Alle rechtspraak  

IEF 22025

Vorderingen afgewezen wegens gebrek aan spoedeisend belang

Rechtbanken 18 apr 2024, IEF 22025; ECLI:NL:RBLIM:2024:1919 (Arriba tegen Mercurex), https://ie-forum.nl/artikelen/vorderingen-afgewezen-wegens-gebrek-aan-spoedeisend-belang

Rb. Limburg 18 april 2024, IEF 22025; ECLI:NL:RBLIM:2024:1919 (Arriba tegen Mercurex). Mercurex vervaardigt in opdracht foto- en videomateriaal. Arriba is een onderneming op het gebied van (sport)voedingssupplementen. Mercurex heeft in opdracht van Arriba foto- en videomateriaal vervaardigd. Partijen hebben vervolgens in een akte regels omtrent de overdracht en levering van de auteursrechten vastgelegd. Nadat Mercurex content van de werken op haar social media had geplaatst, heeft Arriba haar gesommeerd om deze content te verwijderen. Mercurex heeft de content verwijderd, maar de door Arriba verstuurde onthoudingsverklaring niet ondertekend. Arriba vordert bij de voorzieningenrechter een bevel jegens Mercurex zich te onthouden van de inbreuk. De rechter komt echter tot het oordeel dat niet aannemelijk is gemaakt dat de door Arriba eenzijdig geformuleerde schadevergoedingsplicht rechtens afdwingbaar is en in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat deze (grotendeels) zal worden toegewezen. De vorderingen worden afgewezen bij gebreke van een voldoende spoedeisend belang. De proceskosten begroot de voorzieningenrechter op grond van 237 Rv en niet op grond van artikel 1019h Rv, omdat Mercurrex werkelijk gemaakte (IE-)kosten niet heeft onderbouwd.

IEF 22023

Conclusie A-G: auteursrecht op computerprogramma behelst niet variabelen in werkgeheugen

HvJ EU 25 apr 2024, IEF 22023; ECLI:EU:C:2024:363 (Sony tegen Datel ), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-a-g-auteursrecht-op-computerprogramma-behelst-niet-variabelen-in-werkgeheugen

Conclusie A-G HvJ EU 25 april 2024, IEF 22023; ECLI:EU:C:2024:363 (Sony tegen Datel). Verzoekster verkoopt in Europa PlayStation-spelconsoles. Verweerders Datel Design and Development Ltd. en Datel Direct Ltd. produceren en verkopen voornamelijk aanvullende software voor spelconsoles. De software van verweerders werkt uitsluitend met de originele spellen van verzoekster. Verzoekster stelt dat verweerders inbreuk maken op haar auteursrecht, omdat de gebruikers van de producten van verweerders de aan haar spellen ten grondslag liggende software hebben veranderd. Verzoekster beroept zich subsidiair op haar rechten uit hoofde van het mededingingsrecht en meer subsidiair op de onrechtmatige daad. De softwareproducten van verweerders werken zo dat enkel de uit het lopende spel gegenereerde gegevens in het werkgeheugen worden gewijzigd. Daarom is het voor de verwijzende rechter van belang om vast te stellen of de inhoud van de variabelen die door het computerprogramma in het werkgeheugen van de spelconsole worden geplaatst en gebruikt, nog steeds binnen de reikwijdte van de bescherming van het recht tot verandering van het computerprogramma valt. De verwijzende rechter twijfelt eraan of het beïnvloeden van de variabele gegevens die tijdens het spel in het werkgeheugen worden gegenereerd, op zichzelf al een inbreuk vormt op het auteursrecht op een computerprogramma.

IEF 22015

BREIN doet met succes beroep op Convenant Blokkeren Websites

Rechtbanken 15 mrt 2024, IEF 22015; ECLI:NL:RBROT:2024:3274 (BREIN tegen M7), https://ie-forum.nl/artikelen/brein-doet-met-succes-beroep-op-convenant-blokkeren-websites

Rb. Rotterdam 15 maart 2024, IEF 22015; ECLI:NL:RBROT:2024:3274 (BREIN tegen M7). De Library Genesis Platforms en Anna’s Archive zijn digitale platforms die on demand gratis (ongeautoriseerde) kopieën van (grotendeels) auteursrechtelijke beschermde werken als download beschikbaar stellen. Abonnees van M7 (en andere internetproviders) hebben via deze domeinen toegang tot de diensten van deze platforms. In oktober 2021 is het ‘Convenant Blokkeren Websites’ (hierna: Convenant) ondertekend door onder andere BREIN en M7. Volgens dit Convenant moet BREIN eerst een vastgesteld stappenplan volgen om inbreukmakende websites bij de bron aan te pakken, voordat het een verzoek tot blokkade kan indienen. BREIN heeft dit stappenplan voor elk betrokken domein uitgevoerd, maar dit heeft niet geleid tot het offline halen van de inbreukmakende werken. Daarom vordert BREIN in dit kort geding dat M7 binnen vijf werkdagen na de betekening van het vonnis het aanbieden van diensten die gebruikt worden om inbreuk te maken op de auteursrechten van de vertegenwoordigde rechthebbenden, staakt en ook gestaakt houdt. BREIN heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat de Library Genesis Platforms en Anna’s Archive op grote schaal auteursrechtelijk beschermde werken beschikbaar stellen aan het publiek via het internet, inclusief aan abonnees van M7. M7 wordt gezien als tussenpersoon volgens artikel 26d van de Auteurswet en artikel 15e van de Wet op de naburige rechten, aangezien M7 toegang biedt tot de betreffende websites. BREIN heeft verder voldoende toegelicht dat zij het stappenplan zoals omschreven in het Convenant heeft gevolgd, zonder het gewenste resultaat te bereiken. De voorzieningenrechter heeft de vordering van BREIN toegewezen.

IEF 22007

Stelling dat overeenkomst overdracht van IE-rechten behelst, gaat niet op

Rechtbanken 17 apr 2024, IEF 22007; ECLI:NL:RBOVE:2024:2126 (WFA tegen gedaagden), https://ie-forum.nl/artikelen/stelling-dat-overeenkomst-overdracht-van-ie-rechten-behelst-gaat-niet-op

Rb. Overijssel 17 april 2024, IEF 22007; ECLI:NL:RBOVE:2024:2126 (WFA tegen gedaagden). Gedaagde is in 2019 gestart met exploitatie van het TDT-concept, een wieler-gerelateerde mediaconcept. World Football Association (WFA) en gedaagden hebben eind 2020 een samenwerkingsovereenkomst gesloten uit hoofde waarvan gedaagde tegen betaling exclusief voor WFA (video)content zal produceren en publiceren over wielrennen in verschillende disciplines, waarbij het merk Bingoal van WFA als één van de hoofdsponsors wordt aangeduid van het wielerteam van gedaagde. WFA voert aan dat gedaagden tekort zijn geschoten in de nakoming en vordert betaling van het bedrag van € 71.000. WFA stelt onder meer dat zij op grond van artikel 8 van de overeenkomst eigenaar is van de IE-rechten van het TDT-concept, het platform, de auteursrechten (logo’s en de content waarin het TDT-concept wordt en zal worden geëxploiteerd) en de handelsnaam. Zij voert aan dat er sprake is van auteursrechtinbreuk en onrechtmatige daad wegens slaafse nabootsing. Gedaagden betwisten dit en beroepen zich op de bepaling in de overeenkomst waarin staat dat “op geen enkele wijze enig recht op een bestaand of toekomstig intellectueel eigendomsrecht” verworven zal worden. Het zou enkel gaan om een gebruiksrecht. WFA heeft niet meer gemotiveerd op dit verweer gereageerd. Van een feitelijke en/of juridische levering van alle (bestaande en toekomstige) IE-rechten van gedaagde aan WFA in de door WFA bedoelde zin, is daarom volgens de rechtbank geen sprake. De vorderingen van WFA worden afgewezen.

IEF 22006

Uitspraak ingezonden door Maarten Rijks en Margot van Gerwen, Taylor Wessing.

Loungeset van Borek maakt geen inbreuk op IE-rechten Varico c.s.

Rechtbanken 22 apr 2024, IEF 22006; C/09/662217 / KG ZA 24-174 (Varico c.s. tegen Borek), https://ie-forum.nl/artikelen/loungeset-van-borek-maakt-geen-inbreuk-op-ie-rechten-varico-c-s

Rb. Den Haag 22 april 2024, IEF 22006; C/09/662217 / KG ZA 24-174 (Varico c.s. tegen Borek). Varico is rechthebbende op de intellectuele eigendomsrechten die rusten op het Suns tuinmeubilair. Sunsit beschikt over een licentie voor het gebruik van deze rechten. In 2020 heeft Varico de ‘Kota’ en ‘Aspen’ loungesets op de markt gebracht. Het verschil tussen de twee loungesets zit in het gebruikte materiaal voor de randen, aluminium bij de Kota en teakhout bij de Aspen. Borek is een bedrijf dat zich bezighoudt met de ontwikkeling en productie van tuinmeubilair. Voor het seizoen van 2024 biedt Borek een modulaire loungeset aan onder de naam ‘Yoi Vallon’. Net als de Kota en de Aspen bestaat de Yoi Vallon ook uit verschillende elementen die met elkaar gecombineerd kunnen worden. Bij brief van 23 januari 2024 heeft Varico c.s. Borek gesommeerd iedere inbreuk op de auteursrechten en Gemeenschapsmodelrechten met betrekking tot de Kota te staken en gestaakt te houden. In deze kortgedingprocedure vordert Varico c.s. een inbreukverbod. Zij legt hieraan primair ten grondslag dat Borek inbreuk maakt op haar Gemeenschapsmodellen als bedoeld in artikel 19 lid 1 GModVo. Ook voert zij aan dat sprake is van auteursrechtinbreuk en een onrechtmatige daad in de zin van artikel 6:162 BW. Borek betwist dit.

IEF 21983

Verkoop producten die elders zijn ingekocht leidt tot merkinbreuk

Rechtbank Midden-Nederland 26 jan 2024, IEF 21983; ECLI:NL:RBMNE:2024:1911 (Eiseres tegen handelsnaam), https://ie-forum.nl/artikelen/verkoop-producten-die-elders-zijn-ingekocht-leidt-tot-merkinbreuk

Vzr. Rb. Midden-Nederland 26 januari 2024, IEF 21983; ECLI:NL:RBMNE:2024:1911 (Eiseres tegen handelsnaam). Kort geding betreffende mogelijk merkinbreuk bij verkoop producten die elders zijn ingekocht. Eiseres is een b.v. die zich bezighoudt met het produceren en leveren van afdekmaterialen. Ze is houder van het Benelux beeldmerk met woordelementen Perfect Cover (hierna: het Merk). Het Merk is voornamelijk onderdeel van een meer omvattende bedrukking van een etiket (hierna: het Etiket). Handelsnaam houdt zich hoofdzakelijk bezig met de in- en verkoop en verhuur van evenemententapijt. Tussen eiseres en handelsnaam bestaat sinds 2020 een handelsrelatie. Eiseres is er echter in 2023 achter gekomen dat handelsnaam op haar website ook andere goederen verkoopt onder vermelding van het Merk, terwijl deze niet van eiseres afkomstig zijn. Deze zouden verkocht worden zonder het origineel aangebrachte Etiket. Dit levert volgens eiseres merkinbreuk op, op grond van artikel 2.20 lid 2 sub a en lid 3 sub a en b BVIE.

IEF 21980

Uitspraak ingezonden door Paul Kreijger en Bram Bogaerts, Visser Schaap & Kreijger.

Vordering tot schadevergoeding wegens auteursrechtinbreuk in hoger beroep toegewezen

Hof Den Haag 26 mrt 2024, IEF 21980; ECLI:NL:GHDHA:2024:518 (Stichting Videma tegen geïntimeerde, t.h.o.d.n. bedrijf geïntimeerde), https://ie-forum.nl/artikelen/vordering-tot-schadevergoeding-wegens-auteursrechtinbreuk-in-hoger-beroep-toegewezen

Hof Den Haag 26 maart 2024, IEF; ECLI:NL:GHDHA:2024:518 (Stichting Videma tegen geïntimeerde, t.h.o.d.n. bedrijf geïntimeerde) Deze zaak betreft een geschil tussen stichting Videma en geïntimeerde, t.h.o.d.n. bedrijf geïntimeerde, een horecagelegenheid. In eerste aanleg vorderde Videma een verklaring voor recht dat geïntimeerde auteursrechtinbreuk heeft gepleegd met het vertonen van de voetbalwedstrijd zonder de benodigde licentie. Deze vordering, net als de vordering die strekt tot staking van dergelijke vertoningen, werd door de rechtbank toegewezen [zie IEF 21900]. Vorderingen tot schadevergoeding en een bevel tot indiending van een licentieaanvraag werden afgewezen. Tegen dit vonnis is Videma in hoger beroep gekomen. Zij heeft de afgewezen vorderingen deels gewijzigd en wil dat deze alsnog worden toegewezen.

IEF 21978

E-mailcontact leidt tot schending postcontractuele verplichtingen

Hof 's-Hertogenbosch 5 mrt 2024, IEF 21978; ECLI:NL:GHSHE:2024:721 (Appellanten tegen geïntimideerden), https://ie-forum.nl/artikelen/e-mailcontact-leidt-tot-schending-postcontractuele-verplichtingen

Hof 's Hertogenbosch 5 maart 2024, IEF 21978; ECLI:NL:GHSHE:2024:721 (Appellanten tegen geïntimideerden). In onderhavige zaak verwijten appellanten geïntimideerden dat zij (post)contractuele verplichtingen jegens hen hebben geschonden door openbaring van bedrijfsgeheimen, openbaring van auteursrechtelijk beschermde werken en schending van het tussen partijen overeengekomen non-concurrentiebeding. Geïntimideerde zou in het geheim na afloop van zijn samenwerking met Foam, voor Trocellen hebben gewerkt met als doel een concurrerende installatie te ontwerpen en hierbij vertrouwelijke kennis en IE-rechtelijk beschermd materiaal van appellanten hebben gebruikt. Appellanten vorderen, onder meer, schadevergoeding wegens het schenden van betreffende verplichtingen. Bij incidenteel vonnis heeft de rechtbank Limburg geoordeeld dat appellanten onvoldoende aannemelijk hebben gemaakt dat er sprake is van een auteursrechtinbreuk [zie IEF 19006].

IEF 21935

Uitspraak ingezonden door Walter Blansjaar, Wildenberg Advocaten.

Moluks Historisch Museum maakt auteursrechtinbreuk

Rechtbanken 28 feb 2024, IEF 21935; ECLI:NL:RBGEL:2024:919 (Eiseres tegen Stichting MHM), https://ie-forum.nl/artikelen/moluks-historisch-museum-maakt-auteursrechtinbreuk

Rb. Gelderland 28 februari 2024, IEF 21935; ECLI:NL:RBGEL:2024:919 (Eiseres tegen Stichting MHM). Stichting “Moluks Historisch Museum” (hierna: Stichting MHM) biedt via haar website foto’s en dia’s aan tegen betaling, stelt deze beschikbaar aan beeldbanken en gebruikt dezelfde fotocollectie voor de omslag van een door haar gepubliceerd boek. Eiseres is weduwe van de maker (en auteursrechthebbende) van de fotocollectie en heeft vastgesteld dat in totaal 55 foto’s zonder toestemming op de website van Stichting MHM zijn gepubliceerd. Zij vordert staking van de inbreuk en schadevergoeding wegens openbaarmaking en verveelvoudig in strijd met de Auteurswet.

IEF 21928

Inspraakreactie leidt tot auteursrechtinbreuk door gemeente

Rechtbanken 28 feb 2024, IEF 21928; ECLI:NL:RBZWB:2024:1486 (Eister tegen Gemeente Oosterhout), https://ie-forum.nl/artikelen/inspraakreactie-leidt-tot-auteursrechtinbreuk-door-gemeente

Rb. Zeeland-West-Brabant, IEF 21928; ECLI:NL:RBZWB:2024:1486 (Eiser tegen Gemeente Oosterhout). Gemeente Oosterhout maakt gebruik van een website waarop een foto van een windturbine te zien is. De foto is als onderdeel van een inspraakreactie door een inwoner aangeleverd. Eiser is auteursrechthebbende van deze foto en vordert € 525,- schadevergoeding wegens auteursrechtinbreuk. Gemeente Oosterhout voert als verweer aan dat de inspreker zelf verantwoordelijk is en dat de reactie een-op-een overgenomen is met inachtneming van het transparantiebeginsel. Zij verwijst in dit verband naar artikel 22 lid 2 jo. artikel 10 lid 1 sub 9 Aw en voert tevens aan dat de foto op zichzelf geen cruciaal element is in de betreffende inspraakreactie.