Overige  

IEF 1664

Geen uitgesproken richting

Nog even een wat ouder bericht: “Tijdens het Domeinnaamdebat 2006 werd gevraagd of de.nl-arbitrageregeling voldoet in zijn huidige vorm, of dat deze aangepast/aangevuld moeten worden. De meningen waren verdeeld tijdens dit debat. Gezien de cijfers zijn er slechts weinigen die gebruik maken van de arbitrageregeling. De gang naar de gewone rechter wordt vooral gebruikt. Het kostenaspect is hierbij wel een drempel.

De uitkomst van dit debat had geen uitgesproken richting. Er zijn vele mogelijkheden waarop werd gewezen. Het is aan SIDN nu te bepalen hoe men de arbitrageregeling toegankelijker kan maken.” Lees hier meer.

IEF 1654

Een geur van kwakzalverij

Rechtbank Almelo,  8 februari 2006, LJN: AV1674. Eiser tegen Dagblad Tubantia. Rechtmatige publicatie over en geen portrechtrecht voor publiciteitzoekende wonderdokter. Hoog 'Radar' en 'Kassa' gehalte.

Eiser verwijt Tubantia en dat twee gepubliceerde artikelen met foto onnodig tendentieus en negatief zijn en feitelijk onjuist. Door beide partijen wordt gewezen op verschillende publicaties van en over Eiser waarin met veel nadruk door Eiser en zijn volgelingen wordt gesteld dat hij een wetenschappelijke doorbraak tot stand heeft gebracht, te weten de ontdekking dat het mogelijk is kanker met behulp van natuurgeneeswijzen die geen bijwerkingen hebben onder controle te krijgen.

Volgens de rechtbank schuwt Eiser grote woorden niet en roept verder het beeld op van een mondiale samenzwering van het farmaceutisch kartel en de medische wereld tegen de baanbrekende ontdekker van een therapie die de mensheid verlost van kwaadaardige ziekten. Eiser is kennelijk een gedreven man die zich door zijn nogal schelle publiciteit en de reacties daarop tot een publieke figuur heeft gemaakt. Zijn cellulaire geneeskunde plus de door hem beweerde wetenschappelijke doorbraak zijn echter sterk omstreden geven een geur van kwakzalverij af. Zijn stellingen zijn zo boud en worden met zoveel aplomb, zelfs agressiviteit, gebracht dat dat alleen al een kritische en relativerende benadering rechtvaardigt.

De rechtbank acht de verwijten van Eiser dan ook ongegrond. "De artikelen bevatten geen onvertogen woord en zijn ook niet feitelijk onjuist. De toonzetting is ingehouden kritisch, maar dat mag gelet op hetgeen de rechtbank hiervoor over Eiser en zijn omstreden pretenties heeft vastgesteld. (...) Het is legitiem, immers in het algemeen belang, om zich kritisch over kwakzalverij uit te laten."

Portretrecht verweer faalt eveneens. "Eiser maakt ten onrechte bezwaar tegen het opnemen van zijn portret bij het artikel op de binnenpagina. De foto is een geposeerd portret en een vroegere opname, kennelijk met zijn toestemming door of voor Tubantia gemaakt. De rechtbank acht Eiser een publieke figuur. De plaatsing van een portret van een publieke figuur bij een artikel dat weliswaar kritisch is, maar niet in strijd met de normen die in het maatschappelijk verkeer gelden, acht de rechtbank niet onrechtmatig." Lees het vonnis hier. Lees 'Rath verliest rechtszaak tegen TC Tubantia' hier.

IEF 1610

Handvatten

"In deze brochure willen we u wijzen op de gevaren die piraterij met zich meebrengt voor uw bedrijf en geven we u een aantal handvatten om piraterij binnen uw bedrijf te voorkomen."

Stichting Brein komt met een brochure waarin het bedrijven en instellingen waarschuwt op de gevaren die kleven aan piraterij op de werkplek. Volgens Brein vormt het illegaal uitwisselen van muziek, films en software op de werkplek een toenemend probleem. "De snelheid van corporate internetverbindingen ligt in de regel vele malen hoger dan thuisaansluitingen en de werkplek biedt daarom een ideale omgeving voor illegale uitwisseling", stelt de organisatie. "Ook wordt regelmatig handel in gekopieerde cd's en dvd's onder personeel geconstateerd, waarvoor de faciliteiten en tijd van de werkgever worden misbruikt."

De brochure biedt onder meer een memo met als onderwerp het beleid t.a.v. auteursrechtelijk beschermd materiaal:
"(...) [naam bedrijf of organisatie] respecteert het auteursrecht van iedereen die betrokken is bij de creatie en het verspreiden van auteursrechtelijk beschermde werken zoals muziek, films, computerprogramma’s, videospelletjes en andere literaire, artistieke en wetenschappelijke werken.
(...) Tegen werknemers die dit beleidsreglement overtreden zullen passende sancties worden genomen, waaronder begrepen de mogelijkheid tot beëindiging van het dienstverband."
Lees de brochure hier.

IEF 1605

Juridisch niets mis mee (5)

In aansluiting op deze eerdere berichten melden diverse media vandaag dat er weer interessante jurisprudentie aankomt: het kort geding tussen De Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM) en de website www.zoekallehuizen.nl zal dienen op 2 maart.

De Telegraaf bericht: “Volgens de NVM maakt de website zich schuldig aan oneerlijke concurrentie, onrechtmatig handelen, inbreuk op auteurs- en databankrechten en wanprestatie. Wat de makelaarsvereniging vooral irriteert is dat de website gebruikmaakt van 'deeplinken': wie op een plaatje van een woning klikt, wordt rechtstreeks doorgeleid naar de pagina die de verkopende makelaar voor de betreffende woning heeft gemaakt.

Op Zibb.nl stelt Directie-secretaris A. Drok van de NVM “dat de vereniging geen problemen heeft met zoekallehuizen.nl. 'Het gaat erom dat een makelaar aangeeft dat zijn gegevens niet gebruikt mogen worden en dat zoekallehuizen.nl dat niet respecteert. Als de rechter zegt dat dit mag, is er het risico dat gegevens over huizen op kwalitatief slechte sites geplaatst mogen worden of dat gegevens zelfs foutief ergens terecht komen.'"

Volgens NVM-makelaar Gijs den Hollander van www.zoekallehuizen.nl is de site echter niets meer dan een soort gespecialiseerde 'Google voor de huizenmarkt'. Lees hier of hier meer.

IEF 1600

Stellingen: Echte liefde verjaart niet.

Op 13 december 2005 promoveerde mr. Rogier de Vrey aan de Universiteit Utrecht op zijn proefschrift Towards a European Unfair Competition Law: A Clash between Legal Families. A comparative study of English, German, and Dutch law in light of existing European and international legal instruments.

De stellingen bij het proefschrift luiden als volgt:

1. (Nodeloze) verwarring is een noodzakelijk vereiste voor een succesvolle vordering op  basis van slaafse nabootsing onder Nederlands recht. Het is in dit licht onbegrijpelijk  dat veel lagere rechters er (te) weinig belang aan hechten wanneer een nabootser, ter  onderscheiding van zijn waren, een eigen handelsmerk op de nagebootste producten  aanbrengt en/of een geheel andere verpakking gebruikt (zie hoofdstuk  3.5.5.2a en  6.5).

2. Het feit dat de huidige stand van wetgeving betreffende ongeoorloofde mededinging  binnen de Europese Unie een beeld geeft van een lappendeken, bestaande uit een  aantal zeer specifieke Europese regels die de lidstaten volop de ruimte geeft om in  eigen nationale wetgeving maatregelen op te nemen die een potentiële belemmering  kunnen opleveren voor het intracommunautair handelsverkeer, gepaard met de  behoefte aan een eenduidige regeling waarop het bedrijfsleven zijn Europese  marketingstrategie kan baseren en de consument zijn beslissing tot het doen van een  grensoverschrijdende aankoop, leiden tot de conclusie dat een (vrijwel) gehele  harmonisatie van het ongeoorloofde mededingingsrecht de voorkeur geniet (zie  hoofdstuk 2.3.2 en 7).

3. De introductie van consumentenbescherming in het (Europees) ongeoorloofde  mededingingsrecht heeft enerzijds het rechtsgebied een noodzakelijke impuls gegeven  en anderzijds ervoor gezorgd dat het rechtsgebied langzaam zijn consistentie is  verloren (zie hoofdstuk 2.4, 2.6.2.2c).

4.  De onderlinge verhouding tussen de richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken en de  gecastreerde richtlijn Misleidende en Vergelijkende Reclame is hogere wiskunde (zie  hoofdstuk 2.6.2.2c).

5.  Het ongeoorloofde mededingingsrecht is van een andere orde dan het intellectueel  eigendomsrecht. Door het (te ruim) toepassen van het ongeoorloofde  mededingingsrecht naar analogie van het intellectueel eigendomsrecht waarbij ‘quasi- intellectuele eigendomsrechten’ worden gecreëerd (b.v. in geval van  prestatiebescherming of ‘misappropriation’), wordt afbreuk gedaan aan de  grondgedachte dat bij afwezigheid van een duidelijke maatschappelijke en politieke  rechtvaardiging voor het creëren van een monopolie, het beginsel van de vrijheid van  handel voor moet gaan (zie hoofdstuk 7).

6. De richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken is het ultieme voorbeeld van het gegeven  dat (zeker op Europees niveau) ministeries en departementen onderhevig zijn aan  onderlinge concurrentie met gevolg dat ze vrijwel geheel langs elkaar heen werken  (zie hoofdstuk 2.6 en 2.6.2.2c).

7. Ondanks het feit dat de richtlijn Misleidende Reclame ruimte openlaat voor de  lidstaten om strengere regels op te stellen zijn de wetten van de lidstaten, mede door  de rechtspraak van het Hof van Justitie en de daarop aansluitende rechtspraak van de  hoogste nationale rechters (in het bijzonder het Duitse Bundesgerichtshof), in hoge  mate geconvergeerd (zie hoofdstuk 6.3).

8. Er is onvoldoende aansluiting tussen het ongeoorloofde mededingingsrecht, met name  het reclamerecht, en het verbintenissenrecht in het bijzonder met betrekking tot het  leerstuk van de dwaling (6:228 BW) en de conformiteitseis ex art. 7:17 BW.  Indicatief in dit opzicht is artikel 3 lid 2 van de richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken.

9. De nieuwe Duitse ongeoorloofde mededingingswet (UWG 2004) vormt een mooi  uitgangspunt voor harmonisatie met zijn algemene clausule met beperkte strekking,  vergezeld door een ‘bagatel-clausule’, en aangevuld met nauw omschreven specifieke  handelingen die ongeoorloofde mededinging kunnen opleveren (zie hoofdstuk 6.2 en  7 ).

10. Zo op het eerste gezicht is intellectueel eigenDOM een contradictio in terminis  (Evelyn de Vrey).

11. De Drank en Horecawet is een sterk staaltje van wetgeving vol met uitermate wollig  taalgebruik. Wie het niet al is wordt zeker dronken, daar de definities, die staan in  artikel 1 en die eerder desillusioneren dan definiëren, nopen tot overmatige alcoholconsumptie.

12. Het matriarchaat is de meest gunstige voorwaarde voor economische ontwikkeling -  zeker in de derde wereld - (Gerard de Vrey).

13. Echte liefde verjaart niet.

De promotiecommissie bestond uit: prof. mr. F.W. Grosheide (promotor), prof. mr. E.H. Hondius, prof. mr. J.J. Brinkhof, prof. mr. J.J.C. Kabel, prof. dr. R.M. Hilty en prof. dr. M. Blakeney. Het proefschrift is verkrijgbaar bij Brill Academic Publishers.

IEF 1569

Caravanmovers

Rechtbank 's-Hertogenbosch, 20 december 2005, LJN:AV0700. Powrwheel tegen Buro 'C + B' Onrechtmatige publicatie over bepaald type caravanmover.

Powrwheel is fabrikant en leverancier van de zogeheten PowrMover, een elektrisch motor en aandrukrol waarmee met een afstandsbediening en zonder lichamelijke kracht caravans kunnen worden verplaatst. C + B is een advies- en realisatiebureau en houdt zich bezig met elektronische en werktuigbouwkundige systemen.

C + B stuurt aan Powrwheel een conceptrapport met de uitkomsten van een vergelijkend onderzoek van vier caravanmovers dat naar 'alle belanghebbenden zou worden verzonden. In dit rapport concludeert C + B onder meer dat de PowrMover 'brandgevaarlijk' is en tevens dat het product uit de handel dient te worden genomen en raadt huidige gebruikers aan de Mover slechts gedurende korte tijd te gebruiken. Powrwheel vordert C + B te verbieden de test en de resultaten te publiceren, op grond van de onrechtmatigheid van de publicatie. C + B acht de test niet onrechtmatig, nu deze op zorgvuldige wijze is uitgevoerd.

De door C+B in het conceptrapport gebezigde termen 'brandgevaarlijk' en 'uit de handel nemen' zijn vergaand negatieve kwalificaties voor een product, voor het gebruik waarvan derhalve voldoende gronden aanwezig dienen te zijn. Deze gronden mogen niet lichtvaardig worden aangenomen, vanwege de grote schade die zij naar verwachting voor Powrwheel zullen teweegbrengen. Hierbij weegt ook mee dat C+B de uitstraling heeft van een deskundige en onafhankelijke organisatie, zodat publicatie van die kwalificaties bij velen geloofwaardig zullen overkomen. Dat geldt zeker voor het grote publiek, dat als consument zelf beslist of men tot aankoop van de PowrMover zal overgaan of niet.

De rechtbank: "4.5. De hierboven bedoelde gronden volgen naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende uit het conceptrapport. Het is weliswaar opvallend dat in de tabel op pagina 26 van het conceptrapport in het antwoord op vraag 4.6.1.3. bij regelunit van de caravanmover van Powrwheel een temperatuur wordt geconstateerd van 192 graden Celsius, welke duidelijk afsteekt tegen de aangetroffen temperatuurwaarden van de andere onderzochte caravanmovers.
Anderzijds is dat echter enkel het geval bij een relatief langdurig gebruik van de regelunit waarbij deze in korte tijd 250 keer achter elkaar wordt ingeschakeld/uitgeschakeld en weer ingeschakeld.

4.6. De voorzieningenrechter is van oordeel dat dergelijk relatief intensief gebruik in de praktijk niet voorkomt. Het advies aan gebruikers om de PowrMover slechts korte tijd te gebruiken en geen duurbelasting uit te voeren, komt overbodig en daarmee onnodig dramatisch voor.

4.7. Het advies om de PowrMover uit de handel te nemen veronderstelt dat de PowrMover gevaarlijk is bij normaal gebruik. Die conclusie lijkt niet gerechtvaardigd, gelet op het feit dat de test niet onder normale gebruiksomstandigheden is uitgevoerd en op dit punt daarom geen gegevens bekend zijn.

4.8. Nu de conclusies die in het conceptrapport aan de test worden verbonden op de hierboven genoemde punten onjuist worden geacht, is publicatie van het rapport onrechtmatig jegens Powrwheel. Deze onrechtmatigheid wordt niet weggenomen door de aanhechting van het commentaar van Powrwheel. Daarvoor zijn de kwalificaties te alarmerend. Bovendien kunnen deze kwalificaties gemakkelijk los van het rapport een eigen leven gaan leiden in de media."
Lees hier het vonnis.

IEF 1546

Broncode gedeeltelijk geopenbaard

In de mededingingsrechtelijke zaak tussen de Europese Commissie en Microsoft zijn weer nieuwe ontwikkelingen. Microsoft heeft het aanbod gedaan een deel van de broncode te openbaren (namelijk communicatieprogramma's voor het serverbesturingssysteem) . Microsoft heeft aangegeven dat "gebruikers het document wel mogen bestuderen, maar niet kopieren". In de VS zou ook de broncode van het desktopbesturingssysteem geopenbaard worden. Lees hier meer.

IEF 1540

De grootst mogelijke terughoudendheid

Kamerstuk 30300 VI, nr. 109, 2e Kamer. De vaste commissie voor Justitie heeft op 30 november overleg gevoerd met minister Donner over kopieerheffingen op mp3-spelers. Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

De minister: “In dat totale kader is nu de vraag aan de orde of er een heffing moet komen op mp3-spelers. De partijen binnen de SONT komen daar niet uit. De statuten voorzien terecht in die situatie. Er is gekozen voor een systeem waarbij de voorzitter de knoop doorhakt. De minister heeft er het volste vertrouwen in dat de voorzitter van de SONT zijn opvatting deelt dat de grootst mogelijke terughoudendheid betracht moet worden ten aanzien van nieuwe heffingen en dat zeker op dit terrein de aandacht moet zijn gericht op de EU.” Lees hier meer.

IEF 1526

Tussenstand (3)

Zou er nog een beetje te verdienen zijn aan speculatieve .eu domeinnaamregistraties? Voor sommigen mag je hopen dat de investering zich laat terugbetalen. Een kijkje in het Benelux-Merkenregister leert dat Traffic Web Holding voor de eerste sunrise periode tot op heden 810 spoeddepots heeft verricht van de meest uiteenlopende soortnamen! Omgerekend in taksen is dat €350.730,-.

IEF 1523

Fysieke

De tweede, fysieke, ronde van het Domeinnaamdebat 2006 vindt plaats op 25 en 26 januari 2006 in congrescentrum RAI te Amsterdam. Woensdag 25 januari 2006: Internationalized Domain Names (IDN) en Evaluatie .nl-persoonsdomeinnamen, privacy en introductie numerieke .nl-domeinnamen. Donderdag 26 januari 2006: Evaluatie van de .nl-arbitrageregeling. Lees meer op www.domeinnaamdebat2006.nl