IE-klassieker: Libertel
HvJ EU 6 mei 2003, IEF 22387; ECLI:EU:C:2003:244 (Libertel) [IEF 2820]
Onderwerp:
Kleurmerk.
Feiten:
Libertel diende een aantal merkaanvragen in voor de kleur oranje.
Rechtsregel (dictum):
Een kleur kan een merk zijn, maar de beschikbaarheid van kleuren mag niet ongerechtvaardigd mag worden beperkt. De inschrijving moet vergezeld gaat met een internationaal erkende kleurcode.
Odido wordt bevolen een BitTorrent website te blokkeren
Rb. Rotterdam 1 november 2024, IEF 22378; ECLI:NL:RBROT:2024:11137 (Stichting BREIN tegen Odido) Het is mogelijk voor abonnees van Odido om gebruik te maken van de diensten van een BitTorrent-indexeringswebsite (hierna: het Platform). Op dit Platform worden auteursrechtelijk beschermde werken, zoals films, TV-series en e-books uitgewisseld en beschikbaar gesteld. Het is op dit Platform makkelijk voor gebruikers om deze werken te vinden. De werken kunnen op dit Platform gratis worden gedownload of gestreamd zonder toestemming van de rechthebbenden. Stichting BREIN vordert dat Odido wordt bevolen om het Platform te blokkeren en geblokkeerd te houden zodat er er geen inbreuk meer gemaakt wordt op de auteurs- en naburige rechten van de rechthebbenden wiens belangen BREIN behartigt. BREIN heeft aannemelijk gemaakt dat het Platform auteursrechtelijk beschermde werken zonder toestemming openbaar maakt en dat Odido, door toegang te bieden, als tussenpersoon en daarmee inbreukmaker kan worden aangemerkt. Odido heeft dit niet weersproken.
UPC overzicht: 12 t/m 18 november 2024
UPC CoA 12 november 2024, IEF 22375, IEFbe 3827; UPC_CoA_489/2023, UPC_CoA_500/2023 (AIM Sport tegen Supponor Oy). Deze hoger beroepsprocedure draait om de uitleg van de zinsnede ‘unless an action has already been brought before a national court’ uit artikel 83 lid 4 UPCA en dan met name het woord ‘action’. AIM Sport stelt dat hiermee wordt verwezen naar vorderingen die tijdens de overgangsregeling bij een nationale rechterlijke instantie zijn ingesteld en Supponor beweert dat er wordt verwezen naar vorderingen die voor de opt-out zijn ingesteld bij een nationale rechterlijke instantie, waarbij het niet uitmaakt of dit voor of tijdens de overgangsregeling was.
Bouwsteentjesstrijd: Inbreukverbod toegewezen in zaak Lego c.s. tegen Wibra
Vzr. Rb. Den Haag 19 november 2024, IEF 22385; ECLI:NL:RBDHA:2024:18975 (Lego c.s. tegen Wibra). Lego c.s. brengt onder de naam ‘Botanical Collection’ een aantal bloemfiguren als modulair bouwsysteem op de markt. Lego Juris bezit verschillende merkregistraties (hierna: de Lego-merken) en modelregistraties (hierna: de Lego-modellen). Het geschil dat in deze zaak centraal staat, is ontstaan doordat Wibra ook een collectie bloemmodellen en een collectie dierenfiguren te koop heeft aangeboden, die beide zijn opgebouwd uit plastic bouwsteentjes. De figuren en de bouwsteentjes lijken erg op die van Lego. Daarnaast heeft Wibra de bloemmodellen op social media ‘Lego-bloemen’ genoemd. Lego stelt dat Wibra inbreuk maakt op de geregistreerde modelrechten van Lego c.s., op de merk- en auteursrechten van Lego c.s. en dat sprake is van slaafse nabootsing van de hierboven weergegeven producten van Lego. Bij de voorzieningenrechter vordert Lego c.s. een verbod op de handel in de inbreukmakende producten. Wibra voert verweer en betwist de geldigheid en beschermingsomvang van de ingeroepen modellen.
Laatste kans: Nationaal Mediarechtcongres 2024 aanstaande donderdag
Op donderdag 21 november 2024 vindt ons Nationaal Mediarechtcongres plaats. Er zijn nog plekken beschikbaar. De hoofdonderwerpen van dit congres zijn uitingsvrijheid, toezicht en handhaving van het Commissariaat van de Media, AI in combinatie met mediarecht en tot slot het onlangs verschenen WRR rapport ‘Aandacht voor media. Naar nieuwe waarborgen voor hun democratische functies’.
Kortom: een gevarieerd middagprogramma over actuele ontwikkelingen in de rechtspraak, regelgeving en mediatoezicht.
Bent u erbij? Aanmelden kan alleen vandaag nog.
Uitspraak ingezonden door Merel Teunissen, Versteeg Wigman Sprey advocaten.
Hoger beroep slaagt, BNNVARA moet uitzending ‘Sluiproute Iran’ offline halen
Hof Arnhem-Leeuwarden 19 november 2024, IEF 22383, IT 4676 (Eisers tegen BNNVARA). In 2023 heeft BNNVARA een tv-programma van Zembla uitgezonden met de titel ‘Sluiproute Iran’ (hierna: de Uitzending). Hierin wordt aandacht besteed aan de rol van eiser bij het ontduiken van sancties tegen Iran. Eiser stelt zich op het standpunt dat door de Uitzending zijn eer en goede naam zijn aangetast, wat onrechtmatig is, en dat zijn recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer in de gegeven omstandigheden zwaarder moet wegen dan het recht van BNNVARA op vrijheid van meningsuiting. In een kort geding vorig jaar oordeelde de rechtbank dat de persvrijheid in dit geval diende te prevaleren en wees zij de vorderingen af [zie IEF 21408]. In hoger beroep heeft het hof de verbodsvordering alsnog toegewezen.
Disney mag overeenkomsten Buma/Stemra met andere aanbieders niet inzien
Rb. Amsterdam 2 mei 2024, IEF 22029, IT 4546; ECLI:NL:RBAMS:2024:7001 (Disney tegen Buma/Stemra). Disney maakt op haar platform Disney+, een subscription video on demand (hierna: SVOD)-dienst, gebruik van muziek die behoort tot het door Buma/Stemra beheerde repertoire. Voor dit gebruik hebben partijen een licentieovereenkomst gesloten. Disney stelt dat zij sterke indicaties heeft dat het tarief dat door Buma/Stemra wordt gehanteerd niet is gebaseerd op objectieve en niet-discriminerende criteria. Dit zou in strijd zijn met artikel 21 van de Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten (hierna: Wet Toezicht), artikel 102 van het VWEU en artikel 4 van de Mededingingswet. In verband daarmee verzoekt Disney bij de rechtbank op grond van artikel 843a Rv verstrekking van, primair, de meest recente overeenkomsten die Buma/Stemra met andere SVOD-aanbieders (waaronder Netflix en Apple) en, subsidiair, de geanonimiseerde versie van deze documenten. Uiterst subsidiair vordert Disney een door een onafhankelijk registeraccountant gecontroleerd en gewaarmerkt afschrift van informatie over de door Buma/Stemra toegepaste licentietarieven. Buma/Stemra betwist deze stellingen en betoogt dat het verzoek van Disney neerkomt op een “fishing expedition”.
Uitspraak ingezonden door Evert van Gelderen en Armita Hosseini, Clairfort Advocaten.
Handelsnaaminbreuk in de uitvaartbranche: rechtbank oordeelt over gebruik persoonsnaam en schending vaststellingsovereenkomst
Rb. Midden-Nederland 13 november 2024, IEF 22381 (Van Tellingen tegen verweerder). Partijen zijn beide actief in de uitvaartbranche en gevestigd in Zeist. De onderneming Van Tellingen was vroeger eigendom van verweerder. De achternaam van verweerder is in de handelsnaam verwerkt. Hij begint later in dezelfde branche en op dezelfde vestigingsplaats een onderneming waarbij hij opnieuw zijn naam gebruikt voor zijn ondernemersactiviteiten. Omdat beide ondernemingen de naam van verweerder gebruiken in bedrijfsmatige uitingen, hebben de partijen in 2023 een vaststellingsovereenkomst gesloten. Verweerder heeft zich ertoe verbonden geen inbreuk te maken op de handelsnaamrechten van Van Tellingen. Volgens Van Tellingen heeft verweerder zijn naam echter toch weer gebruikt in advertenties, op zijn bedrijfswagen, in een domeinnaam en op zijn website te gebruiken. Voor de rechtbank vordert Van Tellingen dan ook 68.500 euro aan boetes wegens het handelen in strijd met de overeenkomst. Verweerder stelt dat hij zijn naam uitsluitend als persoonsnaam heeft gebruikt en daarom geen inbreuk heeft gemaakt.
Beroep op nietigverklaring merknaam Neuschwanstein door vrijstaat Beieren
Gerecht EU 16 oktober 2024, IEF 22377; ECLI:EU:T:2024:701 (Vrijstaat Beieren tegen EUIPO) De vrijstaat Beieren, de deelstaat in Duitsland waar kasteel Neuschwanstein staat, heeft een vordering tot nietigverklaring ingediend tegen het woordmerk Neuschwanstein dat is aangevraagd door een bedrijf dat handelt in souvenirs. Deze vordering is door de Kamer van Beroep van het EUIPO afgewezen. De Kamer van Beroep oordeelde dat de handelsnaam beschrijvend is en geen onderscheidend vermogen heeft op basis van het Duitse recht. Beieren heeft tijdens dit beroep wel het gebruik van oudere tekens bewezen. Neuschwanstein en Slot Neuschwanstein zijn door Beieren als Duitse handelsnamen geregistreerd. Deze zijn gebruikt voor zakelijke activiteiten van het museum en de exploitatie ervan. Hierbij is bewijs geleverd dat rechten zijn verworven op basis van deze tekens met betrekking tot de activiteiten van het museum. Het Gerecht komt echter ook tot de conclusie dat de Kamer van Beroep terecht heeft geoordeeld.
IE-klassieker: Cofemel
HvJ EU 12 september 2019, IEF 22386, ECLI:EU:C:2019:721 (Cofemel) [IEF 18680]
Onderwerp:
Auteursrecht op design.
Feiten:
G-Star beschuldigt Cofemel ervan inbreuk te maken op het auteursrecht van G-Star door jeans, sweatshirts en T-shirts te verkopen die namaak vormen op de modellen van G-Star.
Rechtsregel (rechtsoverweging 30 en 56):
Modellen, zoals kledingmodellen, genieten alleen auteursrechtelijke bescherming als zij voldoen aan de vereisten voor auteursrechtelijke werken, namelijk originaliteit en een objectieve uitdrukkingsvorm. Een enkel esthetisch effect is niet voldoende om aan deze vereisten te voldoen.