EHRM 4 december 2018, IEF 18255, IEFbe 2826; ECLI:CE:ECHR:2018:1204DEC006272113 (Bild GmbH & Co. KG and Axel Springer v. Germany). Artikel 8 EVRM. Een bekende Zwitserse journalist was gearresteerd en in voorlopige hechtenis genomen op verdenking van de verkrachting en aanranding van zijn voormalige vriendin. Enige maanden later publiceerde Bild, een Duits tijdschrift en klager in onderhavige zaak, een artikel met twee foto's, waarvan er één - het onderwerp van het geschil - de journalist met een ontbloot bovenlijf op de binnenplaats van een gevangenis liet zien omringd door andere gevangenen. Uiteindelijk werd de journalist vrijgesproken. De journalist is een zaak tegen Bild gestart om een verbod op verdere publicatie af te dwingen. De Duitse rechter heeft toen geoordeeld dat de publicatie en distributie van de foto onwettig was. Klager heeft geklaagd dat de Duitse rechter het recht op vrijheid van meningsuiting heeft geschonden. Het Hof is van oordeel dat de Duitse rechter het recht van klager op vrijheid van meningsuiting en het recht op respect voor het privéleven van de journalist naar behoren heeft afgewogen. De rechter heeft acht geslagen op het feit dat de foto zonder toestemming was genomen, er geen link was tussen de foto en een nieuwe relevante gebeurtenis, de foto geen informatiewaarde had en was genomen op een plaats waar de journalist niet had hoeven te verwachten dat hij gefotografeerd zou worden. Gelet op de beoordelingsmarge die aan de lidstaten is toegekend, ziet het Hof geen duidelijke redenen op grond waarvan haar mening zou moeten verschillen van de Duitse rechter. Klager wordt niet-ontvankelijk verklaard.