Vordering art. 843a RV toegewezen

Rechtbank Gelderland 29 mei 2024, IEF 22096; ECLI:NL:RBGEL:2024:3267 (Gecoma tegen BSRP) Naam 1 en Gecoma houden ieder 50% van alle intellectuele eigendomsrechten van De Plaatmaat. Naam 1 is gelieerd aan BSRP, de exploitatie en administratie van De Platmaat vindt plaats in BSRP. Vanaf halverwege 2019 is de verkoop van De Plaatmaat gestart. Gecoma vordert in de hoofdzaak op grond van de door haar gestelde partijafspraken 50 % van het exploitatieresultaat van De Plaatmaat, waaronder met het octrooi gerealiseerde royalty’s. In dit kort geding vordert Gecoma afgifte van administratie van BSRP. De rechtbank merkt als eerste op dat BSRP niet heeft weersproken dat aan het bepaalbaarheidsvereiste (b) is voldaan. Verder is niet in geschil dat Gecoma als octrooihoudster recht heeft op een deel van de met het octrooi gerealiseerde royalty’s. De bescheiden waarvan afschrift wordt gevorderd zijn relevant voor de berekening van het behaalde resultaat en royalty’s en dus van wezenlijk belang voor de rechtspositie van Gecoma. De rechtbank oordeelt dat Gecoma een rechtmatig belang heeft bij afschrift van de bescheiden (a). Tot slot is duidelijk dat er tussen partijen een rechtsbetrekking bestaat waarbij zowel Gecoma als BSRP partij is en waaromtrent tussen hen een geschil bestaat (c). De vordering wordt toegewezen op grond van art. 843a RV.