DOSSIERS
Alle dossiers

Beslag  

IEF 6424

Handboek beslagrecht

dhb.gifRechtbank ’s-Gravenhage,27 juni 2008, KG/RK 08-1103, X tegen Y.

Octrooirecht. Mini ex parte bevel, meer rechtsleer dan rechtszaak. Relatie ‘1019-beslag’ en ‘700-beslag’ en relatieve bevoegdheid bij beslaglegging in octrooizaak.

Verzoekster beoogt conservatoir beslag op administratieve gegevens ter bescherming van bewijs in verband met een beweerdelijke octrooi-inbreuk. Uit art. 1019c Rv volgt dat het beoogde beslag wordt gelegd met overeenkomstige toepassing van de voorschriften betreffende middelen tot bewaring van recht. De artt. 700 tot en met 770c Rv zijn mitsdien van toepassing, met uitzondering van art. 709 lid 3 Rv.

Aan de regeling uit 700 Rv (conservatoir beslag vereist verlof van de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen welker rechtsgebied zich één of meer van de betrokken zaken bevinden) wordt niet afgedaan door het bepaalde in art 80 Row. Art. 80 Row ziet op de specifieke vorderingen genoemd in dat artikel en niet op verzoeken die strekken tot beslaglegging.

De administratie waarop verzoekster beslag zou willen leggen bevindt zich in het rechtsgebied van de rechtbank Breda. Dit voert tot de conclusie dat verzoekster zich met haar verzoekschrift tot de voorzieningenrechter van de rechtbank te Breda dient te wenden en dat de voorzieningenrechter van deze rechtbank daarom niet bevoegd is het onderhavige verzoekschrift te beoordelen. De verzoekschriftprocedure wordt verwezen naar Breda.

Lees de beschikking hier.

IEF 6164

Eerst even voor jezelf lezen

Gerechtshof 's-Gravenhage 8 november 2007, rolnummer 07/842. Sky-Lite Holland B.V. tegen Audipack Verkoop B.V. (Met dank aan Ricardo Dijkstra, Van Doorne)

Auteursrecht. Arrest gewezen in spoedappel vijf maanden na het vonnis van de voorzieningenrechter.

Lees het arrest hier. Lees het vonnis hier. Lees het vonnis in het executiegeschil hier.

Rechtbank Arnhem 22 mei 2008, KG ZA 08-252. De Roode Roos B.V. tegen Reform- en Vitaminecentrum De Rooij B.V.

Geen auteursrecht of databankenrecht. Wel onrechtmatig handelen.

"De Rooij heeft erkend de in het geding zijnde foto’s van de website van De Roode Roos te hebben gehaald. Daarnaast is voldoende aannemelijk geworden dat De Rooij ook (delen) van de bijbehorende teksten van De Roode Roos heeft overgenomen, onder meer omdat op de websites van De Rooij dezelfde spelfouten voorkomen. De Rooij heeft door het bewust op zeer grote schaal zonder toestemming overnemen van de foto’s en teksten van de website van De Roode Roos naar het oordeel van de voorzieningenrechter in zodanige mate geprofiteerd van de inspanningen en investeringen van De Roode Roos dat dit handelen moet worden beschouwd als in strijd met de zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer betaamt."

Lees het vonnis hier.

Rechtbank 's-Gravenhage 6 mei 2008, KG RK 08/0809. G-Star International B.V. tegen Mondo Bazaar-Men's Fashion c.s.

Ex parte beschikking. "Voorshands uitgaande van de bescherming uit hoofde van zowel het niet-ingeschreven gemeenschapsmodel als het auteursrecht, constateert de voorzieningenrechter op zoveel punten overeenstemming, dat de vorderingen kunnen worden toegewezen op de wijze als hierna verwoord."

Lees de beschikking hier.

Rechtbank 's-Gravenhage 22 april 2008, rolnummers KG RK 08/0717, 08/0718 en KG RK 08/0719. Deere and Company c.s. tegen VR-Products B.V. c.s.

"Anders dan door verzoekers in het petitum wordt gesteld strekt het beslag op administratieve bescheiden niet tot afgifte maar tot verzekering van het beschikbaar zijn van die gegevens indien op een later moment de inzage wordt toegestaan. De voorzieningenrechter zal het verlof verlenen met dien verstande dat het zich ook uitstrekt over beschikbare digitale gegevens en alsdan zal bestaan uit het maken van een back-up of image van
die gegevens zonder daarin verder inzage te nemen dan noodzakelijk is."

Lees de beschikkingen hier, hier en hier.

Rechtbank 's-Gravenhage 29 april 2008, rolnummer 08/0789. G-Star International B.V. tegen Gull Trading B.V.

Ex parte beschikking. "Voorshands uitgaande van  auteursrechtelijke bescherming voor zowel de broek als de jas, constateert de voorzieningenrechter op zo veel punten een overeenstemming dat de vorderingen, in elk geval op de auteursrechtelijke grondslag, kunnen worden toegewezen op de wijze als hierna verwoord."

Lees de beschikking hier.

Rechtbank 's-Gragenhage 8 mei 2008, rolnummer KG RK 08/0808. Johnson & Johnson c.s. tegen de heer S. c.s.

Ex parte beschikking. Merkenrecht.

Lees de beschikking hier.

Rechtbank Amsterdam 22 mei 2008, KG ZA 08-615. Consolidated Artists B.V. c.s. tegen We Netherlands B.V.

Opheffingskortgeding. "Nu voorshands kan worden vastgesteld dat Mango met haar tekens inbreuk maakt op het merk HE en op die grond het ex parte bevel niet kan worden herzien, behoeft de vraag of de tekens van Mango tevens inbreuk maken op de overige (beeld)merken waarop WE Netherlands zich in dit geding heeft beroepen (HIJ, WE en WE STORE) en op haar handelsnaamrechten geen verdere bespreking."

Lees het vonnis hier.

IEF 6132

Vervalsingen van goede kwaliteit

Gerechtshof ’s-Gravenhage, 17 april 2008, rolnumer 06/1475, Nike International Ltd. tegen Rico Sport B.V. (Vonnis met dank aan Maarten Schut, Kennedy Van der Laan).

Wel gemeld, nog niet besproken. Merkenrecht. Inbreuk? Rechtsverwerking? Proceskosten in hoger beroep. Nike verwijt Rico in 2000 inbreuk te hebben gemaakt op haar merkrechten. Op 1 september 2000 is in Bremerhaven een doorzoeking gedaan van het pand van Rico Sport GmbH, waarbij kledingstukken met Nike-merken zijn aangetroffen en in beslag genomen. Deze kledingstukken zouden vervalsingen zijn en geleverd door Rico.

Rico betwist dat de van Rico GmbH afkomstige (aldaar in beslaggenomen) sweatshirts vervalst waren en dat deze zijn geleverd door Rico. Gezien de stukken en verklaringen gaat het hof ervan uit dat door Nike onderzochte blauwe sweatshirts vervalsingen zijn en dat deze afkomstig zijn van Rico. Het hof gaat ervan uit dat Rico inbreuk heeft gemaakt op de Nike-merken.

“Rico heeft gesteld dat de vordering van Nike in strijd is met de redelijkheid en billijkheid omdat de inleidende dagvaarding dateert van 15 augustus 2005, derhalve bijna vijf jaar na de inbeslagname bij Rico GmbH en twee jaar nadat Rico GmbH Nike had laten weten dat de vervalste kleding door Rico was geleverd. Zij beroept zich kennelijk op rechtsverwerking. Nog daargelaten dat Rico niet stelt dat het uitoefenen door Nike van haar rechten naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn, is voor het aannemen van rechtsverwerking door enkel tijdsverloop of enkel stilzitten onvoldoende. Bijzondere omstandigheden die een geslaagd beroep op rechtsverwerking rechtvaardigen, zijn gesteld noch gebleken. Overigens heeft de Nederlandse advocaat van Nike Rico in augustus 2004 benaderd met het verzoek een onthoudingsverklaring te tekenen, waarna contact is geweest tussen Rico en de advocaat van Nike. Rico heeft er dan ook niet gerechtvaardigd op mogen vertrouwen dat Nike de zaak zou laten rusten.”

 “Rico heeft nog gesteld dat haar geen verwijt van de inbreuk valt te maken nu het om vervalsingen van goede kwaliteit gaat en door de (uiteindelijke) leveranciers van de goederen is verklaard dat het om met toestemming van Nike in de Gemeenschap in het verkeer gebrachte goederen ging. Voor toewijzing van het inbreukverbod kan in het midden blijven of Rico een verwijt treft, nu schuld daarvoor geen vereiste is. Mede in aanmerking nemende dat het ook gaat om inbreuk op Gemeenschapsmerken en gelet op de uitspraak van het Hof van justitie van 14 december 2006, C-3 14/05 inzake Nokia/Wärdell zal het hof het inbreukverbod op straffe van verbeurte van een dwangsom (als beperkt in het dictum) toewijzen. Het hof ziet, de belangen over en weer afwegende, onvoldoende reden Rico te verbieden gebruik van de merken van Nike te maken, tenzij zij bewijst dat Nike daarvoor toestemming heeft verleend, daar dit Rico te zeer zou beperken in de uitoefening van haar bedrijf en op haar, gelet op de dwangsom, een onevenredig bewijsrisico zou leggen. Zij zal Rico verbieden inbreuk op de Nike merken te maken. (…)”

“Nike heeft veroordeling tot vergoeding van de volledige proceskosten in hoger beroep gevorderd op grond van artikel 14 van de Richtlijn 2004/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (Handhavingsrichtlijn) en art 1019h Rv. Nu de appeldagvaarding dateert van na de uiterste datum waarop de richtlijn geïmplementeerd had moeten zijn (29 april 2006), komen de redelijke en evenredige kosten voor vergoeding in aanmerking, tenzij de billijkheid zich daartegen verzet. Nike vordert terzake een bedrag van € 37.421,47 aan salaris en heeft specificaties daarvan overgelegd. Zij heeft aangevoerd dat haar advocaat veel extra werkzaamheden heeft moeten verrichten onder meer door behandeling van de bij het pleidooi in hoger beroep ingetrokken verweren. Rico heeft ook ten aanzien van deze vordering aangevoerd dat haar van de inbreuk geen verwijt treft. Naar het oordeel van het hof is dit in casu niet relevant voor de omvang van de proceskosten, nu die vooral het gevolg zijn van het in de procedure (in hoger beroep) gevoerde - en door het hof verworpen - verweer en in zoverre niet direct van de inbreuk. Gelet op de overgelegde specificaties en de inhoud van de processtukken acht het hof de gevorderde kosten redelijk en evenredig. Omstandigheden waardoor de billijkheid zich tegen vergoeding zou verzetten zijn (naast de voormelde stelling dat het Rico geen verwijt van de inbreuk treft) niet gesteld of gebleken. Het hof zal de gevorderde kosten toewijzen.”

Lees het arrest hier.

IEF 6041

0900- Ex Parte

Rechtbank ‘s-Gravenhage 27 maart 2008, rekestnummer 2008.508, Nike International Ltd tegen gerekwestreerde

Merkenrecht. Beslagrekest gedeeltelijk afgewezen vanwege toepassing verkeerde grondslag artikel 730 Rv in plaats van de (i.c. telefonisch) aangewezen artikelen 1019b en 1019c Rv.

Het verzoekschrift van verzoekster luidt samengevat als volgt: Nike is houdster van onder het Benelux woordmerk Nike en het Europese beeldmerk van de “swoosh”. Nike heeft vastgesteld dat de gerekwestreerde inbreuk maakt op de aan Nike toebehorende merkrechten doordat hij in het bijzonder producten in de handel brengt waarop zonder toestemming van Nike haar merken zijn aangebracht. Deze producten zijn door de douane tegengehouden. Nu de ervaring leert dat de douane niet alles kan tegenhouden heeft Nike gegronde reden om aan te nemen dat gerekwestreerde handelt drijft in de genoemde namaakproducten. Door deze onrechtmatige handelwijze lijdt Nike aanzienlijke schade. Nike verzoekt de Voorzieningenrechter dan ook om op basis van artikel 2.22 BVIE beslag te mogen leggen op de inbreukmakende goederen. Voorts verzoekt zij om verlof tot het leggen van beslag op bescheiden op basis van artikel 730 Rv.

Naar het oordeel van de Voorzieningenrechter heeft Nike voldoende aannemelijk gemaakt dat gerekwestreerde inbreuk heeft gemaakt op haar rechten. Het verlof tot het leggen van beslag op de inbreukmakende zaken wordt dan ook verleend.

Het verlof tot het leggen van beslag op bescheiden betreffende de inbreuk wordt door de Voorzieningenrechter afgewezen.

“Nike baseert dit beslag op artikel 730 Rv. Die bepaling mist toepassing in dit geval. Artikel 730 Rv schept de bevoegdheid tot het leggen van beslag ter verzekering vaneen recht op afgifte van een zaak of levering van een goed. Een recht op afgifte van de bescheiden waarop het beslag betrekking heeft, vloeit, anders dan Nike betoogt, niet voort uit de artikelen 843a Rv en 2.22 lid 4 van het Benelux Verdrag inzake de Intellectuele Eigendom (hierna: BVIE). Artikel 843a Rv schept geen recht op afgifte van de betreffende bescheiden (HR 31 mei 2002, NJ 2003, 589), maar geeft ten aanzien van die bescheiden onderbepaalde voorwaarden - een recht op inzage, afschrift of uitreksel. Artikel 2.22 lid 4 BVIE schept evenmin een recht op afgifte een zaak in de zin van artikel 730 Rv. Op grond van artikel 2.22 lid 4 BVIE kan een inbreukmaker slechts worden bevolen tot verstrekking van bepaalde gegevens, eventueel door verstrekking van een afschrift van de documenten waarin die gegevens voorkomen. Voor het afgeven van de documenten zelf biedt deze bepaling geen grond. Afgifte van de documenten is namelijk niet nodig ter bereiking van het doel van deze beopaling, te weten het verschaffen van inzicht aan de merkhouder in de herkomst en distributiekanalen van de inbreukmakende producten.”

Voorts wordt nog aangegeven in de beschikking dat de Voorzieningenrechter tijdens een telefoongesprek met de advocaat van Nike heeft gespraken over de toepassing van de artikelen 1019b en 1019c Rv op grond waarvan een beslag ter bescherming van de betrokken bescheiden tegen vernietiging of verduistering wel mogelijk kan zijn. Daarop heeft de advocaat verklaard dat het verzoek uitsluitend is gebaseerd op artikel 730 Rv en dat Nike geen reden zag om de grondslag aan te passen. Er wordt om die reden dan ook geen verlof verleend tot het leggen van beslag op bescheiden.

Lees de beschikking hier.

IEF 6004

Vers van de Rechtbank

Rechtbank ’s-Gravenhage, 27 maart 2008, rekestnummer 2008.508, Nike International Ltd tegen Gerekwestreerde.

Ex parte beschikking. Merkenrecht, beslag. Gedeeltelijk toewijzing. “Het verlof tot het leggen van beslag op bescheiden betreffende de inbreuk wordt afgewezen. Nike baseert dit beslag op artikel 730 Rv. Die bepaling mist toepassing in dit geval. Artikel 730 Rv schept de bevoegdheid tot het leggen van beslag ter verzekering vaneen recht op afgifte van een zaak of levering van een goed. Een recht op afgifte van de bescheiden waarop het beslag betrekking heeft, vloeit, anders dan Nike betoogt, niet voort uit de artikelen 843a Rv en 2.22 lid 4 van het Benelux Verdrag inzake de Intellectuele Eigendom (hierna: BVIE). Artikel 843a Rv schept geen recht op afgifte van de betreffende bescheiden (HR 31 mei 2002, NJ 2003, 589), maar geeft ten aanzien van die bescheiden onderbepaalde voorwaarden - een recht op inzage, afschrift of uitreksel. Artikel 2.22 lid 4 BVIE schept evenmin een recht op afgifte een zaak in de zin van artikel 730 Rv.

(...) De voorzieningenrechter verleent Nike verlof om ter verzekering van haar merkenrechten beslag te doen leggen op de zich onder gerekwestreerde bevindende inbreukmakende Nike producten,alsmede op de inbreukmakende Nike producten voor zover die zich bij de Douane bevinden (…)”

Lees het vonnis hier.

Rechtbank ’s-Gravenhage, HA ZA 07-1198, 16 april 2008, Siemens VDO Trading GmbH tegen Kryezi

Merkenrecht. Op grond van de stellingen van Siemens kan niet worden aangenomen dat de handel meer omvatte dan het aanbieden en verkopen van door hemzelf vervaardigde kopieën van Siemens-producten aan consumenten (op marktplaats).”

Lees het vonnis hier.

Rechtbank ’s-Gravenhage, 2 april 2008, HA ZA 07-2159, Wobben tegen Vestas Wind Systems.

Octrooirecht. “Op grond van het voorgaande moet worden geconcludeerd dat het laten bijdragen van windturbines aan de stabiliteit van de netfrequentie op de wijze die EP 774 voorschrijft,op de prioriteitsdatum grotendeels al was voorzien door Heier, al was doordacht door Bruntt, al was voorschreven door Eltra, en al onderdeel vormde van het Horns Reef project. Op basis van die stand van de techniek en de algemene kennis van de vakman lag de uitvinding waarvoor EP 774 is verleend voor de hand. Derhalve moet EP 774 worden vernietigd bij gebrek aan uitvinderswerkzaamheid.”

Lees het vonnis hier.

Rechtbank ’s-Gravenhage, 16 april 2008, HA ZA 07-1385, S.I.S.V.E.L. tegen Acer Computer B.V. c.s.

Octrooirecht. Licentieovereenkomsten. “Het voorgaande laat onverlet dat degene die een beroep op artikel 843a Rv doet, de stelling dat er sprake is van een onrechtmatige daad voldoende moet substantiëren. Dit betekent niet dat de eiser volkomen bewijs moet leveren van de gestelde onrechtmatige daad, anders zou het beroep op artikel 843a Rv - dat nu juist kan worden gebruikt ter verkrijging van aanvullende bewijsmiddelen - zinloos zijn. Het betekent echter ook niet dat kan worden volstaan met de enkele stelling dat onrechtmatig is gehandeld. Anders zou iemand op basis van een willekeurige beschuldiging van onrechtmatig handelen in de administratie van een ander kunnen gaan vissen naar een mogelijke onderbouwing van die beschuldiging. Dergelijke 'tfishing expeditions" heeft de wetgever uitdrukkelijk willen voorkomen.”

Lees het vonnis hier.

IEF 5993

De kleur van het oog

Rechtbank ’s-Gravenhage, 2 april 2008, rekestnummer: 2008-0550, Westhoff c.s. tegen Jungpflanzen Grünewald GmbH c.s.

Kwekersrecht. Ex parte beschikking. Toewijzing verzoek tot het leggen van bewijsbeslag met gerechtelijke bewaring, beschrijving en monsterneming.

Westhoff c.s. zijn krachtens inschrijving in het Europese rassenregister op 16 december 1996 houdster van Gemeenschapskwekersrecht voor het Scaevola ras met de rasnaam “SAPHIRA”. Grünewald Veredelings B.V. is houdster van Gemeenschapskwekersrecht voor een Scaevola ras met de rasnaam “BLUE LAGUNA”.

Westhoff heeft bij een controle via internet en bezoeken geconstateerd dat Bevermeer Scaevola planten verkoopt en/of te koop aanbiedt onder de naam BLUE LAGUNA, terwijl het in werkelijkheid planten van het ras SAPHIRA betreft. Bevermeer stelde bij de controle dat Bevermeer de door haar aangeboden Scaevolaplanten uitsluitend van Grünewald geleverd heeft gekregen en dat Grünewald deze Scaevola-planten als BLUE LAGUNA heeft geleverd. Westhoff stelt dat het vrij eenvoudig is vast te stellen dat de planten die door Bevermeer worden aangeboden behoren tot het ras SAPHIRA en dat dit geen planten van het ras BLUE LAGUNA kunnen zijn. De planten van het ras BLUE LAGUNA laten tijdens de bloei een wit oog zien, terwijl SAPHIRA planten geen wit oog hebben. Bevermeer stond bij het bezoek niet toe dat Westhoff monsters nam.

Westhoff stelt recht te hebben op het uitvoeren van vergelijkend onderzoek ten einde te doen vaststellen dat de bij Bevermeer aangetroffen planten daadwerkelijk planten van het ras SAPHIRA zijn, dan wel moeten worden aangemerkt als een ras dat niet duidelijk onderscheidbaar dan wel afgeleid is van haar ras SAPHIRA. Westhoff wil in dat verband door Naktuinbouw een opplanting laten doen en morfologisch- en genotypisch onderzoek van een aantal Scaevola-rassen laten uitvoeren, waaronder SAPHIRA en BLUE LAGUNA. Daarnaast wil Westhoff de administratie onderzoeken teneinde vast te stellen wat de omvang van de inbreuk en/of schending van voormeld Händlervertrag is en teneinde te achterhalen wie de leveranciers en afnemers van de inbreukmakende planten zijn.

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken van Westhoff toe:

“Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is de stelling van Grünewald (red IEF: moet zijn “Westhoff”) dat Westhoff (red IEF: moet zijn “Grünewald”) inbreuk heeft gemaakt op haar Gemeenschapskwekersrecht voldoende gesubstantieerd voor toewijzing van maatregelen tot bescherming van bewijs op de wijze als hierna verwoord. Tevens hebben verzoeksters voldoende aangevoerd om te kunnen concluderen dat het nodig is de verzochte maatregelen te nemen zonder de wederpartij te horen.”

Lees de beschikking hier.

IEF 5943

Incident in porseleinkast

msn.JPGRechtbank Amsterdam 2 april 2008, HA ZA 07-2928, Staatliche Porzellan-Manufaktur Meissen GMBH tegen Deko Trends International B.V. (met dank aan Arnout Gieske, Van Diepen Van der Kroef).

Nootwaardig vonnis in incident over een belangrijke praktijkvraag over het relatief nieuwe artikel 1019a Rechtsvordering (implementatie handhavingsrichtlijn): Onder welke omstandigheden mag voorafgaande aan de inbreukprocedure inzage en afgifte worden verkregen van conservatoir beslagen bewijsmateriaal? De Rechtbank Amsterdam interpreteert het als volgt: eiser heeft slechts een rechtmatig belang heeft bij inzage en afgifte indien gedaagde zich schuldig zou maken aan grootscheepse piraterij.

Meissen is al sinds begin 18e eeuw producent van porseleinen producten, waaronder decoratieve sierstukken en is houder van een groot aantal merkregistraties (voor IE-anekdotici: volgens wikipedia zijn de gekruiste zwaarden van Meissen “one of the oldest trademarks in existence’). Deko Trends is een groothandel in decoratie-artikelen.

Meissen heeft bij Deko Trends conservatoir beslag doen leggen tot afgifte van een aantal porseleinen producten en conservatoir bewijsbeslag genomen op een groot aantal bescheiden. Vervolgens is Meissen een bodemprocedure gestart tegen Deko Trends waarin onder meer een verbod wordt gevorderd op de verhandeling van de beweerdelijk inbreukmakende porseleinen producten van Deko Trends. In dit incident vordert Meissen op grond van artikel 223 Rv bij wijze van voorlopige voorziening afschrift van, althans inzage in het conservatoir beslagen bewijsmateriaal ex artikel 2.22 lid 4 BVIE jo. artikel 1019a jo. 843a Rv.

De rechtbank oordeelt dat een vordering tot afgifte van bescheiden ex artikel 843a Rv niet moet worden gezien als een provisionele vordering in de zin van artikel 223 Rv, maar als een incidentele vordering in de zin van artikel 208 Rv. De provisionele vordering is immers naar haar aard gericht op het treffen van een maatregel van voorlopige aard die werking heeft voor de duur van het bodemgeschil, waarvan bij de vordering tot afgifte ex artikel 843a Rv volgens de rechtbank niet gesproken kan worden.

De vordering van Meissen op grond van artikel 2:22 lid 4 BVIE wordt afgewezen omdat dit artikel volgens de voorzieningenrechter handelt over nevenvorderingen die door de rechter kunnen worden toegewezen nadat inbreuk op de rechten van de merkhouder zijn vastgesteld. Een dergelijke vordering kan dan ook niet bij wijze van incidentele vordering worden toegewezen voordat in de hoofdzaak is beslist.

Met betrekking tot de vordering van Meissen gestoeld op artikel 1019a Rv jo. 843a Rv oordeelt de rechtbank onder meer als volgt:

"5.9. Artikel 1019a Rv dat, zoals gezegd, een nadere invulling is van artikle 843a Rv, gaat uit van de gedachte dat de eiser in staat moet zijn om voldoende bewijs te verzamelen teneinde vast te stellen of sprake is van een inbreuk op rechten van intellectuele eigendom. Dat deze inbreuk al vastgesteld zou moeten zijn alvorens een dergelijke vordering toewijsbaar zou zijn, zoals Deko Trends heeft aangevoerd, is dan ook onjuist.

Thans dient derhalve de vraag te worden beantwoord of Meissen, nu het bewijsmateriaal veilig is gesteld, tevens een rechtmatig belang heeft bij inzage en afgifte van de in het kader van het bewijsbeslag beslagen goederen.

(…) De rechtbank is van oordeel dat een rechtmatig belang in dit geval ontbreekt. (..) Meissen heeft daarbij alleen dan een gerechtvaardigd belang indien zij voldoende aannemelijk zou hebben gemaakt dat Deko Trends zich schuldig zou maken aan grootscheepse piraterij. Dat is naar het oordeel van de rechtbank voorshands niet komen vast te staan. (…). ”

Meissen wordt veroordeelt in de volledige proceskosten van het incident. 

Lees het vonnis hier.

IEF 5820

Niet bewezen export

Rechtbank Amsterdam, 28 februari , KG ZA 08-113 OdC/LW, Vonk tegen Stichting De Thuiskopie (met dank aan Hanneke Holthuis, Höcker).

Thuiskopiezaak. Handhaving beslagen. Import- en export blanco gegevensdragers. Relatie tussen gedaagden maakt betrokkenheid aannemelijk.

E-profits (eenmanszaak van eiser Vonk) levert via internet populaire consumentengoederen. De Energiebron (gedaagde 2) handelt (o.a.) in opslagmedia en geheugenproducten.

Direkt Supplies, een in België gevestigde onderneming, heeft een zestal facturen aan E-profits gestuurd voor blanco informatiedragers. E-profits heeft 40.640 blanco informatiedragers van Direkt Supplies afgenomen. De Energiebron heeft de dragers opgeslagen in haar bedrijfsruimte. Vonk heeft de heffing (ter waarde van EUR 31.976,00) niet aan Stichting de Thuiskopie betaald. Hierop heeft de Thuiskopie conservatoir beslag gelegd ten laste van Vonk. De door Vonk cs gevorderde opheffing van de beslagen wordt afgewezen.

Het argument van Vonk dat 40.387 van deze informatiedragers naar Duitsland zijn geëxporteerd, waardoor zij niet langer de heffing zou hoeven betalen, wordt niet gevolgd:

"Immers, niet is gebleken dat het bij de export naar de Duitse ondernemer gaat om de uit België geïmporteerde dragers. Ook uit de door Vonk c.s. overgelegde accountantsverklaring kan dit niet worden afgeleid (...). Hierbij dient te worden opgemerkt dat Vonk de informatiedragers, naar eigen zeggen, voor ruim EUR 20.000,00 heeft afgenomen van Direckt Supplies, terwijl zij voor de 40.387 dragers slechts EUR 10.000,00 heeft gefactureerd aan Heiner Lange. Het is onwaarschijnlijk dat zij genoegen heeft genomen met een verlies van ruim EUR 10.000,00. Bovendien is het niet wel verklaarbaar en daarom onnaannemelijk dat Vonk de van 2005 tot en met 2007 geïmporteerde goederen eerst in november 2007 heeft geëxporteerd, gelet op de technische ontwikkelingen met betrekking tot opslagmedia en de snelheid waarmee goederen verouderen." (ov 4.3)

Ook het verweer van de Energiebron dat de dragers slechts in de bedrijfsruimte van de Energiebron zijn opgeslagen, en dat zij verder niet betrokken zijn geweest bij de import, wordt niet gevolgd. De Energiebron handelt immers via internet op grote schaal in informatiedragers. Zij biedt exact dezelfde merken geluidsdragers aan als degene die Vonk heeft geïmporteerd. Daarbij komt dat Evenhuis de levenspartner van Vonk is en dat hij via Overzet indirect bestuurder is van de Energiebron.(4.4.)

Lees het vonnis hier.

IEF 5741

Faits Divers

SIDN opheffen. “ De SP wil de uitgave van internetadressen, nu nog geregeld door een stichting, per direct in overheidshanden brengen. Ook moet de numerieke landrush ongeldig worden verklaard. De Socialistische Partij windt zich op over de controversieel verlopen landrush-procedure van numerieke domeinnamen eind vorige week. Kamerlid Arda Gerkens vindt de gang van zaken rondom de introductie 'belachelijk' en eist dat de procedure opnieuw en anders wordt gedaan.”

Lees hier meer (Webwereld).

Jackpagne. “Jack Poels van Rowwen Hèze heeft mot met whiskymerk Jack Daniel's: de champagne van de Limburger met de naam Jackpagne lijkt teveel op JackPayne, een mixdrankje van de fabrikant. "Dat moet ik nog maar eens zien. Jack Daniel's heeft deze naam nooit laten registreren, of er verder iets officieels mee gedaan", zegt Jack Poels. "Wij daarentegen hebben Jackpagne geregistreerd voor de hele Benelux. En tot nu toe heeft niemand officieel bezwaar daar tegen aangetekend. Ik snap ook niet waar ze zich zo druk over maken. 'Jackpayne' is inderdaad in de volksmond de naam van een mixdrankje in Amerika. Het is niet zo op zichzelf te koop, zover ik weet. Vergelijk het met Bacardi-cola of zoiets." 
Lees hier meer (Telegraaf).

Niet lezen. “Hans kan niet lezen! IE-Advocaat Hans Bousie reageert in zijn column op de site van vakblad Entertainment Business op een voorstel van BREIN ten aanzien van een 'graduated response systeem'. Dat voorstel van BREIN heeft hij niet goed gelezen en de wet ook niet. Hans roept er daarom dingen over in zijn columns die niet kloppen. Dat draagt niet bij tot het ‘slimme publieke debat’ dat hij naar eigen zeggen voor staat. De feiten Hans, die zijn belangrijk. Dat zou een jurist toch moeten weten. ‘Roept u maar’, roept Hans. Maar Hans zelf lijkt zomaar wat te roepen.”

Lees hier meer (Tim Kuik, Stichting BREIN).

Beeldrecht. “Eigen doelpunt van Marco van Basten", kopte de Gazzetta dello Sport vanochtend. De ex-speler van AC Milan moet 7,2 miljoen euro betalen aan de Italiaanse fiscus. (…) Volgens de Corriere della Sera betreft het inkomsten uit beeldrecht die Van Basten in de periode 1996-1997 zou hebben ontvangen. Dit geld ontving hij op buitenlandse rekeningen. Van Basten voetbalde toen niet meer, maar woonde nog in Italië en had daar dus belasting over moeten betalen.

Lees hier meer (NRC). 

Pleezer. “Bacardi verwijt het politiekorps Zuid-Holland-Zuid inbreuk op haar merkrecht. De drankfabrikant vindt dat de blikjes alcoholvrije frisdrank ‘Pleezer’ die het politiekorps uitreikt, te veel doen denken aan haar alcoholmixdrankje Breezer. In de regio Dordrecht deelt de politie al geruime tijd blikjes Pleezer uit in het kader van een alcohol-preventieproject gericht op jongeren.”

Lees hier meer (Distrifood). 

Lingerie. “Zakenvrouw van het jaar Marlies Dekkers krabbelt terug in de vete met concurrent Sapph. Het ulltimatum waarmee winkeliers deze week werden geconfronteerd - of Sapph er uit, of wij er uit - is voorlopig van de baan.  Omdat Sapph ondergoed zou maken dat te veel lijkt op dat van Dekkers, begon die laatste begin deze week een merkwaardig offensief. Winkeliers die beide merken verkopen kregen een telefoontje van Dekkers' medewerkers: "Dit is onze politiek, je kunt kiezen: óf je stopt onmiddellijk de samenwerking met Sapph, óf wij stoppen onmiddellijk de levering."

Lees hier meer (Sprout).

Downloaden. De voorlichting van Digibewust, een samenwerking van overheid en bedrijfsleven, over veilig internetten is in strijd met de wet. Ook stimuleert het angst voor ruilprogramma's, terwijl die juist als de toekomst van het internet worden gezien.

’Onthoud dat het downloaden van muziek en films vanaf het internet meestal illegaal is’. Het Gezinsboekje bedwing het web! dat Digibewust sinds kort verspreidt om kinderen te leren veilig te surfen, laat er geen misverstand over bestaan. Volgens Digibewust zijn ’de meeste muziek en films op internet illegale kopieën’ en ’wemelt het op de websites waar mensen muziek en films delen meestal van de virussen en spyware’. De visie van Digibewust, dat deels door de overheid wordt gefinancierd, strookt niet met de wet.”

Lees hier meer (Trouw).

Kaas. “Westland Kaas heeft onder andere in Bunschoten beslag laten leggen op diverse namaak kazen van het merk Old Amsterdam. Er komt een onderzoek naar de herkomst van de partij en Westland zal zowel tegen makers, tussenhandel als verkopers een aanklacht indienen, zo meldt Charles Gielen van advocatenkantoor NautaDutilh.”

Lees hier meer (Gooi- en Eemlander).

Aantal. “Het verwijt klinkt steeds vaker: Nederland innoveert onvoldoende, waardoor het niet tegen de globalisering is opgewassen. Nu blijkt het aantal patentaanvragen vanuit ons land flink gedaald te zijn. Terwijl in 2007 wereldwijd een recordaantal van 156.100 patenten is aangevraagd - een stijging van 4,7 procent - daalde het Nederlandse aandeel met 7,6 procent. Dat maakt de World Intellectual Property Organization (WIPO) bekend.”

Lees hier meer (Nu.nl).

Onderzoek. “Het consortium P2P-Next, een samenwerking van diverse Europese bedrijven en instellingen, kan onderzoek gaan doen naar de internet-televisie van de toekomst. De Europese Unie stopt negentien miljoen euro in een vier jaar durend onderzoek. (…) Het onderzoek gaat vier jaar duren, en zal zich niet alleen richten op de technische aspecten. Ook zaken als auteursrecht en problemen rond beveiliging en commerciële belangen zullen worden onderzocht.”

Lees hier meer (Planet).

Portretrecht. “Radio 538 moet Edwin de Roy van Zuydewijn een schadevergoeding van 25 duizend euro betalen. Een rechter oordeelde dat het radiostation in een advertentie onrechtmatig gebruik heeft gemaakt van een foto. (…) Zenderdirecteur Jan Willem Brüggenwirth is woedend over de uitspraak van de rechter. "De Roy van Zuydewijn doet dit alleen maar om geld binnen te harken", brieste hij woensdag in RTL Boulevard. "Terecht spreekt hij ons aan op de inbreuk in zijn portretrecht, maar hij doet het alleen om zijn schulden mee te betalen."

Lees hier meer (Trouw). 

In beroep. “Openbareverkopen.nl maakte dit weekend bekend in hoger beroep met spoedappel te gaan bij het Gerechtshof in Arnhem. Op 11 februari verloor Openbareverkopen.nl voor de rechter in Almelo een zaak die was aangespannen door concurrent Veilingnotaris.nl. Die site beschuldigde Openbareverkopen.nl ervan zonder toestemming gegevens te kopiëren over veilingen van huizen.”

Lees hier meer (Emerce.nl).

Politielogo. “Zijn T-shirts met daarop parodieën op het politielogo beledigend voor agenten? Die vraag is kennelijk zo lastig, dat de Rotterdamse politierechter hem niet durft te beantwoorden.  Hij verwees de strafzaak tegen ondernemer Marco Tomassen, die vorig jaar dat soort T-shirts te koop aanbood, door naar de meervoudige kamer. Daar zullen drie rechters zich over de zaak buigen.”

Lees hier meer (AD).

IEF 5065

Beslag- en beschrijvingsoperatie

Rechtbank Arnhem 30 oktober 2007, KG ZA 07-602, Astellas Pharma Inc. tegen Synthon B.V.

Executie kort geding na vonnis over (grensoverschrijdend) bewijs- en beschrijvend beslag (inzagerecht) ex. artt. 1019b-d Rv. in een farma-octrooizaak. Omvang geheimhoudingsplicht.

Wel gesignaleerd, nog niet samengevat. De kern van het geschil is de vraag of Astellas (eiser) behoorlijk uitvoering heeft gegeven aan het vonnis van de voorzieningenrechter te Arnhem van 1 juni 2007. Astellas is - kort gezegd – bij het vonnis veroordeeld tot geheimhouding met betrekking tot de inhoud van de in beslag genomen documenten van Synthon (gedaagde) daar het verlof tot bewijsbeslag te ruim is geweest en hiervan te ruim gebruik is gemaakt. Na het vonnis heeft Synthon de advocaten van Astellas bericht dat Astellas het vonnis niet zou zijn nagekomen en daarom dwangsommen heeft verbeurd. Synthon heeft ten laste van Astellas executoriaal beslag laten leggen op de aandelen van Astellas in Astellas B.V.

In de onderhavige zaak vordert Astellas o.a. dat Synthon op straffe van een dwangsom onmiddellijk iedere executie van het vonnis zal staken, gestaakt zal houden en om iedere reeds genomen executiemaatregel ongedaan te maken.

Ter onderbouwing van haar vordering, stelt Astellas onder meer dat: “3.2 (…) uit rechtsoverweging 4.18 van het vonnis duidelijk blijkt dat het doel van het gebod onder 5.2 en het bevel onder 5.3 van het dictum van het vonnis is om verder gebruik door Astellas van de inhoud van de beslagen documenten te voorkomen en daartoe (i) alle vertegenwoordigers van Astellas die op welke wijze dan ook inzage hebben gehad in de inbeslaggenomen stukken, een geheimhoudingsplicht op te leggen en (ii) in het kader van de op te leggen geheimhoudingsplicht bekend te maken welke vertegenwoordigers van Astellas kennis hebben genomen van de inbeslaggenomen stukken. Met ‘vertegenwoordigers van Astellas’ heeft de voorzieningenrechter volgens Astellas uitsluitend gedoeld op personen die in of voor het bedrijf van Astellas werkzaam zijn en die om die reden kennis genomen hebben van de inhoud van de beslagen documenten en die ten nadele van Synthon kunnen gebruiken.”

Synthon is het niet eens met deze argumentatie. Volgens het verweer van Synthon: “3.3 (…) was het doel van de veroordeling van Astellas om zeker te stellen dat verdere geheimhouding van de verkregen informatie zou zijn gewaarborgd. Dat kan alleen maar als zeker wordt gesteld dat alle personen die bij de beslaglegging betrokken waren, dan wel anderszins de documenten in handen hebben gehad, geen uitgezonderd, tot verdere geheimhouding worden verplicht.”

De voorzieningenrechter verwerpt het verweer van Synthon en wijst de vordering tot onmiddellijke staking van de executie van het vonnis toe. Bovendien beveelt de voorzieningenrechter Synthon om onmiddellijk iedere reeds genomen executiemaatregel ongedaan te maken. Aan het oordeel van de voorzieningenrechter ligt ten grondslag dat geheimhouding – met als doel verder gebruik door Astellas van de inhoud van de beslagen documenten te voorkomen – slechts geldt voor:

“4.6 (…) degenen die ten behoeve van Astellas betrokken zijn geweest bij de beslag- en beschrijvingsoperatie en die in het kader daarvan kennis hebben genomen van de inhoud van de documenten, alsmede degenen die daarna van de inhoud hebben kennis genomen. Personen die niet inhoudelijk kennis hebben genomen van deze documenten kunnen echter geen informatie ten nadele van Synthon naar buiten brengen.

De onderdelen 5.2. en 5.3. van het dictum van het vonnis, in samenhang bezien met de geciteerde passage uit 4.18 van het vonnis, moeten dan ook zo worden begrepen dat Astellas aan Synthon een opgave dient te verstrekken van de namen en adressen van alle personen die namens haar betrokken zijn geweest bij het conservatoir bewijsbeslag/gedetailleerde beschrijving van 22 mei 2007 én die daadwerkelijk kennis hebben genomen van de inhoud van de daarmee verkregen documenten/gegevensdragers, althans van wie redelijkerwijs valt aan te nemen dat zij daarvan kennis hebben genomen, en wel zodanig dat zij van daaruit verkregen informatie gebruik zouden kunnen maken ten nadele van Synthon.”

Voorts oordeelt de voorzieningenrechter, dat krachtens art. 611a lid 3 Rv geen dwangsommen kunnen worden verbeurd als geen rechtsgeldige betekening heeft plaatsgevonden. Nu niet is gesteld noch is gebleken dat Astellas woonplaats heeft gekozen ten kantore van haar Nederlandse advocaten heeft er geen rechtsgeldige betekenis van het vonnis plaatsgevonden op 1 juni 2007. De Voorzieningenrechter oordeelt ten slotte dat het voorgaande betekent dat betekening van het vonnis eerst op 11 juni 2007 rechtsgeldig heeft plaatsgevonden ten parkette van de Officier van Justitie te Arnhem. Hierbij laat hij in het midden of deze betekening gezien de bepalingen van het Haags Betekeningsverdrag op 11 juni 2007 reeds voltooid was nu vaststaat dat Astellas in ieder geval voor 11 juni 2007 reeds behoorlijk uitvoering heeft gegeven aan het vonnis.

Lees het vonnis hier.