Overige  

IEF 1062

Voor beleidsmedewerkers

Klinkt als een Ludlum, maar 'The Adelphi Charter' is 'a new approach, issued by a group of prominent legal scholars, artists, scientists and experts from around the world. The Adelphi Charter lays out a “public-interest test” for policymakers to use before changing intellectual property laws: an automatic presumption against expanding rights, placing the burden of proof on those who seek this, as well as requiring rigorous analysis to justify changes, along with broad public consultation

“We call upon governments and the international community to adopt these principles.

1. Laws regulating intellectual property must serve as means of achieving creative, social and economic ends and not as ends in themselves.
2. These laws and regulations must serve, and never overturn, the basic human rights to health, education, employment and cultural life.
3. The public interest requires a balance between the public domain and private rights. It also requires a balance between the free competition that is essential for economic vitality and the monopoly rights granted by intellectual property laws.
4. Intellectual property protection must not be extended to abstract ideas, facts or data.

5. Patents must not be extended over mathematical models, scientific theories, computer code, methods for teaching, business processes, methods of medical diagnosis, therapy or surgery.
6. Copyright and patents must be limited in time and their terms must not extend beyond what is proportionate and necessary.
7. Government must facilitate a wide range of policies to stimulate access and innovation, including non-proprietary models such as open source software licensing and open access to scientific literature.
8. Intellectual property laws must take account of developing countries' social and economic circumstances.
9. In making decisions about intellectual property law, governments should adhere to these rules:

* There must be an automatic presumption against creating new areas of intellectual property protection, extending existing privileges or extending the duration of rights.
* The burden of proof in such cases must lie on the advocates of change.
* Change must be allowed only if a rigorous analysis clearly demonstrates that it will promote people's basic rights and economic well-being.
* Throughout, there should be wide public consultation and a comprehensive, objective and transparent assessment of public benefits and detriments.

Lees charter hier, artikel in de economist hier. (met dank aan Danny Friedmann)

IEF 1015

Die kant op

Volgens dit ronkende persbericht weet de WIPO weer hoe het verder moet. Dat de bezielende leiding van roerganger Dr. Kamil Idris hierbij een zeer belangrijke rol speelde spreekt voor zich: "The Assemblies of the member states of the World Intellectual Property Organization (WIPO) concluded on Wednesday, October 5, 2005, following a review of activities over the past year and agreement on the agenda of the Organization for the next year.

Ambassador Manalo thanked delegations for their active participation in the work of the General Assembly and welcomed the spirit of cooperation that characterized the talks, which had "produced a rich harvest." He said "To me, perhaps the most significant achievement of this year’s General Assembly has been its resolve to preserve WIPO’s tradition of decision-making by consensus." Ambassador Manalo thanked the Director General, Dr. Kamil Idris, for ensuring the Assemblies were a success.

At the end of the meeting, Dr. Idris said that he was very pleased with the outcome of the Assemblies which had taken place in a positive and constructive atmosphere. He welcomed the spirit of consensus that had led to important decisions on the future work program of the Organization. Dr. Idris said that he looked forward to working closely with member states in implementing the decisions that have been taken by the Assemblies. Lees volledige persbericht hier.

IEF 1013

Maak af: Canna...

Rechtbank 's-Gravenhage, 5 oktober 2005, KG 05/1117, Canna - Alpha Nova. Kort geding vonnis in een merkenzaak.

Eiser in dit kort geding handelt in de verkoop van meststoffen voor de teelt van hennep. Gedaagde heeft een testkit ontwikkeld voor de analyse van werkzame stoffen in hennep en heeft hiervoor het merk CANNALYSE gedeponeerd. Eiser acht dit in strijd met zijn merk- en handelsnaamrecht en vordert ook de overdracht van de domeinnaam www.cannalyse.com.

Zoals gebruikelijk worden alle relevante omstandigheden in aanmerking genomen bij de beoordeling van de overeenstemming. De rechtbank komt allereerst tot het oordeel dat het woordelement CANNA van huis uit nauwelijks onderscheidend vermogen toekomt, met name door het verwijzende en beschrijvende gebruik. Vervolgens dient de vraag of het merk CANNA onderscheidend vermogen heeft verworven door bekendheid in de markt. "Bij de beoordeling dient rekening te worden gehouden met de perceptie van het in aanmerking komende publiek. Het algemene publiek zal het merk CANNA wellicht niet gemakkelijk herkennen als een verwijzing naar cannabis. Voor dat publiek is dat immers een product waar het weinig ervaring mee heeft. Dit ligt anders bij de doelgroep van eiseres en gedaagde. Van deze doelgroep [...] mag worden verondersteld dat die veel informatie over cannabis over zich heen krijgt en afroept [...]. Dit voert tot het voorlopig oordeel dat het woordelement CANNA in de betreffende branche een zekere bekendheid als merk heeft gekregen. Door inburgering is daardoor zeker, zij het dan gering, onderscheidend vermogen ontstaan."

"[...] voorshands oordelend [kan], niet worden gezegd dat het door gedaagde gebruikte teken CANNALYSE overeenstemt met één van de merken waarop eiseres zich in dit kort geding beroept. Daartoe is redengevend enerzijds dat niet is gebleken dat aan het woordelement CANNA van de merken van eiseres van huis uit dan wel door inburgering in voldoende mate onderscheidend vermogen toekomt, terwijl anderzijds door de wijze waarop gedaagde het woord CANNA gebruikt - te weten in combinatie met het achtervoegsel LYSE - de totaalindruk van het merk en teken zodanig verschilt dat verwarringsgevaar in vorenstaande zin niet op voorhand aannemelijk is." Zowel de merkenrechtelijke grondslag als de grondslag ontleend aan het handelsnaamrecht falen. Ook levert het gebruik van het teken CANNALYSE geen onrechtmatig handelen jegens eiseres op.

Lees hier het vonnis.

IEF 1006

We hebben een datum

Nog maar net bekomen van pakjesavond en de volgende spannende gebeurtenis dient zicht twee dagen later alweer aan.

Zojuist is bekend geworden dat vanaf 7 december organisaties, bedrijven en later zelfs individuen uit de verschillende lidstaten van de Europese Unie hun eigen domeinnaam met .eu extensie kunnen registreren. Dat heeft de Raad van Bestuur van .eudomeinbeheerder EURid beslist. Om hun domein te registreren moeten geïnteresseerden zich wenden tot een erkende agent.

Om deze historische operatie ordelijk te laten verlopen, heeft EURid in overleg met de Europese Commissie een systeem van gefaseerde registratie uitgewerkt, ook wel “Sunrise” genoemd.

Lees hier persbericht van EURid.

IEF 993

Uit het beschermde vuistje (3)

Eindelijk antwoord van  minister Veerman op eerdere kamervragen over de aanduiding 'Boerenkaas' (eerder bericht hier): Kamervragen met antwoord 2005-2006, nr. 56, Tweede Kamer.Vragen van de leden Van Gent en Vos (beiden GroenLinks) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de bescherming van boerenkaas.(Ingezonden 18 augustus 2005). Goed nieuws en slechts nieuws. Het goede nieuws is dat de minster gaat proberen te voorkomen dat een leemte ontstaat in de bescherming van boerenkaas.

1: ‘Kent u de recente berichten over het mogelijk vervallen van de beschermende regelgeving voor «boerenkaas»?’

Minister Veerman: ‘Ja’

2: ‘Is het juist dat op 1 januari 2006 de Nederlandse overheidsregeling afloopt die de naam «boerenkaas» beschermt en dat de Europese regeling die daarvoor in de plaats moeten komen niet per 1 januari van kracht is waardoor de continuïteit in de bescherming voor de boerenkaas ontbreekt?’

Minister Veerman:  ‘De Nederlandse overheidsregeling waar u op doelt is de tijdelijke Landbouwkwaliteitsregeling kaas. In de regeling wordt een groot aantal kwaliteitseisen gesteld aan zuivelproducten en worden enkele specifieke kwaliteitseisen gesteld aan boerenkaas. Deze eisen behelzen geen dwingende Europese voorschriften, maar regelen meer dan de Europese regelgeving voorschrijft. De Landbouwkwaliteitsregeling kaas is een tijdelijke regeling die per 1 januari 2006 komt te vervallen. Dit is aangekondigd in mijn brief van 8 april 2004 aan de Tweede Kamer inzake de vermindering van regelgeving en administratieve lasten (pakketbrief). Het bedrijfsleven heeft vanuit de eigen verantwoordelijkheid in 2003 bij de Europese Commissie een aanvraag ingediend voor de bescherming van de benaming van boerenkaas op basis van de EUverordening inzake de specificiteitscertificering voor landbouwproducten. De behandeling van deze aanvraag heeft vertraging opgelopen vanwege de grote achterstanden bij de Europese Commissie bij de afhandeling van dergelijke aanvragen. Inmiddels blijkt dat ondanks herhaaldelijk aandringen bij de Commissie door het Ministerie van LNV de aanvraag niet voor 1 januari 2006 zal worden afgehandeld.’

3: ‘Bent u bereid de nodige maatregelen te treffen zodat de beschermende status van het product boerenkaas gecontinueerd wordt totdat de Europese regelgeving van kracht wordt? Zo ja, middels welke maatregelen? Zo neen, waarom niet?’

Minister Veerman: ‘Ik zal bij de Commissie blijven aandringen op een spoedige behandeling van de aanvraag voor Europese bescherming van boerenkaas. Om te voorkomen dat een leemte ontstaat in de bescherming van boerenkaas, ben ik bereid de Landbouwkwaliteitsregeling kaas te verlengen totdat de Europese bescherming van kracht wordt.’

IEF 985

Korte metten

Gisteren is tijdens het Nederlandse Film Festival in Utrecht een paneldiscussie gehouden over filmpiraterij. Verscheidene mensen uit de filmwereld gingen in discussie met jongeren die regelmatig (films) up- en downloaden via het internet. Een van de argumenten van de filmwereld tegen filmpiraterij was het instellen van een strafmaat voor mensen die films verkopen via het web of van internet downloaden. Ter afsluiting van deze discussie werd op openlijk agressieve en geweldadige wijze korte metten gemaakt met een grote berg illegale dvd's door twee van de sterkste mannen van Nederland, zo meldt Spits. Hopelijk worden deze heren verder niet ingezet in de strijd tegen filmpiraterij.

IEF 976

Stemrecht (2)

In aansluiting op een eerder bericht (hier), een wat ouder, maar desalniettemin interessant nieuwsberichtje van vorige week. Zanger Tom Waits daagt Opel –en het reclamebureau McCann Erickson- nu daadwerkelijk voor de rechter, omdat Opel in een reclamecampagne op tv zijn zangstem zou imiteren.

General Motors, de moeder van Opel, zou de zanger verschillende malen hebben gevraagd mee te werken aan een reclamespotje, wat Waits, als fel tegenstander van de commercialisering van zijn muziek, steeds weigerde. De zangpartij is uiteindelijk ingezongen door een zanger uit Frankfurt, wiens stem een opvallend grote gelijkenis vertoont met de doorrookte stem van Waits. Het is afwachten op welke grond de advocaat van Waits zijn vorderingen zal baseren.

IEF 967

Ondertussen in Geneve

Twee weken vergaderen over (W)IP(O) en hoe het allemaal verder moet: The meetings of the Assemblies of the World Intellectual Property Organization (WIPO), which bring together WIPO’s 182 member states, opened on Monday. The meetings, which run from September 26 to October 5, 2005, will take stock of progress in the organization’s work and discuss future policy directions. Lees hier het persbericht van de WIPO.

IEF 964

Voor de liefhebber

Hoge Raad, 23 september 2005, LJN: AU3140, 38810. Belastingzaak. Zaak betreft, heel kort gezegd, de bewijslast met betrekking tot de intellectuele eigendom en de daarmee samenhangende litigieuze royalty's. Heeft inhoudelijk niets met enig IE-recht te maken, maar wellicht interessant voor liefhebbers van belastingen, royalty's procesrecht e.d. Aardig voor iedereen is dat de rechter nu eens letterlijk bepaalt dat de term octrooirecht 'Nederlandsrechtelijk' correcter is dan de term 'patentrecht'. Lees arrest hier.

IEF 957

Kennisbescherming

Uit de MvT bij de Vaststelling begrotingsstaten Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2006; Kamerstukkken 30300 XIII, nr. 2. 2e Kamer 2005-2006, p. 32 onder A: Overzicht 'Kennisbescherming': Samenvatting van motieven, instrumenten, infrastructuur en activiteiten.

"Motivering: Om een sterk innovatievermogen te gelde te maken via een goed intellectueel eigendomsysteem. Het gaat daarbij met name om het vinden van een juiste balans tussen kennisbescherming en vrij gebruik van kennis."

Instrumenten:  Deelname aan internationale organisaties: WTO, WIPO, EU, EOO, Benelux. In de World Trade Organisation (WTO), World Intellectual Property Organisation (WIPO), Europese Unie (EU), Europese Octrooi Organisatie (EOO) en Benelux komen de internationale afspraken (verdragen, verordeningen, richtlijnen) tot stand die het (wettelijke) kader vormen van het intellectuele eigendomsbeleid.

Infrastructuur: OCNL, BMB, BTMB, EOB, OHIM Octrooicentrum Nederland (OCNL) is de organisatie die het Nederlandse octrooisysteem uitvoert en het gebruik ervan stimuleert. In de organisaties Benelux Merken Bureau (BMB), Benelux Tekeningen of Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 hoofdstuk XIII, nr. 2 31 Modellen Bureau (BTMB), Europees Octrooi Bureau (EOB) en het Bureau Harmonisatie van de Interne Markt (OHIM) vervult EZ bestuursfuncties.

Belangrijkste wetgeving: ROW 1995, BMW, BTMW, EOV, EG, TRIP’s EZ oefent invloed uit op afspraken die in internationaal verband worden gemaakt. Belangrijke voorbeelden zijn de Benelux Merken Wet (BMW) en Benelux Tekeningen of Modellen Wet (BTMW), het Europees Octrooiverdrag (EOV), de EG-Verordeningen enrichtlijnen voor merken, modellen en het auteursrecht, verdragen in het kader van de WIPO als ook het Agreement on Trade Related Aspects of Intellectual Property Rights (TRIP’s) in het kader van de WTO. EZ heeft een directe verantwoordelijkheid voor de Rijksoctrooiwet 1995 en de genoemde Benelux-wetten.

Activiteiten: Rijksoctrooiwet 1995 (ROW 1995) De ROW 1995 wordt in 2005 geëvalueerd om te bezien of bijvoorbeeld het zesjarige Nederlandse registratie-octrooi voldoet aan het oorspronkelijke uitgangspunt om daarmee doelgroepen als het MKB en uitvinders een laagdrempelige entree te verschaffen tot het octrooisysteem.
Kosten van octrooiering:  In 2005 vindt een internationaal vergelijkend onderzoek plaats naar de kosten van het gebruik van het octrooisysteem, daarin worden ook begepen indieningstaksen, kosten van inhuur octrooigemachtigde en instandhoudingstaksen. Op basis van de resultaten van dit onderzoek worden mogelijk beleidsaanpassingen doorgevoerd.

Benelux-Verdrag betreffende merken, modellen en tekeningen. Het nieuwe Benelux-verdrag treedt naar verwachting op 1-1-2006 in werking. In 2006 wordt gewerkt aan onder andere implementatie van richtlijn 2004/48/EG betreffende de handhaving van intellectueel eigendom.

Europees merken- en modellenrecht: In 2006 vindt een verkenning plaats naar de toekomstige positie van het Benelux Merken Bureau, waarbij de dienstverlening ten opzichte van gebruikers een belangrijke invalshoek zal zijn.

Europees octrooisysteem. Dit EOV-systeem zal de nodige aandacht krijgen. Het gaat daarbij met name om het Vertalingenprotocol en het Litigation Agreement, de centrale rol van het EOB (ten opzichte van nationale octrooibureaus) en de kwaliteitsnormen die moeten gelden voor de octrooiverlening.

EG-Verordening voor dwanglicenties: in verband met de productie van geneesmiddelen voor derde-wereldlanden Als de lidstaten het eens worden over deze Verordening zullen in 2006 de ROW 1995 en de nu bestaande beleidsregel in dat verband (Stcrt 2004, nr. 246, p. 11) aangepast worden.

Doelgroepen:  Bedrijven, kennisinstellingen, universiteiten en particuliere uitvinders.

Verwijzingen beleidsstukken:
EG-verordening voor dwanglicenties in verband met de productie van geneesmiddelen voor derde-wereldlanden.