Inbreuk op het merkenrecht van Lancôme door gebruik teken Ninôme

Rb. Den Haag 25 november 2024, IEF 22416; ECLI:NL:RBDHA:2024:19460 (Lancôme tegen Ninôme) Lancôme heeft sinds 1951 een Benelux-woordmerk voor verschillende schoonheidsproducten en wordt in 130 landen verkocht. Ninôme brengt een voedingssupplement met collageen op de markt. Lancôme stelt dat Ninôme hierdoor inbreuk maakt op haar Benelux-woordmerk en vordert dat merkinbreuk sub b wordt vastgesteld. Bij vergelijking van het woordmerk LANCÔME met het teken NINÔME valt op dat beide visueel en auditief in hoge mate overeenstemmen en beide worden opgevat als fantasienamen zonder duidelijke betekenis. Daarnaast bestaat er enige overlap tussen het merk en het teken met betrekking tot de categorieën waarin zij zijn ingeschreven. Dit wordt door Ninôme B.V. niet betwist, maar zij stellen dat er geen sprake is van identieke waren. De voorzieningenrechter oordeelt echter dat de waren wel identiek zijn, aangezien het voedingssupplement ook een schoonheidsproduct is en als zodanig wordt gepresenteerd. Bovendien wordt het aangeboden aan dezelfde doelgroep en binnen hetzelfde marktsegment als de producten van Lancôme. De rechter stelt verder dat door de manier waarop het merk en het teken in de praktijk worden weergegeven, evenals hoe de waren in de handel worden gebracht, er sprake is van verwarringsgevaar.
Conclusie A-G Van Peursem over merkenrechtelijke rechtsverwerking in zaak Lucovitaal/LEEF VITAAL
Parket bij de Hoge Raad 8 november 2024, IEF 22418; ECLI:NL:PHR:2024:1192 (P.K. tegen Vemedia). Deze zaak gaat over merkenrechtelijke rechtsverwerking, waarbij sprake moet zijn van bewust gedogen door de houder van een ouder merk ten aanzien van het gebruik van een ingeschreven jonger merk. P.K., merkhouder van ‘Lucovitaal’, verweet Vemedia inbreuk op haar merkenrecht vanwege het gebruik van het merk ‘LEEF VITAAL’, dat op naam stond van moederbedrijf Versailles. ‘LEEF VITAAL’ werd in 2007 ingeschreven. In 2009 sommeerde P.K. Vemedia om het gebruik van het merk te staken. Dit leidde echter niet tot een rechtszaak, maar P.K. liet de kwestie voor langere tijd rusten. Toen Vemedia in 2019 een nieuw product op de markt bracht, stelde P.K. dat dit wel inbreuk maakte op haar merkenrechten. In de daaropvolgende procedure voerde Vemedia aan dat sprake was van rechtsverwerking door P.K.'s stilzitten gedurende vijf jaar [zie IEF 20548]. Dit rechtsverwerkingsverweer slaagde, omdat P.K. vanaf 2009 bewust heeft gedoogd dat Vemedia het LEEF VITAAL-merk meer dan vijf jaar als merk op verpakkingen heeft gebruikt, terwijl het merkgebruik op de verpakkingen vanaf september 2019 niet wezenlijk is veranderd. Het hof bevestigde dit oordeel in hoger beroep [zie IEF 21675]. Procureur-Generaal Van Peursem onderbouwt in deze conclusie zijn oordeel dat het cassatieberoep van P.K. niet slaagt. Hij gaat hierbij in op twee specifieke onderdelen van het geschil.
EU neemt wetgevingspakket voor hervorming van het modellenrecht aan
Op 10 oktober 2024 heeft de Raad het EU-wetgevingspakket voor hervorming van het modellenrecht aangenomen. De wetgeving omvat twee teksten: de Herschikkingsrichtlijn inzake de juridische bescherming van modellen en de Wijzigingsverordening inzake Gemeenschapsmodellen. Dit is de laatste stap in de besluitvormingsprocedure voordat publicatie in het Publicatieblad van de EU plaatsvindt. Vanaf de publicatiedatum treden de twee teksten na 20 dagen in werking en worden ze na vier maanden van toepassing. Deze herziening van de huidige wetgeving is bedoeld om de bestaande modelbescherming in de EU te versterken, te vereenvoudigen en te standaardiseren, en om de modelbescherming beter af te stemmen op de regels voor merkenrecht. De hervorming van het modellenrecht moet ook de voorspelbaarheid vergroten en de bescherming van modellen in de EU harmoniseren met de nationale wetten van de lidstaten, wat zowel ontwerpers, mkb'ers als bedrijven ten goede komt.
Korting op licentievergoedingen komt te vervallen wegens uitblijven betalingen
Rb. Rotterdam 15 november 2024, IEF 22412; ECLI:NL:RBROT:2024:11575 (Eiseressen tegen gedaagde). Eiseres 1 en eiseres 2 vorderen, op grond van de tussen partijen gesloten licentieovereenkomst, betaling van € 290,12. Dit betreft een vervallen korting die inbegrepen was bij de verschuldigde licentievergoedingen voor het ten gehore brengen van muziek op adres 1. Daarnaast vorderen zij een vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten, rente en proceskosten. Eiseressen hanteren in bepaalde gevallen een korting van 33,33%, maar deze vervalt wanneer de facturen niet tijdig worden betaald. Volgens eiseressen is het kortingsbedrag dan meteen opeisbaar. Gedaagde stelt dat hij de factuur niet heeft ontvangen en daarom geen kans heeft gehad om de korting te verzilveren. De factuur is namelijk naar adres 2 verzonden in plaats van naar adres 1. De afzender mag er echter van uitgaan dat de factuur is aangekomen wanneer deze naar een adres is verzonden dat eerder of onlangs is gebruikt. Daarnaast hebben eiseressen de facturen ook digitaal verzonden. Om deze redenen worden de vorderingen toegewezen.
Factuur voor achtergrondmuziek in café moet betaald worden
Rb. Midden Nederland 4 september 2024, IEF 22411; ECLI:NL:RBMNE:2024:5304 (KHN tegen gedaagde). Gedaagde heeft een lidmaatschapsovereenkomst afgesloten met KHN. Hierdoor heeft KHN muziekinstellingen betaald voor de auteursrechten van de achtergrondmuziek die in het café van gedaagde werd afgespeeld. Deze kosten zijn vervolgens doorberekend aan gedaagde, maar hij heeft deze factuur niet betaald. In deze procedure vordert KHN alsnog betaling hiervan. Gedaagde stelt dat hij de lidmaatschapsovereenkomst had opgezegd en dat hij niet wist dat KHN de muziekrechten namens hem betaalde. Hij zou zelf de kosten aan Buma en Sena hebben voldaan en dacht dat de facturen van KHN betrekking hadden op de lidmaatschapsbijdrage. Gedaagde heeft dit echter onvoldoende onderbouwd. Ook heeft gedaagde de opzegging niet kunnen bewijzen, waardoor deze niet kan worden vastgesteld. De verweren van gedaagde slagen dus niet, waardoor hij gehouden is de vordering van KHN te voldoen.
Panelleden bekend van het Nationaal Reclamerecht Congres op 12 december

Onder leiding van Willem Leppink (Ploum) gaan diverse experts in het sfeervolle Hotel Jakarta in gesprek over actuele ontwikkelingen binnen het reclamerecht. Vanuit verschillende invalshoeken brengen Henriette van Swinderen (Bond van Adverteerders), Otto der Harst (Stichting Reclame Code), Christiaan Alberdingk Thijm (bureau Brandeis) en Carlijn Vorst (Friesland Campina) hun perspectieven in. De precieze onderwerpen van de paneldiscussie volgen binnenkort. Houd onze website in de gaten voor updates. Er zijn nog plekken beschikbaar voor het Nationaal Reclamerechtcongres op 12 december. Klik hier voor meer informatie en aanmelden.
UPC overzicht: 26 november t/m 2 december 2024

UPC CFI LD München 26 november 2024, IEF 22404, IEFbe 3836; UPC_CFI_437/2024 (GXD-Bio tegen Myriad). Myriad, verweerder in deze procedure, dient een verzoek in om zekerheidstelling op grond van Rule 158 RoP en artikel 69 (4) UPCA. Volgens verweerder heeft GXD-Bio, eiser in de procedure, namelijk geen registraties op zijn naam, behalve voor de octrooifamilie die hij nu claimt. Verder heeft verweerder geen kennis van andere mogelijke activa van eiser die gebruikt zouden kunnen worden als onderpand voor de vorderingen van verweerder. Er bestaan dus ernstige twijfels over de vraag of eiser zelf als schuldenaar van vorderingen tot vergoeding van de kosten over voldoende middelen beschikt om de invorderbare kosten van verweerder te dekken tot het toepasselijke plafond. Het Gerecht van Eerste Aanleg wijst het verzoek van verweerder toe. Verweerder heeft onderbouwde informatie verstrekt over de financiële middelen en activa en eiser heeft deze informatie niet betwist. Eiser heeft zelfs verklaard dat hij bereid is de zekerheid te stellen.
Greenpeace mag het portret van Decreane gebuiken in haar uitingen
Greenpeace heeft een portret van Decraene, de bestuursvoorzitter van Rabobank, gebruikt in spandoeken, posters, stickers en online uitingen. Rabobank en Decraene vorderen in kort geding een verbod op het schenden (in de toekomst) van portretrechten van Decraene en andere aan Rabobank verbonden individuen, en vorderen verwijdering van de door Greenpeace verspreide uitingen en rectificatie daarvan. De voorzieningenrechter oordeelt dat het gevorderde verbod op het toekomstig schenden van portretrechten te onbepaald is. Met betrekking tot de uitingen oordeelt de voorzieningenrechter dat duidelijk is dat de uiting niet letterlijk moet worden genomen, maar dat er sprake is van een actie waarmee Greenpeace de aandacht vraagt voor haar boodschap.
Geschil over ontbonden distributieovereenkomst van opblaasbaar zitkussen

Hof Amsterdam 1 oktober 2024, IEF 22405; ECLI:NL:GHAMS:2024:2763 (Curator tegen ZigZac). ZigZac heeft een zitkussen met een interne opblaaspomp ontworpen en hierover een distributieovereenkomst gesloten met een bedrijf. In de distributieovereenkomst, die een looptijd van drie jaar had, was bedongen dat het bedrijf exclusiviteit kreeg over het product. ZigZac ontving een testproduct van de fabriek en stelde vast dat de kwaliteit niet goed was. Het bedrijf stelde vervolgens dat het product nog steeds door derden werd verkocht en niet naar behoren werkte. Daarom stuurde zij ZigZac een bericht waarin zij de overeenkomst onmiddellijk ontbond. ZigZac reageerde hier meerdere malen op en ontbond de overeenkomst even later vanwege niet-nakoming. Na het faillissement van het bedrijf vordert de curator dat ZigZac de licentievergoeding terugbetaalt. ZigZac vordert op haar beurt schadevergoeding wegens het mislopen van een resterend bedrag aan licentievergoeding. In de reconventionele procedure zijn de vorderingen van de curator afgewezen. Hiertegen heeft de curator hoger beroep ingesteld.
Rapport over online piraterij en auteursrechtinbreuken in Europa

Op 28 november heeft het EUIPO het nieuwste rapport gepubliceerd over de stand van zaken met betrekking tot online piraterij en auteursrechtinbreuken in Europa. Het rapport concludeert dat:
- Online piraterij onder Europese internetgebruikers stabiel blijft vergeleken met vorig jaar, met gemiddeld 10 toegangen per maand, volgens een recent rapport van het EUIPO.
- TV-content goed is voor de helft van alle illegale toegangen – gemiddeld 5 per maand per internetgebruiker in de EU.
- Illegale streamingwebsites zijn gegroeid, met een stijging van 10% in bezoeken aan websites voor pirated internet protocol television (IPTV) in 2023.
Opvallend is dat het rapport landspecifieke gegevens bevat voor alle 27 lidstaten van de EU. Onderaan in dit artikel staat de link naar de factsheet met landspecifieke informatie, samen met het volledige rapport en het persbericht in het Engels. Daarnaast kunt u op de website van het EUIPO uitvoerige samenvattingen in de EU-talen vinden.