Overige  

IEF 976

Stemrecht (2)

In aansluiting op een eerder bericht (hier), een wat ouder, maar desalniettemin interessant nieuwsberichtje van vorige week. Zanger Tom Waits daagt Opel –en het reclamebureau McCann Erickson- nu daadwerkelijk voor de rechter, omdat Opel in een reclamecampagne op tv zijn zangstem zou imiteren.

General Motors, de moeder van Opel, zou de zanger verschillende malen hebben gevraagd mee te werken aan een reclamespotje, wat Waits, als fel tegenstander van de commercialisering van zijn muziek, steeds weigerde. De zangpartij is uiteindelijk ingezongen door een zanger uit Frankfurt, wiens stem een opvallend grote gelijkenis vertoont met de doorrookte stem van Waits. Het is afwachten op welke grond de advocaat van Waits zijn vorderingen zal baseren.

IEF 967

Ondertussen in Geneve

Twee weken vergaderen over (W)IP(O) en hoe het allemaal verder moet: The meetings of the Assemblies of the World Intellectual Property Organization (WIPO), which bring together WIPO’s 182 member states, opened on Monday. The meetings, which run from September 26 to October 5, 2005, will take stock of progress in the organization’s work and discuss future policy directions. Lees hier het persbericht van de WIPO.

IEF 964

Voor de liefhebber

Hoge Raad, 23 september 2005, LJN: AU3140, 38810. Belastingzaak. Zaak betreft, heel kort gezegd, de bewijslast met betrekking tot de intellectuele eigendom en de daarmee samenhangende litigieuze royalty's. Heeft inhoudelijk niets met enig IE-recht te maken, maar wellicht interessant voor liefhebbers van belastingen, royalty's procesrecht e.d. Aardig voor iedereen is dat de rechter nu eens letterlijk bepaalt dat de term octrooirecht 'Nederlandsrechtelijk' correcter is dan de term 'patentrecht'. Lees arrest hier.

IEF 957

Kennisbescherming

Uit de MvT bij de Vaststelling begrotingsstaten Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2006; Kamerstukkken 30300 XIII, nr. 2. 2e Kamer 2005-2006, p. 32 onder A: Overzicht 'Kennisbescherming': Samenvatting van motieven, instrumenten, infrastructuur en activiteiten.

"Motivering: Om een sterk innovatievermogen te gelde te maken via een goed intellectueel eigendomsysteem. Het gaat daarbij met name om het vinden van een juiste balans tussen kennisbescherming en vrij gebruik van kennis."

Instrumenten:  Deelname aan internationale organisaties: WTO, WIPO, EU, EOO, Benelux. In de World Trade Organisation (WTO), World Intellectual Property Organisation (WIPO), Europese Unie (EU), Europese Octrooi Organisatie (EOO) en Benelux komen de internationale afspraken (verdragen, verordeningen, richtlijnen) tot stand die het (wettelijke) kader vormen van het intellectuele eigendomsbeleid.

Infrastructuur: OCNL, BMB, BTMB, EOB, OHIM Octrooicentrum Nederland (OCNL) is de organisatie die het Nederlandse octrooisysteem uitvoert en het gebruik ervan stimuleert. In de organisaties Benelux Merken Bureau (BMB), Benelux Tekeningen of Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30 300 hoofdstuk XIII, nr. 2 31 Modellen Bureau (BTMB), Europees Octrooi Bureau (EOB) en het Bureau Harmonisatie van de Interne Markt (OHIM) vervult EZ bestuursfuncties.

Belangrijkste wetgeving: ROW 1995, BMW, BTMW, EOV, EG, TRIP’s EZ oefent invloed uit op afspraken die in internationaal verband worden gemaakt. Belangrijke voorbeelden zijn de Benelux Merken Wet (BMW) en Benelux Tekeningen of Modellen Wet (BTMW), het Europees Octrooiverdrag (EOV), de EG-Verordeningen enrichtlijnen voor merken, modellen en het auteursrecht, verdragen in het kader van de WIPO als ook het Agreement on Trade Related Aspects of Intellectual Property Rights (TRIP’s) in het kader van de WTO. EZ heeft een directe verantwoordelijkheid voor de Rijksoctrooiwet 1995 en de genoemde Benelux-wetten.

Activiteiten: Rijksoctrooiwet 1995 (ROW 1995) De ROW 1995 wordt in 2005 geëvalueerd om te bezien of bijvoorbeeld het zesjarige Nederlandse registratie-octrooi voldoet aan het oorspronkelijke uitgangspunt om daarmee doelgroepen als het MKB en uitvinders een laagdrempelige entree te verschaffen tot het octrooisysteem.
Kosten van octrooiering:  In 2005 vindt een internationaal vergelijkend onderzoek plaats naar de kosten van het gebruik van het octrooisysteem, daarin worden ook begepen indieningstaksen, kosten van inhuur octrooigemachtigde en instandhoudingstaksen. Op basis van de resultaten van dit onderzoek worden mogelijk beleidsaanpassingen doorgevoerd.

Benelux-Verdrag betreffende merken, modellen en tekeningen. Het nieuwe Benelux-verdrag treedt naar verwachting op 1-1-2006 in werking. In 2006 wordt gewerkt aan onder andere implementatie van richtlijn 2004/48/EG betreffende de handhaving van intellectueel eigendom.

Europees merken- en modellenrecht: In 2006 vindt een verkenning plaats naar de toekomstige positie van het Benelux Merken Bureau, waarbij de dienstverlening ten opzichte van gebruikers een belangrijke invalshoek zal zijn.

Europees octrooisysteem. Dit EOV-systeem zal de nodige aandacht krijgen. Het gaat daarbij met name om het Vertalingenprotocol en het Litigation Agreement, de centrale rol van het EOB (ten opzichte van nationale octrooibureaus) en de kwaliteitsnormen die moeten gelden voor de octrooiverlening.

EG-Verordening voor dwanglicenties: in verband met de productie van geneesmiddelen voor derde-wereldlanden Als de lidstaten het eens worden over deze Verordening zullen in 2006 de ROW 1995 en de nu bestaande beleidsregel in dat verband (Stcrt 2004, nr. 246, p. 11) aangepast worden.

Doelgroepen:  Bedrijven, kennisinstellingen, universiteiten en particuliere uitvinders.

Verwijzingen beleidsstukken:
EG-verordening voor dwanglicenties in verband met de productie van geneesmiddelen voor derde-wereldlanden.

IEF 943

Portretrecht Bloemen (2)

Rechtbank Amsterdam 30 juni 2005, 316742 / KG 05-997, Karin Bloemen tegen Telegraaf Tijdschriften Groep. 

In navolging van een eerder bericht hierbij het vonnis, waarin TTG toegeeft met het plaatsen van een foto onrechtmatig te hebben gehandeld jegens Karin Bloemen en haar dochter. Karin Bloemen voert, zowel ten behoeve van haar zelf als in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van haar minderjarige dochter, aan dat de in Privé gepubliceerde foto, van haar en haar dochter genomen op Curaçao, geen nieuwswaarde heeft en ernstig inbreuk maakt op de privacy en persoonlijke integriteit van haar en haar dochter. Op auteursrechtelijk portretrecht beroept zij zich ogenschijnlijk niet (terwijl dat toch een kleine moeite is).

Geëist wordt het plaatsen van een rectificatie, het onthouden van het (verder) openbaar maken en/of te verspreiden van de foto, de bekendmaking van de volledige naam en adresgegevens van degene die de foto ter beschikking heeft gesteld en alle foto's, kopieën, negatieven en digitale versies af te geven. Bloemen voert onder meer aan dat, zoals uit het onderschrift bij de foto blijkt, TTG bekend was met het feit dat Bloemen met name haar kinderen uit de openbaarheid wenst te houden.

Ter zitting heeft TTG erkend met het plaatsen van de foto van Karin Bloemen en haar kind onrechtmatig jegens hen te hebben gehandeld. Alleen in geschil is nog het toewijzen van de vorderingen, gezien de door TTG reeds getroffen maatregelen.

De rechtbank is het op zichzelf eens met het feit dat de door TTG geplaatste mededeling strikt genomen niet meer inhoudt dan dat TTG alleen volgens het subjectieve oordeel van Bloemen TTG onrechtmatig heeft gehandeld. Gezien het karakter van de foto, i.e. een vakantiefoto op vrij klein formaat waarop geen compromitterende situatie zichtbaar is, wordt de mededeling voldoende geacht. Verder acht de rechtbank geen bijkomende omstandigheden aanwezig om de vorderingen toe te wijzen. De fotograaf, een zekere Piet Roorda, blijft buiten schot. De rechter vindt het genoeg dat de man bereikbaar is via de Telegraaf en het is niet nodig dat nadere gegevens over de man aan Bloemen worden onthuld. Lees hier het vonnis.

IEF 942

Uit de bladen (4)

Met dank aan De Brauw: Rechtbank 's-Hertogenbosch, 20-09-2005, zaaknr. 131703, VNU tegen ForwardMedia.

Zelf een goede naam voor een management tijdschrift bedenken is lastiger dan het lijkt. Eerder berichtte IEForum al dat Reed Business Information niet blij was met de tijdschrifttitel FastForward van ForwardMedia, aangezien zij deze naam zelf al als merk voor onder meer tijdschriften had geregistreerd. Daarop wijzigden de initiatiefnemers de naam van het blad in Boost Magazine. Dit leidde weer tot protesten van de zijde van uitgever VNU, die reeds een 'groeiplanwedstrijd' voor ondernemer onder de naam Business Boost organiseerde. Overigens heette dit event eerst 'Sprout Fast Forward', maar veranderde VNU dit 'geheel onverplicht, maar om geschillen te voorkomen' in Fast Forward.

Een geschil kwam er uiteindelijk toch en gisteren stelde de voorzieningenrechter VNU in het gelijk in het geding dat zij tegen de Bossche uitgever ForwardMedia had aangespannen.

Opvallend is dat de zaak niet op merkenrechtelijke grondslag is beslist, maar op grond van "onrechtmatige naamskeuze":

"4.1.1 Het tot tweemaal toe in korte tijd en daarom kennelijk bewust kiezen voor een naam die VNU zojuist had gekozen voor de groeiplanwedstrijd, kan bezwaarlijk anders worden gezien dan als een bewuste pogiing van ForwardMedia c.s. om mee te profiteren van de met die wedstrijd beoogde promotie van het tijdschrift Sprout. Ook wil ForwardMedia c.s. kennelijk aanhaken bij en profiteren van de met de groeiplanwedstrijd gegenereerde naamsbekendheid van de namen 'Business Boost' of 'Boost' in de wereld van de zakentijdschriften."

ForwardMedia wordt verboden nog langer tijdschriften op de markt te brengen onder een naam waarin het woord Boost in voorkomt. Lees hier het vonnis.

En lees hier het persbericht van ForwardMedia, die het tijdschrift voorlopig maar X Magazine noemen: "Smits en Fiselier zijn ondanks de teleurstelling overtuigd van eigen kracht. “Het recht heeft gesproken, wij respecteren de uitspraak. Maar wij laten ons niet uit het veld slaan door de grote uitgevers. Het eerste nummer verschijnt zoals afgesproken op 30 september. Begin oktober onthullen we onze nieuwe naam.” Lees hier ook nog wat achtergronden.

IEF 930

op de goede afloop

Doorbraak in oorsprongsbenamingenoorlogje tussen de EU en de VS: "The EU and the USA have reached a first phase agreement on trade in wine which will protect EU wine names and secure the EU’s biggest and most valuable wine market. Main elements of the agreement are:

- The US and EU explicitly recognise each others’ wine names as “names of origin”. The US administration will propose to Congress to change the status and to limit of use of 17 European wine names which are currently considered as semi-generics in the US. (Burgundy, Chablis, Champagne, Chianti, Claret, Haut-Sauterne, Hock, Madeira, Malaga, Marsala, Moselle, Port, Retsina, Rhine, Sauterne, Sherry and Tokay).

- The US is allowed to use under certain conditions and for a limited period of time, 14 EU traditional expressions (Château, classic, clos, cream, crusted,/crusting, fine, late bottled vintage, noble, ruby, superior, sur lie, tawny, vintage and vintage character). " Lees persbericht Commissie hier.

IEF 912

Ondertussen in Kazachstan

Weer eens wat anders dan Genève of Zeist: in de Commonwealth of Independent States of CIS (Azerbaijan, Armenia, Belarus, Georgia, Kazakhstan, Kyrgyzstan, Moldova, Russia, Tajikistan, Turkmenistan,  Uzbekistan and Ukraine) wordt hard gewerkt aan 'Cooperation Accord on suppression of offences in intellectual property'. Een conferentie over dit akkoord begint vandaag in Astana, de hoofdstad van Kazachstan.

"The Main Document of the Forum should become a determination to submit the draft Concept of the organization of interstate information exchange and initiation of the national data basses to prevent and suppress violations in sphere of intellectual property to the Heads of the Governments of CIS states." Lees hier meer.

IEF 893

het beschrijvende woord

Voorzieningenrechter Gerechtshof Leeuwarden, 31 augustus 2005, LJN: AU2305, Rolnummer 0500167. Diagnostic Ultrasound Europe tegen P.T.S. Holding c.s.

De conclusie van de dagvaarding in hoger beroep luidt, ingekort: "te vernietigen het vonnis door de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Zwolle en de geïntimeerden alsnog te veroordelen om binnen drie dagen na de betekening van het in deze te wijzen vonnis in kort geding alle concurrerende activiteiten, waaronder koop en verkoop van "bladder scanners", promotie en reclame daarvoor, het benaderen van de potentiële markt daarvoor, en het gebruik van de term "bladderscan" waarop appellante merkrecht heeft, te staken gedurende twee jaar vanaf datum dagvaarding in deze, danwel gedurende een door U E.A. in goede justitie te bepalen termijn, en als onderdeel daarvan de internetsite www.mcube-europe.nl te beëindigen gedurende dezelfde periode, alsmede binnen dezelfde termijn te verstrekken aan appellante een overzicht van door geintimeerden verkochte concurrerende producten, met daarbij de gehanteerde prijzen indien niet aan dit gebod is voldaan nadat drie dagen na voormelde betekening zijn verstreken.'

Enige inbreuk op welk IE-recht dan ook is volgens het hof voorshands echter onvoldoende aannemelijk geworden.

19. Dat P.T.S. c.s. inbreuk hebben gemaakt op het sinds 9 december 2004 door DxU bij het Benelux Merkenbureau gedeponeerde woordmerk "BladderScan DXU" wordt betwist en is voorshands onvoldoende gebleken. Daarbij tekent het hof aan dat het enkele gebruik van het woord bladderscan niet als een zodanige inbreuk kan worden gezien, nu bedoeld woord niet meer is dan de engelse vertaling van het beschrijvende woord "blaasmeetapparatuur" en het een feit van algemene bekendheid is dat in de medische wereld het engels veelvuldig als voertaal wordt gebruikt.

20. Nu vaststaat dat DxU in Nederland geen patent heeft op haar bladderscanner kan het beweerdelijk onrechtmatig handelen van P.T.S. c.s. daarin niet zijn grondslag vinden, zoals de voorzieningenrechter onder overweging 4.6 van het beroepen vonnis kennelijk bedoeld heeft te zeggen. Met de voorzieningenrechter is het hof van oordeel dat voorshands onvoldoende aannemelijk is geworden dat sprake is van een zodanig complex aan omstandigheden dat voldaan is aan de vereisten welke de jurisprudentie stelt alvorens kan worden geconcludeerd dat er sprake is van oneerlijke concurrentie. Met name is onvoldoende komen vast te staan dat P.T.S. c.s. gebruik hebben gemaakt van kennis en gegevens omtrent klanten, welke zij in de samenwerkingsperiode bij DxU zouden hebben opgedaan.

21. Ook het gestelde omtrent de slaafse nabootsing en de schending van het auteursrecht is voorshands onvoldoende aannemelijk geworden. Rapporten (bijvoorbeeld van een terzake deskundig bureau) zijn niet overgelegd en op basis van de wel overgelegde producties (enkel de technische ontwerpen van Mcube - productie 11 in eerste aanleg - en een brief van [betrokkene] - productie 14 ) kan het hof de conclusies die DxU terzake in zijn stellingen heeft neergelegd niet delen. Derhalve is verder thans niet van belang wie de door P.T.S. c.s. op de markt gebrachte producten heeft vervaardigd en of Mcube al dan niet een door [geïntimeerde 2] gedreven eenmanszaak is, dan wel een andere (rechts)persoon. Lees arrest hier.

IEF 884

Onjuiste suggestie

Rb. Rotterdam, 8 september 2005, rolnr. KG/ZA/05741, Pretium Telecom tegen KRO.

De KRO heeft in haar Studio KRO Magazine een artikel geplaatst waarin geimpliceerd wordt dat Pretium Telecom aan vooral ouderen telefoonabonnementen verkoopt, die vervolgens zeer moeilijk zijn op te zeggen. Dit strookt echter niet met de feiten; de in het artikel genoemde persoon heeft een abonnement per direct telefonisch kunnen opzeggen.

Pretium Telecom vordert in kort geding rectificatie en voorschot op schadevergoeding. Beiden krijgt zij toegewezen.

Opvallend is dat de KRO het gewraakte artikel voorafgaand aan de publicatie aan Pretium had toegestuurd. Pretium gaf hierop als reactie dat de inhoud niet juist was; zulks werd echter niet door de KRO verder onderzocht en het artikel werd zonder wijzigingen toch geplaatst. De Voorzieningenrechter is van mening de KRO hiermee onrechtmatig heeft gehandeld.

Voorts is opvallend (en zeldzaam) in deze uitspraak dat de rechter ook een voorschot op de schadevergoeding toewijst, ondanks het feit dat de spoedeisendheid hiervoor niet is gesteld of bewezen.

Lees hier vonnis (met dank aan Wouter Pors, Bird&Bird)