Filter
  • Datum
  • Dossier
  • Instantie
zoeken

Dossiers

 
 
20.002 artikelen gevonden
IEF 22553

Hoge Raad laat arresten over Apixaban in stand zonder motivering, artikel 81 RO

Hoge Raad 14 feb 2025, IEF 22553; ECLI:NL:HR:2025:260, ECLI:NL:HR:2025:262 (Sandoz en Teva tegen BMS), https://ie-forum.nl/artikelen/hoge-raad-laat-arresten-over-apixaban-in-stand-zonder-motivering-artikel-81-ro

HR 14 februari 2025, IEF 22553, LSR 2280; ECLI:NL:HR:2025:260, ECLI:NL:HR:2025:262 (Teva en Sandoz tegen BMS). Deze zaken gaan over geschillen tussen BMS aan de ene kant, en Teva en Sandoz aan de andere kant, over het op de markt brengen van een generiek Apixaban. Het hof oordeelde dat de voorzieningenrechter de uitspraak G2/21 verkeerd heeft uitgelegd [zie IEF 21629]. De uitkomst van de Hoge Raad is dat de klachten tegen BMS niet kunnen leiden tot vernietiging van die arresten. De Hoge Raad heeft hierbij niet gemotiveerd waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van de klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, waardoor de Hoge Raad op grond van artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie geen nadere toelichting hoeft te geven. Als de in cassatie in het ongelijk gestelde partijen dienen Teva en Sandoz te worden verwezen in de proceskosten. De beoordeling van de Hoge Raad is in lijn met de conclusie van de A-G over deze zaken [zie IEF 22508].

IEF 22551

Artikel ingezonden door Novagraaf.

Artikel: FAQ over domeinnamen

Domeinnamen spelen een cruciale rol in de digitale aanwezigheid van bedrijven en individuen op internet. Ze fungeren als het onlineadres van uw onderneming en zijn vaak het eerste contactpunt voor klanten. In deze FAQ vindt u antwoorden op veelgestelde vragen over domeinnaamregistratie, rechten met betrekking tot domeinnamen en geschillen tussen domeinnamen of tussen een domeinnamen en merken.

IEF 22548

Rechtbank wijst meeste vorderingen af en kent gedeeltelijke inzage toe in geschil over concurrentie bij schroeffunderingen

Rechtbank Overijssel 22 feb 2023, IEF 22548; ECLI:NL:RBOVE:2023:5383 (partij A B.V., tegen partij B 1 B.V., partij B 2 B.V., partij B 3), https://ie-forum.nl/artikelen/rechtbank-wijst-meeste-vorderingen-af-en-kent-gedeeltelijke-inzage-toe-in-geschil-over-concurrentie-bij-schroeffunderingen

Rb. Overijssel 22 februari 2023, IEF 22548; ECLI:NL:RBOVE:2023:5383 (partij A tegen partij B). De rechtbank oordeelt over een geschil tussen partij A en partij B, die jarenlang hebben samengewerkt in de verkoop van schroeffunderingen. Partijen hebben meerdere overeenkomsten gesloten. In deze procedure vordert partij A verklaringen voor recht, een verbod op het gebruik van bedrijfsgeheimen en knowhow, afgifte van gegevens over GS-fundamenten en afdracht van winst. Daarnaast vordert partij A inzage in bepaalde stukken, deels op basis van een eerder bewijsbeslag. De rechtbank beoordeelt allereerst de vraag of partij B wanprestatie heeft gepleegd door tijdens de looptijd van de samenwerking een concurrerend product te ontwikkelen en aan te bieden. De samenwerkingsovereenkomst bevat geen expliciet concurrentieverbod en laat nevenactiviteiten toe. De rechtbank overweegt dat uit de overeenkomst niet volgt dat partij B werd verboden om tijdens de looptijd van de overeenkomst concurrerende activiteiten te ontplooien, maar ook dat er geen absoluut concurrentieverbod was overeengekomen. Concurrerende activiteiten leveren daarom niet zonder meer een toerekenbare tekortkoming op.

IEF 22550

Merkregistratie terecht geweigerd: bladsymbool mist onderscheidend vermogen

Gerecht EU (voorheen GvEA) 12 feb 2025, IEF 22550; ECLI:EU:T:2025:146 (Essity Hygiene and Health AB tegen EUIPO), https://ie-forum.nl/artikelen/merkregistratie-terecht-geweigerd-bladsymbool-mist-onderscheidend-vermogen

Gerecht van de Europese Unie 12 februari 2025, IEF 22550; IEFbe 3872; ECLI:EU:T:2025:146 (Essity Hygiene and Health AB tegen EUIPO). Het Gerecht behandelt het beroep van Essity Hygiene and Health AB tegen de beslissing van de Kamer van Beroep van het EUIPO. De zaak draait om de vraag of het aangevraagde merk, een afbeelding van een blad, voldoet aan de vereisten van artikel 7, lid 1, onder b), van Verordening nr. 207/2009. De Kamer van Beroep had geoordeeld dat het bladsymbool geen onderscheidend vermogen heeft. Het merk werd door de Kamer opgevat als een decoratief of ornamenteel element dat geen herkomst aanduidt. De Kamer merkte op dat bladsymbolen veelvuldig voorkomen in de sector, waar ze doorgaans worden gebruikt om milieuvriendelijke eigenschappen aan te duiden, zoals recycleerbaarheid of duurzame productie. Het publiek zou het aangevraagde merk eerder associëren met dergelijke kenmerken dan met de herkomst van de producten. Het Gerecht bevestigt deze vaststellingen en oordeelt dat het aangevraagde merk geen kenmerken heeft die het relevante publiek in staat stellen het symbool te herkennen als een onderscheidend teken. Het merk vertoont een gestandaardiseerde en realistische weergave van een blad en bevat geen opvallende of complexe elementen die het onderscheiden van andere decoratieve bladsymbolen. Volgens het Gerecht heeft de Kamer van Beroep terecht vastgesteld dat het bladsymbool geen eigenschappen heeft die het publiek als onderscheidend zou ervaren.

IEF 22569

UPC overzicht: 11 t/m 17 februari 2025

Unified Patent Court (UPC) , IEF 22569; https://ie-forum.nl/artikelen/upc-overzicht-11-t-m-17-februari-2025

UPC CoA 11 februari 2025, IEF 22569, IEFbe 3881; UPC_CoA_563/2024 (Suinno tegen Microsoft). Suinno is houder van een octrooi op een methode en middelen voor browsen door middel van lopen. Suinno is een inbreukprocedure gestart tegen Microsoft. De rechter-rapporteur heeft op het verzoek van Suinno geoordeeld dat bepaalde documenten vertrouwelijk moeten worden gehouden. Het Gerecht van Eerste Aanleg heeft de beschikking van de rechter-rapporteur vernietigd en het verzoek van Suinno tot vertrouwelijkheid niet-ontvankelijk verklaard, omdat de vertegenwoordiger van Suinno, die tevens algemeen directeur en belangrijkste aandeelhouder van Suinno is, aanzienlijke bestuurlijke en financiële bevoegdheden binnen Suinno heeft en daarom niet als onafhankelijk kan worden beschouwd voor de rechtsgeldige vertegenwoordiging van zijn cliënt in procedures voor het UPC. Ook het Hof van Beroep oordeelt dat Suinno niet op geldige wijze is vertegenwoordigd door een vertegenwoordiger in de zin van artikel 48(1), (2) en (5) UPCA. Hoewel het UPCA niet expliciet een “derde persoon”-eis stelt, concludeert het Hof dat een vertegenwoordiger niet nauw verbonden mag zijn met de vertegenwoordigde partij, zoals bij een directeur of grootaandeelhouder het geval is. De vorderingen van Suinno in hoger beroep worden afgewezen.

IEF 22549

HvJ EU: Huawei/ZTE

HvJ EU 16 jul 2015, IEF 22549; ECLI:EU:C:2015:477 (Huawei/ZTE), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-huawei-zte

HvJ EU 15 juli 2015, IEF 22549; ECLI:EU:C:2015:477 (Huawei/ZTE)

Onderwerp:
FRAND-voorwaarden.

Feiten:
Huawei heeft een octrooi op een werkwijze die een standaard is. Daarom is Huawei een verbintenis aangegaan om aan derden licenties te verlenen onder FRAND-voorwaarden. De prejudiciële vragen zien op uitlegging van het spanningsveld van de FRAND-voorwaarden en misbruik van macht.

Rechtsregel (dictum):
De verbintenis om licenties te verlenen onder FRAND- voorwaarden schept een verwachting bij derden. De weigering van het verlenen kan misbruik van machtspositie opleveren. Daarentegen dient een vermeend inbreukmaker ofwel van het aanbod gebruik te maken, of met een concreet tegenaanbod te komen dat aan de voorwaarden voldoet.

IEF 22547

Rechtbank verklaart merk 'DELOREAN EU' nietig en verbiedt gebruik DeLorean-tekens

Rechtbank Den Haag 29 jan 2025, IEF 22547; ECLI:NL:RBDHA:2025:1179 (DELOREAN MOTOR COMPANY tegen naam 1, bedrijfsnaam 2 B.V), https://ie-forum.nl/artikelen/rechtbank-verklaart-merk-delorean-eu-nietig-en-verbiedt-gebruik-delorean-tekens

Rb. Den Haag 29 januari 2025, IEF 22547; ECLI:NL:RBDHA:2025:1179 (Delorean Motor Company tegen naam 1). Deze zaak betreft een geschil tussen DeLorean Motor Company (DMC) en naam 1 c.s., waarin DMC vordert dat de rechtbank inbreuken op haar intellectuele eigendomsrechten vaststelt. DMC stelt dat naam 1 c.s. inbreuk maakt op haar DMC-woordmerken, handelsnaam en auteursrechten door onder andere het gebruik van het merk "DeLorean" en door foto's van DeLorean-voertuigen zonder toestemming te gebruiken. Ook vordert DMC schadevergoeding voor deze inbreuken. De rechtbank begint met het vaststellen van haar bevoegdheid en oordeelt dat zij bevoegd is om kennis te nemen van de vorderingen van DMC die zijn gebaseerd op de merkregistraties van DMC, waaronder de Beneluxmerken en de EU-merken. Ten aanzien van de vorderingen die voortvloeien uit de franchiseovereenkomst wordt echter geoordeeld dat de rechtbank niet bevoegd is, omdat de overeenkomst een forumkeuzebeding bevat waarin expliciet is gekozen voor de rechtbanken in Harris County, Texas. DMC vordert in de eerste plaats de nietigverklaring van het merk van naam 1 en de overdracht van het merk aan DMC. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van een onbetrouwbare gemachtigde, aangezien naam 1 geen onterecht merkdepot heeft verricht. De rechtbank wijst de vordering tot nietigverklaring van het merk van naam 1 echter toe op basis van verwarringsgevaar. De rechtbank overweegt dat het merk van naam 1, gezien de gelijkenis met de DMC-merkregistraties, verwarring kan veroorzaken bij het relevante publiek, ondanks de argumenten van naam 1 dat het publiek het verschil zou herkennen.

IEF 22543

Tien boeken gratis beschikbaar in ‘Information Law Series’

Na de succesvolle lancering van het Information Law Series Archief in september 2024, zijn er nu nog eens tien delen gratis online beschikbaar gesteld op de website van het IViR.

Hieronder vallen baanbrekende proefschriften van Martin Senftleben (over auteursrecht en de driestappentoets), Natali Helberger (over regulering van voorwaardelijke toegang), Mireille van Eechoud (over toepasselijk recht in auteursrecht) en Ashwin van Rooijen (over softwareauteursrecht en mededingingsrecht).

Andere delen die online beschikbaar zijn gesteld, bestaan uit twee uitgebreide essaybundels die de relatie tussen auteursrecht en het publieke domein onderzoeken: The Commodification of Information (over de ‘propertization’ van informatie) en de tegenhanger The Future of the Public Domain (over het gemeengoed in het informatierecht).

IEF 22546

Fenix moet gebruik van tekens die overeenstemmen met het beeldmerk van IB.ECO staken in Nederland

Rechtbank Limburg 6 feb 2025, IEF 22546; ECLI:NL:RBLIM:2025:1049 (IB.ECO tegen Fenix), https://ie-forum.nl/artikelen/fenix-moet-gebruik-van-tekens-die-overeenstemmen-met-het-beeldmerk-van-ib-eco-staken-in-nederland

Rb. Limburg 6 februari 2025, IEF 22546; ECLI:NL:RBLIM:2025:1049 (IB.ECO tegen Fenix). IB.ECO, een handelaar in plantenvoedingsproducten, is eigenaar van verschillende merkregistraties voor het merk "APTUS", ingeschreven in 2015 bij het BOIP, EUIPO en IPI, voor producten in klassen 1, 31 en 35. Fenix, een voormalige afnemer van IB.ECO’s distributeur Ferna Trade GmbH, verkoopt nu plantenvoedingsproducten onder de naam "Artos" via een webshop. IB.ECO heeft Fenix per brief van 3 september 2024 gesommeerd om het gebruik van het Artos-teken te staken, de producten uit de handel te halen, vernietigen en verkoopfacturen over te leggen, omdat zij dit als inbreukmakend beschouwt. Fenix heeft niet gereageerd op deze sommatie. IB.ECO vordert dat Fenix onmiddellijk stopt met het gebruik van het Artos-teken en alle inbreukmakende producten vernietigt, onder dreiging van hoge dwangsommen, en eist ook een overzicht van verkoopfacturen en vergoeding van proceskosten. Fenix verzet zich tegen deze vorderingen. 

IEF 22545

Verwijderen van identificatienummers van drankflessen doet geen noemenswaardige afbreuk aan merken

Antilliaanse Gerechten 20 dec 2024, IEF 22545; ECLI:NL:OGEABES:2024:130 (Hennessy, MHCS & Polmos tegen Herrera & Zhung Kong), https://ie-forum.nl/artikelen/verwijderen-van-identificatienummers-van-drankflessen-doet-geen-noemenswaardige-afbreuk-aan-merken

Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba 20 november 2024, IEF 22545; ECLI:NL:OGEABES:2024:130 (Hennessy, MHCS & Polmos tegen Herrera & Zhung Kong). Hennessy, MHCS en Polmos (hierna: eiseressen) zijn allemaal betrokken bij de productie en distributie van alcoholhoudende dranken en hebben merkrechten op hun producten. Herrera en Zhung Kong (hierna: gedaagden) zijn distributeurs en verkopers van alcoholhoudende dranken op Bonaire. De gedaagden verkochten flessen drank van de merken van eiseressen zonder de originele identificatienummers. Deze nummers zijn essentieel voor de traceerbaarheid en authenticiteit van de producten. Eiseressen stelden dat dit de integriteit van hun producten aantastte en de merkrechten schond. De gedaagden voerden aan dat de flessen via parallelhandel waren verkregen. Gedaagden betoogden dat de flessen rechtmatig via parallelhandel waren verkregen en dat het verwijderen van de identificatienummers was toegestaan volgens de geldende rechtspraak. Eiseressen vorderden dat gedaagden onmiddellijk zouden stoppen met de verkoop van de gedecodeerde flessen.