Merkenrecht  

IEF 4405

Groen Boekje (2)

gb.gifHet geschil over het gebruik van de naam Groene Boekje en groeneboekje.info (eerder bericht hier) blijkt een storm in een glas water te zijn geweest. Vrijwel direct na de publiciteit over de deze kwestie hebben de twee betrokken ingenieursbureaus de domeinnaam groeneboekje.info uit de lucht gehaald.

"We zijn hier niet blij mee. We hebben ons totaal niet gerealiseerd dat we inbreuk maakten op een beschermd merk. Op dit soort beschuldigingen zitten we bepaald niet te wachten", mopperde projectleider Rein Bruinsma gisteren.

Hij had overleg gehad met de Taalunie over de bezwaren tegen het gebruik van GroeneBoekje.info en direct vastgesteld dat er iets goed mis was en heeft daar toen ook naar gehandeld.

Lees hier iets meer.

IEF 4404

Hopen op een positieve reactie

elhema.gifIn aansluiting op dit eerdere bericht meldt de Telegraaf: “De Hema komt terug op dreigementen aan het adres van de makers van de tentoonstelling El Hema. Vrijdag nog riep de warenhuisketen de culturele instelling Mediamatic in Amsterdam op onmiddellijk te stoppen met het kunstproject, waarin een Arabische tegenhanger van de winkel wordt getoond. Nu wil de Hema samenwerken, liet het bedrijf maandag weten.

(…) Overigens blijft de Hema wel bij het standpunt dat de merk- en auteursrechten worden aangetast. Het warenhuis zegt echter te hopen op een positieve reactie van Mediamatic, zodat beide partijen kunnen overleggen over hoe de expositie er tot ieders tevredenheid toch kan komen. De tentoonstelling in het Post CS-gebouw in Amsterdam moet op 25 augustus beginnen. “

Lees hier meer.

IEF 4402

Het wel bekende Benelux Merkenbureau

Gerechtshof Amsterdam, 15 juni 2007, LJN: BA8526, Strafzaak, hoger beroep.

"Het hof stelt dienaangaande vast dat de door de verdachte verzonden mailing bij oppervlakkige kennisneming misleidend kan zijn. Op het tweede blad van de verzonden brief is namelijk het beeldmerk van de benaderde weergegeven en worden tevens de gegevens van het Benelux Merkenbureau - het bureau alwaar de benaderden hun (beeld)merk hebben geregistreerd  , te weten het officiële inschrijvingsnummer, de datum van inschrijving en de klassen waarvoor het (beeld)merk is geregistreerd, vermeld. Daarbij wordt door de verdachte in de brief gebruik gemaakt van de woorden Bureau Merken Publicatie welke woorden verwarring kunnen scheppen doordat ze enige gelijkenis vertonen met het door de benaderde wel bekende Benelux Merkenbureau.

Ondanks de mogelijke misleiding kan, gelet op de bedoeling van de wetgever en de relevante jurisprudentie, niet worden gesproken van bedrog in strafrechtelijke zin. Immers, indien benaderden als in het maatschappelijk verkeer normaal functionerende, nadenkende mensen bedoelde brief aandachtig lezen, ziet men op de voorzijde van de brief vermeld staan dat het hier een offerte betreft en dat voor informatie omtrent de offerte en de factuur wordt verwezen naar de achterzijde van de brief. Op deze achterzijde wordt een correcte beschrijving van de bij betaling geboden dienst gegeven.

De benaderden is dus de gelegenheid geboden deze informatie tot zich te nemen. Het al dan niet lezen van deze informatie is uiteindelijk een keuze van de benaderden zelf. De benaderden worden niet door de hiervoor omschreven benaderingswijze door middel van leugens of anderszins bewogen tot afgifte van geld, immers bij betaling wordt blijkens de stukken in het dossier de beloofde dienst daadwerkelijk geleverd. Voor het standpunt van de advocaat-generaal dat bij de benaderden het vertrouwen wordt gewekt dat het hier om een verlenging van een bestaande inschrijving zou gaan en dus met minder controle, dan wel met een geringere mate van omzichtigheid kan worden volstaan, ziet het hof geen enkele aanwijzing. Mitsdien is hier geen sprake van oplichting in de zin van artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht." Vrijspraak.

Lees het arrest hier.

IEF 4399

Geen fishing expedition

eosreb.gifRechtbank Utrecht 11 juli 2007, zaaknr./rolnr. 209421 / HA ZA 06-488, Canon Kabushiki Kaisha en Canon Europa N.V. tegen Crown International B.V. en Crown Holding B.V. (Met dank aan Dirk Straathof, Brinkhof)

Bodemprocedure over parallelimport, uitputting, fishing expeditions en ongeoorloofde mededinging. De procedure volgt op een kort geding tussen partijen waarin Crown is veroordeeld tot een inbreukverbod met betrekking tot de camera Canon Digital Rebel en enkele andere Canon-producten.

Op grond van de veroordeling in kort geding heeft Crown aan Canon opgave gedaan van de in- en verkoop van in totaal 19 Digital Rebels in het jaar 2005. Canon meent dat deze opgave onvolledig is en vordert een inbreukverbod en een onderzoek van de volledige administratie van Crown door een door de rechter aan te wijzen forensische registeraccountant.

Crown stelt in reconventie dat Canon zich op de Nederlandse markt schuldig maakt aan ongeoorloofde mededinging door het opleggen van niet toegestane verticale beperkingen aan Canon dealers en misbruik maakt van haar economische machtspositie. Canon zou daarmee onrechtmatig handelen jegens Crown.

Crown vordert derhalve in reconventie onder meer afschriften van stukken met betrekking tot contractuele verhouding tussen Canon en diverse Nederlandse Canon dealers en een verklaring voor recht dat Canon op de Nederlandse markt in strijd handelt met het mededingingsrecht.

Crown stelt dat de merkrechten van Canon met betrekking tot de Canon Digital Rebels zijn uitgeput in de zin van artikel 2.23 lid 3 BVIE.

In dat kader moet volgens de rechtbank de vraag worden beantwoord of Crown Canon-producten binnen de EER op de markt heeft gebracht die niet voor deze markt bestemd waren en, zo ja, of Canon zich daartegen kan verzetten omdat die producten niet door of met toestemming van Canon binnen de EER in het verkeer zijn gebracht. De rechtbank stelt onder verwijzing naar het arrest Van Doren/Lifstyle (HvJ EG, 8 april 2003) dat de bewijslast terzake rust op Crown, alleen al omdat tussen partijen vaststaat dat fotocamera’s met typeaanduiding Digital Rebel in beginsel niet voor verhandeling binnen de EER bestemd zijn (in de EER is de typeaanduiding van deze camera’s namelijk EOS 300D).

De rechtbank overweegt dat Crown onvoldoende heeft gesteld om tot deze bewijslevering te worden toegelaten en concludeert dat Crown zonder toestemming van Canon producten van het merk Canon heeft verhandeld die bestemd waren voor de markt buiten de EER en dat Canon zich tegen deze handelswijze kan verzetten. Het gevorderde inbreukverbod wordt grotendeels toegewezen.

Ook het door Canon gevorderde administratieonderzoek wordt grotendeels toegewezen, omdat is vastgesteld dat de opgave van de aankoop en verkoop van 19 Digital Rebels door Crown in 2005 op grond van het vonnis in kort geding onvolledig was. Ook in 2003 en 2004 heeft Crown in deze camera’s gehandeld.

De vorderingen van Crown in reconventie worden afgewezen. De vordering tot het verschaffen van afschriften van bescheiden met betrekking tot de contractuele verhouding tussen Canon en diverse Nederlandse Canon dealers betreft een vordering op grond van artikel 843a Rv. De vordering is volgens de rechtbank onvoldoende bepaald en derhalve te beschouwen als een “fishing expedition”, waarvoor dit artikel niet is bedoeld. Ter zake van de gevorderde verklaring voor recht dat sprake zou zijn van ongeoorloofde mededinging en misbruik van machtspositie heeft Crown volgens de rechtbank niet aan haar stelplicht voldaan c.q. zijn de door Crown overgelegde bewijsmiddelen onvoldoende.

Lees het vonnis hier

 

IEF 4395

El Hema

elh.JPG“Hema B.V dreigt met een kort geding en schadeclaims als Stichting Mediamatic niet onmiddellijk stopt met haar kunstproject El HEMA. El HEMA is een tentoonstelling in het Post CS gebouw rond de vraag “Hoe zou een Arabische HEMA er uit zien?” De tentoonstelling, die op 25 augustus zal openen, maakt deel uit van een serie activiteiten rond Nederlands–Arabische culturele uitwisseling van Mediamatic en anderen.

In een brief aan Mediamatic zegt de Hema over de tentoonstelling: “Het is onmiskenbaar dat Mediamatic daardoor op ongerechtvaardigde wijze tracht aan te haken bij het door HEMA ontwikkelde concept. Dit leidt dan ook tot verwarringsgevaar bij het publiek. Dit is voor HEMA volstrekt onaanvaardbaar.”

Willem Velthoven, bestuursvoorzitter van Mediamatic: “Ik ben enorm verbaasd en teleurgesteld over de agressieve reactie van de Hema. Hoe kan een tentoonstelling nu tot verwarring bij het publiek leiden? Iedereen kent de Hema toch. Wij zijn hier allemaal fans van de Hema. Juist daarom ben ik zo teleurgesteld over de opstelling van de Hema.”

Lees hier meer.  Associatie: eerder 'Albert Heijn' kunstproject (Tarik Sadouma) hier.

IEF 4388

Groen boekje

groene boekje.jpg

De Taalunie maakt bezwaar tegen het gebruik van de naam ' Groene boekje'  en de domeinnaam groeneboekje.info door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en een tweetal ingenieursbureaus.

Gemeenten en projectontwikkelaars maken veelvuldig gebruik van dit boekje, dat officieel 'Bedrijven en Milieuzonering' heet, bij de ruimtelijke inpassing van bedrijven nabij woningen en van nieuwe woningen nabij bedrijven.

De Taalunie stelt dat zij de naam het 'Het Groene Boekje'  als merk heeft beschermd.  Zij geeft met de Sdu het Groene Boekje op papier uit. Volgens Johan Van Hoorde van de Taalunie lijkt het gebruik van GroeneBoekje.info voor een website wel degelijk inbreuk te maken op de merkrechten van de Taalunie: "Het gebruik van Groenboekje.info schept verwarring met onze domeinen en merken. Als de mensen naar ons op zoek zijn kunnen ze uitkomen bij de milieusite, en andersom ook. Als ik het zo zie, zullen we daartegen moeten optreden. We zullen eerst overleg voeren met Sdu Uitgevers." (De merkregistratie nr. 0458972, woordmerk HET GROENE BOEKJE staat  op naam van NV SDU).

Lees hier iets meer.

IEF 4386

Dubbeldik

dubbeldik_2088991c.jpgO.a. de Volkskrant bericht dat Jamin de Hema heeft gesommeerd haar nieuwe Dubbeldik ijsje uit de handel te halen. Volgens Jamin lijkt zowel het ijsje, bestaande uit twee wafels met daartussen een plak ijs in twee verschillende smaken, als de verpakking teveel op haar eigen Dubbeldik ijsje.

Jamin stelt voorts dat Hema door het gebruik van de naam Dubbeldik inbreuk maakt op Jamins merkrechten op dit woord.

Op de kassabon is volgens Jamin ook de naam Dubbeldik te lezen. Zonder de verpakking zouden consumenten geen onderscheid kunnen maken tussen het Jamin- en Hema-ijsje. ‘Dat laat Jamin niet zomaar gebeuren’, aldus een zegsman namens het bedrijf. Jamin neemt de zaak hoog op.

Het Hema-ijsje kost 1 euro en is daarmee 20 eurocent duurder dan de Dubbeldik van Jamin.

Lees hier iets meer

IEF 4380

Alle poppetjes in lettercirkels

biks.JPGZ24.nl bericht over hoe een vermeende inbreukmaker na een overeenkomst met de rechthebbende eindelijk kan optreden tegen inbreukmakers op de vermeende inbreuk “Bikkembergs boos op jumpers. (…) Onder jumpende jongeren vinden de T-shirts met de tekst Jumping is not a Crime grif aftrek. Volgens Dieter Geernaert, advocaat van Bikkembergs, schaadt deze jumper het imago van Bikkembergs: "Bikkembergs is een exclusief merk. Associatie met iets ordinairs als jumpen, tast dat imago aan. Daarom moet het uit de handel worden gehaald."

Alain Horoit heeft het logo ontworpen en wettelijk gedeponeerd. Hij is eigenaar van IMP music, een van de grote namen in de jumpscene. Hij ontkent dat het oude logo een parodie op dat van Bikkembergs is: "Het is een dansende jumper in een cirkel van lettertjes. De gelijkenis met Bikkembergs kleding is geheel toevallig. Dan kan je alle poppetjes in lettercirkels wel gaan verbieden." Horoit heeft zonder morren zijn logo aangepast, ondanks zijn overtuiging dat zijn logo geen kopie is. Het nieuwe logo is nu een dansende jumper in een cirkel vol met woorden. Bikkembergs is akkoord met het nieuwe logo.

(…) Door de populariteit van het jumpen en de cd's worden de 'Jumping is not a crime' T-shirts massaal gekopieerd. Tot voor kort stond Horoit machteloos tegen deze illegale kopieën: "Dan benaderde ik zo'n gastje die een site heeft en vroeg hem te stoppen met het voeren van mijn logo. Dan kreeg ik te horen dat ze niet mijn logo, maar dat van Bikkembergs nagemaakt hadden en vroegen ze mij of ik een deal met Bikkembergs had. Nou, die heb ik nu."

Lees hier meer.

IEF 4375

Eerst even voor jezelf lezen

- Rechtbank Utrecht, 11 juli 2007, HA ZA 06-488. Canon Kabushiki Kaisha c.s. tegen Crown International B.V. (met dank aan Dirk Straathof, Brinkhof).

Parallelimport. “Te staken en gestaakt te houden iedere inbreuk op de aan Canon c.s. toekomende merkrechten  en auteursrechten, meer in het bijzonder de verkoop en het ter verkoop aanbieden van Digital Rebel camera's, Nederlandse handleidingen op CD-ROM van Canon camera’s en USB lampjes met het Canon logo daarop, dan wel andere producten die inbreuk maken op werken en/of merken van Canon C.S.

Lees het vonnis hier.

- Rechtbank Arnhem, LJN: BA9612. Keesie B.V. tegen Stichting Wildzoekers.

Samenvatting rechtspraak.nl: "Keesie stelt dat Wildzoekers inbreuk maakt op haar auteursrecht, onder meer door na het verstrijken van de licentie nog steeds kenmerkende onderdelen van het door haar ontworpen logo op diverse websites te gebruiken en aldus te verveelvoudigen."

Lees het vonnis hier.

IEF 4346

Geknipt, maar niet helemaal geschoren

wxx.JPGRechtbank Zutphen, 10 juli 2007, KG ZA 07-140. Waxx Kappers tegen Maxx Kappers (met dank aan Alma Theunissen, JPR Advocaten).

Apeldoornse merk- en handelsnaamzaak met Zutphense variant op de proceskostenveroordeling.

Eiser exploiteert sinds 1992 een kapsalon onder de handelsnamen Waxx en Waxx Kappers en heeft in 1999 het Benelux woordmerk Waxx  geregistreerd. Gedaagde exploiteert sinds begin 2006 een kapsalon met de naam Maxx Kappers.

De voorzieningenrechter oordeelt, met betrekking tot de merkenrechtelijke vordering,  dat de aanduidingen visueel en auditief overeenstemmen, dat de grote bekendheid bij het publiek van het merk Waxx niet is betwist, dat partijen binnen een straal van 1,5 kilometer dezelfde diensten aanbieden en dat bovendien “het merk Waxx  opvallend is en niet veel voorkomt, zodat deze een groot onderscheidend vermogen heeft.” Dat gedaagde het merk Waxx niet zou kennen is niet relevant.

Met betrekking tot de handelsnamen oordeelt de rechter dat ook hier “bij het publiek verwarring tussen die ondernemingen te duchten is.”

De vorderingen worden toegewezen, hoewel de gedaagde niet veroordeeld wordt tot betaling van de werkelijk gemaakte proceskosten. Aangezien niet gesteld of gebleken is dat gedaagde te kwader trouw handelde en bovendien een kleine onderneming is, worden de werkelijke proceskosten op grond van de billijkheid gematigd tot  “de proceskosten zoals in handelszaken gebruikelijk”, dat wil zeggen de forfaitaire proceskosten.

Lees het vonnis hier.