Hoge Raad verwerpt cassatieberoep Tinnus op grond van 81 RO
Hoge Raad 5 april 2024, IEF 21987; ECLI:NL:HR:2024:524 (Tinnus tegen verweerster). Deze zaak gaat over de vraag of de waterballonvullers van Tinnus Enterprises (hierna: Tinnus) auteursrechtelijk beschermd zijn. De techniek houdt, kort gezegd, in dat door gebruik van slangetjes meerdere waterballonnen tegelijk gevuld kunnen worden. Tinnus vordert een inbreukverbod jegens verweerster ter bescherming van haar beweerde auteursrechten (en modellenrechten). Op 1 maart 2024 heeft de Hoge Raad al arrest gewezen over de octrooirechtelijke bescherming van deze waterballonvullers [zie IEF 21912]. Het Gerechtshof Den Haag (hierna: het hof) had eerder in deze zaak geoordeeld dat geen sprake was van een auteursrechtelijk beschermd werk wegens techniekexceptie [zie IEF 21511]. De A-G deelt in zijn conclusie de mening van het hof [zie IEF 21947]. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van Tinnus niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest van het hof en verwerpt het cassatieberoep op grond van artikel 81 RO.