IEF 22183
8 augustus 2024
Artikel

Inschrijving geopend Mr. S.K.Martens Academie 2024-2025

 
IEF 22180
8 augustus 2024
Uitspraak

Babyvoeding van Nutricia komt niet in aanmerking voor octrooi

 
IEF 22179
8 augustus 2024
Uitspraak

Procureur-generaal Hoge Raad over de gevolgen van vernietiging op verbeurde dwangsommen in IT-zaak

 
IEF 12043

Staatssecretaris: Ik vertrouw erop dat Nederlandse cbo's goed voorbereid zullen zijn op de Europese ontwikkelingen

Kamerbrief over Richtlijnvoorstel collectief beheer, kenmerk 324397.

Graag maak ik van de gelegenheid gebruik om mijn standpunt ten aanzien van beide voorstellen nogmaals uiteen te zetten. Het onlangs aangetreden kabinet hecht aan een spoedige totstandkoming van het wetsvoorstel verbetering toezicht. Het belang van dit voorstel heb ik eerder verwoord in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel (Kamerstukken II, 31 766, nr. 3).

Governance en transparantie (eerste deel)
Multiterritoriaal licentiëren (tweede deel)
Verhouding tot wetsvoorstel 31766 (Wetsvoorstel verbetering toezicht)
Bestuur cbo’s
Criteria lidmaatschap
Multiterritoriale licentieverlening

Ik vertrouw er op dat met de inwerkingtreding van het wetsvoorstel Nederlandse cbo's goed voorbereid zullen zijn op de Europese ontwikkelingen. De voorwaarden die het wetsvoorstel toezicht stelt aan de governance en transparantie van Nederlandse cbo‟s hebben tot gevolg dat het functioneren van Nederlandse cbo's in internationale verhoudingen en door buitenlandse rechthebbenden als positief zal worden beoordeeld. Aldus wordt de concurrentiepositie van Nederlandse cbo‟s eerder versterkt dan verzwakt. Nederlandse cbo‟s kunnen zich in het buitenland ook profileren door te wijzen op het feit dat men onder toezicht staat van een onafhankelijke, door de Minister van Veiligheid en Justitie aangewezen toezichthouder. Hierin kan ook behulpzaam zijn dat VOICE recent een keurmerk heeft ingevoerd waarmee Nederlandse cbo‟s kunnen aantonen dat hun dienstverlening aan bepaalde kwaliteitseisen voldoet.

 

(...)

Het is op dit moment onduidelijk in hoeverre de voorstellen van de Europese Commissie zullen leiden tot verandering van de markt voor cbo‟s, bijvoorbeeld doordat er meer buitenlandse cbo‟s in Nederland actief zullen worden. Nederland heeft de Commissie gevraagd meer inzicht te geven in de verwachte ontwikkeling van de markt naar aanleiding van de voorstellen. De eerste indruk van de Commissie in het Impact Assessment is dat zij geen grote buitenlandse concurrentie verwacht voor de bestaande, offline inning en verdeling van rechten.

Naar aanleiding van de vraag of minimumharmonisatie zal leiden tot een gelijk speelveld, merk ik op dat het richtlijnvoorstel tot gevolg zal hebben dat alle cbo‟s in de EU moeten voldoen aan een gemeenschappelijk basisniveau ter zake governance en transparantie. In zoverre is sprake van een gelijk speelveld. Nederland zet zich er voor in dat de richtlijn voldoende bescherming biedt. Nederland hecht er veel waarde aan dat de richtlijn in ieder geval de nodige flexibiliteit biedt om het hoge beschermingsniveau van het wetsvoorstel ten aanzien van de gebruiker in stand te houden.

IEF 12042

Conclusies van het algemeen overleg auteursrecht

Uit de VOI©Email-nieuwsbrief: Na het algemeen overleg over auteursrecht op 22 november kunnen de volgende conclusies worden getrokken:

1. Een Kamermeerderheid is momenteel geen voorstander van een thuiskopieregeling, maar ziet de noodzaak de huidige vergoedingsregeling te moderniseren conform de voorgestelde AMvB op grond van Europese regelgeving.

2. Een Kamermeerderheid is voor wettelijke ondersteuning van handhaving jegens illegaal downloaden, gericht tegen de exploitanten van illegaal aanbod, zolang de “kleine gebruiker” ontzien wordt. De thuiskopieregeling zou dan kunnen verdwijnen. Het ministerie van Veiligheid en Justitie kan nu aan een dergelijk voorstel gaan werken, waarmee in feite de door de vorige Kamer aangenomen motie Bontes – tegen een dergelijk initiatief – van tafel is. Teeven zegt dit snel te willen oppakken om voor volgend jaar november iets op tafel te hebben.

3. De Tweede Kamer is opgeroepen om bij de collega’s van de Eerste Kamer aan te dringen op spoedige invoering van het Wetsvoorstel toezicht, zodat de benodigde maatregelen jegens CBO’s kunnen worden genomen, waaronder een AMvB waarin de governance goed geregeld is en maatregelen kunnen worden genomen in geval van belangenverstrengeling. De staatssecretaris heeft zich bereid getoond om een belemmering tot spoedige inwerkingtreding weg te nemen, namelijk het aanhouden van de inwerkingtreding van de bepaling over de beleggingsbeperking, in afwachting van wat daarover uiteindelijk in de Europese Richtlijn terecht komt.

4. De staatssecretaris ziet niets in het door D66 bepleite radiomodel omdat hij ten principale tegen een keuze is voor verplicht collectief beheer.

5. De staatssecretaris is positief over flexibilisering van de beperkingen; hij wacht het tweede advies van de Commissie Auteursrecht daarover af en verwacht in het vroege voorjaar van 2013 hierover met een kabinetsstandpunt te komen.

Op verzoek van D66 zal nog een voortgezet algemeen overleg plaatsvinden dat volgens woordvoerder Verhoeven tot doel heeft om de positie van de PvdA duidelijker te krijgen.

IEF 12041

Early Warnings voor bepaalde gTLDs

Domeinnaamrecht. De Governmental Advisory Committee (GAC) heeft een lijst met zogenaamde Early Warnings met een verklaring gepubliceerd tegen een aantal gTLD's. Deze vroege waarschuwingen bieden een mechanisme om een discussie tussen overheid en aanvrager te starten, een constructieve dialoog "to better understand the concerns of governments, and help governments to better understand the planned operation of proposed gTLDs".

Het valt op dat met name Australië waarschuwingen heeft ingezonden, ook voor wat betreft gTLDs voor generieke benamingen in andere talen, zoals in het Japans (.fashion, .book, .sale, .store, .cloud, .food, .onlineshopping) en in het Spaans/Portugees/Italiaans (.vuelos, .hoteis, .hoteles).

Inhoudsopgave:
1. Consumentenbescherming en gereguleerde markten
2. Geografische aanduiding
3. Bedrijfsvormen / overheidsinstanties en religieuze uitgangen
4. Defensieve bescheming
5. Instructies als een Early Warning is ontvangen

1. Consumentenbescherming en gereguleerde markten
The string (.attorney) (.lawyer) (.casino) (.charity) is linked to a regulated market sector, and [applicants] does not appear to have proposed sufficient mechanisms to minimise potential consumer harm.

The proposed string is linked to a restricted or regulated market sector. This market sector is characterised by the ability to complete entire transactions online, without the need for any face-to-face interaction. In this context, [applicant] does not appear to have proposed sufficient protections to address the potential for misuse. Without additional protections, this proposed TLD could result in misuse and consumer harm.

2. Geografische aanduiding bij de aanvraag van gTLD .swiss dat is geclaimd door Swiss International Air Lines Ltd:

The term "Swiss" is primarily used as an adjective describing anything related to Switzerland, its people or culture, or as a noun to describe a native or inhabitant of Switzerland or a person of Swiss descent. An exclusive right of use granted to a private company would be against the public interest of the Swiss community because members of that community would be excluded from using that domain space. The exclusive right of use by Swiss International Air Lines Ltd would also be contrary to ICANN objectives to increase competition, innovation and growth in the internet addressing system.

The Government of the Swiss Confederation wishes to express its objection to the application submitted by Swiss International Air Lines Ltd for the gTLD '.swiss'. This domain should be managed by the Swiss Confederation as a community-based gTLD for the benefit of all members of the Swiss community, including private companies. This would better take into account the GAC principles regarding new gTLDs which state that new gTLDs should respect the sensitivities regarding terms with national, cultural, geographic and religious significance.

Ook de Afrikaanse Unie en al haar leden heeft een waarschuwing gegeven inzake (.africa):

DCA’s applied for string (.Africa) is identical to the dotAfrica (.Africa) geographic application as officially endorsed by the AUC. Should DCA’s application be allowed to proceed, it is likely to deceive and/or confuse the public into believing that the AUC is associated with, or endorses their application, which we clearly do not.

En de Chinese regio [香格里拉] - Shangri-La, die waarschuwt voor zowel de Chinese uitgang .香格里拉 als de uitgeschreven versie "Engelstalig" .shangrila.

3. Bedrijfsvormen / overheidsinstantie / religieuze uitgangen
We treffen ook veel vroege waarschuwingen aan voor wat betreft bedrijfsvormen als de Franse .SARL (door Franstalige landen) en Duitse GmbH. Of een string soortgelijk aan een overheidsinstantie (.army, .navy, and .airforce). En religieuze uitgangen als .bible, .islam (Verenigde Arabische Emiraten / India) en .halal (Verenigde Arabische Emiraten / India)

4. Een defensieve registratie van domeinnamen met een negatieve lading:
The string (.sucks, .fail) has an overtly negative or critical connotation, and [applicant] does not appear to have proposed sufficient mechanisms to address the potential for a high level of defensive registrations.

5. Instructies als een Early Warning wordt ontvangen
ICANN beveelt ten zeerste aan om met relevante partijen samen te werken om de bezwaren in de vroege waarschuwingen te bespreken.

Continuing with your application

If you choose to continue with the application, then the “Applicant’s Response” section below should be completed. In this section, you should notify the GAC of intended actions, including the expected completion date. This completed form should then be sent to gacearlywarning@gac.icann.org. If your remediation steps involve submitting requests for changes to your application, see the change request process at https://newgtlds.icann.org/en/applicants/customer-service/change-requests.

In the absence of a response, ICANN will continue to process the application as submitted.

Withdrawing your application
If you choose to withdraw your application within the 21-day window to be eligible for a refund of 80% of the evaluation fee (USD 148,000), please follow the withdrawal process published at https://newgtlds.icann.org/en/applicants/customer-service/withdrawal-refund. Note that an application can still be withdrawn after the 21-day time period; however, the available refund amount is reduced. See section 1.5 of the Applicant Guidebook.

IEF 12040

Specificatie had van deskundige op dit gebied verwacht mogen worden

Rechtbank Middelburg 25 juli 2012, LJN Y3979 (A&S tegen Instore Ambiance B.V.)

Geschil over rekening van advocaat gespecialiseerd in octrooi-/modelaanvragen. Gedaagde stelt dat zij onvoldoende is voorgelicht over de kosten. De begrippen "depotkosten" en "registratiekosten" zijn niet gespecificeerd, dat had wel van een deskundige op dit gebied verwacht mogen worden. De rechtbank is van oordeel dat voldoende is gewezen op mogelijke extra kosten. Vordering toegewezen.

Niet betwist is dat de gevorderde kosten gemaakt zijn. De hoofdsom en de daarbij gevorderde rente zijn dus toewijsbaar (ad €10.702,09 vermeerder met de wettelijke rente). De rechtbank zal de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten afwijzen. Gesteld noch gebleken is dat meer werkzaamheden zijn verricht dan die, welke reeds zijn begrepen in het toe te wijzen bedrag aan advocaatkosten. Instore Ambiance B.V. zal worden veroordeeld in de proceskosten omdat zij in het ongelijk wordt gesteld (ad €1.994).

De reconventionele vordering, omdat het modeldepot in de VS niet (volledig) is ingeschreven, wordt ook afgewezen.

2.1. Arnold & Siedsma B.V. heeft in een op 26 november 2007 gedateerde brief een kostenindicatie voor modelbescherming in een twintigtal landen buiten de EU gezonden. Dit was op verzoek van Instore Ambiance B.V. Voor zover van belang luidt die brief: “Zoals reeds besproken dien je er rekening mee te houden dat de opgegeven kosten enkel de depotkosten zijn. Extra werkzaamheden zoals bijvoorbeeld het na-indienen van documenten, aanpassen van afbeeldingen, laten vertalen en/of legaliseren van documenten, publicatiekosten, registratietaksen, handhaving taksen, behandeling van eventuele bezwaren, bijkomende advies en dergelijke zijn niet bij deze kosten inbegrepen. Voor zover zij zich voordien, zullen zij veelal aan de hand van het uurhonorarium afzonderlijk in rekening worden gebracht.” Bij de brief was een kostenindicatie gevoegd voor depot in diverse landen.

2.2.  Instore Ambiance B.V. heeft Arnold & Siedsma B.V. 14 december 2007 opdracht gegeven tot het registreren van een aantal modellen buiten Europa, te weten de VS, de VAE, China, India. In de mail waarin de opdracht gegeven wordt, vermeldt Instore Ambiance B.V.: “Van de VAE heb je me geïnformeerd over de relatief hoge legalisatiekosten van ca. Eur 800,- Als er bij de registratie in andere landen bijzonder kosten te verwachten zijn, tekeningen, bijzonder advies, legalisatie, vertalen etc., hoor ik dit graag.”

4.2.  Niet betwist is dat de gevorderde kosten gemaakt zijn. De hoofdsom en de daarbij gevorderde rente zijn dus toewijsbaar.
De rechtbank zal de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten afwijzen. Gesteld noch gebleken is dat meer werkzaamheden zijn verricht dan die, welke reeds zijn begrepen in het toe te wijzen bedrag aan advocaatkosten.
Instore Ambiance B.V. zal worden veroordeeld in de proceskosten omdat zij in het ongelijk wordt gesteld.

4.3.  Het oordeel in conventie heeft tot gevolg dat de vordering in reconventie moet worden afgewezen voor zover het verweer betreft de onvoldoende informatie van de kant van Arnold & Siedsma B.V.

IEF 12039

Onrechtmatig uitlaten over het ontwikkeld product

Rechtbank 's-Gravenhage 31 oktober 2012, LJN BY3943 (Holland waterfiltration Systems tegen Vereniging van waterbedrijven in Nederland)

Onrechtmatige daad. Reclamerecht. Opzegging Schadestaatprocedure na LJN AZ7893 en IEF 7890overeenkomst. Causaal verband. De recente pers publicaties [in o.a. de Volkskrant (Supermarkt 'flest' klant met Zero Water), Consumentenbond (Duur kraanwater) en Voedingscentrum (Albert Heijn verkoop gefilterd leidingwater), zetten AH in een dusdanig negatief daglicht, dat besloten is de evaluatie periode per direct te beëindigen en per week 22 de tussen Albert Heijn en HWS gesloten overeenkomst te beëindigen.

In de hoofdzaak is vastgesteld dat gedaagden ieder voor zich onrechtmatig hebben gehandeld jegens eiseres, door de wijze waarop zij zich tegenover derden hebben uitgelaten over een door eiseres ontwikkeld product. De rechtbank heeft eiseres opgedragen te bewijzen dat er causaal verband bestaat tussen de onrechtmatige gedragingen en de gestelde schade. Dat bewijs is niet geleverd, onder meer gegeven de overige negatieve publiciteit, afkomstig van derden, over het product.

De rechtbank acht namelijk waarschijnlijk dat, wanneer de uitlatingen van Vewin niet in het artikel van de Volkskrant zouden zijn gedaan - althans niet op onrechtmatige wijze -, Albert Heijn evenzeer tot beëindiging van de overeenkomst met HWS zou zijn overgegaan. In dat geval was immers nog steeds sprake geweest van aanzienlijke negatieve publiciteit rondom Zero-water, afkomstig van de Consumentenbond (op de website en in de Volkskrant), van het Voedingscentrum en van Vewin (in het RTL-4 journaal, welke publiciteit niet onrechtmatig is bevonden). HWS is aldus niet in haar bewijsopdracht geslaagd.

 


4.2. In de hoofdprocedure is vastgesteld dat Vewin en Vitens ieder voor zich onrechtmatig hebben gehandeld jegens HWS (zie onder 2.16 tot en met 2.19). In de onderhavige schadestaatprocedure kan niet opnieuw ter discussie worden gesteld welke gedragingen van Vewin en Vitens onrechtmatig zijn geweest jegens HWS. De rechtbank gaat daarom voorbij aan de stellingen van HWS dat Vitens en Vewin jegens HWS hebben samengespannen en het initiatief hebben genomen om de pers te benaderen.

Causaal verband onrechtmatige gedragingen Vewin?
4.10.Gelet hierop kan niet worden aangenomen dat causaal verband bestaat tussen enerzijds de onrechtmatige gedragingen van Vewin, kort gezegd: de uitlatingen in de brief van Vewin aan Ahold, en anderzijds het besluit tot beëindiging van de overeenkomst door Albert Heijn (en daarmee: de gestelde schade). HWS is niet geslaagd in haar bewijsopdracht, zodat haar vordering tegen Vewin zal worden afgewezen.

Causaal verband onrechtmatige gedragingen Vitens?
4.14.De conclusie van de rechtbank is dat het artikel in de Volkskrant een zekere rol heeft gespeeld in de besluitvorming van Albert Heijn over de beëindiging van de overeenkomst met HWS, maar ook dat niet met de hier vereiste mate van waarschijnlijkheid kan worden vastgesteld dat de specifieke uitlatingen van Vewin daarbij van dusdanige betekenis waren dat een conditio sine qua non-verband kan worden aangenomen. De rechtbank acht namelijk waarschijnlijk dat, wanneer de uitlatingen van Vewin niet in het artikel van de Volkskrant zouden zijn gedaan - althans niet op onrechtmatige wijze -, Albert Heijn evenzeer tot beëindiging van de overeenkomst met HWS zou zijn overgegaan. In dat geval was immers nog steeds sprake geweest van aanzienlijke negatieve publiciteit rondom Zero-water, afkomstig van de Consumentenbond (op de website en in de Volkskrant), van het Voedingscentrum en van Vewin (in het RTL-4 journaal, welke publiciteit niet onrechtmatig is bevonden). HWS is aldus niet in haar bewijsopdracht geslaagd.
IEF 12038

Opzet en vorm van beide websites zijn zo trivaal en voor de hand liggend

Rechtbank Alkmaar 14 november 2012, zaaknr. 13796 / HA ZA 11-626 (Union Milieu B.V. tegen Calleur)

Merkenrecht na niet-succesvolle oppositieprocedure. Handelsnaamwet. Auteursrecht op site. Union houdt zich bezig met de verhuur van afvalcontainers aan particulieren en ondernemers en is houdster van woord/beeldmerk BOUWBAK en domeinnaam bouwbak.nl. DNACC is houdster van bouwbakkie.nl waar afvalcontainers via een webshop wordt aangeboden. Calleur, moeder van DNACC, is houdster van woordmerk BOUWBAKKIE. De door Union gevoerde oppositie is afgewezen [2005437].

In't kort: Geen schending van handelsnaamrechten, merkenrecht noch sprake van onrechtmatige daad.
In reconventie: Geen inbreuk door Google Adwords dat slechts kortstondig gebruik is geweest en thans niet meer.

4.23 Calleur is van mening dat Union inbreuk heeft gemaakt op haar handelsnaam- en merkrecht Bouwbakkie door op internet/google te adverteren met bouwbakkie en bouwbakkie.nl voor haar eigen bouwbak.

Er is onvoldoende aangetoond dat Union, na daarop te zijn gewezen door Calleur in april 2011, is doorgegaan met het gebruik van het merk bouwbakkie, de rechtbank gaat er dan ook vanuit dat het een kortstondig gebruik is geweest. Op de lay-out van de website rust geen auteursrecht, de opzet en vorm van beiden websites zijn zo triviaal en voor de hand liggend dat daarachter geen creatieve arbeid valt aan te wijzen. Alle vorderingen worden afgewezen.

In conventie
Uit het voorgaande leidt de rechtbank af dat Union de naam bouwbak op haar briefpapier en op haar vrachtwagens en containers in combinatie met Union of Union Milieu gebruikt. In zoverre kan er van het gebruik van de handelsnaam Bouwbak niet worden gesproken, maar is er sprake van een handelsnaam Union Bouwbak of Union Milieu bouwbak. Wordt het gebruik van die handelsnaam vergeleken met de handelsnaam bouwbakkie.nl dan is er naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van een handelsnaam van Calleur die slechts in geringe mate afwijkt van die van Union. Naast de beschrijvende aanduiding bouwbak is Union immers het overheersende bestanddeel van de handelsnaam. Van verwarringsgevaar is dan geen sprake. In zoverre is er dan ook geen inbreuk van Calleur op de handelsnaamrechten van Union.

4.9. Het vorenoverwoge leidt ertoe dat de rechtbank van oordeel dat Calleur met het voeren van de handelsnaam bouwbakkie.nl geen inbreuk maakt op de handelsnaam bouwbak.nl van Union. Ten eerste niet omdat bouwbak.nl pas daadwerkelijk als handelsnaam werd gebruikt toen bouwbakkie.nl al als handelsnaam werd gevoerd en bouwbakkie.nl om die reden als oudere handelsnaam voorgaat. En ten tweede omdat naar het oordeel van de rechtbank het beschrijvende karakter van de handelsnaam van Union afgezet tegen de naam bouwbakkie die door de verkleiningsuitgang meer een eigen naam is, meebrengt dat er geen verwarring is te duchten bij het in aanmerking komende publiek. Voor zover die verwarring er wel is, kan deze bezwaarlijk worden toegeschreven aan het voeren van zo’n soortaanduiding of beschrijvende aanduiding, te meer nu door Calleur voldoende aangetoond is dat de aanduiding bouwbak.nl veelal gebruikt wordt in combinatie met de handelsnaam Union. Voor zover er, tot slot, overigens daadwerkelijk sprake is van verwarring, zoals door Union gesteld maar niet uitgebreid onderbouwd en door Calleur betwist, is de rechtbank van oordeel dat die verwarring als verwaarloosbaar buiten beschouwing dient te blijven.

Merkenrecht
4.16. De rechtbank sluit zich aan bij het oordeel van het BBIE. Naar het oordeel van de rechtbank heeft het BBIE de maatstaf zoals hiervoor onder 4.14 geformuleerd toegepast. Daaraan voegt de rechtbank nog het volgende toe. Ofschoon het wel is gesteld door Union, is het de rechtbank niet gebleken dat het woord/beeldmerk Bouw(b)ak door de gestelde intensieve reclamecampagnes een zodanige bekendheid heeft gekregen dat de onderscheidende kracht van het merk is toegenomen en daarmee de beschermingsomvang. Verder is de rechtbank met Calleur van oordeel dat de verkleiningsuitgang “ie” a-typisch is voor grote voorwerpen als afvalcontainers en het woord een andere lading geeft. Tot slot heeft Calleur onvoldoende weersproken gesteld dat zij zich hoofdzakelijk richt op de consumentenmarkt en dat Union zich meer richt op de professionele aannemerij. Aldus is er ook sprake van een verschillend publiek.

4.21. De rechtbank is van oordeel dat er van een onrechtmatige daad van Calleur jegens Union geen sprake is. Union heeft immers geen andere feiten en omstandigheden aan de gestelde onrechtmatige daad ten grondslag gelegd dan de feiten en omstandigheden die reeds onvoldoende zijn bevonden om een inbreuk op de handelsnaam en het merkrecht aan te nemen. Nu tussen de ondernemingen en de door hen gebruikte aanduidingen geen verwarring is duchten, zoals uit al het voorgaande blijkt, komen de vorderingen voor zover gegrond op een gestelde onrechtmatige daad ook niet voor toewijzing in aanmerking.

In reconventie
4.28 Onder verwijzing naar artikel 2.26 BVIE en artikel 2.28 lid 1 sub b, c en d BVIE vordert Calleur wegens het verworden tot soortnaam van het merk bouwbak en het missen van elk onderscheidend vermogen van dat merk, dat het merk vervallen en nietig wordt verklaard.

4.29 (...) Ook is de rechtbank van oordeel dat het woord bouwbak weliswaar in hoge mate beschrijvend is, maar dat hetzelfde niet kan worden gezegd van het woord/beeldmerk met daarin de hierboven onder 2.1. weergegeven figuratieve elementen. Anders gezegd: de combinatie van het woord en beeldmerk mist niet ieder onderscheidend vermogen.

Auteursrecht
4.30 Calleur is van mening dat Union met - naar de rechtbank begrijpt – de lay out van haar website inbreuk maakt op het auteursrecht dat op de website van Union rust. De websites tonen een grote gelijkenis en de website van Union is van Calleur gekopieerd.

4.31 Union betwist dat er sprake is van een inbreuk op een auteursrecht van Calleur. Volgens haar is de website van Calleur een website met een standaard opzet en vormgeving. Deze vormgeving is niet aan te merken als een oorspronkelijk werk, voortvloeiend uit creatieve keuzes van de maker. Daarbij zijn de websites verschillend wat kleur en opzet betreft.

4.32 De rechtbank is met Union van oordeel dat er op de lay out van de website van Calleur geen auteursrecht rust en er dus ook geen inbreuk op dat recht kan worden gemaakt. Naar het oordeel van de rechtbank hebben beide websites, zowel die van Union als die van Calleur, een opzet en vorm die zo triviaal en zo voor de handliggend is (zie ook de websites van andere aanbieders van afvalcontainers) dat daarachter geen creatieve arbeid valt aan te wijzen. Als dat al wel het geval zou zijn dan is het oorspronkelijk karakter zeer gering en heeft Union, gegeven de mogelijkheden, aan haar website een eigen karakter gegeven door te kiezen voor een andere kleurstelling, lettertype en -grootte.

IEF 12037

Emre Yildirim winnaar internetscriptieprijs 2012

Tijdens het symposium "Auteursrechthandhaving op Internet" in Felix Meritis, Amsterdam is de Internet Scriptieprijs 2012 uitgereikt aan:

Emre Yildirim van de Universiteit van Amsterdam, hij schreef de scriptie Mobile privacy: is there an app for that? over privacy op mobiele devices en apps.

Daarnaast kwamen interessante sprekers aan het woord; Ot van Daalen (directeur Bits of Freedom), Joost Poort (senior economisch onderzoeker bij het Instituut voor Informatierecht, UvA) en Marietje Schaake (per video, Europarlementariër D66) en Okke Delfos Visser (deputy general counsel bij The Motion Picture Association of America).

IEF 12036

Enkele wijzigingen op de draft agreement Eenvormig Octrooirecht

Proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council implementing enhanced cooperation in the area of the creation of unitary patent protection = Preparation for the informal trilogue = Endorsement of the patents package, Document nr. 16220/12 of the interinstitutional File 2011/0093(COD) , van 14 November 2012.

Nog niet beschikbaar via de reguliere weg, we zijn nog op zoek. Enkele wijzigingen [klik hier] op de draft agreement [14750/12 PI 120 COUR 67].

New Article 5a of the Regulation on Unitary Patent Protection
Uniform Protection
(1) The European patent with unitary effect shall confer on its proprietor the right to prevent any third party from committing acts against which the patent provides protection throughout the territories of the participating Member States in which the patent has unitary effect, subject to applicable limitations.
(2) The scope of this right and its limitations shall be uniform in all participating Member States in which the patent has unitary effect.
(3) The acts against which the patent provides protection referred to in paragraph 1 and the applicable limitations shall be those defined by the law applied to European patents with unitary effect in the participating Member State whose national law is applicable to the European patent with unitary effect as an object of property in accordance with Article 10.
(4) In the report referred to in Article 20(1) the Commission shall evaluate the functioning of the applicable limitations and, where necessary, shall make appropriate proposals.

New Recitals 9 and 10 of the Regulation on unitary patent protection

Recital 9
The European patent with unitary effect should confer on its proprietor the right to prevent any third party from committing acts against which the patent provides protection. This should be ensured through the establishment of a Unified Patent Court. In matters not covered by this Regulation or by Council Regulation No …/2012 implementing enhanced cooperation in the area of the creation of unitary patent protection with regards to the application translation arrangements, the provisions of the EPC, the Agreement on a Unified Patent Court, including its provisions defining the scope of the right and its limitations, and national law including rules of private international law shall apply.

Recital 10
In the report referred to in Article 20(1) of this regulation the Commission shall evaluate the functioning of the applicable additional limitations and, where necessary, shall make appropriate proposals, taking account of the contribution of the patent system to innovation and technological progress, the legitimate interests of third parties or overriding interests of society. The Agreement on a Unified Patent Court does not preclude the European Union from exercising its powers in this field.

IEF 12035

Stand van zaken in de verschillende Nederlandse blokkeringszaken omtrent The Pirate Bay

Uit't persbericht: BREIN vordert van Nederlandse access providers dat zij voor hun abonnees de toegang tot de (veroordeelde) illegale site The Pirate bay blokkeren. De ISP's verzetten zich daartegen. In de bodemprocedure van BREIN tegen Ziggo en Xs4all is de blokkering toegewezen. De twee ISP's zijn tegen dat bodemvonnis in hoger beroep [red. IEF 11533 bespreking vd grieven van XS4All]. Daarnaast heeft BREIN een kort geding vonnis tegen UPC, KPN, Tele2 en T-mobile, ook deze ISP's zijn daartegen in hoger beroep. Zoals vereist heeft BREIN ook een bodemprocedure aangespannen tegen deze vier plus Zeelandnet en Caiway.

Zeelandnet heeft bezwaar gemaakt tegen behandeling in Den Haag omdat zij in Zeeland opereren. De rechter heeft dit bezwaar onlangs afgewezen [red. IEF 11978]. Daarnaast hebben UPC en KPN gevorderd dat deze bodemprocedure aangehouden moet worden tot er uitspraak is in het hoger beroep van Ziggo en Xs4all. De rechter heeft ook dit onlangs afgewezen [red. tevens IEF 11978]. De zaak wordt in Den Haag behandeld en krijgt geen uitstel.

Voorts hebben KPN en Tele2 gevorderd dat zij zich in het hoger beroep van Ziggo en Xs4all mogen voegen. Ook dit is vorige week door de rechter afgewezen vanwege onnodige complicatie en vertraging [red. IEF 12025]. Overigens stelden zij voor hun Grieven te nemen na Memorie van Antwoord door BREIN op de Grieven van Ziggo en Xs4all, hetgeen hen (in strijd met de regels) een extra ronde voor argumenten zou opleveren. Dit gaat dus ook niet door.

BREIN's Memorie van Antwoord in het hoger beroep van Ziggo en Xs4all staat nu gepland voor begin volgend jaar. Het pleidooi zal waarschijnlijk voor de zomer plaatsvinden. Vonnis zou dan voor het eind van het jaar gewezen kunnen worden.

Het hoger beroep van BREIN tegen het aanvankelijke kort geding vonnis aangaande blokkering door Ziggo en Xs4all is inmiddels ingehaald door de bodem waarin de blokkering is toegewezen. Toch blijft dit hoger beroep aanhangig aangezien BREIN daarin nog de onterechte kostenveroordeling van Ziggo terug te vorderen heeft.

Naast bovengenoemde vonnissen heeft BREIN drie ex-parte beschikkingen tegen UPC, KPN, Tele2 en T-mobile tot uitbreiding van de te blokkeren IP-adressen van The Pirate Bay met een nieuw IP-adres aangezien TPB evenzovele keren een nieuw IP-adres in gebruik nam en de ISP's weigerden dit vrijwillig mee te nemen in de blokkade [IEF 11503; IEF 11459; IEF 11364].

Terzijde: de proxies ter omzeiling van de blokkering

Tevens hebben wij vier ex-parte beschikkingen tegen aanbieders van proxies om de blokkering van The Pirate Bay te omzeilen. Het verbod tegen de Piraten Partij is daarna ook op tegenspraak toegewezen [IEF 11298]. De PP is in hoger beroep, wij hebben daarin bij de rechter aangedrongen op behandeling aangezien de PP dit op de lange baan schoof. Tevens hebben wij, zoals vereist om het verbod geldend te houden, een bodemprocedure tegen de PP aangespannen. Op sommatie van BREIN zijn inmiddels meer dan 70 proxies afgesloten. [red. IEF 11583; IEF 11548]

Het bezoek van Nederlandse gebruikers aan The Pirate Bay is sterk gedaald sinds de blokkade door de zes grootste ISP's. Een deel van die gebruikers gaat naar legale alternatieven, een ander deel gaat naar andere illegale bronnen die vanzelfsprekend ook doelwit van handhaving zijn of dat nog zullen worden. Overigens wordt daarin niet direct naar blokkering door access providers gegrepen. Eerst probeert BREIN andere middelen maar bij een site die desondanks in haar illegale handel volhardt, kan ook blokkering een van de middelen zijn waarvan toepassing op zijn plaats is.

[redactie heeft hyperlinks naar besprekingen van de respectieve uitspraken toegevoegd]

IEF 12034

Computer- en telefoonfabrikanten dagvaarden Staat wegens thuiskopieheffing

Uit't persbericht van ICT~Office: Een groot aantal ICT- en telefoonbedrijven sleept de Staat voor de rechter vanwege de nieuwe thuiskopieregeling [red. IEF 11927, en PriceWaterHouseCoopers-rapport over Thuiskopie onderzoek naar gederfde inkomsten door thuiskopieën, red. IEF 11914]. De bedrijven, waaronder ook leden van ICT~Office, vinden dat de vele tientallen miljoenen die staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie wil laten ophalen door stichting de Thuiskopie in geen verhouding staan met de inkomsten die de film- en muziekindustrie mislopen door thuiskopiëren. De bedrijven die naar de rechter zijn gestapt stellen de Staat daarom aansprakelijk voor alle schade die zij van de regeling gaan ondervinden. Ook stichting de Thuiskopie is gedagvaard en er zal worden gevorderd om het geld dat teveel is geïnd terug te betalen.

Uit't gezamenlijke persbericht [pdf]: van STOBI (stichting overlegorgaan blanco informatiedragers) en FIAR (de vereniging vertegenwoordigt de fabrikanten, importeurs en agenten van audio en visuele media in Nederland): Vandaag hebben een groot aantal computer- en telefoonfabrikanten, waaronder Acer, Dell, Hewlett-Packard en Imation, de Nederlandse Staat gedagvaard over de vaststelling van nieuwe thuiskopieheffingen op computers en telefoons.

Deze claim volgt op een brandbrief die afgelopen maandag aan staatssecretaris Teeven werd gestuurd en waarin deze bedrijven er op wezen dat de excessief hoge heffing ten behoeve van de film- en platenindustrie niet in verhouding staat met de economische schade die het veroorzaakt voor de rechthebbenden. De bedrijven stellen de Staat nu aansprakelijk voor alle schade die zij van de heffing ondervindt. Ook Stichting de Thuiskopie is gedagvaard en er zal worden gevorderd om het geld dat zij teveel hebben geïnd terug te betalen aan de industrie. De claim kan volgens de bedrijven oplopen tot tientallen miljoenen euro's alleen al voor 2013.

Enkele weken geleden liet staatssecretaris Teeven weten dat er per 1 januari 2013 een heffing komt op onder andere computers, smartphones en tablets [red. IEF 11927]. Die heffing is bedoeld als tegemoetkoming voor schade die de film- en platenindustrie ondervindt door maken van thuiskopiëen, bv. om muziek of films thuis via computer, tablet of smartphone later te kunnen bekijken en beluisteren.

Volgens de Europese Richtlijn moet – als een overheid ervoor kiest een heffing in te stellen – de heffing zijn gebaseerd op de daadwerkelijke schade van auteursrechthebbenden. De regeling die op 1 januari van kracht dreigt te worden gaat niet uit van die basisvoorwaarde. Die regeling beoogt een bedrag van € 40 miljoen op jaarbasis bijeen te brengen. In de dagvaarding stellen de elektronica bedrijven dat dat schadebedrag excessief is en volledig uit de lucht gegrepen.

In het bedrag van € 40 miljoen is bijvoorbeeld ook de schade uit illegaal downloaden van muziek en films meegenomen. Ook dat is volgens de Europese Richtlijn niet de bedoeling: die schade mag niet worden verhaald door een heffing op apparaten. Momenteel is deze vraag aanhangig gemaakt bij het Europese Hof van Justitie. Als het Hof inderdaad besluit dat privé-kopieën uit een illegale download niet mogen worden meegenomen in de heffing, dan moet de Staat deze teveel betaalde heffing terug betalen. Daarnaast is de heffing in haar huidige vorm ook nog eens strijdig met een uitspraak van de Europese rechter dat er op professioneel gebruikte apparaten geen heffing mag worden ingesteld.
Deze worden immers niet gebruikt voor thuiskopiëren. Maar de regeling voorziet nu op alle apparaten
een heffing en professionele gebruikers moeten nu door middel van een ingewikkelde constructie hun
geld terug zien te krijgen.

Tenslotte is het besluit om de heffing in te stellen onzorgvuldig tot stand gekomen. Niet alleen door de
onjuiste manier waarop het schade bedrag is vastgesteld, ook vanwege de opstelling van de voorzitter
van de SONT (het orgaan dat de hoogte van de heffing en het aantal apparaten waarop deze geldt,
vaststelt) die de deelnemende producentenorganisaties (STOBI, FIAR CE en ICT~Office) liet geloven
dat een definitief besluit nog niet was voorgelegd aan de staatssecretaris, terwijl dat wel het geval
was. Ondanks de bezwaren over de heffing heeft de industrie op verzoek van staatssecretaris Teeven
deelgenomen aan de onderhandelingen. Zij is daardoor onaangenaam verrast door de uitspraak van
de staatssecretaris dat de industrie geen gebruik zou hebben gemaakt van de inspraakmogelijkheden
in de SONT. De vele bezwaren vanuit de industrie zijn simpelweg niet meegenomen in de
overwegingen van SONT en die van de staatssecretaris. Een van de bezwaren van de industrie heeft
betrekking op de korte tijd die zij heeft om de heffing in te voeren. In haar advies over de heffing
betwijfelde de Raad van State al of de industrie redelijkerwijs in staat kan worden geacht deze heffing
in te voeren.

Op andere blogs:
1709blog (Hardware providers sue Dutch government over private copying levy hike)