Auteursrecht  

IEF 21225

Geen aanleiding ex parte toewijzing artikel 1019e Rv

Rechtbank Amsterdam 9 jan 2023, IEF 21225; ecli:NL:RBAMS:2023:56 (Verzoekers tegen verweerders), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-aanleiding-ex-parte-toewijzing-artikel-1019e-rv

Rechtbank Amsterdam 9 januari 2023, IEF 21225; ECLI:NL:RBAMS:2023:56 (verzoekers tegen verweerders) Er zijn twee broers, de verzoekers, die bekend staan onder de artiestennaam [artiestennaam 1] en een succesvolle theatervoorstelling hebben gecreëerd. Zij hebben hun werk als auteursrechtelijk beschermd werk gedeponeerd in de US Copyright Library in 2003. Twee zussen, de verweersters, onder de artiestennaam [artiestennaam 2] treden op met een vergelijkbare theatervoorstelling en treden momenteel op in theater Carré in Amsterdam als onderdeel van een theatershow. De verzoekers verzoeken de rechter om de verweersters te bevelen om onmiddellijk op te houden met de uitvoering van deze voorstelling omdat het volgens hen inbreuk maakt op hun auteursrecht. Het verzoek is een verzoek om een onmiddellijke voorziening en strekt tot het voorkomen van een dreigende inbreuk op hun auteursrechten. Dit verzoek wordt echter door de rechter afgewezen omdat de verweersters niet zijn gehoord en het uitstel dat nodig is om beide partijen te horen geen onherstelbare schade zal veroorzaken. Het verzoek ex artikel 1019e Rv is daarom afgewezen.

IEF 21226

Conclusie PG: stellen prejudiciële vragen niet noodzakelijk

Hoge Raad 6 jan 2023, IEF 21226; ECLI:NL:PHR:2023:30 (Kwantum tegen Vitra), https://ie-forum.nl/artikelen/conclusie-pg-stellen-prejudiciele-vragen-niet-noodzakelijk

HR Conclusie P-G 6 januari 2023, IEF 21226; ECLI:NL:PHR:2023:30 (Kwantum tegen Vitra) Op 15 oktober 2021 heeft de P-G reeds geconcludeerd tot vernietiging in het principaal beroep en tot verwerping in het voorwaardelijk incidenteel beroep. Op 23 september 2022 heeft de Hoge Raad een tussenarrest gewezen. De Hoge Raad ziet in het door het Hof van Justitie gewezen arrest van 8 september 2020 (het RAAP-arrest) aanleiding ‘om de stelling dat de materiële-reciprociteitstoets in deze zaak niet van toepassing is, te onderzoeken op een andere rechtsgrond dan in het middel is aangevoerd’. Over die andere rechtsgrond is de HR voornemens prejudiciële vragen te stellen. In het tussenarrest zijn daartoe drie vragen van uitleg geformuleerd. In deze aanvullende conclusie gaat de P-G in op de Unierechtelijke vragen die in het tussenarrest aan de orde zijn gesteld.

 

IEF 21215

Rechter beslist over inbreuk op merkrechten en auteursrechten

Rechtbank Rotterdam 1 mrt 2022, IEF 21215; ecli:NL:RBROT:2022:11890 (Procedure tussen voormalig samenwerkende partijen op gebied van de ontwikkeling van afmeersystemen), https://ie-forum.nl/artikelen/rechter-beslist-over-inbreuk-op-merkrechten-en-auteursrechten

Rechtbank Rotterdam 1 maart 2022, IEF 21215; ECLI:NL:RBROT:2022:11890 (VT c.s., Innodox en eisers tegen AMS en gedaagden) Eiseres03 en eiseres04 eisen in reconventie dat de rechtbank Innodox beveelt om te stoppen met elke inbreuk op de auteursrechten en merkenrechten van eiseres04, waaronder het gebruik van beschermd videomateriaal en beeldmateriaal en elke inbreuk op de merken van eiseres03 en IDL. Eiseres04 beweert dat Innodox onrechtmatig en niet waarheidsgetrouw nieuws heeft gepubliceerd op de website en het YouTube-kanaal van Innodox en beweert dat dit nieuws inbreuk maakt op het merkrecht van eiseres04 en afbreuk doet aan de reputatie van eiseres04. De rechter heeft beslist dat Innodox verboden is om inbreuk te maken op het merk van eiseres04, vooral door het gebruik van het merk eiseres03 op haar website en andere openbare publicaties. Het wordt Innodox echter niet verplicht om alle berichtgeving over eiseres04 te verwijderen en verwijderd te houden of om de website offline te houden. Er bestaat tussen partijen discussie over het merkrecht IDL, maar aannemelijk is dat in een bodemprocedure zal worden beslist dat het merkrecht IDL aan Innodox toekomt. Daarom werd de vordering van eiseres 03&04 en eiseres05 over het gebruik van het merkrecht IDL afgewezen.

IEF 21214

Uitspraak ingezonden door Noa Naaman en Niels Mulder, DLA Piper

Enkel de springtafel geniet auteursrechtelijke bescherming

Hof Den Haag 31 jan 2023, IEF 21214; ECLI:NL:RBDHA:2021:973 (Tashian c.s. tegen JFS c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/enkel-de-springtafel-geniet-auteursrechtelijke-bescherming

Gerechtshof Den Haag 31 januari 2023, IEF 21214; 200.309/01 (Tashian c.s. tegen JFS c.s.) In deze zaak hebben JFS c.s. diverse vorderingen ingesteld jegens Taishan c.s. op grond van inbreuk op auteursrecht, modellenrecht en slaafse nabootsing met betrekking tot door Taishan c.s. geproduceerde en verhandelde turntoestellen. In de hoofdzaak heeft de rechtbank de vorderingen ten aanzien van alle turntoestellen (grotendeels) toegewezen. Het hof beslist dat JF Sports de oorspronkelijke maker en rechthebbende van de springtafel is. Het hof oordeelt verder dat de Nederlandse rechter bevoegd is om kennis te nemen van de auteursrechten en de beschuldiging van slaafse nabootsing door JF Sports, maar niet bevoegd is om grensoverschrijdende maatregelen te nemen. Als de turntoestellen van Taishan ongeoorloofde kopieën zijn, zou het aanbieden hiervan op Nederlandse websites een inbreuk op JF Sports distributierecht vormen. Het hof oordeelt verder dat de vormgeving van de turntoestellen van Taishan, op de drievoudig gelaagde stijlen na, niet als intellectuele schepping kan worden beschouwd. Het hof is verder van oordeel dat de springtafel van JFS een intellectuele schepping is en het auteursrecht op het ontwerp bestaat. Verder oordeelt het hof dat JFS zich alleen voor de springtafel op auteursrechtelijke bescherming kan beroepen en de vorderingen voor de overige turntoestellen niet toewijsbaar zijn. Ten slotte is het nabootsen van een product dat niet langer beschermd wordt door intellectuele eigendom in beginsel toegestaan, tenzij dit tot verwarring bij het publiek leidt.

IEF 21212

VvA Studiemiddag 17 februari 2023

PROGRAMMA STUDIEMIDDAG VAN DE VVA
VRIJDAG 17 FEBRUARI 2023 VANAF 14:00 UUR

(INSCHRIJVEN VERPLICHT)

De eerstvolgende VvA studiemiddag zal plaatsvinden op vrijdag 17 februari a.s. van 14.00-17.00 uur in de Tolhuistuin te Amsterdam. De middag zal in het teken staan van:

CELEBRITY MARKETING, LOOKALIKES EN DEEPFAKES NA VERSTAPPEN/PICNIC

IEF 21204

Inbreuk op handelsnaam, merkenrecht en auteursrechten

Rechtbank Noord-Holland 25 jan 2023, IEF 21204; ECLI:NL:RBNHO:2023:598 (Balans tegen Zuiver c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/inbreuk-op-handelsnaam-merkenrecht-en-auteursrechten

Rechtbank Noord-Holland 25 januari 2023, IEF 21204; ECLI:NL:RBNHO:2023:598 (Balans tegen Zuiver c.s.) Medio augustus 2020 is Balans erachter gekomen dat teksten van haar website grotendeels één op één waren overgenomen op de CleanPalace website. Balans houdt Zuiver c.s. hiervoor verantwoordelijk. Balans vordert, Zuiver c.s. te bevelen iedere inbreuk op haar handelsnaam, merkenrecht en auteursrechten te staken. De rechtbank oordeelt dat de aan de teksten van Balans auteursrechtelijke bescherming toekomt. Zuiver heeft in 2020, 2021 en 2022 inbreuk gemaakt op de auteursrechten van Balans op de overgenomen teksten van de website van Balans. Ook oordeelt de rechtbank dat er sprake is van inbreuk op de handelsnaam van Balans. Door het lettelijk overnemen van de namen ‘Balans Schoonmaakbedrijf’ en ‘Balans Schoonmaak’ in passages op de CleanPalace Website en op de Zuiver Websites wordt door het hoofdlettergebruik de suggestie gewekt dat sprake zou zijn van een aan Balans verbonden onderneming. Tot slot oordeelt de rechtbank dat Zuiver het merk "Balans" op haar website heeft gebruikt. Omdat hier geen toestemming voor is gegeven, is er ook sprake van een inbreuk op Balans' merkenrecht.

IEF 21202

HR: NSE als hostingplatform niet aansprakelijk

Hoge Raad 27 jan 2023, IEF 21202; ECLI:NL:HR:2023:94 (Brein tegen NSE), https://ie-forum.nl/artikelen/hr-nse-als-hostingplatform-niet-aansprakelijk

HR 27 januari 2023, IEF 21202, IT 4211; ECLI:NL:HR:2023:94 (Brein tegen NSE) [IEF 20832], [IEF 18372] en [IEF 20039]. De Hoge Raad heeft bij tussenarrest van 5 april 2019 prejudiciële vragen gesteld aan het HvJ. Per brief van 29 juni 2021 werd door de griffier van het Hof gevraagd of beantwoording van de vragen van de Hoge Raad nog nodig was met het oog op het Youtube en Cyando­-arrest. Van Peursem concludeerde in zijn conclusie tot vernietiging en verwijzing in het principale cassatieberoep wegens het slagen van een motiveringsklacht en tot verwerping van het incidentele cassatieberoep. Na 14 jaar procederen van NSE tegen Stichting Brein, is het geschil eindelijk definitief beslist. Het eindoordeel van de Hoge Raad is dat NSE geen auteursrechtinbreuk maakt en niet aansprakelijk is voor hetgeen zijn gebruikers doen. Het hof heeft namelijk terecht geoordeeld dat NSE zich kan beroepen op de vrijstellingen van respectievelijk art. 6:196c lid 1 (mere conduit) en lid 4 (hosting) BW. Verder is er geen sprake van een mededeling aan het publiek aan de kant van NSE. Zie de bijgevoegde rechtsoverwegingen voor de uitgebreide motivering van de Hoge Raad.

IEF 21191

Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam en Jacintha van Dorp, Van Kaam

Auteursrechtinbreuk door verkoop van reproducties

Rechtbank Amsterdam 18 jan 2023, IEF 21191; ecli:NL:RBAMS:2023:175 (Eiser tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/auteursrechtinbreuk-door-verkoop-van-reproducties

Rechtbank Amsterdam 18 januari 2023, IEF 21191; ECLI:NL:RBAMS:2023:175 (eiser tegen gedaagde) In deze zaak staat centraal de vraag of gedaagde inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten van eiser door reproducties van zijn werken te verkopen of weg te geven. Eiser stelt dat hij nooit toestemming heeft gegeven voor het maken van reproducties en gedaagde betwist dit maar kan dit niet onderbouwen. De rechtbank verklaart dat er sprake is van een auteursrechtinbreuk en geeft eiser het bevel om gedaagde te stoppen met de auteursrechtinbreuken en Catawiki te verzoeken om de advertenties van gedaagde te verwijderen. De omvang van de auteursrechtinbreuk is onduidelijk. Eiser denkt dat gedaagde mogelijk 900 reproducties in zijn bezit heeft gehad en/of verkocht, terwijl gedaagde beweert dat hij er maximaal 25 heeft gehad. Er worden inzagevorderingen toegewezen om de omvang van de auteursrechtinbreuk te achterhalen.

IEF 21187

Openbaar maken van liederen zonder toestemming

Rechtbank Rotterdam 29 dec 2022, IEF 21187; ecli:NL:RBROT:2022:11676 (eiser tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/openbaar-maken-van-liederen-zonder-toestemming

Rechtbank Rotterdam 29 december 2022, IEF 21187; ECLI:NL:RBROT:2022:11676 (eiser tegen gedaagde) Eiser stelt zich op het standpunt dat gedaagde op 21 april 2017 het boek genaamd Liedboek heeft geüpload op de website Scribd.com en hierdoor zonder de toestemming van eiser vier liederen van eiser openbaar heeft gemaakt die in het Liedboek zijn opgenomen, wat in strijd is met de Auteurswet. De kantonrechter is van oordeel dat met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld dat gedaagde het Liedboek heeft geüpload op Scripd.com. Gedaagde had het Liedboek immers in 2013 digitaal in zijn bezit, het Liedboek is op 21 april 2017 geüpload op Scripd.com door gedaagde, gedaagde heeft het Liedboek op Scripd.com kunnen verwijderen via een account dat gelinkt was aan zijn e-mailadres en waarvan zijn profielfoto dezelfde is als die van zijn Gmailaccount. Dat betekent dat gedaagde zonder toestemming van eiser vier liederen van eiser openbaar heeft gemaakt, wat in strijd is met de Auteurswet. 

IEF 21181

Inbreuk op toebehorende rechten

Rechtbank Gelderland 14 dec 2022, IEF 21181; ecli:NL:RBGEL:2022:6849 (Stichting Brein tegen gedaagde partij), https://ie-forum.nl/artikelen/inbreuk-op-toebehorende-rechten

Rechtbank Gelderland 14 december 2022, IEF 21181; ECLI:NL:RBGEL:2022:6849 (Stichting Brein c.s. tegen gedaagde partij) De gedaagde partij vraagt de rechtbank terug te komen op hetgeen de rechtbank heeft geoordeeld in het tussenvonnis van 29 oktober 2021. Daarin heeft de rechtbank geoordeeld dat vooralsnog niet vast is komen te staan dat Brein c.s., althans de bij Stichting Brein aangesloten partijen auteursrechthebbende zijn op de werken die middels de IPTV pakketten zijn openbaar gemaakt. De rechtbank weigert dit verzoek omdat er geen belang is. De gedaagde partij heeft een verklaring afgegeven, maar deze behelst niet veel meer dan een herhaling van de bij het verweer ingenomen standpunten. Omdat de verklaring onvoldoende ondersteund wordt door andere stukken, is de verklaring onvoldoende om het vermoeden te ontzenuwen. De gedaagde partij is hierdoor niet geslaagd in het tegenbewijs. De rechtbank weigert het verzoek van Brein c.s. zich alsnog uit te laten over de vraag of op de auteursrechten van Brein c.s. inbreuk is gemaakt. De vordering tot opgave van opvolgende partijen zal ook niet worden toegewezen, omdat deze voorwaardelijk is ingesteld en geen verweer is gevoerd. De rechtbank oordeelt uiteindelijke dat de gedaagde partij inbreuk heeft gemaakt op auteursrechten door het verhandelen van IPTV-pakketten en heeft dit verklaard als onrechtmatig.