IE-diner 2024 - Start het jaar in stijl!
Het nieuwe jaar is begonnen en dat trappen we natuurlijk traditiegetrouw af met het enige echte IE-diner! Op donderdag 1 februari wordt de Kapel van Hotel Arena in Amsterdam aangekleed voor een sfeervolle avond, onder begeleiding van ceremoniemeester Bernt Hugenholtz. Luid samen met vakgenoten en collega's het nieuwe jaar sprankelend in, te midden van goed gezelschap, heerlijk diner, inspirerende sprekers en boeiende gesprekken. Napleiten en met elkaar debatteren mag. Er is muziek maar deejays, disco en dance bewaren we voor het IE Zomerfeest. En de sprekers? Die maken we binnenkort bekend. Houd IE-Forum in de gaten!
Uitspraak ingezonden door Lars Bakers en Ayla van den Heuvel, BINGH Advocaten.
Red Bull heeft onrechtmatig gehandeld jegens The Bulldog
Rechtbank Amsterdam 17 januari 2024, ECLI:NL:RBAMS:2024:233 (The Bulldog tegen Red Bull) In het meer dan twintig jaar durend geschil, heeft rechtbank Amsterdam geoordeeld dat Red Bull onrechtmatig heeft gehandeld tegenover The Bulldog.
In 2010 heeft gerechtshof Amsterdam The Bulldog verbod opgelegd inbreuk te maken op de merkenrechten van Red Bull [IEF 8571]. Bij arrest van 13 februari 2015 heeft de Hoge Raad na een prejudiciële verwijzing naar het HvJEU, het 2010-Arrest vernietigd en de zaak verwezen naar het gerechtshof Den Haag. Bij arrest van 14 maart 2017 heeft het gerechtshof Den Haag het vonnis van deze rechtbank van 17 januari 2007 bekrachtigd, waarin werd geoordeeld dat er onvoldoende overeenstemming is tussen Red Bull en Bulldog [IEF 16652].
Isabelle Wolterink tot partner benoemd bij EP&C
Bij EP&C beginnen we het jaar extra feestelijk. Per 1 januari is namelijk Isabelle Wolterink benoemd als full equity partner bij EP&C. Isabelle werkt sinds 2003 bij EP&C als octrooigemachtigde. Sinds 2019 is ze associate partner. Door haar bestuurstaken bij de Orde van Octrooigemachtigden is ze een boegbeeld van de beroepsgroep. Isabelle is blij met deze volgende stap in haar carrière bij EP&C. “Het is een eer om gevraagd te worden. Ik denk graag mee over het bedrijf. Dat deed ik al eerder bij de OR, en ook in mijn rol als partner zal ik dat weer doen.” En dit is onder andere ook wat Isabelle bij haar cliënten doet. Ze vertelt: “Ik doe voor een aantal klanten portfoliomanagement. Door mijn ervaring heb ik een regierol gekregen. Daar ben ik heel trots op.”
Prejudiciële beslissing over uitlegging van artikel 9, lid 7, van richtlijn 2004/48/EG
HvJEU 11 januari 2024,IEF 21842,LS&R 2226,IEFbe 3707, ECLI:EU:C:2024:8 (Mylan AB tegen Gilead) In deze zaak gaat het om een geschil tussen Mylan AB en Gilead over een aanvullend beschermingscertificaat (ABC) voor een antiretroviraal geneesmiddel. De markkinaoikeus (bijzondere rechter van Finland) heeft prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof), met name met betrekking tot de verenigbaarheid van de Finse risicoaansprakelijkheidsregeling met Artikel 9, Lid 7 van richtlijn 2004/48/EG. Deze bepaling creëert de bevoegdheid voor rechterlijke instanties om op verzoek van de verweerder een passende vergoeding op te leggen voor schade die is geleden door onterechte voorlopige maatregelen. De Finse regeling bepaalt dat de verzoeker schade moet vergoeden als een voorlopige maatregel ongegrond blijkt.
STC moet bewijzen dat kleding van het merk The North Face authenthiek is
Rb. Noord-Holland 24 mei 2023, IEF 21839; ECLI:NL:RBNHO:2023:13563 (Eiser tegen Sport Trading Company) Eiser handelt in kleding met zijn bedrijf in Duitsland. Sport Trading Company (hierna: STC) handelt in sport- en vrijetijdskleding in Nederland. Tussen eiser en STC zijn meerdere koopovereenkomsten geweest voor kleding van het merk The North Face. Eiser heeft vervolgens de partijen kleding doorverkocht aan andere partijen. Een van die partijen betrof een partij t-shirts van 5.040 stuks. Bilka, een van de verkopers aan wie de kleding werd doorverkocht, heeft bij eiser gemeld dat de partij niet authentiek was.
Hof bekrachtigt vonnis over onrechtmatige beschuldigingen van plagiaat, bedrog en fraude
Hof Arnhem-Leeuwarden 9 januari 2024, IEF 21840, IT 4455; ECLI:NL:GHARL:2024:167 (Appellant tegen Stichting geïntimeerde) Appellant is sterrenkundige en schrijver. Stichting [geïntimeerde] (hierna: geïntimeerde) beheert, onderhoudt en gebruikt een radiotelescoop. Geïntimeerde verwijt appellant ervan dat hij zich onrechtmatig heeft uitgelaten in verschillende publicaties jegens de stichting. Zo heeft appellant zich er meerdere keren over uitgelaten dat het bestuur van geïntimeerde zich schuldig zou maken aan bedrog, fraude, plagiaat, pseudowetenschap, intimidatie en seksisme. De rechtbank heeft in een vonnis van 27 oktober 2021 appellant onder andere veroordeeld om de onrechtmatige uitlatingen te staken en gestaakt te houden. Na dit vonnis heeft appellant hier zich niet aan gehouden.
Uitspraak ingezonden door Matthijs Schonewille en Lars Bakers, BINGH Advocaten.
Gemeente Purmerend dient digitaal afschrift van de bescheiden te verschaffen aan Xlim
Vzr. Rb. Noord-Holland 10 januari 2024, IT 4454, IEF 21841; C/15/345574 / KG ZA 23-595 (Xlim Solutions tegen Gemeente Purmerend) Xlim Solutions (hierna: Xlim) is een bedrijf dat een softwareapplicatie genaamd ‘Prognose Model Gemeenten’ (hierna: PMG) heeft ontwikkeld. Gemeente Purmerend (hierna: gemeente) heeft gebruik gemaakt van deze applicatie op basis van een licentieovereenkomst met Xlim. Deze overeenkomst is per 1 januari 2021 beëindigd. Na beëindiging van de overeenkomst heeft Xlim de jaarrekeningen en begrotingen bekeken van de gemeente. Xlim constateerde hierin grote gelijkenissen met die van het PMG, terwijl die gelijkenis er niet was voordat de licentieovereenkomst tot stand werd gekomen. Om te controleren of de gemeente haar verplichtingen die volgen uit de (aanvullende) overeenkomst nakomt, heeft Xlim belang bij inzage van bepaalde stukken die geen onderdeel uitmaakten van een eerder gevoerde bodemprocedure.
Gedaagden zijn toerekenbaar tekortgeschoten in distributieovereenkomst
Rb. Den Haag 30 augustus 2023, IEF 21837; ECLI:NL:RBDHA:2023:13389 (Grandslam Darts & Sports B.V. tegen gedaagden) In deze zaak heeft persoon X producten op de markt gebracht onder het merk ‘Grandslam’, waaronder verlichting en standaards voor dartbords. Dit merk is ingeschreven als Benelux-beeldmerk (zie foto). Grandslam Darts & Sports B.V. (hierna: Grandslam) heeft van persoon X een exclusieve licentie verkregen om het merk te gebruiken. Gedaagden zijn voormalig vennoten van enkele bedrijven die dartboards verkopen in online en fysieke winkels. Tussen Grandslam en gedaagden is er een distributieovereenkomst tot stand gekomen. Deze overeenkomst zorgt ervoor dat zij beide dartbordverlichting onder het merk kunnen aanbieden. Door leveringsproblemen wordt deze overeenkomst niet nageleefd.
Conclusie AG: waterballonvullers maken geen inbreuk op het octrooi van Tinnus
Parket bij de Hoge Raad 8 december 2023, IEF 21838; ECLI:NL:PHR:2023:1123 (Tinnus Enterprises tegen verweerster) Eerder heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJEU) Tinnus Enterprises (hierna: Tinnus) niet-ontvankelijk verklaard in haar appel tegen de uitspraak van het Gerecht van de Europese Unie [zie IEF 21329]. Ook werd eerder de nietigheid van Tinnus’ vrijwel identieke modelregistratie voor Gemeenschapsmodel 001431829-0001 bevestigd [zie IEF 19589]. In een daarop volgende appel bij het HvJEU werd Tinnus niet-ontvankelijk verklaard [zie IEF 19961]. Op 8 oktober 2023 heeft het HvJEU geoordeeld dat Tinnus onvoldoende heeft aangetoond dat in de hogere voorziening een vraag aan de orde is die van belang is voor de eenheid, de samenhang of de ontwikkeling van het recht van de Unie [zie IEF 21733].
Inbreuk op werk van maker vanwege ontbreken van toestemming
Rb. Den Haag 13 november 2017, IEF 21836; ECLI:NL:RBDHA:2017:16766 (Eiser tegen gedaagde) Eiser is werkzaam als professioneel fotograaf. Eiser heeft in opdracht van Stichting Folia Civitatis op vrijdag 12 juni 2015 portretfoto’s gemaakt van gedaagde. De portretfoto’s waren bedoeld voor een papieren magazine van de stichting. Ruim een jaar later heeft eiser opgemerkt dat de foto’s zonder zijn toestemming zijn geplaatst op de website van gedaagde zonder de naam van eiser te vermelden als maker van de foto’s.