Procesrecht  

IEF 17967

Uitspraak ingezonden door Elisa Hendriksen en Niels Mulder, DLA Piper.

Vrijwaringsverzoek LB11 toegewezen vanwege vanwege het recht en belang om de nadelige gevolgen op leveranciers te verhalen

Rechtbank Den Haag 12 sep 2018, IEF 17967; (LB11 tegen Hennessy), https://ie-forum.nl/artikelen/vrijwaringsverzoek-lb11-toegewezen-vanwege-vanwege-het-recht-en-belang-om-de-nadelige-gevolgen-op-le

Rechtbank Den Haag 12 september 2018, IEF 17967 (LB11 tegen Hennessy) Vrijwaringsincident. Wanneer in de onderhavige bodemprocedure wordt geoordeeld dat LB11 inbreuk makend heeft gehandeld, betekent het dat haar leveranciers, Magnolia en Atlantic Dawn, haar niet-uitgeputte waar hebben geleverd. Wat een toerekenbare tekortkoming jegens LB11 oplevert. LB11 vordert in dit incident dat LB11 wordt toegestaan Magnolia en Atlantic Dawn in vrijwaring op  te roepen. LB11 heeft voldoende gemotiveerd en concreet gesteld dat ze krachtens rechtsverhouding met de leveranciers recht en belang heeft om de nadelige gevolgen van een ongunstie afloop van de hoofdzaak geheel of gedeeltelijk op de leveranciers te laten verhalen. De rechtbank staat het LB11 toe om Magnolia en Atlantic Dawn in vrijwaring te doen dagvaarden.

IEF 17966

Uitspraak ingezonden door Elisa Hendriksen en Niels Mulder, DLA Piper

Verzoek om pleidooi van Loendersloot afgewezen want het levert onredelijke vertraging op

Rechtbank Den Haag 12 sep 2018, IEF 17966; (Bacardi tegen Loendersloot c.s.), https://ie-forum.nl/artikelen/verzoek-om-pleidooi-van-loendersloot-afgewezen-want-het-levert-onredelijke-vertraging-op

Rechtbank Den Haag 12 september 2018, IEF 17966 (Bacardi tegen Loendersloot) Zekerheidsstelling. Verzoek om pleidooi. Goede procesorde. De bestuurder van Loendersloot heeft een bevoegdheidsincident en een incident tot zekerheidsstelling opgeworpen. Nadat was beslist in deze incidenten, hebben Loendersloot c.s. het tegen hen verleende verstek gezuiverd. Ze hebben vervolgens dit incident tot zekerheidsstelling opgeworpen. Het geschil in dit incident is beperkt tot de vraag of Bacardi het gevorderde bedrag van 250.000 aan zekerheid moet stellen of het door haar aangeboden bedrag van 25.000 per partij (in totaal 100.000). Het beginsel van hoor in wederhoor vergt niet dat Loendersloot zich mag uitlaten over het verweer van Bacardi. Loendersloot vraagt om een pleidooi omdat ze het niet eens zijn met de hoogte van de zekerheidsstelling. De toewijzing van het verzoek brengt onredelijke vertraging van de procedure met zich mee en is in strijd met de goede procesorde. Het verzoek wordt afgewezen.

IEF 17956

Voegingsvordering Zeiss afgewezen in Nikon/ASML zaak wegens eisen van goede procesorde

Rechtbank Den Haag 5 sep 2018, IEF 17956; ECLI:NL:RBDHA:2018:10700 (Nikon tegen ASML en Zeiss), https://ie-forum.nl/artikelen/voegingsvordering-zeiss-afgewezen-in-nikon-asml-zaak-wegens-eisen-van-goede-procesorde

Rechtbank Den Haag 5 september 2018, IEF 17956; ECLI:NL:RBDHA:2018:10700 (Nikon tegen ASML en Zeiss) Bodemzaak. Voeging.  De voegingsvordering van Zeiss tijdig is ingediend volgens het Versneld Regime in Octrooizaken (VRO-zaak). Maar Zeiss is al vanaf het begin van het geschil nauw betrokken. De indiening op de laatst mogelijke dag leidt ertoe dat Zeiss in de gelegenheid wordt gesteld een conclusie van antwoord in de hoofdzaak te nemen, waarna Nikon en ASML vervolgens zouden kunnen antwoorden. Dat zou de VRO-zaak op onevenredige wijze doorkruisen. Zeiss had dit kunnen voorkomen door haar incidentele vordering tijdig in te stellen en zij had dit gelet op haar betrokkenheid bij de VRO-zaak ook kunnen doen. Het belang van Nikon bij een voortvarende afwikkeling van de VRO-zaal prevaleert. De vordering wordt afgewezen.

 

IEF 17951

Te laat ingevoerde voegingsvordering Zeiss afgewezen in Nikon/ASML

Rechtbank Den Haag 5 sep 2018, IEF 17951; ECLI:NL:RBDHA:2018:10699 (Nikon tegen ASML en Zeiss), https://ie-forum.nl/artikelen/te-laat-ingevoerde-voegingsvordering-zeiss-afgewezen-in-nikon-asml

Rechtbank Den Haag 5 september 2018, IEF 17951; ECLI:NL:RBDHA:2018:10699 (Nikon tegen ASML en Zeiss) Bodemprocedure. Voegingsincident. Zeiss vordert dat haar wordt toegestaan zich in de hoofdzaak (IEF 17861, 17892 en 17932) aan de zijde van ASML te voegen. Ingevolge artikel 218 Rv wordt de incidentele vordering tot voeging ingesteld bij incidentele conclusie vóór of op de roldatum waarop de laatste conclusie in het aanhangige geding wordt genomen, zo overweegt de rechtbank.  In deze zaak volgens het Versneld Regime in Octrooizaken (hierna: VRO), zijn vaste termijnen bepaald voor het indienen van processtukken. Er diende op de rol van 13 juni 2018 te worden geconcludeerd voor antwoord in conventie; de laatste conclusie in de zaak in conventie. Nu uit de incidentele conclusie van Zeiss blijkt dat het door haar gestelde belang bij voeging slechts verband houdt met de procedure in conventie (geen inbreuk want ASML beschikt over een door Zeiss verstrekte sub-licentie), diende de incidentele vordering tot voeging uiterlijk op die datum te zijn ingesteld. De vordering wordt afgewezen.

IEF 17885

Schadevergoeding wegens niet-nakomen verplichting tot wijziging van de tenaamstelling octrooi

Hof Den Haag 8 mei 2018, IEF 17885; ECLI:NL:GHDHA:2018:1830 (Inno Nautic tegen Cuckoo), https://ie-forum.nl/artikelen/schadevergoeding-wegens-niet-nakomen-verplichting-tot-wijziging-van-de-tenaamstelling-octrooi

Hof Den Haag 8 mei 2018, IEF 17885; ECLI:NL:GHDHA:2018:1830 (Inno Nautic tegen Cuckoo) Schadestaatprocedure. Door de rechtbank wordt de gederfde positieve contractwaarde van de licentieovereenkomst toegewezen [IEF 15136]. Begroting schade ten gevolge van niet-nakoming verplichting tot op naam van eiser stellen octrooi. Inno Nautic vordert in hoger beroep Cuckoo tot betaling van schadepost A t/m E van in totaal  € 4.399.932. Het hof beoordeelt alleen schadepost A, B en E. Schadepost A wordt deels toegewezen wegens gederfde royalty's, maar wordt verminderd door gemaakte kosten door Cuckoo. Schadepost B wordt afgewezen doordat causaal verband ontbreekt tussen het verzuim van Cuckoo en de gemaakte kosten. Schadepost E wordt toegewezen omdat die kosten redelijkerwijs noodzakelijk waren ter vaststelling van de schade. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt Cuckoo een bedrag te betalen van  €1.131.341,--.

IEF 17782

Voeging afgewezen, het gaat om andere partijen, andere octrooiaanvragen op andere technische gebieden

Hof Amsterdam 20 jun 2018, IEF 17782; ECLI:NL:GHDHA:2018:1516 (Boston ter voeging bij Ono tegen Pfeizer), https://ie-forum.nl/artikelen/voeging-afgewezen-het-gaat-om-andere-partijen-andere-octrooiaanvragen-op-andere-technische-gebieden

Hof Den Haag 20 juni 2018, IEF 17782; LS&R 1623; ECLI:NL:GHDHA:2018:1516 (Boston ter voeging bij Ono tegen Pfeizer) Procesrecht. Boston Scientific heeft ex art. 217 Rv toelating als gevoegde partij aan de zijde van Ono c.s. gevorderd [IEF 17530; LS&R 1581]. De rechtbank wijst de incidentele vordering af. In de zaak van Boston Scientific/Edwards gaat het om andere partijen en andere octrooiaanvragen op andere technische gebieden.

IEF 17766

Uitspraak ingezonden door Josine van den Berg, KLOS c.s..

Voeging bij een partij in hoger beroep die niet in het geding is verschenen

Hof Amsterdam 1 mei 2018, IEF 17766; ECLI:NL:GHAMS:2018:1520 (Earth Water inzake Earth Concepts tegen Upstream), https://ie-forum.nl/artikelen/voeging-bij-een-partij-in-hoger-beroep-die-niet-in-het-geding-is-verschenen

Hof Amsterdam 1 mei 2018, IEF 17766; ECLI:NL:GHAMS:2018:1520 en Rechtbank Amsterdam 28 juni 2017 (Earth Water inzake Earth Concepts tegen Upstream) Merkenrecht. Artikel 217 Rv. De rechtbank: Upstream Advertising heeft voldoende onderbouwd dat de registratie van de Benelux-merken Earth Water te kwader trouw heeft plaatsgevonden en dat zij aldus, geen recht op die merken heeft verkregen en dus ook niet bevoegd is om daarover de beschikken. Het hof: Voeging van Earth Water aan de zijde van een partij die niet in het geding is verschenen, failliete Upstream, is mogelijk althans voor de procedure in hoger beroep. Ter onderbouwing van de incidentele vordering tot voeging hebben Earth Water c.s. aangevoerd dat de merken waarvan Earth Concepts de overdracht vordert, al rechtsgeldig door Upstream Advertising zijn overgedragen aan Earth Water c.s. en dat Earth Concepts beoogt in deze procedure de eigendom van de merkregistraties te verkrijgen. Door toewijzing van die vordering zullen Earth Water c.s. nadelig worden getroffen.

IEF 17630

AEBI Schmidt behield het spoedeisend belang

Hof Den Haag 23 mei 2017, IEF 17630; ECLI:NL:GHDHA:2017:4155 (Aebi Schmidt tegen Rasco), https://ie-forum.nl/artikelen/aebi-schmidt-behield-het-spoedeisend-belang

Hof Den Haag 23 mei 2017, IEF 17630; ECLI:NL:GHDHA:2017:4155 (Aebi Schmidt tegen Rasco) Spoedeisend belang. Octrooirecht. Aebi Schmidt is houdster van EP0995838 voor een 'vrachtwagen met een daarop afneembaar opgebouwd opzetwerktuig'. Rasco houdt zich bezig met verhandeling van wintermachines voor wegbeheer. Op de Reinigingsdemodagen in Lelystad is een vrachtwagen met een onder de beschermingsomvang van EP 838 vallend opzetstrooiwerktuig getoond. Na aanbesteding en na de schouw van werktuigen, werd de aanbesteding ingetrokken, en kwam de concrete dreiging van inbreuk door geïntimeerde te vervallen. Aebi hoefde niet af te leiden dat geïntimeerden op de markt zou komen met haar inbreukmakende werktuigen. Aebi kon onder de hiervoor weergegeven omstandigheden, waarbij slechts twee eerdere aanbiedingen en geen leveringen hebben plaatsgevonden en geïntimeerden na sommatie steeds feitelijk ieder inbreukmakend handelen heeft gestaakt, niet het verwijt worden gemaakt dat zij onvoldoende voortvarend heeft opgetreden in de periode tot medio 2015. Zij behield daarom spoedeisend belang bij een voorlopige maatregel toen medio 2015 duidelijk werd dat geïntimeerden daadwerkelijk en niettegenstaande EP 838 met inbreukmakende werktuigen in Nederland op de markt zou gaan komen. Het Hof vernietigt het vonnis [IEF 15301].

IEF 17611

Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam en Jurian van Groenendaal, Van Kaam.

Geen heropening of herroeping vonnis uitzending BioStabil uit 2005

Rechtbank Amsterdam 28 mrt 2018, IEF 17611; (S tegen AvroTros), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-heropening-of-herroeping-vonnis-uitzending-biostabil-uit-2005

Rechtbank Amsterdam 28 maart 2018, IEF 17611 (S tegen AvroTros) Eiser S vordert heropening van het geding en herroeping van het vonnis (ECLI:NL:RBAMS:2005:AS5806) Eiser legt hieraan ten grondslag dat AvroTros zich schuldig heeft gemaakt aan bedrog als bedoeld in artikel 382 aanhef en onder a Rv. Eiser stelt dat AvroTros in de bodemprocedure tegen beter weten in heeft gesteld dat de uitzending op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen. Zij wist dat de magnetische kracht van de BioStabil niet 1.200 Gauss was, maar 12.000 Gauss. Het onderzoeksrapport van de TU Delft is op 23 juni 2005 aan Tros Radar gezonden, het eerdere vonnis is van 9 februari 2002. Het onderzoeksrapport is dus pas ná het vonnis in het bezit van Tros Radar gekomen. Ook als de rechtbank wel aan een inhoudelijke beoordeling was gekomen, had dit niet tot een andere uitkomst geleid. De magnetische waarde van de BioStabil is immers maar een van de onderwerpen die in het bodemvonnis aan de orde zijn gekomen, de waarde van de magnetische kracht van de BioStabil heeft de rechtbank niet wezenlijk van belang geacht.

IEF 17592

Termijn voor oproeping in vrijwaring is vier weken

Rechtbank Den Haag 14 mrt 2018, IEF 17592; ECLI:NL:RBDHA:2018:3076 (Hennessy tegen Loendersloot), https://ie-forum.nl/artikelen/termijn-voor-oproeping-in-vrijwaring-is-vier-weken

Rechtbank Den Haag 14 maart 2018, IEF 17592; ECLI:NL:RBDHA:2018:3076 (Hennessy tegen Loendersloot) Vrijwaringsincident na eerder bevoegdheidsincident [IEF 17588]. Het geschil in de hoofdzaak ziet in de kern op gestelde merkinbreuk door gedaagden op verschillende Unie- en Benelux-merken van Hennessy c.s. voor onder meer alcoholische dranken. De rechtbank acht de gevorderde vrijwaringen met betrekking tot gedaagden 7 t/m 14 in de gegeven situatie, waarin in de hoofdzaak hoofdelijke veroordeling is gevorderd, toewijsbaar. De termijn voor oproeping in vrijwaring zal worden bepaald op vier weken, ter voorkoming van verdere vertraging van de procedure. Er bestaat geen aanleiding voor het hanteren van een ruimere (of juiste krappere) termijn. De in vrijwaring op te roepen partijen zijn reeds partij bij en hebben zich alle gesteld in de hoofdzaak. Gedaagde sub 16, die in België woont, heeft al een advocaat in Nederland en is bovendien al bekend met het vrijwaringsincident omdat hij daarin tevens eiser is.