Een grotere vrijheid voor columnisten, uiting wel onrechtmatig
Vzr. Rechtbank Amsterdam 20 mei 2014, IEF 13862 (BJAA tegen Heertje, Prometheus en GS Media)
Mediarecht. Onrechtmatige perspublicatie. Heertje heeft de vrijheid om kritiek te uiten op BJAA, maar de wijze waarop dat is gebeurd in een artikel op de opiniepagina van de Volkskrant en in een column op de site van RTLNieuws is onrechtmatig. Heertje, een bekend en gerenommeerd wetenschapper, heeft feiten aangaande een onder toezicht staande minderjarige eenzijdig en enkel vanuit de optiek van de moeder gepresenteerd.
Zo schreef hij dat de minderjarige vredig en naar ieders tevredenheid bij zijn moeder woonde en naar een goede school ging totdat hij zonder aanleiding vanaf zijn school is ontvoerd en naar een geheime plek is gebracht. Daardoor is de andere kant van het verhaal, te weten dat na een langdurige echtscheidingsstrijd en nadat de moeder de minderjarige drie-en-een-half jaar geen omgang met de vader toestond, de rechtbank en het hof hebben bepaald dat vader alleen met het gezag werd belast en dat de minderjarige voortaan bij zijn vader het hoofdverblijf zou hebben, niet belicht. Heertje heeft zonder noodzaak de namen van bij de minderjarige betrokken individuele medewerkers van BJAA in zijn column genoemd. De vergelijking van het handelen van BJAA met gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog is vanwege de manier waarop dat is gebeurd ongepast, onnodig kwetsend en grievend. Voor zover Heertje het handelen van BJAA kwalificeert als strafbaar, misdadig of crimineel, geldt dat deze beschuldiging onvoldoende steun vindt in de feiten.
Wijze van publicatie
4.8.Heertje heeft gesteld dat hem als columnist een grotere vrijheid toekomt om te overdrijven, en dat het bovendien noodzakelijk is voor het aanzwengelen van het maatschappelijk debat om zich in sterke bewoordingen uit te laten. Een gewone uiting zou, aldus Heertje, geen effect hebben. BJAA heeft betwist dat het om een column gaat. De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. Wat betreft de onder 2.4 en 2.8 genoemde e-mailberichten geldt dat deze ook aan derden zijn verzonden, zodat deze in zoverre openbaar zijn. Deze e-mailberichten houden waardeoordelen in. (...) Door zich slechts te baseren op het verhaal van de moeder, hetgeen door Heertje wordt betwist maar naar het oordeel van de voorzieningenrechter blijkt uit bovenstaande, zonder ook de andere kant van het verhaal te laten zien, doet Heertje geen recht aan het maatschappelijk debat. Eveneens speelt een rol dat het BJAA in beginsel vanuit de bescherming van de minderjarige niet vrijstaat om allerlei uitlatingen te doen over een bepaalde specifieke casus, zodat het voor haar moeilijk is zich in het debat te mengen. Ook dat maakt dat het van belang is de feiten juist en volledig te presenteren.
Inkleding van de uitlatingen
4.11. Voor zover Heertje het handelen van BJAA kwalificeert als strafbaar, misdadig of crimineel is de voorzieningenrechter van oordeel dat nu daarvoor onvoldoende steun in de feiten aanwezig is, ook deze kwalificaties ongepast zijn.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de uitlatingen van Heertje onrechtmatig zijn jegens BJAA, voor zover hij daarin BJAA en/of haar medewerkers in verband brengt met een criminele organisatie en/of strafbare feiten zoals ontvoering en/of fascisme en/of praktijken in de Tweede Wereldoorlog zoals het wegvoeren van Joodse kinderen, en voor zover hij daarin namen of andere privégegevens van medewerkers van BJAA noemt. Nu bovengenoemde onrechtmatige uitlatingen zozeer zijn verweven in de tekst van de artikelen, zal Heertje worden bevolen de artikelen in zijn geheel van het internet te (doen) verwijderen. Het gebod zal slechts betrekking hebben op de onder 2.5 en 2.10 genoemde artikelen, aangezien de reeds verzonden e-mailberichten niet meer zijn te verwijderen. Nu Heertje hierover niets heeft aangevoerd, wordt hij geacht het in zijn macht te hebben de artikelen van websites van RTL Nieuws en van De Volkskrant te (laten) verwijderen. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt en gemaximeerd als volgt.
4.12. Eveneens zal worden toegewezen de vordering om Heertje te bevelen Google te verzoeken de cache van de zoekmachine met betrekking tot de gewraakte uitlatingen als hiervoor genoemd te verwijderen en verwijderd te houden. Voor zover de vordering betrekking heeft op andere zoekmachines dan Google is de vordering te onbepaald om te worden toegewezen.
De voorzieningenrechter
5.1. gebiedt Heertje binnen 10 dagen na betekening van dit vonnis de uitlatingen als bedoeld onder 2.5 en 2.10 van internet of enig ander openbaar medium te (doen) verwijderen en verwijderd te (doen) houden,
5.2. gebiedt Heertje Google binnen 10 dagen na betekening van dit vonnis op deugdelijke wijze te verzoeken om de cache van de zoekmachine van Google met betrekking tot de artikelen als bedoeld onder 2.5 en 2.10 te verwijderen en verwijderd te houden, zodat deze artikelen niet meer vindbaar zijn via de zoekmachine, met overlegging van afschriften van deze verzoeken aan de raadsvrouw van BJAA,
Uitspraak ingezonden door Arvid van Oorschot,
Uitspraak ingezonden door Jens van den Brink, Sophie van Loon en Christien Wildeman,
De Rijkswet van 22 januari 2014 tot wijziging van artikel 53b van de Rijksoctrooiwet 1995 in verband met de invoering van een beperkte veredelingsvrijstelling (
Merkenrecht. Het Franstalige beroep is gericht tegen de beslissing van het BBIE waarin de aanvraag wordt afgewezen van het woordmerk '
Eiser is de Nederlandse striptekenaar, cartoonist, bedenker en tekenaar van stripboekenreeks ‘Dirkjan', tevens woord/beeldmerknaamhouder. Stripboekwinkel S heeft domeinnaam dirkjan.nl geregistreerd in 1999. Verweerder is enige tijd uitgever van het stripboek geweest, maar is nu slechts wederverkoper. Verweerder heeft geen eigen recht op of legitiem belang (meer) bij de domeinnaam. De domeinnaam verwijst de bezoeker door naar de website van verweerder, waarop ook stripboeken van concurrenten worden aangeboden.Overdracht is bevolen.
Beroep ingesteld door de aanvrager van het woordmerk "
Vernietiging van OHIM-beslissing houdende verwerping van het beroep tegen de gedeeltelijke weigering van de onderzoeker om het beeldmerk met het woordelement „
Het burgerlijk recht is in Nederland geconcentreerd in het Burgerlijk Wetboek, maar het burgerlijk recht is breder dan deze wet in eerste instantie doet vermoeden. In deze relatief nieuwe codificatie zit bijvoorbeeld een gat; het geplande boek 9, waarin intellectuele eigendomsrechten een plaats zouden krijgen, ontbreekt tot op heden. Hoe erg is dit?
Mediarecht. De voorzieningenrechter in Lelystad heeft bepaald dat RTL de aflevering van het programma ‘Project P’ over de scholieren van het Einstein Lyceum, die gepland stond voor maandag 19 mei, niet mag uitzenden. Het gaat om de beelden die met de verborgen camera zijn opgenomen in en rond de school en de beelden waarbij de scholieren met de verborgen opnamen bij het sportveld werden geconfronteerd. De rechter oordeelde dat de persoonlijke levenssfeer van de leerlingen in dit specifieke kort geding zwaarder weegt dan het recht van vrijheid van meningsuiting/persvrijheid van RTL.
Splitsingincident in octrooizaak. Compensatie proceskosten (artikel 208 lid 3 Rv). Ferring vordert de splitsing van de aanhangige beroepsprocedure, zodat de inbreukvorderingen worden afgesplitst zodat die worden aangehouden totdat in de opeisingszaak