AI-Forum gelanceerd: hét platform voor AI en recht

De ontwikkelingen op het gebied van kunstmatige intelligentie (AI) gaan razendsnel, en de juridische impact ervan is niet te onderschatten. Hoe verhouden AI-beslissingen zich tot aansprakelijkheidsrecht? Wat betekent AI voor privacy en databescherming? En hoe zit het met auteursrecht op door AI gegenereerde content? Deze en vele andere vragen komen aan bod op AI-Forum, het nieuwe platform van deLex waar expertise en actualiteit samenkomen.
Uitspraak ingezonden door Paul Trapman, Ploum.
Beslag op babymelkpoeder onterecht opgeheven, NewBreath wordt veroordeeld in alle proceskosten
Hof Arnhem-Leeuwarden 3 juni 2025, IEF 22734 (Liptis c.s. tegen NewBreath en Dutch Nutrition). Liptis c.s. produceren en verhandelen babyvoeding en hebben in Libië blikken babymelkpoeder aangetroffen waarvan de verpakking nagenoeg identiek is aan die van haar. Deze zijn geproduceerd door DN Operations in Nederland voor NewBreath, een concurrent van Liptis. Liptis c.s. hebben ten laste van DN Operations beslag tot afgifte en bewijsbeslag gelegd. NewBreath heeft in kort geding de opheffing van het beslag tot afgifte gevorderd. De voorzieningenrechter heeft dit toegewezen [zie IEF 22474] en achtte het beslag onnodig. Liptis heeft hiertegen hoger beroep ingesteld. De zeven grieven van Liptis richten zich op de vernietiging van het vonnis van de voorzieningenrechter en de veroordeling van NewBreath in de volledige proceskosten. NewBreath maakt bezwaar tegen de afwijzing van de door haar gevorderde volledige proceskosten in eerste aanleg. De eiswijziging van NewBreath die ziet op de verwerking van de inhoud van de beslagen blikken tot diervoeding is niet toelaatbaar. Het hof komt in hoger beroep tot een ander oordeel dan de voorzieningenrechter.
Beoordeling normaal gebruik van het merk AIRBNB, gedeeltelijke vernietiging EUIPO-beslissing door het Hof

Hof van Justitie van de Europese Unie 21 mei 2025, IEF 22733; IT 4875; Zaak T-94/24 (Airbnb tegen EUIPO, Airtasker). Airbnb vordert gedeeltelijke vernietiging van de beslissing van de Tweede Kamer van Beroep van het EUIPO van 18 december 2023. De zaak betreft het woordmerk AIRBNB, dat sinds ingeschreven is voor verschillende dienstclassificaties. In 2020 heeft Airtasker een vordering ingediend tot vervallenverklaring wegens vermeend gebrek aan normaal gebruik. De nietigheidsafdeling heeft deze vordering in 2022 gedeeltelijk toegewezen. Airbnb en Airtasker hebben beide beroep ingesteld: Airbnb tegen de toewijzing, Airtasker tegen de afwijzing van de andere klassen. De Kamer van Beroep oordeelde dat Airbnb onvoldoende bewijs had leverd van normaal gebruik voor verschillende diensten in klassen 35, 36, 38, 39, 41 en 43. Het Hof herhaalt eerst dat volgens artikel 58 van de Europese Merkenverordening een merk vervallen wordt verklaard als het gedurende vijf jaar niet normaal is gebruikt binnen de EU voor de waren of diensten waarvoor het is ingeschreven en er geen geldige reden is voor het niet-gebruik. Dit gebruik moet openbaar en aantoonbaar zijn, en niet slechts symbolisch zijn of berusten op vermoedens of aannames.
Verzoek om prejudiciële beslissing over overdracht gebruiksrecht foto's
Verzoek van Oberlandesgericht Düsseldorf 24 februari 2025, IEF 22732, IEFbe 3919; C-176/25-1 (Verzoekster tegen verweerster). Verzoekster verkoopt online accessoires voor auto’s, waaronder automatten. Met een professioneel fotograaf heeft zij van 2014 tot 2018 een mondelinge overeenkomst gehad om foto’s te maken van deze automatten. Over het gebruik of de overdracht van de gebruiksrechten van de door de fotograaf vervaardigde foto’s aan verzoekster werd niets schriftelijk overeengekomen. Verweerster heeft in 2018 verschillende automatten aangeboden via eBay en hierbij de foto’s die in opdracht van verzoekster zijn gemaakt gebruikt ter illustratie. Verzoekster ziet in deze publicatie een inbreuk op haar rechten op het gebruik van de foto’s. Het Landgericht ging ervan uit dat de fotograaf de exclusieve rechten rechtsgeldig heeft overgedragen en heeft verweerster veroordeeld tot staking. Verweerster meent in hoger beroep dat verzoekster geen procesbevoegdheid heeft, omdat er geen sprake is van een geldige overdracht van de exclusieve rechten. Daarnaast betwist verweerster het toe te passen recht en stelt dat het Poolse recht van toepassing is volgens artikel 4 lid 2 van Rome I. Het Oberlandesgericht Düsseldorf stelt het Hof van Justitie van de Europese Unie de volgende vragen over de uitleg van artikel 8, lid 1, van verordening (EG) nr. 864/2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen. De vragen zijn als volgt:
Geen portretrecht op villa, foto mag op website van aannemer blijven staan

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba 14 mei 2025, IEF 22729; ECLI:NL:OGHACMB:2025:106 (Halcyon tegen Atlas). Tussen Halcyon, opdrachtgever, en Atlas, aannemer, is een aanneemovereenkomst gesloten voor de bouw van een villa op Sint Maarten. Tijdens de bouw ontstonden geschillen over de uitvoering en openstaande gebreken. Atlas vordert in conventie betaling van openstaande facturen en de retentie, terwijl Halcyon in reconventie onder meer schadevergoeding en verrekening van besparingen vorderde. Ook vordert Halcyon verwijdering van een foto van de villa van de website van Atlas. Zij stelt hiertoe dat deze foto’s inbreuk maken op haar privacy en op het ongestoorde eigendomsrecht van de villa. Hiertoe benadrukt het hof dat er geen portretrecht bestaat voor gebouwen. De stelling van Halcyon over de foto’s zijn niet nader onderbouwd. Daarnaast geldt, volgens het hof, voor de architect ook dat deze zich (behoudens mogelijk bijzondere omstandigheden) niet op het portretrecht van een gebouw kan beroepen. Ook deze grief slaagt dus niet. Ook andere grieven werden afgewezen en Halcyon wordt veroordeeld tot betaling van het resterende bedrag aan Atlas.
Ontbreken van octrooirechten op naam is belangrijke aanwijzing van ontbreken zelfstandig ondernemerschap
Hof Amsterdam 11 februari 2025, IEF 22728; ECLI:NL:GHAMS:2025:1156 (Belanghebbende tegen de inspecteur van de Belastingdienst). Belastingrecht. De inspecteur heeft aan belanghebbende een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd. Hiertegen heeft belanghebbende bezwaar gemaakt. Belanghebbende stond bij de Kamer van Koophandel ingeschreven met een onderneming en vroeg btw-teruggave aan over activiteiten rondom een specialistische oogstmachine. De Belastingdienst stelde echter na onderzoek vast dat niet belanghebbende, maar haar partner de feitelijke ondernemer was. Dit leidde tot een vonnis van de rechtbank, die oordeelde dat de feitelijke en juridische handelingen door de partner waren verricht. Het octrooi op de oogstmachine stond ook niet op naam van belanghebbende, wat haar ondernemersstatus verder ondermijnde. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond. In dit hoger beroep bevestigt het hof dit oordeel en verwerpt het verweer van belanghebbende dat haar partner als gevolmachtigde zou handelen. Het octrooi, dat niet op naam stond van belanghebbende, speelde een belangrijke rol bij het bepalen van het ondernemerschap. Het ontbreken van octrooirechten op haar naam versterkte het oordeel dat zij slechts als externe financier fungeerde en niet als ondernemer.
IE Zomerforum 2025: Definitieve stellingen over AI en stijlnabootsing

Afbeelding door Dirk x Midjourney, prompt "Erwin Olaf".
In aanloop naar het IE Zomerforum onder leiding van Dirk Visser op donderdag 5 juni 2025, waar we onder meer stilstaan bij AI, auteursrecht en stijlnabootsing, hebben we de afgelopen weken telkens enkele stellingen geplaatst op IE-Forum. Zo heeft u zich kunnen voorbereiden en alvast kunnen nadenken over uw eigen visie op de onderwerpen. Op die manier hopen we op een levendige, goed geïnformeerde discussie tijdens het evenement zelf. Wie weet komen we samen tot verrassende nieuwe inzichten. Aanmelden voor het IE Zomerforum is nog mogelijk. Vandaag plaatsen we de definitieve lijst met stellingen.
Het Benelux Merkencongres op donderdag 26 juni 2025

Op donderdag 26 juni 2025 vindt het Benelux Merkencongres plaats in De Burcht in Amsterdam. Samen met dagvoorzitters Tobias Cohen Jehoram en Martin Senftleben belooft het een inspirerende dag te worden vol actualiteiten, verdieping en discussie.
Met bijdragen over onder meer de nieuwste jurisprudentie, de invloed van AI op het merkenrecht, de rol van marktonderzoek in de rechtszaal en het spanningsveld tussen merkenrecht en vrijheid van meningsuiting is dit hét congres voor merkenrechtprofessionals in de Benelux. Lees verder voor het hele programma en inschrijven.
Uitspraak ingezonden door Maarten Russchen, Coda Advocaten.
Gedaagde heeft rechtscheppend handelsnaamgebruik voorafgaand aan merkdepot niet aannemelijk gemaakt

Vzr. Rb. Gelderland 27 mei 2025, IEF 22727; C/05/450383 (Eiser tegen gedaagde). Kort geding. Beide partijen drijven een eenmanszaak op het gebied van verpleging in Zutphen. Eiser, handelend onder de naam Cocon Parfumerie, heeft met gedaagde ooit een samenwerking besproken om parfums onder de naam Cocon aan te bieden. Deze samenwerking is niet tot stand gekomen. Eiser heeft zelf de naam Cocon wel doorgevoerd, onder andere in verschillende domeinnamen, het handelsregister en ze heeft het merk Cocon Parfumerie ingeschreven als Benelux woordmerk. Het geschil tussen partijen is ontstaan doordat gedaagde eveneens met de naam Cocon naar buiten is getreden, onder andere op haar Instagram pagina en website. Beide partijen stellen dat zij de naam Cocon als eerste hebben bedacht. In dit kort geding vordert eiser dat gedaagde wordt veroordeeld om binnen twee dagen de inbreuk op het merk Cocon te staken en gestaakt te houden, onder andere in de tekst van de website, de domeinnaam en het e-mailadres. De grondslag is inbreuk in de zin van art. 2..20 lid 2 sub a dan wel sub b en ook sub d van het BVIE. Subsidiair stelt eiser dat gedaagde door het voeren van de handelsnaam Cocon Perfume inbreuk maakt op haar handelsnaam Cocon Parfumerie. Meer subsidiair beroept eiser zich op onrechtmatige daad.
Beelden van Spaanse villa in TV-programma leveren geen auteursrechtinbreuk of misleiding op
Rb. Noord-Holland 21 mei 2025, IEF 22726, RB 3902; ECLI:NL:RBNHO:2025:5531 (Eiser tegen gedaagde). Eiser is landschapsontwerper en gedaagde is interieurarchitect. Zij zijn beiden betrokken geweest bij de totstandkoming van een luxe villa met buitenruimte in Spanje. Beelden van deze Spaanse villa zijn getoond in een design televisieprogramma, “Design Secrets”, uitgezonden door SBS6 in december 2023. Gedaagde presenteerde dit item. Eiser stelt dat gedaagde inbreuk heeft gemaakt op zijn auteursrechten, misleidende reclame heeft gemaakt en meer in het algemeen onrechtmatig tegenover hem heeft gehandeld. Volgens eiser heeft gedaagde in het televisieprogramma namelijk op onrechtmatige wijze beelden van de door eiser ontworpen buitenruimte getoond dan wel laten tonen en daarbij de (misleidende) indruk gewekt dat hijzelf, en niet eiser, de ontwerper van de buitenruimte is. Eiser vordert staking van de openbaarmaking van alle beelden en de beschrijvingen die suggereren dat gedaagde de ontwerper is van de tuin en overige buitenruimte van de villa. De rechtbank volgt eiser niet in zijn stellingen en wijst zijn vorderingen af.