Octrooirecht  

IEF 22189

Rechter werpt licht op de licentieovereenkomst tussen EIC c.s. en Reflexy c.s.

Rechtbanken 22 mei 2024, IEF 22189; ECLI:NL:RBNHO:2024:7175 (EIC c.s. tegen Reflexy c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/rechter-werpt-licht-op-de-licentieovereenkomst-tussen-eic-c-s-en-reflexy-c-s

Rb. Noord-Holland 22 mei 2024, IEF ; ECLI:NL:RBNHO:2024:7175 (EIC c.s. tegen Reflexy c.s.). Eisers in deze zaak zijn Ucelli Holding B.V. en Great Horizon B.V. (samen hierna: EIC c.s.). EIC c.s. is aandeelhouder in EIC, een vennootschap die als doel heeft de octrooirechten van gedaagde en zijn bedrijf Reflexy Nederland B.V. ((samen) hierna: Reflexy (c.s.)) te exploiteren. Ook gedaagde is aandeelhouder in EIC, namelijk via Spectrum Energy Holding B.V. (hierna: Spectrum) en Reflexy (Spectrum is de enig aandeelhouder van Reflexy). De exploitatie door EIC vindt plaats op basis van een licentieovereenkomst. Reflexy heeft aan EIC c.s. laten weten dat zij een beroep doet op de opzegging van de overeenkomst. In reactie hierop heeft EIC c.s. verlof verkregen tot het leggen van conservatoir beslag ten laste van Reflexy c.s., waarna Reflexy heeft bevestigd dat de opzegging geen rechtsgevolg heeft gehad. EIC c.s. vordert bij de rechtbank onder andere dat Reflexy wordt veroordeeld tot nakoming van de licentieovereenkomst en tot betaling van de boetes die Reflexy op grond van de overeenkomst verbeurt. Reflexy c.s. vordert in reconventie onder andere dat een verklaring voor recht wordt gegeven dat de nieuwe, niet geoctrooieerde uitvindingen van gedaagde niet onder de reikwijdte van de licentieovereenkomst vallen en dat de tussen Reflexy en EIC c.s. gesloten licentieovereenkomst opzegbaar is.

IEF 22188

Alternatieve visolie-behandeling voor kanker is octrooieerbaar

EOB 24 apr 2024, IEF 22188; ECLI:EP:BA:2024:T105722.20240424 (Smartfish tegen Nutricia), https://ie-forum.nl/artikelen/alternatieve-visolie-behandeling-voor-kanker-is-octrooieerbaar

EOB 24 april 2024, IEF 22188, LS&R 2250; ECLI:EP:BA:2024:T105722.20240424 (Smartfish tegen Nutricia). Appellant is Smartfish AS (hierna: Smartfish), de exploitant van Nutrifriend: een mengsel van onder andere visolie dat kan worden gebruikt voor de behandeling van kanker. Hiervoor heeft appellant een octrooi verkregen. De oppositieafdeling van het Europees Octrooibureau (hierna: EOB) heeft dat octrooi later weer ingetrokken wegens gebrek aan nieuwheid, op verzoek van opponent N.V. Nutricia (hierna: Nutricia). Daartegen gaat Smartfish in beroep. Smartfish gebruikt deze mogelijkheid om de omvang van haar octrooi in te perken: Nutrifriend zou nu enkel nog dienen voor de behandeling van alvleesklierkanker en neurologische kanker. Nutricia stelt dat Smartfish te laat is met haar wijziging, maar de Kamer van Beroep (hierna: KvB) van het EOB staat de wijziging toe en zal haar oordeel daarop baseren. Verder voert Nutricia aan dat niet is bewezen dat Nutrifriend de door Smartfish beweerde effecten heeft. Al zou het mengsel die effecten wel hebben, dan is onduidelijk of dat door de beschermde substantie van Smartfish komt of door de tal van andere (bioactieve) stoffen die zich in het mengsel bevinden.

IEF 22185

eOx International c.s. en verweerders in het nauw gedreven: het hof veronderstelt onterechte ontlening aan ATSSE-mengsel

Gerechtshoven 23 jul 2023, IEF 22185; ECLI:NL:GHDHA:2023:2922 (eOx International c.s. tegen ATSSE en ATSSE tegen verweerders), https://ie-forum.nl/artikelen/eox-international-c-s-en-verweerders-in-het-nauw-gedreven-het-hof-veronderstelt-onterechte-ontlening-aan-atsse-mengsel

Hof Den Haag 25 juli 2023, IEF 22185, LS&R 2249; ECLI:NL:GHDHA:2023:2922 (eOx International c.s. tegen ATSSE en ATSSE tegen verweerders). Het hof behandelt hier gelijktijdig twee zaken die, kort samengevat, als volgt in elkaar steken. ATSSE heeft een formule ontwikkeld voor het maken van een chloordioxideoplossing. Deze formule heeft zij onder een geheimhoudingsverplichting in licentie gegeven aan een zustervennootschap van eOx International. De Belgische rechter heeft de zustervennootschap onherroepelijk veroordeeld tot betaling van contractuele boetes aan ATSSE, vanwege schending van de geheimhoudingsplicht. De boetes zijn echter nooit betaald en de zustervennootschap is inmiddels ingebracht in eOx International via een activa-/passivatransactie. ATSSE houdt appellanten in de eerste zaak (hierna: eOx International c.s.) en verweerder 1 en 2 (tezamen hierna: verweerders) in de andere zaak aansprakelijk voor het niet kunnen incasseren van de boetes. Bovendien verwijt zij eOx International c.s. en verweerders onrechtmatige betrokkenheid bij de verkoop van een chloordioxideproduct, dat ontleend zou zijn aan de formule van ATSSE. ATSSE eist hiervoor schadevergoeding en een verbod op verdere verkoop van het chloordioxideproduct. De vorderingen van ATSSE zijn in eerste aanleg door de rechtbank deels toegewezen [zie IEF 20357]. Zowel ATSSE als eOx International c.s. gaan daartegen in hoger beroep.

IEF 22180

Babyvoeding van Nutricia komt niet in aanmerking voor octrooi

EOB 23 apr 2024, IEF 22180; ECLI:EP:BA:2024:T081522.20240423 (Société des Produits Nestlé S.A. tegen Nutricia), https://ie-forum.nl/artikelen/babyvoeding-van-nutricia-komt-niet-in-aanmerking-voor-octrooi

EOB 23 april 2024, IEF 22180, LS&R 2248, IEB 3768; ECLI:EP:BA:2024:T081522.20240423 (Société des Produits Nestlé S.A. tegen Nutricia). In deze zaak wordt een uitspraak van de oppositieafdeling van het Europese Octrooibureau (EOB) aangevochten, waaruit bleek dat het product van Nutricia in aanmerking komt voor een octrooirecht. Het betreft een voedingssamenstelling, bedoeld om de positieve effecten van natuurlijke borstvoeding na te bootsen ter bevordering van de postnatale groei of lichaamsontwikkeling van baby’s die geen borstvoeding krijgen. Volgens het EOB wordt de samenstelling van Nutricia op een nieuwe, therapeutische wijze toegepast, waardoor deze geschikt is voor octrooibescherming. Appellant Société des Produits Nestlé S.A. gaat echter tegen de beslissing in beroep bij de Kamer van Beroep van het EOB.

IEF 22172

Hof van Beroep van UPC vernietigt beslissing omtrent verzoek tot bewijsbewaring

Unified Patent Court (UPC) 23 jul 2024, IEF 22172; (Progress Maschinen & Automation tegen AWM en Schnell), https://ie-forum.nl/artikelen/hof-van-beroep-van-upc-vernietigt-beslissing-omtrent-verzoek-tot-bewijsbewaring

UPC CoA 23 juli 2024, IEF 22172, IEFbe 3766; UPC_CoA_177/2024 (Progress Maschinen & Automation tegen AWM en Schnell). In deze zaak heeft Progress, appellant, een verzoek ingediend om inspecties te (laten) doen en bewijs te bewaren bij AWM en Schnell, verweerders. Een dergelijk verzoek staat beschreven in artikel 60 UPCA. Het Gerecht in Eerste Aanleg oordeelt dat Progress te laat een verzoek tot openbaarmaking van het bewijsmateriaal heeft ingediend en daarom niet-ontvankelijk is in haar verzoek. Progress betwist de vaststelling van het Gerecht in Eerste Aanleg dat Progress niet op tijd was met het verzoek tot openbaarmaking van het bewijsmateriaal. Het Hof van Beroep gaat hierin mee. Openbaarmaking aan de verzoeker is inherent aan de verzoeken tot bewaring van bewijs en inspectie van gebouwen. In dat oorspronkelijke verzoek heeft Progress ook uitdrukkelijk verzocht tot openbaarmaking.

IEF 22170

WAMCA-procedure door Stichting Farma Ter Verantwoording

Rechtbank Amsterdam 17 jul 2024, IEF 22170; ECLI:NL:RBAMS:2024:4255 (Stichting Farma Ter Verantwoording tegen AbbVie), https://ie-forum.nl/artikelen/wamca-procedure-door-stichting-farma-ter-verantwoording

Rb. Amsterdam 17 juli 2024, IEF 22170, LS&R 2247; ECLI:NL:RBAMS:2024:4255 (Stichting Farma Ter Verantwoording tegen AbbVie). AbbVie is een biofarmaceutisch bedrijf dat zich richt op immunologie, hematologische oncologie, neurowetenschap, esthetica en huidverzorging. Zij verkopen in Nederland het medicijn adalimumab onder de naam Humira. Dit is een medicijn tegen reumatoïde artritis, psoriasis, de ziekte van Crohn en uveïtis (oogontsteking). Het medicijn is ontwikkeld door Knoll Pharmaceuticals en zij had hier een octrooirecht op. Stichting Farma Ter Verantwoording (hierna: FTV) streeft ernaar dat geneesmiddelen op een duurzame en maatschappelijk betamelijke wijze op de markt beschikbaar zijn. In deze zaak vordert FTV dat de rechtbank voor recht verklaart dat AbbVie onrechtmatig heeft gehandeld en misbruik heeft gemaakt van haar economische machtspositie. Dit omdat zij in de periode waarvoor Humira octrooibescherming genoot een veel te hoge prijs zou vragen voor Humira.

IEF 22169

Vragen aan Grote Kamer EOB over interpretatie van artikel 69 EOV

EOB 24 jun 2024, IEF 22169; (Yunnan Tobacco tegen Philip Morris), https://ie-forum.nl/artikelen/vragen-aan-grote-kamer-eob-over-interpretatie-van-artikel-69-eov

Vragen aan Grote Kamer van Beroep 24 juni 2024, IEF 22169, IEFbe 3765; T 0439/22 (Yannun Tobacco tegen Philip Morris). Philip Morris, verweerder in deze zaak, is houder van een octrooi op een aerosolvormend voorwerp voor gebruik met een elektrisch aangedreven aerosolvormend apparaat met verwarmingselement. Het aerosolvormende voorwerp bestaat uit een ‘gathered sheet’ van aerosolvormend materiaal met een omhulsel dat dient als een thermisch geleidende vlambarrière voor het verspreiden van warmte. In de beschrijving van het octrooi staat een definitie van de term ‘gathered sheet’.

IEF 22167

Verzoek tot versnelling beroepsprocedure wordt afgewezen

Unified Patent Court (UPC) 11 jul 2024, IEF 22167; (Apple tegen Ona Patents), https://ie-forum.nl/artikelen/verzoek-tot-versnelling-beroepsprocedure-wordt-afgewezen

UPC CoA 11 juli 2024, IEF 22167, IEFbe 3764; UPC_CoA_354/2024 (Apple tegen Ona Patents). Ona heeft een inbreukvordering ingesteld jegens Apple. Apple heeft hierop verzocht om de procestaal te wijzigen van het Duits naar het Engels. Dit verzoek wordt door de President van het Gerecht in Eerste Aanleg afgewezen. In hoger beroep verzoekt Apple vernietiging van deze beschikking. Apple verzoekt vervolgens dat de behandeling van het hoger beroep wordt versneld door de termijn voor het indienen van het verweerschrift te verkorten voor Ona.

IEF 22166

HvJ EU: Servier

HvJ EU 27 jun 2024, IEF 22166; ECLI:EU:C:2024:549 (Servier), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-servier

HvJ EU 27 juni 2024, IEF 22166, LS&R 2246, IEFbe 3763; ECLI:EU:C:2024:549 (Servier) Het Franse farmaceutische bedrijf Servier had een octrooi op het hartmedicijn perindopril tot het einde van de jaren 1990 en begin jaren 2000. Na deze periode verzocht Servier om aanvullende octrooien (waaronder het “947-octrooi”) in de daaropvolgende jaren. De geldigheid van de aanvullende octrooien werd aangevochten door verschillende generieke fabrikanten, waaronder het Sloveense bedrijf Krka. Naar aanleiding hiervan heeft Servier met Krka een overeenkomst gesloten die een exclusieve en onherroepelijke licentie vormde over het 947-octrooi voor perindopril in een paar Oost-Europese landen. In ruil daarvoor moest Krka een royalty van 3% op haar netto-omzet in die gebieden aan Servier betalen. De Europese Commissie heeft in 2014 geoordeeld dat de generieke fabrikanten als potentiële concurrenten van Servier beschouwd moesten worden en de overeenkomsten in strijd zijn met art. 101 en 102 VWEU. Het Gerecht oordeelde dat de regeling tussen Servier en Krka voor de Oost-Europese markten een geldige overdracht van technologie was, in plaats van een aansporing voor Krka om zich buiten de door Servier bestreken markten te houden.

IEF 22156

Verzoek om schorsing zaak in eerste aanleg na afwijzing van preliminair niet-ontvankelijkheidsverweer

Unified Patent Court (UPC) 21 jun 2024, IEF 22156; (Mala technologies tegen Nokia technology), https://ie-forum.nl/artikelen/verzoek-om-schorsing-zaak-in-eerste-aanleg-na-afwijzing-van-preliminair-niet-ontvankelijkheidsverweer

UPC CoA 21 juni 2024, IEF 22156, IEFbe 3761; UPC_CoA_227/2024 (Mala technologies tegen Nokia technology). Verweerder in deze zaak, Nokia, heeft een vordering tot herroeping van het octrooi van appellant, Mala, ingesteld bij het Gerecht in Eerste Aanleg van het UPC. Tegen deze vordering heeft Mala een voorlopig bezwaar ingediend. Het Gerecht in Eerste Aanleg wees dit af, dus er was volgens het Gerecht in Eerste Aanleg geen sprake van niet-ontvankelijkheid. Tegen deze beschikking gaat Mala in hoger beroep. Zij verzoekt ook dat de intrekkingsprocedure voor het Gerecht in Eerste Aanleg wordt geschorst totdat het Hof van Beroep heeft beslist op haar voorlopige bezwaar.