Filmscript maakt inbreuk op boeken "Weg van Lila" en "Vaderstad"
Hof 's-Hertogenbosch 2 juni 2015, IEF 14988; ECLI:NL:GHSHE:2015:2018 (Weg van Lila tegen Janey, Kind van de Rekening)
Uitspraak ingezonden door Hanneke Holthuis, Griffiths Advocaten en Roland Wigman, VWS advocaten. Zie eerder IEF 12888 en IEF 11118. Auteursrecht. Genre en thema's in boeken. Filmscript. In de zomer van 2010 heeft J het boek “Weg van Lila” van R gelezen en heeft bij eiser geïnformeerd of de filmrechten van zijn boeken nog beschikbaar zijn. Ze zijn niet tot overeenstemming gekomen en J mailt daarop dat hij dan liever zijn eigen verhaal verfilmt. Het gaat hier om twee romans, ten dele autobiografisch, ten dele fictie, van R "Weg van Lila" en "Vaderstad" tegenover een filmscript "Janey, Kind van de Rekening" van gedaagde. In de bodemprocedure is inbreuk op de eerdere boeken niet aangenomen. R stelt in hoger beroep met succes dat er wel sprake is van inbreuk. Het hof kent bescherming toe aan verschillende uitgewerkte elementen, en tevens de combinatie van onbeschermde elementen, van de boeken en oordeelt dat J hiervan te weinig is afgeweken in zijn filmscript. Verwijst naar de schadestaatprocedure nu aannemelijk is dat R schade heeft geleden doordat zijn uitgever heeft afgezien van de verfilming van zijn boek.
4.16.1. Het hof komt tot het oordeel dat de hiervoor vermelde elementen, ook waar deze op zich onbeschermde trekken of elementen behelzen, in de boeken - in onderlinge samenhang gelezen en bezien - steeds zo specifiek en kenmerkend zijn uitgewerkt dat deze een eigen oorspronkelijk karakter hebben en een persoonlijke stempel van de maker dragen, waardoor zij tezamen en in combinatie als een intellectuele schepping van R auteursrechtelijk beschermd zijn.
4.16.3. De door J gestelde verschillen [...] lijken vooral te zijn ingegeven door de pogingen om de door J gestelde eigen oorspronkelijkheid aan het verhaal te geven, maar voegen ieder op zichzelf en in onderlinge samenhang bezien aan het verhaal niet een heel andere dimensie toe in die mate dat de gekozen en uitgewerkte onderwerpen en thema's in de ontwikkeling naar het plot en de climax in de verhaallijn van het filmscript een andere is. Hierdoor doen de gesignaleerde verschillen russen de boeken en het filmscript onvoldoende af aan de hiervoor vastgestelde relevante parallellen en gelijkenissen. In de beantwoording van de overeenstemmingsvraag spelen deze, als te geringe dan wel daarvoor triviale, verschillen verder geen rol.
4.16.4. Op grond van de in het voorgaande weergegeven analyse van de diverse elementen - karakterisering van Hoofdpersonen en situering van gebeurtenissen in tijd en plaats, voortgang van verwikkelingen/intriges en ontwikkeling tot de in de verhaallijnen gekozen subplots (climax) - in de boeken en het filmscript en de vergelijking daarvan komt het hof tot de slotsom dat, niettegenstaande eveneens aan te wijzen verschillen, het filmscript op zoveel onderdelen en in zodanige mate overeenstemt met de boeken, en ook de totaalindruk van dat filmscript in zodanige mate overeenstemt met dat van de boeken, dat het filmscript geacht moet worden te veel overeen te stemmen met en te weinig te verschillen van de boeken en daarom inbreuk maakt op de auteursrechtelijk beschermde elementen van de boeken. Van een compleet nieuw en oorspronkelijk werk waarmee geen inbreuk wordt gemaakt op de auteursrechtelijk beschermde elementen van de boeken is bij het filmscript geen sprake. [...]
4.16.5. Hiervoor heeft het hof uitgewerkt in welke mate en op welke auteursrechtelijk relevante onderdelen (combinaties van onderdelen daaronder begrepen) het filmscript overeenstemt met de boeken. Tegen de achtergrond van de gesprekken tussen R en J in samenhang met diens bekendheid met de boeken en het treatment komt het hof voorts tot de slotsom dat er voldoende aanwijzingen zijn dat het filmscript aan de boeken is ontleend zodat sprake is van een ongeoorloofde verveelvoudiging in de zin van art. 13 Aw.
4.16.6. J heeft naar het oordeel van het hof -ter ontzenuwing van vorenbedoeld vermoeden dat het filmscript wat betreft de door het hof geconstateerde overeenstemmende elementen uit de boeken de vrucht is van bewuste of onbewuste ontlening - onvoldoende aannemelijk gemaakt dat het filmscript het verhaal is over de eigen scheiding van J en dat de daarin uitgewerkte verhaallijn is gebaseerd op en geïnspireerd door de speelfilm 'Kramer versus Kramer'.
4.17. Het voorgaande brengt het hof tot de conclusie dat het [...] filmscript van J inbreuk maakt op de auteursrechtelijk beschermde elementen en op combinaties van de op zichzelf niet auteursrechtelijk beschermde trekken en elementen uit de boeken. [...] Met de inbreuk op het auteursrecht van R is dan ook de schending van de persoonlijkheidsrechten van R en de onrechtmatige daad jegens hem als maker van de boeken gegeven, nu het filmscript door J is openbaar gemaakt zonder vermelding dat R ook de maker van het filmscript is. [...]
Uitspraak ingezonden door Paul Mazel,
Onrechtmatige publicatie. FNV heeft uitlatingen onder andere in verband met urenregistratie en misbruik van 15-jarigen bij supermarkt onvoldoende hard kunnen maken. Enig direct bewijs waaruit blijkt dat tijdens verschillende bijeenkomsten met het personeel is medegedeeld dat 15-jarigen zware werkzaamheden moeten uitvoeren, die wettelijk niet mogen, is niet overgelegd. Verbod verdere openbaarmaking. Daarbij weegt mee dat FNV suggestieve, strafrechtelijke getinte bewoordingen heeft gebruikt, zoals “misbruikt”, “sjoemelt” en “steelt”. Toewijzing
Uit het persbericht: Naar aanleiding van de aandacht en misvattingen rondom een
Uitspraak ingezonden door Hanneke Holthuis,
Zie eerder
Het Australische Hygro vordert verklaring voor recht dat Futurecare c.s. inbreuk maken op
Merkenrecht. Verzoekster (autofabrikant) is houdster van onder meer het internationale beeldmerk ‘Mercedes-Benz’, ingeschreven sinds 21-09-1966. De bescherming (ook in Hongarije) betreft overwegend bepaalde auto-onderdelen. Verweerster (kort: Együd Garage) is in Hongarije ingeschreven en actief in de auto-detailhandel. Haar diensten zijn afgestemd op de voertuigen van verzoekster. In 2007 sluit Mercedes-Benz Hungaria (dochter Daimler, geen partij in het geding) en verweerster een overeenkomst over klantenservice, die afliep op 31-03-2012. Gedurende de overeenkomst mag verweerster zich profileren als ‘erkend Mercedes-Benz garagehouder’. Maar ook na afloop van de overeenkomst (en nu nog steeds) blijft verweerster deze uitdrukking (met name op Hongaarse maar ook op Engelstalige websites) gebruiken, ondanks pogingen van verzoekster dit te stoppen om verwarring bij klanten te voorkomen. Verzoekster vraagt de verwijzende rechter vast te stellen dat verweerster inbreuk maakt op haar merkenrecht en haar te gelasten de (misleidende) advertenties te verwijderen, zich verder van inbreuken te onthouden en een rechtzetting in nationale en regionale dagbladen te plaatsen. Verweerster bewijst dat zij bij de onderneming die reclamediensten aanbiedt heeft aangedrongen op wijziging van de ads.
Uit het persbericht: Merkhouders worden gedurende het registratie- en vernieuwingsproces van hun merk steevast lastig gevallen door partijen die aanbieden voor hen een publicatie of een vernieuwing te verzorgen. Veelal heeft dit betrekking op een publicatie in een waardeloze publiciteitsgids of een vernieuwing tegen zeer hoge kosten en gebeurt het bovendien onder een misleidende naam of logo. De BMM, de Benelux beroepsorganisatie van merkenjuristen en advocaten, strijdt al jaren tegen deze praktijken. Echter, mede gezien het feit dat deze partijen veelal (ver) buiten het Benelux gebied zijn gevestigd, is het aanpakken van dergelijke vormen van bedrog niet eenvoudig gebleken. Recent is daar verandering in gekomen op last van de BMM, die in België een aantal strafklachten heeft ingediend.