSE?
Maar helemaal met lege handen staat Kardashian misschien ook weer niet. Een bepaalde originele pose op een foto kan onder het auteursrecht vallen en als Selter die specifieke pose heeft gekopieerd dan zou dat een inbreuk kunnen zijn. Maar dan nog, Kardashian is er duidelijk op uit alle selfies van Selter te weren. Maar een monopolie op de billenselfie in het algemeen zit er niet in, zelfs niet voor iemand als Kardashian.

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in NRC Handelsblad Kim Kardashian wil alleenrecht op billenselfie NRC 02-12-2014

IEF 14337

Noriega vangt bot

Bijdrage ingezonden door Bas Kist, Chiever. Manuel Noriega, de voormalige dictator van Panama, krijgt geen schadevergoeding voor het gebruik van zijn personage in de videogame Call of Duty. Dat heeft de rechtbank van Los Angeles op 27 oktober bepaald (pdf).

HOGE BOMEN
Volgens de rechter moet ‘the right of publicity’ van Noriega wijken voor de vrijheid van expressie van de makers van het spel. De rechter laat hierbij nadrukkelijk meewegen dat hoge bomen nu eenmaal veel wind vangen. Dat de ex-dictator zo’n hoge boom is mag blijken uit zijn carrière. Het vonnis geeft een uitgebreide opsomming van alle feiten waarmee Noriega jarenlang het nieuws domineerde: van zijn banden met drugskartels, de illegale wapenleveranties en de aanslag op de US-ambassade in Panama, tot en met de vondst in zijn residentie van foto’s van Hitler en van een gigantische collectie pornografie.

WELKE REPUTATIE?
Wie dit allemaal op zijn kerfstok heeft is een ‘notorious public figure’ en dan moet je niet moeilijk doen over zo’n videogame, aldus de rechter. Bovendien is Noriega niet de hoofdpersoon in het spel: hij speelt een vrij onderschikte rol. En van aantasting van zijn reputatie, zoals de man had betoogd, kan al helemaal geen sprake zijn: welke reputatie?, lijkt de rechter zich af te vragen als hij verwijst naar de indrukwekkende loopbaan van Noriega.

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in NRC Handelsblad Noriega vangt bot NRC 31-10-2014

IEF 14236

Manuel Noriega bezorgd over reputatie

Bas Kist, 'Manuel Noriega bezorgd over reputatie', NRC Handelsblad 25 september 2014.
Wie dacht dat Manuel Noriega, de voormalig dictator van Panama, op zijn lauweren rustte heeft het mis. De inmiddels 80-jarige Noriega, die sinds 1990 gevangen zit vanwege drugssmokkel, witwasserij en politieke moorden, is onlangs vanuit zijn cel een rechtszaak gestart tegen Activation Blizzard, de producent van de populaire videogame Call of Duty: Black Ops II.

DEEL VAN DE WINST
In dit spel, dat overigens al in 2012 uitkwam, figureert Noriega als kidnapper, moordenaar en staatvijand nummer 1.Volgens Noriega wordt zijn reputatie door het spel geschaad. Maar wie de stukken goed leest ziet dat het de man toch niet alleen om eerherstel gaat, maar vooral om de centen. Call of Duty is al twee jaar een kaskraker en Noriega wil nu eindelijk ook graag eens een deel van de winst zien. Dan hadden ze maar toestemming moeten vragen, aldus Noriega.

RIGHT TO PUBLICITY
Ondanks het feit dat je je kunt afvragen wat er nog te beschadigen valt aan de reputatie van Noriega, is de ex-dictator misschien toch niet kansloos. Immers, het Amerikaanse recht kent ‘the right to publicity’, waarmee je je kunt verzetten tegen ongeautoriseerd gebruik van je persoon in commerciële uitingen, zoals een videogame.

Bas Kist

IEF 14219

Crimesite moet beschuldigingen verwijderen en rectificeren

Vzr. Rechtbank Amsterdam 18 september 2014, IEF 14219 (Ghanese koning tegen Crimesite Camilleri)
Onrechtmatige publicatie. Portretrecht. Vanwege de gebrekkige feitelijke onderbouwing alsmede vanwege de wijze waarop de verdenkingen zijn ingekleed worden een achttal artikelen van crimesite Camilleri door de voorzieningenrechter onrechtmatig geacht. Anonimisering van namen en portretten wordt bevolen, en ook moet een rectificatie worden geplaatst.

3.2. [eiser] en [eiseres] stellen hiertoe – samengevat weergegeven – onder meer dat alle uitlatingen van [gedaagde 1], Camilleri en [gedaagde 3] die zijn gedaan op de verschillende websites onrechtmatig zijn. Hetzelfde geldt voor de herkenbare portretfoto’s van [eiser] en [eiseres] die bij die uitlatingen zijn geplaatst. Het betreft privéfoto’s die door [eiser] nooit in de openbaarheid zijn gebracht en die afkomstig zijn van de door de politie op 21 november 2010 meegenomen laptop van [eiser] die door de politie aan [gedaagde 1] is gegeven.

3.3. Overigens kan [gedaagde 1] niet verantwoordelijk worden gehouden voor de inhoud van artikelen die elders (op de website van Camilleri) worden geplaatst. Op zijn eigen website heeft [gedaagde 1] enkel een link naar Camilleri geplaatst en dat is niet onrechtmatig.

4.16. De conclusie tot zover is dat de acht artikelen van Camilleri vanwege de gebrekkige feitelijke onderbouwing daarvan alsmede vanwege de wijze waarop de verdenkingen jegens [eiser] en [eiseres] zijn ingekleed onrechtmatig kunnen worden geacht jegens [eiser] en [eiseres]. Mede gezien het feit dat de verdenkingen bijzonder ernstig van aard zijn en vermoed kunnen worden bijzonder ernstige gevolgen te hebben voor [eiser] en [eiseres], weegt hun recht op bescherming van hun goede naam zwaarder dan de vrijheid van meningsuiting van Camilleri. Eenzelfde conclusie kan worden getrokken met betrekking tot de op de website van Camilleri gepubliceerde foto’s van [eiser] en [eiseres] waarop zij herkenbaar zijn afgebeeld. Waar het gaat om het portretrecht dient immers door de rechter in beginsel een gelijksoortige afweging te worden gemaakt als onder 4.3 van dit vonnis bedoeld. De nieuwswaarde van de foto’s acht de voorzieningenrechter gering, aangezien [eiser] en [eiseres] niet kunnen worden aangemerkt als publieke personen. Dit leidt tot toewijzing van de vorderingen jegens Camilleri op de navolgende wijze.

Vordering a zal worden toegewezen in die zin dat de gewraakte acht artikelen in hun geheel offline dienen te blijven. De in het petitum opgenomen beschuldigingen zijn zodanig in de acht artikelen verweven dat het nagenoeg onmogelijk is de beschuldigingen uit de artikelen te “filteren”.
Vordering b zal worden toegewezen in die zin dat de portretfoto’s van [eiser] en [eiseres] dienen te worden verwijderd. Daarnaast dienen hun namen en voornamen in de artikelen waarin zij zijdelings voorkomen te worden geanonimiseerd. Het betreft de drie als productie 54 door eisers in het geding gebrachte artikelen ([persoon 4] ([leeftijd]) vergreep zich aan meer kinderen, Kort geding ‘Ghanese koning’ tegen journaliste en Vastgoedmagnaat [gedaagde 1]: ‘besmeuringshetze steeds verder ontrafeld).
Vordering c (de rectificatie) zal worden toegewezen op de wijze zoals in het dictum van dit vonnis vermeld.
Vordering d zal worden toegewezen voor zover het de zoekmachine van Google betreft. Voor het overige wordt de vordering te onbestemd geacht.
Vordering e zal worden toegewezen in die zin dat het Camilleri bij de huidige stand van zaken zal worden verboden de onder a van het petitum genoemde beschuldigingen wederom te uiten. Mocht Camilleri in de toekomst beschikken over nieuw of aanvullend bewijs dan kan het haar vrij staan, afhankelijk van de aard van dit bewijs, opnieuw over deze kwestie te publiceren. Met toewijzing van vordering e wordt derhalve niet bewerkstelligd dat Camilleri voor altijd monddood wordt gemaakt.

IEF 14162

De gestolen naaktfoto’s van Kate Upton, Jennifer Lawrence en tientallen anderen

J. van Groenendaal, De gestolen naaktfoto’s van Kate Upton, Jennifer Lawrence en tientallen anderen, IEF 14162
Bijdrage ingezonden door Jurian van Groenendaal, Boekx Advocaten.
Het is even schrikken voor een flink aantal actrices, popsterren en modellen. Een hacker heeft toegang gekregen tot hun iCloud account met daarop persoonlijke foto’s en filmpjes. In deze cloud worden - in beginsel automatisch - kopieën opgeslagen van beelden die met Apple-apparaten zijn gemaakt. En de celebs houden er nogal wat naaktfoto’s en pikante video’s op na. Van onder meer model Kate Upton en actrice Jennifer Lawrence werd dit soort materiaal online gezet. Sommigen ontkenden de authenticiteit van de beelden, maar andere gaven toe dat het om echte foto’s gaat. En er zou nog veel meer gepubliceerd worden. Een lijst met tientallen bekende vrouwen werd gepubliceerd op internetforum 4Chan, waar de hackers hun buit presenteerden.

Voyeurisme
Een schrale troost voor de vrouwen is dat het civielrechtelijk een makkelijke zaak wordt. Het publiceren van foto’s, in de beslotenheid van een privéomgeving genomen, schendt de persoonlijke levenssfeer evident. Al helemaal wanneer er naakt of erotiek in beeld is. Alhoewel het publiek op zichzelf wel informatie mag ontvangen over het privéleven van celebrities, wordt er een grens overschreden wanneer de publicatie niet bijdraagt aan een publiek debat. In de Von Hannover I en II uitspraken heeft het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (“EHRM”) het publieke debat als essentieel criterium aangemerkt in de belangenafweging van grondrechten.1 Het grondrecht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer aan de ene kant en het grondrecht op vrijheid van meningsuiting aan de andere kant. In de Von Hannover II uitspraak is bovendien overwogen dat het louter bevredigen van nieuwsgierigheid geen zwaarwegend belang is. Het gaat natuurlijk om puur voyeurisme wanneer naaktfoto’s worden gestolen en gedeeld. De manier waarop de foto’s zijn verkregen speelt ook een relevante rol. Het is alsof een inbreker door je onderbroekenla gaat, maar dan voor het oog van de hele wereld. Een belangenafweging door de rechter dient onder deze omstandigheden in het voordeel van de celebrities uit te vallen.

Axel Springer en Naomi Campbell
Het openbaar maken van deze naaktfoto’s is in die zin heel anders dan de zaak over een Duitse acteur door Axel Springer.2 De acteur werd voor bezit van cocaïne gearresteerd op een openbaar festival. Dat vond hij ook tot zijn loutere privésfeer behoren. Een dagblad publiceerde over het voorval met de volledige naam van de acteur en zijn foto. Dat was volgens het EHRM toelaatbaar. Zijn bekendheid bij het publiek, de betrouwbaarheid van de feiten (een openbaar aanklager had het voorval bevestigd) en een drugsverleden speelden in de belangenafweging een rol. Naast het feit dat bekende personen ook een voorbeeldfunctie bezitten voor het publiek. Een soortgelijke zaak betrof supermodel Naomi Campbell die werd gefotografeerd buiten een afkickkliniek.3 Het publiceren van de foto’s ging echter te ver volgens het EHRM. Al was het op zichzelf gerechtvaardigd om over het feit dat zij onder behandeling was te berichten. In het oordeel speelde mee dat de met telelens genomen foto’s een negatief effect op haar behandeling zouden kunnen hebben, en ook niets wezenlijks bijdroegen aan de berichtgeving.

Strafbaar
Het stelen van beeldmateriaal uit de cloud en het openbaar maken van dat materiaal heeft ook zeker strafrechtelijke gevolgen. Computervredebreuk, het omzeilen van een beveiliging en het binnendringen van een computer, is een strafbaar feit. Daarvoor zullen de autoriteiten de hackers van de cloud van de celebrities moeten zien te vervolgen. Maar ook al wordt in deze opinie het woord “stelen” herhaaldelijk gebruikt, van diefstal in de zin van het Wetboek van Strafrecht is geen sprake. Dat is relevant voor iedereen die de foto’s overneemt en openbaar maakt. Zij lopen anders het risico zelf vervolgd te worden voor heling. Volgens de Hoge Raad is diefstal van virtuele items uit een game weliswaar te kwalificeren als diefstal, maar daar ging het om virtuele spullen waarover de eigenaar feitelijk de beschikkingsmacht verloor.4 Dat is bij de foto’s niet het geval. Wel kan het openbaar maken van beeldmateriaal waarvan de verkrijger weet dat het door een misdrijf is verkregen, onrechtmatig zijn.5 SBS mocht geen beelden uitzenden van de gestolen digitale camera van (toen nog) prinses Máxima.

Manon Thomas
In Nederland hebben we de zaak Manon Thomas gehad. Naaktfoto’s en een filmpje van Thomas werden gestolen door haar buurman, die toegang had gekregen tot haar computer. Die foto’s werden gedeeld via MSN aan een klein groepje personen en het filmpje werd op Youtube gezet. De strafrechtelijke veroordeling door rechtbank en gerechtshof voor inbreuk op het auteursrecht, werd door de Hoge Raad gecasseerd wegens een vormfout.6 De primair ten laste gelegde computervredebreuk en belediging konden niet bewezen worden. Voor de ad informandum aan de dagvaarding toegevoegde feiten met betrekking tot inbreuk op het auteursrecht, had een nieuwe dagvaarding gemaakt moeten worden. Dat was niet gebeurd waardoor het OM niet ontvankelijk werd verklaard. Wel was Thomas toen al succesvol in het verwijderen van de foto’s en het filmpje van internet. Naast de strafrechtelijke relevantie van het auteursrecht in deze zaak, in de praktijk zeldzaam, kon zij het ook gebruiken voor civielrechtelijke vorderingen tot verwijdering natuurlijk.

Secundaire openbaarmakers
Of de hackers ooit gevonden en vervolgd worden valt zeer te betwijfelen. Wat wel gaat gebeuren is dat er een leger advocaten achter alle websites aangaat die de foto’s hebben overgenomen en openbaar (blijven) maken. Dat geldt natuurlijk ook voor Nederlandse partijen die inhaken op het verspreiden van de foto’s. Zij lopen een risico. Al is het de vraag of de foto’s werkelijk van het internet af te halen zijn. In geval van bekende persoonlijkheden gaat het verspreiden van “verboden” beeldmateriaal zo snel dat het niet meer in te dammen is. Het Britse koningshuis ondernam geen actie tegen foto’s van prins Harry die zich naakt in een hotelkamer in Las Vegas vermaakte met een onbekende dame. Wel werd er een procedure gestart tegen openbaarmaking van foto’s van Kate Middleton die topless aan het zonnen was in de tuin van een vakantiehuis. De Franse rechter verbood publicatie van de foto’s maar deze waren inmiddels al zo ver verspreid dat daar geen actie meer tegen werd genomen. Om praktische redenen hoogstwaarschijnlijk. Het aanspreken van honderden partijen in talloze jurisdicties is geen makkelijke klus.

1 EHRM 7 februari 2012, ECLI:NL:XX:2012:BW0603 (Von Hannover II), EHRM 24 september 2004, zaak 59320/00 (Von Hannover I)
2 EHRM 7 februari 2012, zaak 39954/08, (Springer / Duitsland)
3 EHRM 18 januari 2011, zaak 39401/04, (MGN Limited / Verenigd Koninkrijk)
4 HR 31 januari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BQ9251 (Runescape)
5 Rb. Amsterdam, 20 april 2005, ECLI:NL:RBAMS:2005:AT4199 (digitale camera Máxima)
6 HR 20 maart 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU8695 (Manon Thomas)

mr. Jurian van Groenendaal is advocaat media en intellectuele eigendom bij Boekx Advocaten in Amsterdam.

IEF 14033

Lindsay Lohan klaagt producent Grand Theft Auto V aan

Bas Kist, 'Lindsay Lohan klaagt producent GTA V aan', NRC 10 juli 2014.
Bijdrage ingezonden door Bas Kist, Chiever. De Amerikaanse actrice Lindsay Lohan is een juridische procedure begonnen tegen het bedrijf Rockstar Games, de producent van de populaire videogame Grand Theft Auto V (GTAV). Volgens Lohan is één van de personages in het spel, Lacey Jonas, een overduidelijke kopie van haar [red. klik afbeelding]. De dame in kwestieis een jonge blonde vrouw in een kledingstijl die we ook van Lohan kennen. Het hoedje, een kort spijkerbroekje, de zonnebril, alles doet aan Lohan denken. Daarnaast vertoont Lacey Jonas, ook op de cover van het spel te zien,andere overeenkomsten met Lohan. Zij is een actrice die voortdurend op de vlucht is voor paparazzi en veelvuldig het woord ‘fuck’ gebruikt, iets Lindsay Lohan klaagt producent Grand Theft Auto V aan wat Lohan ook vaak schijnt te doen.

Verder lijdt Jonas aan anorexia en vraagt tijdens het spel aan mannen in snelle auto’s of zij haar te dik vinden Het feit dat in het spel ook het Chateau Mormont Hotel in Hollywood voorkomt, een hotel waar Lohan zelf een tijdje heeft gewoond, is volgens de actrice het onomstotelijke bewijs dat Lacey Jonas op haar is gebaseerd. Uit de aanklacht die Lohan op 1 juli indiende bij de Supreme Court in New York blijkt dat de actrice meent dat Rockstar Games niet alleen in breuk op haar privacy maakt en haar al kwetsbare imago beschadigt, maar ook over haar rug probeert geld te verdienen. Veel geld, want GTAV, dat sinds september 2013 op de markt is, is een absolute kaskraker.

 

De rechter zal in de eerste plaats moeten bepalen of Lacey Jonas inderdaad een lookalike is van Lohan. Als dit het geval is, zal beoordeeld moeten worden of dit in strijd is met de Amerikaanse privacywet, of dat het misschien toch een geoorloofde parodie is. De makers van GTAV hullen zich vooralsnog in stilzwijgen.