DOSSIERS
Alle dossiers

Onrechtmatige publicaties  

IEF 2204

Liefde in Lelystad

O.a. Boekblad bericht dat Een pleegzoon van Nel Benschop een kort geding aangespannen tegen uitgever Willem Hooijer, die van plan is een bundeling liefdesgedichten van de vorig jaar overleden dichteres uit te brengen. De rechtszaak dient donderdag 15 juni om 09.15 uur in Lelystad "

“Volgens de advocaat van Hooijer, Lars Bakers, zou Hooijer voldoende bewijs hebben dat Benschop toestemming heeft verleend voor publicatie van de gedichten. De pleegzoon is een andere mening toegedaan. Als erfgenaam van Nel Benschop liggen de auteursrechten bij hem, zo heeft zijn advocaat Arjen Maes laten weten.

De advocaat van Hooijer, Mr. Bakers, zet vraagtekens bij de motivatie van de pleegzoon van Benschop. Hij liet weten niet uit te sluiten dat de uitgeverij van Benschop, Kok in Kampen, op de achtergrond betrokken is bij de rechtszaak, zodat die op termijn de gedichten zelf kan uitgeven. Directeur Bert Endedijk van Kok bevestigt dat de uitgeverij op de achtergrond betrokken is bij de rechtszaak.

Lees hier of hier iets meer.

IEF 2088

Kill en attack

Rechtbank Amsterdam, 17 mei 2006, LJN AX2452. Lako Kennels tegen TROS en TROS tegen Dierenbescherming.

Na een uitvoerig feitencomplex met vele rapporten, lijstjes, brieven en uitspraken, wordt door Lako Kennels gevorderd Tros aansprakelijk te stellen voor de door Lako geleden schade ten gevolge van een televisie-uitzending van Tros Radar, waarin gesteld werd dat Lako Kennels op de tweede plaats in "De Top 5 malafide hondenhandelaren" stond, de publicatie op internet en de weigering tot rectificatie.

Lako Kennels stelt onder meer dat Tros onrechtmatig heeft gehandeld door Lako Kennels te kwalificeren als één van de meest beruchte en malafide hondenhandelaren in Nederland. Dit terwijl aan die kwalificatie geen gedegen onderzoek van Tros ten grondslag ligt en geen hoor en wederhoor is toegepast.

De rechtbank maant Radar tot een grote mate van zorgvuldigheid "[...] waarbij dient te worden gewaakt tegen nodeloos grievende uitlatingen, verdraaiing van de feiten, ongefundeerde verdachtmakingen of een schending van het recht op wederhoor." De rechtbank acht verder dat Tros zich niet kan verschuilen achter de bron van de Top 5, de Dierenbescherming: "De Dierenbescherming heeft weliswaar de Top 5 samengesteld, maar heeft daarbij onbetwist vermeld dat het ging om een top 5 van handelaren waarover de meeste klachten waren binnengekomen. Tros c.s. hebben vervolgens in de gewraakte uitzending zelf aan die top 5 de kwalificatie van “De Top 5 malafide hondenhandelaren” meegegeven. Deze kwalificatie kan niet aan de Dierenbescherming worden toegerekend. [...] Daarbij komt dat het onderzoek van de Dierenbescherming is gelanceerd door een oproep in de uitzending van Radar van 10 februari 2003. Derhalve hebben Tros c.s. niet alleen als een doorgeefluik van informatie van de Dierenbescherming gefunctioneerd, maar zijn zij bij het onderzoek van de Dierenbescherming betrokken geraakt en hebben daar een eigen draai aan gegeven."

Nu er geen gedegen onderzoek aan de kwalificatie als 'malafide hondenhandelaar', 'slechtste fokker' of 'meest beruchte hondenhandelaar' ligt, heeft Tros onrechtmatig gehandeld. In een schadestaatprocedure dient het causaal verband tussen de onrechtmatige gedraging en de schade, de toerekenbaarheid en het bewijs van de gestelde schade aan de orde te komen.

In de vrijwaringszaak vordert Tros de Dierenbescherming datgene te betalen waartoe Tros in de hoofdzaak mocht worden veroordeeld, aangezien zij de Top 5 niet hebben gepresenteerd als hun eigen Top 5, maar als die van de Dierenbescherming. Zij achten zich niet verantwoordelijk voor de inhoud van het onderzoek dan wel de Top 5 van de Dierenbescherming. De rechtbank wijst het gevorderde af met een beroep op de hoofdzaak.

Lees het vonnis hier.

IEF 2053

Niet uit de handel

Vers op Rechtspraak.nl: Boek 'Endstra-tapes' niet uit de handel. De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam heeft bij vonnis van 11 mei 2006 bepaald dat het boek "De Endstra-tapes" niet uit de handel behoeft te worden genomen. In het vonnis wordt het volgende overwogen.

Anders dan de erven Endstra hebben betoogd rust op de gesprekken, die Endsta heeft gevoerd met de CIE geen auteursrecht, omdat niet aannemelijk is geworden dat Endstra ervoor heeft gekozen zijn verhaal in een bepaalde creatieve vorm te doen. Endstra heeft zijn verhaal gedaan om heimelijk informatie te verschaffen aan de politie met als doel dat tegen zijn gestelde afperser W.H. zou worden opgetreden.

De gesprekken die Endstra met de rechercheurs van de C.I.E. heeft gevoerd zijn aan te merken als zakelijke informatieoverdracht, waarbij Endstra weliswaar op eigen wijze heeft gesproken in een soort vraag- en antwoordmodel, hij heeft hierbij echter voor de vorm van het gesprek geen creatieve keuzes gemaakt. In de wijze waarop Endstra zijn verhaal heeft verteld komt immers niet tot uiting dat hij bewust een geestelijke creatie wilde scheppen door zijn verhaal een bepaalde vorm te geven. Er kan dan ook niet vanuit worden gegaan dat Endstra er bewust voor heeft gekozen zijn verhaal op deze manier, in deze vorm en in deze specifieke omgeving te doen. Niet aannemelijk is geworden, dat het feit dat de gesprekken ter bescherming van Endstra voornamelijk op de achterbank van een auto van de C.I.E. zijn gevoerd, van invloed is geweest op de wijze waarop Endstra zijn verhaal heeft verteld.

Het voorgaande leidt tot de conclusie dat op de zogenaamde ‘achterbankgesprekken’ geen auteursrecht rust. Dat betekent dat met de uitwerking van de gesprekken in het PV en de publicatie hiervan in “De Endstra-tapes” geen auteursrecht van Endstra en daarmee van de zonen is geschonden.

Het algemeen belang weegt in deze zaak zwaarder dan het persoonlijk belang van de erfgenamen van Endstra, nu de gesprekken die Endstra heeft gevoerd en de samenhang daarmee met de strafzaak tegen W.H. in het centrum van de maatschappelijk belangstelling staan en die gesprekken voorts inzicht geven in de wijze waarop de CIE met Enstra is omgegaan.

Lees hier meer.

IEF 2037

Zich vrij en onbespied wanend (2)

Otto Volgenant, advocaat bij Kennedy van der Laan, bekritiseert in de Volkskrant van vandaag de onlangs gewezen Porte Ercole uitspraak (zie berichtgeving hier). In deze uitspraak van de Amsterdamse rechtbank, is Privé een verbod opgelegd om nog foto's te plaatsen van Willem-Alexander, Maxima en Amalia voor zover er geen sprake is van een maatschappelijk relevante privé-aangelegenheid. Het verbod wordt ondersteund door een dwangsom van 150.000 EURO per overtreding, oplopend tot maximaal 10 miljoen EURO. Artikel 7 van de Grondwet bepaalt echter dat er geen voorafgaand toezicht op de pers is. Het verbod van de Amsterdamse rechtbank is volgens Volgenant dus een vorm van ongeoorloofde censuur. Correctie achteraf door rectificatie en schadevergoeding vindt Volgenant voldoende om dergelijke inbreukmakende publicaties te sanctioneren. Volgenant vreest voor een glijdende schaal en verwacht dat andere media ook censuur opgelegd kunnen krijgen indien dit vonnis in stand blijft.

'Het uitzonderlijke vonnis in de zaak van Willem-Alexander tegen Privé zal de vrijheid van meningsuiting waarschijnlijk geen dienst bewijzen. Die vrijheid is een groot goed dat moet worden verdedigd tegen afbrokkelen en ook tegen al te ijverige rechters die in naam der Koningin een verbod vooraf uitspreken en daarmee censuur in het leven roepen', aldus Volgenant.

IEF 1956

Prinses X

Rechtbank Amsterdam, 19 april 2006, LJN: AW2164, Eiser tegen De Telegraaf Tijdschriften Groep B.V. Portretrecht en onrechtmatige perspublicatie.

Eiser is op 28 juni 1975 getrouwd met Prinses X. der Nederlanden, welk huwelijk op 25 april 1996 door echtscheiding is geëindigd. Zowel de (freelance) fotograaf als de verslaggever zijn in opdracht van het weekblad Privé afgereisd naar Frankrijk om eiser op te zoeken.  In het daaropvolgende artikel uit 2005 kopt Privé onder meer: “Eiser woont nu samen... met een man!” met als onderschrift: "Al tijdens zijn huwelijk leidde hij een dubbelleven!". Na een dagvaarding door Eiser heeft Privé een rectificatie geplaatst.

Het televisieprogramma RTL Boulevard heeft op 20 april 2005 en op 9 mei 2005 aandacht besteed aan de beweringen geuit in het gewraakte artikel in de Privé van 20 april 2005. In de uitzending wordt het artikel uit Privé ook getoond en noemt een tweede verslaggever de naam van de plaats  waar eiser in Frankrijk een (vakantie)huis heeft gekocht. Tevens is de hoofdredacteur van de Privé ingegaan op het interview bij Radio 538 en stonden de foto's afgebeeld op de internetsite www.denieuwstefoto.nl.

Eiser vordert onder meer TTG te verbieden foto's over zijn privé-leven te publiceren, daaronder begrepen publicaties over zijn seksuele geaardheid, zijn gezondheid, zijn woon- en/of verblijfplaats, zijn gedragingen tijdens zijn huwelijk met Prinses X., zijn echtscheiding en zijn relatie met zijn kinderen en andere familieleden.

Voor de rechtbank staat niet ter discussie dat eiser door het artikel in zijn eer en goede naam is aangetast en dat zijn persoonlijke levenssfeer door die publicatie is geschonden. Of deze ook onrechtmatig is dient beoordeeld te worden aan de hand van de bekende belangenafweging. Nu, gelet op de rectificatie van 25 mei 2005, vast dat de inhoud van het gewraakte artikel (in ieder geval deels) onjuist is en desalniettemin overgegaan is tot publicatie, heeft TTG onrechtmatig jegens eiser gehandeld, waardoor zij schadeplichtig is.

Ten aanzien van het portrecht van Eiser stelt de rechtbank dat eiser de publiciteit niet heeft gezocht en evenmin is aan te merken als een publiek figuur, nu hij al jarenlang in de anonimiteit leeft en sinds zijn echtscheiding niet meer als aanverwant is verbonden aan het Koninklijk Huis. De foto's leveren tevens geen bijdrage aan het publieke debat. De publicatie ervan is derhalve onrechtmatig. Het door eiser gevorderde acht de rechtbank echter te algemeen geformuleerd en te verstrekkend en wordt dan ook afgewezen: "Zo omvat het primair gevorderde verbod niet alleen de huidige levensfase van Eiser, waarin hij een teruggetrokken bestaan leidt, maar omvat deze tevens de periode waarin hij getrouwd was met Prinses X., met betrekking tot welke periode eiser in ieder geval enige aandacht van de media en derhalve ook van Privé zal hebben te dulden, zolang het gaat om zakelijke en juiste informatie."

Bij de schadetoekenning van EUR 20.000,- wordt rekening gehouden "(...) met de omstandigheid dat het gewraakte artikel in Privé door andere media is overgenomen, waardoor brede aandacht is ontstaan voor het privé-leven van [eiser]. Ook de omstandigheid dat de hoofdredacteur van Privé hieraan actief heeft bijgedragen, gelet op de verschillende interviews die hij heeft gegeven, alsmede gelet op de informatie die hij aan RTL Boulevard heeft doorgespeeld en in het bijzonder de omstandigheid dat de hoofdredactuer kennelijk zelfs de verblijfplaats van Eiser aan RTL Boulevard heeft meegedeeld, wegen mee. Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met de omstandigheid dat de  hoofdredacteur zelfs na de gepubliceerde rectificatie ongefundeerde mededelingen over Eiser is blijven herhalen.

Tenslotte speelt bij het toe te kennen bedrag mee dat TTG een ernstige inbreuk heeft gemaakt op het privé-leven van Eiser door een fotograaf en een journalist speciaal naar de verblijfplaats van Eiser in Frankrijk te sturen om heimelijk foto’s te maken van zijn dagelijks leven en dat Eiser door hen in de periode van 5 tot en met 9 april 2005 op zijn gangen is gevolgd."

Lees het vonnis hier.

IEF 1947

Eerst even voor jezelf lezen

- Rechtbank Haarlem, 14 april 2006, LJN: AW2496. Biretco B.V. tegen Halfords Nederland B.V.

“Geoorloofde (prijsvergelijkende) reclame door Halfords voor een Union merkfiets voor € 499. Niet aannemelijk is geworden die fiets geen “uitstekende merkfiets” is, zoals in de reclame wordt gesteld en dat een “vergelijkbaar model” bij de rijwielhandel niet € 749 kost. Overweging ten overvloede: in reclame met een vergelijking met de goederen of diensten van een concurrent in het algemeen - in het onderhavige geval met ‘de rijwielhandel’ – is voor degene die de reclame maakt meer “speelruimte” dan in reclame waarbij de concurrent met name wordt genoemd. Dat is alleen anders wanneer de consument de vergelijking kan herleiden tot een bepaald goed, dienst of merk. Daarvan lijkt in casu geen sprake.” Lees het vonnis hier.

- Rechtbank Arnhem, 8 maart 2006, LJN: AW2487. Primagaz Nederland B.V. & Compagnie Des Gaz De Pétrole "Primagaz" tegen Kavegas B.V.

“De rechtbank wil wel aannemen dat er Primagaz-flessen met nagemaakte seals in omloop zijn, maar overweegt dat het enkele feit dat kavegas Primagaz-flessen met namaakseals in haar bezit heeft (gehad) nog geen indicatie is dat Kaegas verantwoordelijk is voor het aanbrengen van die namaakseals op de Primagaz-flessen en het in omloop brengen van die flessen.” Lees hier meer.

- Rechtbank ’s-Gravenhage, 19 april 2006 (bij vervroeging), HA ZA 05-2015. Wijbenga Machines B.V. Tegen  Eisenkolb Confectiemachines B.V. & Inprotec International B.V. Octrooirecht. Lees het vonnis hier. Eerder vonnis hier.

- Rechtbank Amsterdam, 19 april 2006, LJN: AW2164, Eiser tegen De Telegraaf Tijdschriften Groep B.V.

 “Onrechtmatige perspublicatie: Artikel met foto's van eiser in Privé van 20 april 2005 onrechtmatig jegens eiser. Artikel is niet gebaseerd op feitenmateriaal en daardoor onrechtmatig. Ook de foto's zijn in combinatie met de begeleidende tekst onrechtmatig en vormen een inbreuk op het privé-leven van eiser. TTG dient een bedrag van € 20.000,= aan schadevergoeding te betalen.” Lees het vonnis hier.

IEF 1943

1 Euro Provisioneel

Het Volk bericht dat over een veroordeling tot een symbolische auteursrechtveroordeling: “Tekenaar Suske en Wiske moet commentaar bij ontslag niet pikken. Mark Verhaegen heeft recht op 7.500 euro morele schadevergoeding van Studio Vandersteen, omdat in een persbericht over het beëindigen van de samenwerking ,,ongepast en overbodig commentaar werd geleverd''.

Anderzijds moet Verhaegen 1 euro provisioneel aan de Studio Vandersteen omdat hij de laatste ontwerptekening aan het Algemeen Dagblad had gegeven, terwijl de arbeidsovereenkomst voorzag dat het auteursrecht te allen tijde bij Studio Vandersteen berust.” Lees hier iets meer.

IEF 1925

Paashaas

"In het verleden hebben we zelf nog wel eens foto's laten uitlekken, maar als we dat deden was dat een of twee dagen van te voren. Nooit twee weken voordat het blad in de winkels lag". Dit meldt de woordvoerder van Playboy naar aanleiding van het uitlekken van de foto's van presentatrice Bridget Maasland (eerder bericht hier).

Playboy zond verschillende sommatiebrieven, om hiermee de publicatie van de foto's - het blad ligt vanaf 20 april in de winkel - op verschillende websites tegen te gaan. Het weblog Jaggle denkt een pragmatische oplossing te hebben ter ontduiking van het publicatieverbod: Jaggle biedt de foto's op verzoek per email aan. "Publiceren mag dan wel niet, je vrienden mailen is wel een optie. Stuur ons een e-mail en je krijgt zaterdag een gezellige paasbunny in je mailbox. Vrolijk Pasen!" De tentamenvraag is natuurlijk of en waarom dat dan wel of niet zou mogen. Lees ook hier meer.

Update: "Jaggle zal de fotoserie van Bridget niet per e-mail verspreiden. Playboy-uitgever Sanoma stuurde het weblog donderdag een dagvaarding, nadat het een e-mailactie rondom de foto's had opgezet. Wie Jaggle een mailtje stuurde, zou zaterdag alle Playboyfoto's van Bridget in zijn mailbox krijgen. De advocaat van Jaggle heeft beloofd dat er niks per e-mail zal worden verstuurd, zo stelt Sanoma tegenover NU.nl. (Nu..nl).

IEF 1911

Sinds zondag

O.a. nu.nl bericht dat Playboy naar de rechter stapt als uitgelekte naaktfoto's van Bridget Maasland niet van internet worden verwijderd. Sinds zondag staan de de foto's uit de reportage die vanaf 20 april in de winkel ligt op diverse sites.'We sturen we brieven naar de betreffende websites waarin we sommeren de foto te verwijderen. Wanneer dat niet gebeurt, zijn we gedwongen om juridische stappen te ondernemen', zegt een woordvoerder van Playboy dinsdag." Lees hier meer.

IEF 1899

Anonieme geluidsband en Open Brief

- Rechtbank Amsterdam, 6 april 2006, 337197 / KG 06-420, X B.V. tegen Uitgeversmaatschappij De Telegraaf B.V. (Met dank aan Karsten Gilhuis, Houthoff Buruma).

Een zaak over een beweerdelijk onrechtmatige publicatie en een beroep op art. 843a Rv om een geluidsband op te eisen

- Hof Amsterdam, 9 maart 2006, rolnr. 2192/03, Van Gasteren tegen Pamela Hemelrijk. (Met dank aan Otto Volgenant, Kennedy van der Laan).

Pamela Hemelrijk openbaart haar afgewezen column over Van Gasterenen door middel van een open brief aan de Hoge Raad.

- Rechtbank Amsterdam, 30 maart 2006, LJN: AV7661, Van Gasteren tegen Uigeverij Luitinhg-Sijthoff B.V.

De voorgenomen publicatie van gedaagde auteur, getiteld “De dood van een onderduiker” over het oorlogsverleden van Van Gasteren is niet onrechtmatig jegens Van Gasteren.

Rechtbank Amsterdam, 6 april 2006, 337197 / KG 06-420, X B.V. tegen Uitgeversmaatschappij De Telegraaf B.V. (Met dank aan Karsten Gilhuis, Houthoff Buruma)

Een zaak over een beweerdelijk onrechtmatige publicatie en een beroep op art. 843a Rv om een geluidsband op te eisen.

De Telegraaf schrijft een artikel over vermeende criminele praktijken van een directeur van een financiële dienstverlener. Dit artikel heeft als kop (onder andere) “Criminele opdrachten van top adviesbureau op band”. Volgens dit artikel zou één van de twee huidige directeuren opdracht hebben gegeven de auto van een voormalig directeur, waar onenigheid mee is ontstaan, te stelen en hem vervolgens te mishandelen. De financiële dienstverlener ontkent deze feiten, eist rectificatie en eist de geluidsband op waar het artikel mede op is gebaseerd. Voorzieningenrechter Poelmann vindt echter dat de publicatie ook steun vind in het overige feitenmateriaal en oordeelt dat de publicatie niet onrechtmatig is. De vordering tot rectificatie wordt afgewezen. Ook heeft De Telegraaf in dit geval geen exhibitieplicht op grond van art. 843a Rv. De vordering ter opeising van de geluidsband wordt ook afgewezen.

Met betrekking tot de onrechtmatige publicatie:

De Telegraaf baseert zich deels op een anonieme bron (namelijk de geluidsband verkregen van een anonieme bron). Omdat De Telegraaf de een anonieme bron geheim wil houden en weigert om de geluidsbanden te laten horen zal zij op een andere wijze moeten aantonen dat de door haar geuite beschuldigingen een grondslag hebben in het beschikbare feitenmateriaal.

“In het onderhavige geval wordt de publicatie, althans gedeeltelijk, ondersteund door het feit dat bij de politie tegen [de Directeur, red.] door meerdere personen aangifte is gedaan, onder andere wegens bedreiging en dat de politie deze aangiften onderzoekt.” Dit wordt niet betwist door de gedaagden. Daarnaast staat vast dat er in de periode dat de in de publicatie genoemde feiten hebben voorgedaan een conflict was tussen de directeuren.

“Dit alles in aanmerking genomen, kan niet worden gezegd dat sprake is van een lichtvaardige verdachtmaking door De Telegraaf. Gelet op het feit dat X een groot bedrijf in de financiële dienstverlening is, waarbij de integriteit van de bestuurders van groot belang is, prevaleert het belang van De Telegraaf om zich informerend en waarschuwend uit te laten opdat het publiek wordt voorgelicht over mogelijke misstanden in dat bedrijf boven het belang van X om verschoond te blijven van verdachtmakingen.”

Met betrekking tot artikel 843a Rv oordeelt Poelmann:

“De vordering tot afgifte van de geluidsopname of een kopie ervan baseert X op artikel 843a Rv. Met de Telegraaf is de voorzieningenrechter van oordeel dat uit dit artikel niet voortvloeit dat op haar de in genoemd artikel bedoelde exhibitieplicht rust. Mogelijk heeft X belang bij afgifte van de band waarop De Telegraaf haar artikel onder meer heeft gebaseerd, maar dat is voor toewijzing van de vordering op grond van genoemd wetsartikel niet voldoende”.

Lees het vonnis hier.

Hof Amsterdam, 9 maart 2006, rolnr. 2192/03, Van Gasteren tegen Pamela Hemelrijk. (Met dank aan Otto Volgenant, Kenedy van der Laan).

Van Gasteren heeft een ‘oorlogsverleden’ en heeft in het verleden regelmatig de media opgezocht om zijn daden uit te leggen. Enige zeer kritische reacties hierop in het Parool zijn door het Hof Amsterdam (26 augustus 1993) afgedaan als onrechtmatige publicatie.

In 1998 wilde Pamela Hemelrijk een column aan het oorlogsverleden van Van Gasteren wijden. De hoofdredactie wilde deze column echter niet plaatsen vanwege de uitspraak uit 1993. Pamela was het hier niet mee eens en maakte dat wereldkundig door een open brief aan de Hoge Raad te schrijven, die zij verstuurde aan diverse landelijke dagbladen. “Ik schrijf u over een onderwerp dat ik, als ik de juristen mag geloven, nooit meer kan aanroeren. Nou ja, ik kan het wel doen, maar aldus die juristen, dan krijg ik onmiddellijk een proces met dikke vette schadeclaim aan mijn broek, dat ik gegarandeerd ga verliezen.” Vervolgens gaat Pamela Hemelrijk in de open brief in detail in op het oorlogsverleden van Van Gasteren.

De bodemrechter die deze zaak in eerste instantie beoordeelde (Rb. Amsterdam 16 juli 2003, zie hier) was op de hand van Pamela en oordeelde dat de brief een column betrof, waar minder strenge journalistieke eisen voor gelden. Nu is het hof aan de beurt:

“Naar het oordeel van het hof dient de open brief te worden beschouwd als een perspublicatie, nu Hemelrijk immers bedoeld heeft hiermee in de openbaarheid te treden.”

De rechtbank heeft de open brief volgens het hof terecht gelijk gesteld aan een column, aan welke uitingsvorm niet (dezelfde) hoge eisen mogen worden gesteld als aan onderzoeksjournalistiek. Dit in tegenstelling tot de artikelen over Van Gasteren in het Parool. Daarnaast straft het hof de publiciteitzoekerij van Van Gasteren als volgt af:

"Omdat Van Gasteren zelf nog recentelijk de publiciteit had gezocht en de indruk had gewekt geheel gerehabiliteerd te zijn heeft Van Gasteren zelf over zich afgeroepen dat een kritische toeschouwer – zoals hemelrijk – zicht genoodzaakt voelde deze misstand aan de kaak te stellen en mocht zij dat naar het oordeel van het Hof ook doen". De open brief betreft geen onrechtmatige publicatie, aldus het hof.

Lees het arrest hier.

- Rechtbank Amsterdam, 30 maart 2006, LJN: AV7661, Van Gasteren tegen Uitgeverij Luitinhg-Sijthoff B.V.

De voorgenomen publicatie van gedaagde auteur, getiteld “De dood van een onderduiker” over het oorlogsverleden van Van Gasteren is niet onrechtmatig jegens Van Gasteren omdat de publicatie geen ongefundeerde beschuldigingen bevat die geen basis vinden in de beschikbare feiten, aldus de voorzieningenrechter te Amsterdam. "Het recht op vrijheid van meningsuiting van de schrijver dient daarom in dit geval zwaarder te wegen dan het recht op privacy van de Amsterdammer in verband met de dood van de onderduiker."

Lees het vonnis hier.