Filter
  • Datum
  • Dossier
  • Instantie
zoeken

Dossiers

 
 
20.001 artikelen gevonden
IEF 22563

HvJ EU: artikel 24.4 Brussel I bis-Verordening ziet alleen op geldigheid, niet op inbreuk

HvJ EU 25 feb 2025, IEF 22563; ECLI:EU:C:2025:108 (BSH Hausgeräte tegen Electrolux), https://ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-artikel-24-4-brussel-i-bis-verordening-ziet-alleen-op-geldigheid-niet-op-inbreuk

HvJ EU 25 februari 2025, IEF 22563, IEFbe 3877; ECLI:EU:C:2025:108 (BSH Hausgeräte tegen Electrolux). BSH is houder van een Europees octrooi dat een met stofzuigers verband houdende uitvinding beschermt. De geldigverklaring van dit octrooi heeft in verschillende staten waaronder Zweden en Turkije geleid tot verlening van een nationaal octrooi. BSH is een inbreukprocedure tegen Electrolux (gevestigd in Zweden) gestart voor de Zweedse rechter, wegens inbreuk op alle nationale gedeelten van het Europees octrooi. Electrolux heeft vervolgens aangevoerd dat de inbreukvorderingen op andere nationale gedeelten van het Europese octrooi dan het Zweedse gedeelte niet-ontvankelijk waren. De inbreukvordering zou beschouwd moeten worden als een geschil inzake ‘de geldigheid van octrooien’ in de zin van artikel 24.4 Brussel I bis-Verordening. Krachtens deze bepaling zijn de gerechten van de buitenlandse lidstaten waar de octrooien geldig zijn verklaard bevoegd, en voor deze buitenlandse octrooien zou de Zweedse rechter dus onbevoegd zijn. De Zweedse rechter heeft zich op grond van artikel 24.4 en artikel 27 Brussel I bis-Verordening onbevoegd verklaard om kennis te nemen van de vorderingen wegens inbreuk op in andere lidstaten dan Zweden geldig verklaarde octrooien. Dit is ook gedaan ten aanzien van het in Turkije geldig verklaarde octrooi.

IEF 22552

Geschil tussen artiest en muziekexploitant over royalty’s

Hof Amsterdam 21 jan 2025, IEF 22552; ECLI:NL:GHAMS:2025:122 (Appellanten tegen Sony), https://ie-forum.nl/artikelen/geschil-tussen-artiest-en-muziekexploitant-over-royalty-s

Hof Amsterdam 21 januari 2025, IEF 22552; ECLI:NL:GHAMS:2025:122 (Appellanten tegen Sony). In deze zaak gaat het om een geschil tussen de artiest Appellant 1, bekend onder de artiestennaam Appellant 2, en Sony Music Entertainment Netherlands B.V. over de betaling van royalty’s en de vernietiging van exploitatie-overeenkomsten. Appellant 2 had verschillende overeenkomsten met Sony, waaronder de Naam 1-overeenkomst en de Ultra-overeenkomst, die betrekking hadden op de wereldwijde exploitatierechten van zijn muziek. In 2018 sloten partijen een beëindigingsovereenkomst, gevolgd door een vaststellingsovereenkomst (VSO) in 2021, waarin zij finale kwijting verleenden voor eerdere geschillen. Maar, Appellant 2 stelt dat Sony niet voldeed aan haar verplichtingen onder de VSO, met name met betrekking tot de audit van royaltybetalingen en de afrekening 'at source'. In eerste aanleg eisten appellanten een verklaring dat de overeenkomsten rechtsgeldig waren vernietigd, en claimden zij een hogere redelijke vergoeding voor hun bijdrage aan de muziekproducties. De rechtbank wees deze vorderingen af. Appellanten gingen in hoger beroep en vorderden de vernietiging van het vonnis van de rechtbank en toewijzing van hun gewijzigde vorderingen.

IEF 22559

Geen overeenstemming tussen waren: verzoek tot nietigverklaring terecht afgewezen

Gerecht EU (voorheen GvEA) 12 feb 2025, IEF 22559; ECLI:EU:T:2025:145 (Adina Alberts tegen EUIPO, Techtex SRL), https://ie-forum.nl/artikelen/geen-overeenstemming-tussen-waren-verzoek-tot-nietigverklaring-terecht-afgewezen

Gerecht van de Europese Unie 12 februari 2025, IEF 22559; IEFbe 3874; ECLI:EU:T:2025:145 (Adina Alberts tegen EUIPO, Techtex SRL). Deze zaak gaat over de vraag of het door Techtex SRL geregistreerde Gemeenschapsmodel, een kartonnen doos verpakking voor sanitaire maskers, in strijd is met de rechten van Alberts op haar eerder ingeschreven Roemeense woordmerken. Alberts heeft bij het EUIPO een aanvraag tot nietigverklaring ingediend, met het argument dat het model een onderscheidend teken bevat waarvan zij de houder is en dat dit bij het publiek een gevaar voor verwarring kan veroorzaken. De Nietigheidsafdeling heeft de aanvraag afgewezen. Zij heeft vastgesteld dat drie van de vijf merken waarop Alberts zich beriep pas na de aanvraag tot inschrijving van het betwiste model zijn geregistreerd en daarom niet als eerder recht konden worden beschouwd. Verder heeft zij geoordeeld dat de waren en diensten die onder de andere twee merken vielen, geen overeenstemming vertonen met de sanitaire maskers waarop het betwiste model betrekking heeft. Alberts heeft daarop beroep ingesteld bij de Kamer van Beroep die het gedeeltelijk heeft toegewezen. Zij heeft vastgesteld dat er een lage mate van overeenstemming bestaat tussen de medische diensten van eerder merk nr. 1 ("ADINA ALBERTS") en sanitaire maskers, en heeft de zaak terugverwezen naar de Nietigheidsafdeling om het bewijs van gebruik van dit merk te beoordelen. De rest van de beslissing van de Nietigheidsafdeling is bevestigd, met name dat de waren die onder eerder merk nr. 2 ("DR. ALBERTS") vallen (cosmetische producten en kleding) niet overeenstemmen met sanitaire maskers.

IEF 22558

Uitspraak ingezonden door Lotte van Schuylenburch, Boekx.

'Massadonor' moet YouTube-video’s over zijn donorkinderen en hun ouders verwijderen

Rechtbank Den Haag 25 feb 2025, IEF 22558; ECLI:NL:RBDHA:2025:2546 ((Eiseres en Stichting Donorkind Den Haag tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/massadonor-moet-youtube-video-s-over-zijn-donorkinderen-en-hun-ouders-verwijderen

Rb. Den Haag 25 februari 2025, IEF 22558, IT 4791;ECLI:NL:RBDHA:2025:2546 (Eiseres en Stichting Donorkind Den Haag tegen gedaagde). De feiten van deze zaak zullen velen niet zijn ontgaan. Gedaagde is sinds 2007 actief als spermadonor. Met zijn sperma zijn minimaal 550 kinderen verwekt. Eisers zijn de Stichting Donorkind Den Haag (hierna: de Stichting) en eiseres (samen: de Stichting c.s.), procederend voor zichzelf en als wettelijke vertegenwoordiger van haar minderjarige zoon. De spermadonatie van gedaagde heeft geresulteerd in de geboorte van de zoon van eiseres. In 2024 heeft Netflix een documentaire over het donorschap van gedaagde uitgebracht. Hierin komen enkele ouders, waaronder eiseres, aan het woord. Gedaagde wilde niet meewerken aan deze documentaire. Na het verschijnen van de documentaire heeft gedaagde zich door verschillende media laten interviewen, en heeft hij ook zelf een aantal YouTube-video’s geplaatst. Hierin reageert hij op de uitlatingen die gedaan werden door de betrokken ouders. Hij richt zich dan direct en indirect tot zijn donorkinderen en hun ouders, en probeert ze te beïnvloeden met adviezen. In dit kort geding vorderen de Stichting c.s. primair gedaagde te gebieden zijn YouTube-kanaal te verwijderen, subsidiair alle video’s vanaf juli 2021 te verwijderen, en meer subsidiair een aantal video’s te verwijderen. Ook vorderen zij dat gedaagde verboden wordt om in welke vorm dan ook uitlatingen te doen over het donorschap, de donorkinderen en hun ouders.  

IEF 22560

Save the date: IE Zomerforum | 5 juni 2025: AI, auteursrecht en stijlnabootsing

Save the date: na een succesvolle editie vorig jaar keert het IE Zomerforum terug met een actueel en prikkelend thema: AI, auteursrecht en stijlnabootsing. Kunstmatige intelligentie biedt ongekende mogelijkheden, maar roept ook fundamentele juridische vragen op. Wat betekent AI-gegenereerde stijlnabootsing voor het auteursrecht? Is het onrechtmatig, en zo ja, onder welke omstandigheden? Onder leiding van Dirk Visser belooft 5 juni een interessante middag vol discussie te worden. 

IEF 22557

Birkenstock-sandalen geen toegepaste kunst: BGH verschaft duidelijkheid over auteursrecht en mode

Het Duitse Bundesgerichtshof (BGH) heeft beslist dat de bekende Birkenstock-sandalen niet als “werken van toegepaste kunst” kunnen worden aangemerkt. Daarmee komt er vooralsnog in Duitsland geen auteursrechtelijke bescherming voor deze inmiddels wereldwijd geliefde en vaak geïmiteerde schoenen. De kern van het geschil draaide om de vraag of de ontwerpen, die al decennialang commercieel succesvol zijn, voldoende “gestalterischer Freiraum” (ontwerpruimte) bezitten en op artistieke wijze worden benut. Birkenstock kent een lange geschiedenis, die teruggaat tot de 18e eeuw. Groot geworden met anatomische voetbedden en eenvoudige, brede leren bandjes, groeide het bedrijf in de jaren 60 en 70 uit tot een cultfavoriet onder liefhebbers van comfort en een meer natuurlijke levensstijl. Inmiddels zijn de sandalen ook doorgedrongen tot de high fashion, reguliere samenwerkingen met ontwerpers en luxehuizen getuigen daarvan. Toch heeft deze modieuze opmars niet voorkomen dat het BGH de nadruk legt op de functionele en orthopedische basis van de sandalen.

IEF 22556

Onrechtmatige Facebook-uitlatingen: rechter stelt grenzen aan online beschuldigingen

Rechtbank Amsterdam 11 feb 2025, IEF 22556; ECLI:NL:RBAMS:2025:962 (Eiseres sub 1 c.s. tegen gedaagde), https://ie-forum.nl/artikelen/onrechtmatige-facebook-uitlatingen-rechter-stelt-grenzen-aan-online-beschuldigingen

Rb. Amsterdam 11 februari 2025, IEF 22556, IT 4788; ECLI:NL:RBAMS:2025:962 (Eiseres sub 1 c.s. tegen gedaagde). Eiseres sub 1 is een handelsonderneming die onder verschillende handelsnamen diverse diensten aanbiedt en producten verkoopt. Een deel van haar handelswaar koopt zij in Thailand in. Om haar diensten te promoten, adverteert eiseres sub 1 onder meer op Facebook. Eiser sub 2 en zijn broer zijn vennoten van eiseres sub 1. Gedaagde heeft op Facebook gereageerd op berichten die door eiser sub 2 zijn geplaatst. Deze berichten hebben alle als strekking dat eiser sub 2 een oplichter is. Eiseres sub 1 c.s. hebben gedaagde meerdere keren gesommeerd de berichten te verwijderen, maar dit heeft niet tot een oplossing geleid. In deze zaak vorderen eiseres sub 1 c.s. een verklaring voor recht dat een aantal uitlatingen onrechtmatig is, dat gedaagde een schadevergoeding van € 5.000 moet betalen, dat hij de berichten moet verwijderen en verwijderd moet houden, en tot slot dat gedaagde wordt verboden zich op Facebook over eiseres sub 1 uit te laten. In reconventie vordert gedaagde dat eiseres sub 1 c.s. worden veroordeeld tot het betalen van een immateriële schadevergoeding. De reden hiervoor is dat gedaagde gehuwd is met een Thaise vrouw en met haar in Thailand wil gaan wonen. Volgens gedaagde kan hij schade ondervinden, omdat eiseres sub 1 c.s. een melding over hem hebben gedaan bij de Thaise autoriteiten. 

IEF 22555

Uitspraak ingezonden door Nanda Ruyters en Lotte Sliedregt, BRIGHT ip lawyers.

Persoonlijkheidsrechten architect niet geschonden door het ontwerp van nieuwe entreehal Eindhoven Airport

Rechtbank Oost-Brabant 19 feb 2025, IEF 22555; ECLI:NL:RBOBR:2025:1017 (Eisers tegen Eindhoven Airport), https://ie-forum.nl/artikelen/persoonlijkheidsrechten-architect-niet-geschonden-door-het-ontwerp-van-nieuwe-entreehal-eindhoven-airport

Rb. Oost-Brabant 19 februari 2025, IEF 22555; ECLI:NL:RBOBR:2025:1017 (Eisers tegen Eindhoven Airport). In dit kort geding vorderen een architect en zijn vennootschap een bouwverbod voor de nieuwe entreehal van Eindhoven Airport, stellende dat dit inbreuk maakt op zijn persoonlijkheidsrechten (art. 25 lid 1 sub c en d Auteurswet). Hij betoogt dat het ontwerp van EGM een aantasting of verminking is van het mede door eisers gecreëerde terminalontwerp. De architect was betrokken bij de gefaseerde uitbreiding van de luchthaven binnen het consortium Constellation, dat sinds 2000 uitbreidingsplannen ontwikkelde. Na een eerdere auteursrechtelijke veroordeling van Eindhoven Airport werd zonder eisers een nieuwe aanbesteding gestart, resulterend in het ontwerp van EGM. Centraal staat de vraag of Eindhoven Airport met het ontwerp van EGM de persoonlijkheidsrechten van eisers als architect schendt. Eindhoven Airport voert verweer tegen de vorderingen van eisers en betwist dat aan eisers persoonlijkheidsrechten toekomt. Subsidiair stelt Eindhoven Airport dat eisers afstand heeft gedaan van zijn persoonlijkheidsrechten. Voor zover eisers al een beroep kan doen op persoonlijkheidsrechten, dan is volgens Eindhoven Airport geen sprake van een aantasting of verminking van het werk in de zin van artikel 25 lid 1 sub d Aw. Het bestaande gebouw wordt met het ontwerp van EGM namelijk niet aangetast. Er wordt enkel een nieuwe gebouw naast geplaatst. Aan het bestaande gebouw worden slechts minimale en enkel noodzakelijke aanpassingen aangebracht om de entreehal met de terminal te verbinden.

IEF 22554

Verwarringsgevaar tussen de merken CAPRIZZA en CAPIZZI gastropizza

Gerecht EU (voorheen GvEA) 12 feb 2025, IEF 22554; ECLI:EU:T:2025:147 (Biif Srl tegen EUIPO, Eddies Pizza, SL)), https://ie-forum.nl/artikelen/verwarringsgevaar-tussen-de-merken-caprizza-en-capizzi-gastropizza

Gerecht van de Europese Unie 12 februari 2025, IEF 22554; IEFbe 3873; ECLI:EU:T:2025:147 (Biif Srl tegen EUIPO, Eddies Pizza, SL). Biif Srl heeft bij het EUIPO een aanvraag ingediend voor de inschrijving van een beeldmerk dat betrekking heeft op diensten zoals het leveren van eten en drinken, het verhuren van meubilair en tafeldecoratie voor eetgelegenheden, het verstrekken van informatie, advies en reserveringen met betrekking tot eten en drinken, en catering- en barservices. Eddies Pizza, SL heeft oppositie ingediend tegen de inschrijving van dit merk voor de genoemde diensten, op basis van een eerder ingeschreven beeldmerk dat de term "capizzi GASTROPIZZA" bevat en betrekking heeft op diensten zoals het bereiden en leveren van eten en drinken, inclusief cateringdiensten en bezorging van voedsel. De oppositie was gebaseerd op het bestaan van verwarringsgevaar tussen de merken. De oppositieafdeling van het EUIPO heeft de oppositie gedeeltelijk toegewezen en geoordeeld dat de aangevraagde diensten grotendeels identiek of in zekere mate soortgelijk zijn aan de diensten waarvoor het oudere merk is ingeschreven, met uitzondering van dierenopvang. Biif Srl heeft hiertegen beroep ingesteld bij de Kamer van Beroep van het EUIPO. De Kamer van Beroep heeft het beroep verworpen en geoordeeld dat er verwarringsgevaar bestaat voor het relevante Spaanstalige publiek in de Europese Unie. Biif Srl heeft daarop bij het Gerecht beroep ingesteld en verzoekt de nietigverklaring van de bestreden beslissing.

IEF 22553

Hoge Raad laat arresten over Apixaban in stand zonder motivering, artikel 81 RO

Hoge Raad 14 feb 2025, IEF 22553; ECLI:NL:HR:2025:260, ECLI:NL:HR:2025:262 (Sandoz en Teva tegen BMS), https://ie-forum.nl/artikelen/hoge-raad-laat-arresten-over-apixaban-in-stand-zonder-motivering-artikel-81-ro

HR 14 februari 2025, IEF 22553, LSR 2280; ECLI:NL:HR:2025:260, ECLI:NL:HR:2025:262 (Teva en Sandoz tegen BMS). Deze zaken gaan over geschillen tussen BMS aan de ene kant, en Teva en Sandoz aan de andere kant, over het op de markt brengen van een generiek Apixaban. Het hof oordeelde dat de voorzieningenrechter de uitspraak G2/21 verkeerd heeft uitgelegd [zie IEF 21629]. De uitkomst van de Hoge Raad is dat de klachten tegen BMS niet kunnen leiden tot vernietiging van die arresten. De Hoge Raad heeft hierbij niet gemotiveerd waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van de klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, waardoor de Hoge Raad op grond van artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie geen nadere toelichting hoeft te geven. Als de in cassatie in het ongelijk gestelde partijen dienen Teva en Sandoz te worden verwezen in de proceskosten. De beoordeling van de Hoge Raad is in lijn met de conclusie van de A-G over deze zaken [zie IEF 22508].