Filter
  • Datum
  • Dossier
  • Instantie
zoeken

Dossiers

 
 
19.983 artikelen gevonden
IEF 8785

Beeldmerk hond

Gerecht EU, 20 april 2010,  zaak T-187/08, Rodd & Gunn Australia Ltd tegen OHIM

Gemeenschapsmerk. Beeldmerk hond. Mislukte vernieuwing registratie. Geen restitutio in integrum.

28. It is apparent from that provision that restitutio in integrum is subject to two conditions, first, that the party acted with all due care required by the circumstances and, second, that the non-observance of the time-limit by that party has the direct consequence of causing the loss of any right or means of redress (…)

30. In the present case, there is no need for the Court to rule on whether a non-professional representative can renew a Community trade mark, and therefore whether the proprietor of the mark exercised all due care required by the circumstances in that regard; it suffices to point out that, in any event, CPA did not exercise all due care required by the circumstances.

Lees het arrest hier.

IEF 8784

Einen Teil eines Spannfutters

Gerecht EU, 21 april 2010, in zaak T-7/09, Schunk GmbH & Co tegen OHIM

Gemeenschapsmerk. Weigering inschrijving beeldmerk dat „einen Teil eines Spannfutters [Klauwplaat, boorklem? ]  mit drei Rillen darstellt.“ Geen onderscheidend vermogen.

31. Im vorliegenden Fall hat die Klägerin aber vor der Beschwerdekammer keinen Beweis für das Bestehen einer Verkehrsübung erbracht, nach der Rillenmotive in Spannfutter eingefräst werden, um deren Herkunft zu kennzeichnen, und auch nicht nachgewiesen, dass die Verkehrskreise diese Rillenmotive mit einem Herkunftshinweis verbinden. Daher durfte die Beschwerdekammer allein anhand der ihr vorgelegten Beweise den Schluss ziehen, dass die Rillen auf den Spannfuttern nur Dekorationselemente seien, ohne als Hinweis auf die Herkunft der Ware zu fungieren.

33. Daher hat die Beschwerdekammer in Randnr. 12 der angefochtenen Entscheidung zu Recht festgestellt, dass es branchenüblich sei, Spannfutter mit einer oder mehreren Rillen zu versehen, so dass die angemeldete Form nicht von der Branchenüblichkeit abweiche und dem Verbraucher nicht erlaube, diese Form als von einem bestimmten Unternehmen stammend zu erkennen.

Lees het arrest hier.

IEF 8783

Van nature onrechtstreeks

Gerecht EU, 21 april 2010, zaak T-361/08, Peek & Cloppenburg tegen OHIM/ The Queen Sirikit Institute of Sericulture (Thailand),

Gemeenschapsmerk. Oppositieprocedure  tegen aanvraag beeldmerk Thai Silk o.g.v. ouder Duits nationaal beeldmerk dat vogel weergeeft (kleding). Oppositie afgewezen, geen verwarringsgevaar.

60. Zelfs indien het woordelement van het aangevraagde merk beschrijvend zou kunnen worden geacht, zoals verzoeksters aanvoeren, neemt dit niet weg dat het relevante publiek bij verwijzing naar dit merk uitsluitend het woordelement ervan zal uitspreken, en niet de term die overeenkomt met het in het beeldelement ervan voorgestelde dier, aangezien die overeenkomst van nature onrechtstreeks is, en in casu ook onzeker wat die term betreft, niettegenstaande de door verzoeksters aangevoerde rechtspraak, volgens welke het publiek een beschrijvend bestanddeel van een samengesteld merk niet beschouwt als het onderscheidende en dominerende bestanddeel van de door dit merk opgeroepen totaalindruk (…).

68. Hoewel de betrokken waren dezelfde zijn en er sprake is van een zwakke begripsmatige overeenstemming van de conflicterende tekens, heeft de kamer van beroep op goede gronden geconcludeerd dat de door de betrokken merken opgeroepen totaalindruk geen verwarringsgevaar kan creëren bij het relevante publiek.

Lees het arrest hier.

IEF 8782

Consumers

Gerecht EU, 21 april 2010, T-249/08, Coin SpA tegen OHIM / Dynamiki Zoi AE

Gemeenschapsmerk. Oppositieprocedure tegen aanvraag woordmerk FITCOIN o.g.v. oudere (inter)nationale en Gemeenschapsbeeldmerk ‘coin’. Gerecht vernietigt beslissing Kamer van Beroep: publiekscriterium onjuist toegepast.

24. (…)It follows that, in order to reject an opposition, it is necessary to establish that there is no likelihood of confusion on the part of the public throughout the territory in which the earlier mark/marks is/are protected.

25. The Board of Appeal thus erred in concluding that there was no likelihood of confusion by confining itself to an analysis of the similarity of the signs and the likelihood of confusion in relation solely to the Italian public, without taking account of the average consumer in the European Union with respect to the goods and services in Classes 16, 25, 28 and 35, of average German, Spanish, Hungarian and Slovenian consumers with respect to the services in Class 36, and of average German, Hungarian and Slovenian consumers with respect to the services in Class 41.

26. It follows that, by taking account only of earlier Italian marks and by finding that there was no likelihood of confusion on that basis alone, even though the applicant had, in support of its opposition, also invoked earlier trade marks enjoying protection outside Italy and covering goods and services which are essentially identical to those covered by the earlier Italian marks, the Board of Appeal breached Article 8(1)(b) of Regulation No 40/94.

Lees het arrest hier

IEF 8781

B9 Wereld IE Dag Borrel 2010: LP’s mee!

Zich wat vermeien in de rustige grachtentuin van Radboud Ribbert, glaasje Pago in de hand, is op zich al reuze aangenaam, maar met de muziek van de vintage IE DJ’s Los Amigos de Vinyl op de achtergrond wordt het allemaal nog net even wat gezelliger, denken we. Hopen we. En een mooie gelegenheid om eigen oude LP’s en herinneringen weer eens uit de berging te halen.

Twee Pick Upjes, een klassieke stereotoren en twee IE advocaten slash “vintage DJ's die de gasten op onnavolgbare wijze onderdompelen in een behaaglijk warm bad van fijne muziek. Denk aan veel vinyl. Denk aan zwoele crooners, soul, funk, calypso. Kloeke klanken waardoor iedereen in de feel good mood komt - en blijft! Denk aan vintage draaitafels, grote hoofdtelefoons uit vervlogen tijden…Waar normale DJ's muzikaal behang zijn, wil je Los Amigos De Vinyl absoluut in je hele huis.”

En niet alleen zullen de IE-jays Haije & Van Oorschot (Swart is helaas verhinderd) u verwennen met de hoogtepunten uit hun eigen vinylcollecties, maar wordt het de gasten ook verzocht om naar hun eigen groeven te graven en het stof van de LP’s af te blazen om oude geliefden weer ruisend en krakend tot leven te brengen.

Woensdag 28 april, van 5 tot 8, in de tuin van Ribbert Advocaten achter Herengracht 514 in Amsterdam, gesponsord door Pago vruchtensap en met de Los Amigos de Vinyl. Nu alleen nog Fucking Hell Bier regelen en dan komt alles goed. Wie zich al heeft aangemeld, veel dank en tot woensdag, wie ook nog graag wil komen, een mailtje volstaat: (klik op) redactie@IEForum.nl. Eerdere berichten vanaf hier.  

IEF 8778

De kruisingsouders

Rechtbank ’s-Gravenhage, 21 april 2010, HA ZA 09-3260, HZPC Holland B.V. tegen gedaagden (met dank aan Paul Mazel, Trip).

Kwekersrecht. Bedrijfsgeheimen. Pootaardappelen. Bevoegdheidsincident. Eiser HZPC stelt dat de kruisingsouders van een door gedaagde, een voormalig directeur, gekweekte aardappel door gedaagde zijn meegenomen bij zijn vertrek bij HZPC. Het kwekersrecht op de aardappel zou daarom toekomen aan HZPC. Bevoegdheid Rechtbank Den Haag.

4.1. De vorderingen van HZPC houden mede in overdracht van het kwekersrecht indien het zal zijn verleend. De rechtbank is bevoegd van die vordering kennis te nemen op grond van artikel 78 lid l ZPW. Daaraan doet niet af dat het kwekersrecht nog niet is verleend. Dit kan leiden tot afwijzing van de vordering maar raakt niet aan de bevoegdheid van deze rechtbank.

4.2. Voor de overige vorderingen, waaronder de vordering tot overdracht van de aanvraag van het kwekersrecht, geldt dat deze verknocht zijn aan de vordering tot overdracht van het kwekersrecht omdat alle vorderingen voortvloeien uit hetzelfde feitencomplex. De rechtbank is bevoegd ook van die vorderingen kennis te nemen,

Lees het vonnis hier.

IEF 8777

Op grond van het Vriendschapsverdrag

Rechtbank ’s-Gravenhage, 21 april 2010, HA ZA 09-1279, Go Fast Sports & Beverage Company c.s. tegen Go Fast Sports Benelux N.V.

Merkenrecht. Vonnis in incident. Zekerheid. “Go Fast USA is statutair gevestigd in de Verenigde Staten van Amerika. Bijgevolg is zij op grond van het Vriendschapsverdrag en het daarbij behorende Protocol vrijgesteld van het stellen van de in artikel 224 Rv bedoelde zekerheid. De incidentele vordering tot zekerheidstelling zal dan ook worden afgewezen.

Lees het vonnis hier.

IEF 8776

Een uitzonderlijke rechtshandeling met verstrekkende gevolgen

LJN: BL9877, Gerechtshof 's-Gravenhage , 30 maart 2010, Appellanten tegen The Polo/Lauren Company & The Timberland Company c.s. 

Merkenrecht. Verbintenissenrecht. Welke vennootschap is partij bij onthoudingsovereenkomst (verplichting zich te onthouden van merkinbreuk)? Onbevoegde vertegenwoordiging - schijn van bekrachtiging; verwerping verweren gericht tegen verschuldigdheid boete o.g.v. onthoudingsovereenkomst. Geen matiging boete wegens kwade trouw.

7. Het hof is van oordeel dat de omstandigheid dat [B], naar door [appellanten] is erkend, ook alleen in- en verkoopovereenkomsten sloot en sluit, geen (voldoende) reden is om aan te nemen dat door de [...]-vennootschappen de schijn is gewekt dat [B] ook (alleen) bevoegd was de onderhavige onthoudingsovereenkomst aan te gaan. Er is hier sprake van een uitzonderlijke rechtshandeling met verstrekkende gevolgen voor de te binden vennootschap, die niet vergelijkbaar is met de normale in- en verkoophandelingen.

8. Op grond van de hierna vermelde omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, is het hof evenwel van oordeel dat door de […]-vennootschap(pen) de schijn van bekrachtiging van de onderhavige overeenkomst is gewekt. (…)Het hof is van oordeel dat SNB op grond van het uitblijven van een reactie op de toezending van kopieën van de brieven van 5 en 15 juni 2001 aan [...] en het niet inroepen van de onbevoegdheid in de conclusie van antwoord - maar in tegendeel het daarin uitgaan van binding aan de onthoudingsverklaring - redelijkerwijs mocht aannemen dat de […]-vennootschap namens welke [B] heeft getekend deze overeenkomst stilzwijgend heeft bekrachtigd.

Lees het arrest hier

IEF 8775

Een meubelstuk en dus een gebruiksvoorwerp

VBNB: Zijlstra, KlotzVzr. Rechtbank ’s-Hertogenbosch, 20 april 2010, KG ZA 10-153, Zijlstra B.V. tegen Klotz (met dank aan Quirijn Meijnen, Van der Steenhoven).

Auteursrecht. Dressoirs. Vorm en afmetingen van een meubelstuk worden in belangrijke mate door de gebruiksbehoeften van de consument bepaald. Dressoir eiser (afbeelding boven) voldoet slechts “in beperkte mate” aan het werkcriterium, het “voert vooralsnog te ver om te concluderen dat de Zijlstra 5023 helemaal geen auteursrechtelijke bescherming geniet, maar een inbreuk op het auteursrecht kan niet snel worden aangenomen.” Totaalindrukken dressoirs eisers en gedaagden zijn te verschillend. Geen inbreuk. Geen slaafse nabootsing, verwarringsgevaar is o.a. gezien het prijsverschil  niet aannemelijk. Verklaringen van detailhandelaren overtuigen niet.

Auteursrecht: 4.3. Van een eigen, oorspronkelijk karakter en een persoonlijk stempel van de maker is ten aanzien van de Zijlstra 5023 naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter slechts in beperkte mate sprake. De voorzieningenrechter stelt daarbij voorop dat het voorwerp waar het in dit kort geding om gaat, een meubelstuk en dus een gebruiksvoorwerp is, waarvan de vorm en afmeting in belangrijke mate door de gebruiksbehoeften van de consument worden bepaald. Het is daarom alleszins denkbaar dat een derde, onafhankelijk van Zijlstra, bij het maken van een modern dressoir tot nagenoeg hetzelfde resultaat als de Zijlstra 5023 komt. De vormgeving is immers in belangrijke mate het resultaat van functioneel objectieve en in de meubelbranche gebruikelijke uitgangspunten. Naar voorlopig oordeel van de voorzieningenechter voert het vooralsnog te ver om te concluderen dat de Zijlstra 5023 helemaal geen auteursrechtelijke bescherming geniet, maar kan een inbreuk op het auteursrecht, niet snel worden aangenomen.  

Slaafse nabootsing: 4.8. (…) Op grond van hetgeen hiervoor onder 4.6. en 4.7. is overwogen, slaagt een beroep op slaafse nabootsing evenmin. Verder wordt door Klotz c.s. op geen enkele wijze aandacht gevraagd voor de herkomst van hun dressoir als zijnde afkomstig van Zijlstra. Zij benadrukken juist dat de Klotz 4687 is geïnspireerd op een tv-meubel dat zij reeds verkochten en bieden deze twee meubelstukken tezamen met een door hen ontworpen salontafel aan als zijnde één productlijn. Bovendien is er sprake van een aanzienlijk prijsverschil tussen de Zijlstra 5023 (€500,00 - €750,00) en de Klotz 4687 (€ 1.100,00). Onder deze omstandigheden valt verwarringsgevaar niet gauw te vrezen. De door Zijlstra overgelegde verklaringen van detailhandelaren, inhoudende dat zij bij het zien van de Klotz 4687 menen dat deze afkomstig is van Zijlstra, overtuigen - los van de gerechtvaardigde vraag of het relevante publiek uit detailhandelaren bestaat - niet en leiden dus niet tot een ander oordeel.  

Lees het vonnis hier.