Pfizer wint procedure om patenten van GSK op RSV-vaccin ongeldig te laten verklaren
High Court of Justice 7 oktober 2024, IEF 22290, LSR 2260 IEFbe 3804; HP-2022-000016 (Pfizer tegen GlaxoSmithKline). Deze week heeft Mr Justice Mellor van het High Court of Justice van Engeland en Wales uitspraak gedaan in de octrooizaak tussen Pfizer en GlaxoSmithKline (hierna: GSK). De zaak betreft vaccins tegen het RS-virus, een kinderziekte die tot veel ziekenhuisopnames leidt. De zaak die voor het High Court in Londen werd gebracht, draaide om twee patenten van GSK met betrekking tot RSV-vaccins - EP (UK) 3 109 258 en EP (UK) 2 222 710. Pfizer spande de rechtszaak aan om de patenten in te trekken voor de lancering van zijn eigen RSV-vaccin in het Verenigd Koninkrijk. In de maar liefst 171 pagina’s tellende uitspraak wordt Pfizer uiteindelijk in het gelijk gesteld.
Lustrum Beneluxvereniging voor Merken- en Modellenrecht
De Beneluxvereniging voor Merken- en Modellenrecht vierde afgelopen week haar 50-jarig bestaan in Brussel op stijlvolle wijze. Met eerst een bezoek aan het Europees Parlement en daarna een feestelijk diner in de Koninklijke Sint-Hubertusgalerijen dan wel worden gesteld dat deze heugelijke mijlpaal goed gevierd is. Als verrassing kwam de premier van België, Alexander De Croo, langs om enkele inspirerende woorden te spreken; hij is zelf ook niet onbekend in de IE-wereld.
Ook niet geheel onbelangrijk is de verschijning van de lustrumeditie van het boek IE kort: Merkenrechtspraak HvJ EU van Dirk Visser in samenwerking met de Beneluxvereniging voor Merken- en Modellenrecht. Deze derde editie van het u waarschijnlijk al bekende boek is weer up to date en bevat een verzameling van korte, maar krachtige samenvattingen van de belangrijkste beslissingen van het HvJEU, het Benelux Gerechtshof en het EFTA-Hof op het gebied van merkenrecht. Het boekje is inmiddels te bestellen!
Uitspraak ingezonden door Merel Teunissen en Julia van Leeuwen, Versteeg Wigman Sprey advocaten.
Partijen krijgen allebei deels gelijk in zaak over al dan niet onrechtmatige uitingen
Vzr. Rb. Midden-Nederland 4 oktober 2024, IEF 22288, C/16/580650 (NABB tegen gedaagde). Nationaal Adviesbureau Buitenreclame B.V. (hierna: NABB) treedt regelmatig op als adviseur voor gemeenten als het gaat om aanbestedingsprocedures voor de exploitatie van buitenreclame. Gedaagde is een bedrijf dat handelt in buitenreclame en meedingt bij de aanbestedingen. Het geschil dat de rechtbank Midden-Nederland in dit kort geding heeft behandeld ziet op de vragen en opmerkingen die gedaagde in een aantal aanbestedingsprocedures heeft geuit over NABB. NABB meent dat dit onrechtmatige uitlatingen zijn en wil dat het gedaagde verboden wordt om zich op deze manier uit te laten. NABB heeft haar vorderingen ook tegen gedaagde als privépersoon gericht, maar hierover oordeelt de voorzieningenrechter al snel dat dit onterecht is. Deze vorderingen worden dus afgewezen. De overige vorderingen worden inhoudelijk behandeld.
Merkinbreuk door handel in vervalste zegels voor gasflessen
Rechtbank Den Haag 9 september 2024, IEF 22287, ECLI:NL:RBDHA:2024:14738 (Antargaz tegen Gedaagden c.s.) Antargaz, verkoper van brandstoffen, voorziet haar flessen van het woordmerk ANTARGAZ als kwaliteitsgarantie. Gedaagden c.s. kocht gevulde gasflessen in bij Antargaz en verkocht deze gasflessen door. In 2021 ontdekte Antargaz dat er verschillende partijen waren die Antargaz flessen op de markt brachten, die waren voorzien van een zegel dat vrijwel niet te onderscheiden is van haar eigen originele zegel, maar dat niet door Antargaz of met haar toestemming is aangebracht. Uit overgelegde administratie van de producent van de vervalste zegels is gebleken dat Gedaagde sub 1 vervalste zegels heeft besteld. Antargaz vordert een inbreukverbod, winstafdracht en schadevergoeding. De rechtbank oordeelt dat Gedaagde sub 1 zich schuldig heeft gemaakt aan inbreuk op de Antragaz merken door gasflessen voorzien van het woordmerk ANTARGAZ na te vullen met zijn eigen gas en deze flessen te verhandelen. Het is aannemelijk geworden dat Gedaagde sub 3 deze inbreuk heeft bevorderd. Het gevorderde inbreukverbod wordt toegewezen ten aanzien van Gedaagde sub 1 en Gedaagde sub 3. De rechtbank heeft onvoldoende informatie om te komen tot een nauwkeurige bepaling van het aantal door Gedaagden c.s. gebruikte en niet-gebruikte vervalste zegels waardoor begroting van de volledige door Antargaz als gevolg van de merkinbreuk geleden schade niet mogelijk is. De rechtbank komt wel tot veroordeling van winstafdracht met betrekking tot het door Gedaagden c.s. aantal gebruikte zegels. Gedaagde sub 1 en Gedaagde sub 3 moeten € 75.408,80 betalen aan Antargaz.
IE-klassieker: Ciba Geigy/Oté Optics
HR 13 januari 1995, IEF 22283, ECLI:NL:HR:1995:ZC1609 (Ciba Geigy/Oté Optics)
Onderwerp:
Wezenlijkheid
Feiten:
Ciba Geigy heeft een octrooi op een werkwijze voor desinfectie en reiniging van contactlenzen. Ondanks dat dit in de conclusie niet zo beschreven is, voert zij aan dat ze met het octrooi bedoeld heeft ‘een oplossing die isotoon is’.
Rechtsregel (rechtsoverweging 3.3.1):
Met inachtneming van art. 30 lid 2 ROW, is de opvatting in de Nederlandse rechtspraak dat naast de conclusies ook de wezenlijkheid dient te worden gezien; de achter de woorden liggende uitvindingsgedachte. Hierbij moet rekening gehouden worden met de mate van vernieuwing. Ook de rechtszekerheid van derden moet in achterhoofd gehouden worden.
Union IP Round Table over modellen en auteursrecht 8 november
Op 8 november organiseert Union-IP een Round Table bijeenkomst in Amsterdam, gericht op de bescherming van functionele producten in Europa middels modelbescherming en auteursrecht.
Tijdens de bijeenkomst geven veel (inter-)nationale sprekers, bijvoorbeeld van de Boards of Appeal van het EUIPO, hun inzichten over de stand van zaken sinds de Doceram en Brompton arresten. Kijk voor meer informatie en aanmelden in de bijgevoegde brochure of op www.union-ip.org.
Klassiekers uit Information Law Series Gratis Beschikbaar op IViR-Site
Het Instituut voor Informatierecht (IViR) van de Universiteit van Amsterdam en Kluwer Law International, uitgever van de Information Law Series, hebben een online archief geopend met oudere boeken die in de serie zijn gepubliceerd. Tot de werken die vanaf vandaag gratis online beschikbaar zijn, behoren diverse klassiekers uit het informatierecht, zoals de proefschriften van Jacqueline Seignette over het makerschap in het auteursrecht, Sebastiaan Pinckaers over het portretrecht, Lucie Guibault over de verhouding tussen de wettelijke beperkingen en het contractenrecht en Lee Bygrave over de grondslagen van de gegevensbescherming. Ook de baanbrekende congresbundels Information Law towards the 21st Century en The Future of Copyright in a Digital Environment zijn nu via de website van het IViR te downloaden, evenals Intellectual Property and Information Law, de feestbundel ter gelegenheid van het afscheid van Herman Cohen Jehoram.
Bezwaar op het Gemeenschapsmerk van Studio Ghibli
EUIPO 19 september 2024, IEF 22274 (Studio Ghibli tegen Ghibli S.R.L.) Studio Ghibli, een Japanse animatiestudio die voornamelijk bekend is door films zoals ‘Spirited Away’ en ‘My Neighbor Totoro’, heeft in 2020 een Gemeenschapsmerk aangevraagd voor de producten die ze onder de naam ‘GHIBLI’ verkopen. Echter heeft Ghibli S.R.L., een Italiaans tassenmerk, hier bezwaar op gemaakt. Ghibli S.R.L. heeft een Gemeenschapsmerk sinds 2018 en heeft in haar bezwaar betoogd dat sommige van de goederen vergelijkbaar zijn. Waardoor er gevaar voor verwarring bestaat wanneer Studio Ghibli en Ghibli S.R.L. in hetzelfde marktgebied hun goederen verkopen. Het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) heeft in haar uitspraak van 19 september 2024 besloten dat er inderdaad sprake is van verwarringsgevaar. Zelfs als de consument zeer oplettend is, bestaat er de mogelijkheid dat Gibli S.R.L. gezien wordt als een onderdeel van, of een oud logo van, Studio Ghibli. Dit komt door de grote rol die de merknaam ‘GHIBLI’ in beide merken speelt. Het feit dat Studio Ghibli het woord ‘STUDIO’ voor de naam plaatst, vermindert volgens de EUIPO niet het gevaar op verwarring of associatie. Hierdoor oordeelt EUIPO dat het Gemeenschapsmerk van Studio Ghibli afgewezen moet worden voor de goederen die vergelijkbaar zijn met die van Ghibli S.R.L.
SONT Besluit tarieven en voorwerpen thuiskopievergoeding 2025
De Stichting Onderhandelingen Thuiskopievergoeding (SONT) heeft de hoogte van de nieuwe tarieven voor de thuiskopievergoeding vastgesteld voor de periode vanaf 1 januari 2025 tot en met 31 december 2025. Dit besluit behelst een verlenging van het tarievenbesluit 2023-2024, geïndexeerd voor inflatie. In het tarievenbesluit 2023-2024 was de optie tot verlenging opgenomen voor het geval er medio 2024 nog geen juridische duidelijkheid zou zijn omtrent de vergoedingsplicht bij ‘tethered downloads’, ofwel ‘offline streaming copies’. In de lopende rechtszaak zijn door de Hoge Raad in augustus 2024 prejudiciële vragen over de kwestie gesteld aan het Europese Hof van Justitie. De uitkomst daarvan moet worden afgewacht. Ondertussen werkt de SONT aan een bredere herijking van de tarieven voor 2026 en verder, waarin behalve naar verwacht de uitspraak in de lopende cassatieprocedure, ook andere inzichten worden meegenomen. Omdat partijen aan tafel niet tot overeenstemming kwamen, is het besluit genomen door de voorzitter.
Royement bij zaak over afspelen muziek in café zonder licentie
Rechtbank Limburg 25 september 2024, IEF 22280; ECLI:NL:RBLIM:2024:6718 (Buma en Sena tegen gedaagde) Buma en Sena procederen in deze zaak tegen gedaagde, die een café exploiteert. In het café is volgens de organisaties muziek afgespeeld zonder dat er hiervoor een licentie was. Buma en Sena vorderen €669,95 voor het onrechtmatig handelen. De gedaagde voert aan dat zij sinds 1 maart 2024 is gestopt met de exploitatie van het café en betwist daarmee uitdrukkelijk de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. Buma en Sena reageerden hierop met een verzoek tot royement van de procedure en een vermindering van de proceskosten. De gedaagde stemde hiermee in en verzocht daarnaast vernietiging van de proceskosten. De kantonrechter heeft het verzoek tot royement opgevat als en verzoek van doorhaling, zoals bedoeld in artikel 246 Rv. Doorhaling is mogelijk als beide partijen daartoe instemmen, dit is in dit geval gebeurd. Het starten van deze procedure door Buma en Sena wordt gezien als het niet langer handhaven van hun vorderingen tegen de gedaagde. Hierdoor worden deze vorderingen afgewezen en worden zij in het ongelijk gesteld. Buma en Sena moeten de proceskosten betalen. Deze worden echter deze begroot op nihil.