Vacature: formalities officer bij V.O.
Voor de kantoororganisatie van V.O. in Den Haag zijn wij op zoek naar een Formalities Officer. Kwaliteit en nauwkeurigheid staan hierbij hoog in het vaandel. Je maakt onderdeel uit van een enthousiast team dat bestaat uit 11 gedreven collega’s. Dit team is verantwoordelijk voor het aanvragen van octrooien (voornamelijk Nederland/Europa/internationaal) en het verzorgen van de formaliteiten met betrekking tot de gehele octrooiprocedure.
Lees verder >>
Vacature: trainee patent attorney bij V.O.
V.O. zoekt een Trainee Patent Attorney. Heb jij je master of PhD Natuurkunde, Elektrotechniek, Werktuigbouwkunde, Industrieel Ontwerpen of van een andere technische studie op zak? En nog lang niet uitgeleerd? Ga je een intellectuele uitdaging en een eigen verantwoordelijkheid niet uit de weg? En wil je met jouw technische kennis topbedrijven juridisch en strategisch adviseren, zodat zij alles uit hun innovatie halen? Dan is de functie van Trainee Patent Attorney echt iets voor jou.
Lees verder >>
Uitspraak ingezonden door Arjen Schram, Wieringa Advocaten.
Verwarring tussen handelsnamen valt niet te duchten
Rb. Limburg 8 juni 2022, IEF 20816; ECLI:NL:RBLIM:2022:6470 (P-P Consult Rct tegen Mr. Jobs) In deze procedure staan de handelsnamen "Mister Jobs" en "Mr. Jobs" tegenover elkaar. Eiseres exploiteert een uitzendbureau onder de naam Mister Jobs en is gevestigd in het Gelderse Rheden. Gedaagde exploiteert eveneens een uitzendbureau onder de naam Mr. Jobs en is gevestigd in het Limburgse Maasbracht. Eiseres vordert een verbod op het gebruik van de jongere handelsnaam Mr. Jobs. De rechtbank oordeelt dat de bestanddelen “Mister” en “Jobs” veelgebruikte aanduidingen van louter beschrijvende aard zijn, die het daarom met een beperktere beschermingsomvang zullen moeten doen. De rechtbank komt tot het oordeel dat de handelsnamen weliswaar auditief en begripsmatig met elkaar overeenstemmen, doch dat de overige omstandigheden ertoe leiden dat verwarring niet valt te duchten.
Uitspraak ingezonden door Margot van Gerwen en Charlotte Garnitsch, Taylor Wessing.
Voorzieningenrechter wijst alle vorderingen van Scopema af
Vzr. Rb. Amsterdam 1 juli 2022, IEF 20815; ECLI:NL:RBAMS:2022:4410 (Scopema tegen gedaagde) Een zaak over zit/slaapbanken en draaiplateaus voor in busjes. Scopema had gedaagde gedagvaard op grond van auteursrechtinbreuk, slaafse nabootsing en ongeoorloofd parasiteren. De voorzieningenrechter wijst alle vorderingen van Scopema af. Er is geen sprake van auteursrechten, omdat alle ingeroepen elementen niet origineel, ofwel banaal, ofwel functioneel bepaald zijn, of een combinatie van die drie. Aan de inbreukvraag wordt niet toegekomen. Slaafse nabootsing wordt ook afgewezen. Er is geen sprake van verwarring omdat de totaalindruk van de bank van gedaagde afwijkt van die van Scopema, en overgenomen keuzes zijn gedaan in het kader van de deugdelijkheid en bruikbaarheid van producten. Ook van een onrechtmatig profiteren van de prestatie van Scopema is geen sprake. Het enkele feit dat [naam bedrijf] distributeur is geweest is onvoldoende voor een geslaagd beroep op het leerstuk van parasiteren, waarvoor een hoge drempel geldt. De rechter weigert de door Scopema gevraagde voorzieningen.
Boetes wegens overtreding reclameverbod uit Tabaks- en rookwarenwet
Rb. Rotterdam 4 juli 2022, IEF 20814, RB 3668; ECLI:NL:RBROT:2022:5348 (Eiseres tegen verweerder) Verweerder meent dat eiseres het reclameverbod heeft overtreden en legt daarom een boete op aan eiseres. De vraag die in deze zaak centraal staat is of de afspraken van eiseres met wederverkopers aan te merken zijn als reclame in de zin van artikel 1 Tabaks- en rookwarenwet (Trw). Om van reclame te kunnen spreken hoeft er niet per se een tabaksproduct of aanverwant product publiekelijk te worden aangeprezen. Wanneer een wederverkoper op grond van de overeenkomst met eiseres een tegenprestatie kan/zal ontvangen, is er sprake van afspraken met als doel het bevorderen van de verkoop van tabaksproducten. Deze afspraken zijn aan te merken als ‘reclame’ en door het maken van deze afspraken wordt het reclameverbod overtreden. Op de afspraken die eiseres heeft gemaakt met wederverkopers zijn geen uitzonderingen van toepassing. De aan eiseres opgelegde boetes moeten wel worden gematigd vanwege het feit dat het rechtszekerheids- en evenredigheidsbeginsel te zeer in gedrang zijn gekomen.
Onvoldoende waarschijnlijkheid bescherming farmaceutisch octrooi
Hof van beroep Brussel 20 februari 2018, IEF 20812, IEFbe 3482, LS&R 2086; rolnr. 2018/KR/3 (Mylan tegen Icos) Zie ook de latere uitspraak: [LS&R 1764] en de gelijktijdige uitspraak: [IEFbe 3480]. Icos is een biotechnologisch bedrijf dat is overgenomen door de farmaceutische onderneming Eli Lilly & Company. Eli Lilly brengt het geneesmiddel Cialis op de markt, met als actieve bestanddeel tadalafil. Tadalafil maakt onderdeel uit van het octrooi EP 668 waarvan de beschermingsduur in 2017 is verstreken, na afloop van het aanvullend beschermingscertificaat 009. Icos is nog wel houder van het tweede generatie octrooi betreffende de doseringssamenstelling van tadalafil, genaamd EP 181. Het Hof oordeelt dat de bescherming die wordt ingeroepen door Icos omtrent EP 181 niet voldoende waarschijnlijk is, waardoor de vordering van Icos onvoldoende schijn van recht heeft om de door haar gevorderde maatregelen te verantwoorden. De vordering van Icos wordt daarom in hoger beroep als ongegrond bestempeld.
Vacature: rechter in opleiding bij rechtbank Den Haag
Rechtbank Den Haag heeft een vacature openstaan voor de functie van rechter in opleiding.
Ben je op zoek naar unieke professionele mogelijkheden? Een functie als rechter geeft je de kans om rechtsgebieden grondig en van alle kanten te leren kennen én er invloed op uit te oefenen. Binnen rechtbank Den Haag hebben we 1 opleidingsplaats beschikbaar. Wij zijn op zoek naar kandidaten binnen alle rechtsgebieden en in het bijzonder naar kandidaten met een achtergrond in belastingrecht of intellectueel eigendomsrecht. Ook kandidaten met twintig jaar of meer werkervaring als generalist (superervaren juristen) en kandidaten met meer dan 15 jaar juridische werkervaring in een specifiek rechtsgebied (superspecialisten) worden uitgenodigd om te solliciteren.
Lees verder >>
Vacature: twee advocaten IE- en/of ICT-recht bij LAWFOX
LAWFOX is per direct op zoek naar niet één, maar twee advocaten met aantoonbare ervaring in het intellectuele eigendomsrecht en/of ICT-recht. Affiniteit met Web3 (crypto, AI, blockchain) is een pré, maar is niet vereist. LAWFOX is op zoek naar kandidaten die direct zelfstandig en in teamverband in IE/ICT-kwesties kunnen optreden.
De werkzaamheden bestaan onder meer uit contact met klanten, het in kaart brengen en onderzoeken van feitelijke en juridische problemen en vraagstukken, het opstellen van adviezen, het managen van conflicten, het deelnemen aan onderhandelingstrajecten, het opstellen van processtukken, het voeren van juridische procedures en het ondersteunen van het kantoor in marketingwerkzaamheden (zoals social media en bloggen).
Lees verder >>
Buro Blanchard gaat samenwerken met merkenbureau Abcor
Om de beschikbaarheid voor en ondersteuning van zijn klanten nu en in de toekomst te borgen, heeft Buro Blanchard besloten de samenwerking met merkenbureau Abcor te formaliseren. Buro Blanchard en Abcor werken al enige jaren samen. Niet geheel verwonderlijk want Frans Blanchard en Theo-Willem van Leeuwen, oprichter en eigenaar van Abcor, kennen elkaar al sinds de jaren 90 vanuit de reclamewereld.
Bescherming door farmaceutisch octrooi onvoldoende waarschijnlijk
Hof van beroep Brussel 20 februari 2018, IEF 20813, IEFbe 3480, LS&R 2084; rolnr. 2018/KR/3 (Sandoz tegen Icos) Zie ook de latere uitspraak: [LS&R 1764]. Icos is een biotechnologisch bedrijf dat is overgenomen door de farmaceutische onderneming Eli Lilly & Company. Eli Lilly brengt het geneesmiddel Cialis op de markt, met als actieve bestanddeel tadalafil. Tadalafil maakt onderdeel uit van het octrooi EP 668 waarvan de beschermingsduur in 2017 is verstreken, na afloop van het aanvullend beschermingscertificaat 009. Icos is nog wel houder van het tweede generatie octrooi betreffende de doseringssamenstelling van tadalafil, genaamd EP 181. Het Hof oordeelt dat de bescherming die wordt ingeroepen door Icos omtrent EP 181 niet voldoende waarschijnlijk is, waardoor de vordering van Icos onvoldoende schijn van recht heeft om de door haar gevorderde maatregelen te verantwoorden. De vordering van Icos wordt daarom in hoger beroep als ongegrond bestempeld.