DOSSIERS
Alle dossiers

Onrechtmatige publicaties  

IEF 5650

Portretrecht (geen IE)

Rechtbank Amsterdam 6 februari 2008, HA ZA 07-1942, Koninklijke hoogheden tegen Audax B.V. c.s.

Wel gemeld, nog niet samengevat. Bodemprocedure. Onrechtmatige perspublicatie. Schending portretrecht. ‘Caroline van Hannover’-zaak. Privacy-belangen wegen i.c. zwaarder dan het recht op vrije meningsuiting. De volledige proceskostenveroordeling wordt afgewezen. Het portretrecht is een species van de onrechtmatige daad en valt volgens de rechtbank  niet onder 1019 Rv. 

Prinses Maxima is met haar dochters op het strand gesignaleerd en dat wordt door het roddelblad Party als exclusief nieuws gebracht zorgvuldig gedocumenteerd met foto’s van onze Koninklijke Hoogheden. De Koninklijke Hoogheden vorderen onder meer een verbod en schade. De rechtbank oordeelt als volgt:  

“5.1. Nu vaststaat dat de gewraakte foto’s zijn gemaakt zonder een daartoe strekkende opdracht van eisers en zonder hun toestemming, is op grond van artikel 21 Auteurswet openbaarmaking daarvan niet geoorloofd voor zover een redelijk belang van eisers zich tegen openbaarmaking verzet. Onder het redelijk belang van artikel 21 Auteurswet valt de bescherming van de geportretteerde tegen inbreuken op zijn recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer. Indien een dergelijke inbreuk is gemaakt kan het antwoord op de vraag of die openbaarmaking jegens de geportretteerde ook onrechtmatig is, slechts worden gevonden door een afweging die, met inachtneming van alle bijzonderheden van het gegeven geval, ertoe strekt na te gaan welk recht zwaarder weegt: dat van de geportretteerde gevrijwaard te blijven van inbreuken op zijn persoonlijke levenssfeer of dat van degene die het portret gepubliceerd heeft op vrijheid van meningsuiting. Bij die belangenafweging kan elke omstandigheid worden betrokken zoals de aard, de ernst en de duur van de inbreuk, de persoon om wie het gaat, de juistheid van de (bijgaande) informatie, de context waarin het portret werd gepubliceerd, de plaats waar en de wijze waarop de foto tot stand kwam en het maatschappelijk belang van de desbetreffende publicatie, waarbij heeft te gelden dat publieke figuren meer hebben te dulden dan andere personen.”

Hoewel de Koninklijke Hoogheden publieke figuren zijn, zijn ze niet vogelvrij. Het bevredigen van de nieuwsgierigheid van delen van de bevolking weegt niet zwaarder dan het recht op bescherming van de privacy waar ook publieke figuren onmiskenbaar recht op hebben. Dat betekent volgens de rechtbank echter niet dat van de Koninklijke Hoogheden alleen foto’s zouden mogen worden gepubliceerd met voorafgaande toestemming van eisers (dan wel in hun verlengde van de Rijksvoorlichtingsdienst). De media heeft geen toestemming nodig van eisers om foto’s te plaatsen die een bijdrage aan het publiek debat leveren.

De gewraakte foto’s leveren volgens de rechtbank echter geen bijdrage aan het publiek debat. Het gevorderde verbod wordt dan ook toegewezen.

De rechtbank merkt nog op dat de omstandigheid dat de onderhavige foto’s zijn genomen terwijl Prinses Máxima en haar twee dochters zich op een openbaar strand bevonden temidden van het overige strandpubliek alwaar zij zijn gefotografeerd door een toevallig aanwezige fotograaf (dit in tegenstelling tot hetgeen het geval was in de zaak van Rb Amsterdam 29 maart 2006, 326290 / HA ZA 05-2837; LJN: AV7581), het voorgaande niet anders maakt. Eisers hoeven immers niet te dulden dat van duidelijke privé-activiteiten foto’s worden gemaakt die daarna ook worden gepubliceerd. Volgens de rechtbank is dat een vorm van “harassment” die een grote inbreuk maakt op hun recht op privacy.

De vorderingen tegen moedermaatschappij Audax worden afgewezen nu van bijzondere omstandigheden die een dergelijke “doorbraak van aansprakelijk” zouden rechtvaardigen niet is gebleken.

De (immateriële) schade wordt door de rechtbank begroot op EUR 1.000 p.p.

Het verbod voor de toekomst wordt afgewezen. Dit zou een te grote beperking zijn voor de vrijheid van meningsuiting die op grond van voorliggende omstandigheden (nog) niet is gerechtvaardigd. 

De volledige proceskostenveroordeling wordt afgewezen. Het portretrecht is een species van de onrechtmatige daad en valt volgens de rechtbank  niet onder 1019 Rv. 

Lees het vonnis hier.

IEF 5649

Misleidende en onjuiste uitingen

Rechtbank Amsterdam 7 februari 2008, KG ZA 07-2481, IRDA tegen NORMA en SENA (met dank aan Marcel Bunders, Hellingman Bunders Advocaten).

Wel gemeld, nog niet samengevat. Kort geding. Misleidende en onjuiste uitingen van NORMA en SENA. In de belangenafweging is ter bescherming van de gerechtvaardigde belangen van IRDA een beperking van de vrijheid van meningsuiting van NORMA en SENA gerechtvaardigd.

IRDA en NORMA houden zich bezig met het beheer van rechten en vergoedingsaanspraken van de bij hen aangesloten uitvoerende kunstenaars en in het bijzonder van artiesten, musici, acteurs en actrices.

SENA houdt zich voor de uitvoerende kunstenaars en fonogrammenproducenten bezig met de inning en de verdeling van de vergoeding ingevolge artikel 7 Wnr.  Stichting Thuiskopie is belast met de inning en verdeling van de zogeheten thuiskopievergoeding als bedoeld in artikel 16c Aw en 10 sub e Wnr.  IRDA is enige tijd als verdelingsorganisatie voor de thuiskopiegelden aangewezen geweest door Thuiskopie. Daarna heeft Thuiskopie SENA en NORMA aangewezen als verdelingsorganisatie voor de thuiskopiegelden.

IRDA en Thuiskopie zijn vervolgens in een juridische strijd over de verdeling van de thuiskopiegelden verwikkeld geraakt waarin IRDA uiteindelijk aan het langste eind trok. Thuiskopie diende aan IRDA een bedrag van iets meer dan EUR 1.000.000,- aan thuiskopiegelden over te maken.

Op 9 november 2007 hebben SENA en NORMA zich per brief gezamenlijk tot alle uitvoerende kunstenaars in Nederland gewend. In deze brief worden allerlei uitingen gedaan die volgens IRDA misleidend en onjuist zijn.  Zo wordt de IRDA door SENA en NORMA aangewreven dat zij de afgelopen vier jaar geen gelden meer heeft geïncasseerd en verdeeld, maar wel de positie van de uitvoerende kunstenaars wel ernstige schade heeft toegebracht. Ook worden de uitvoerende kunstenaars opgeroepen hun aanmelding bij IRDA op te zeggen.

IRDA vordert in kort geding onder meer een verbod en rectificatie van de misleidende en onjuiste uitingen in de brief van de SENA en NORMA. Deze vorderingen worden door de Voorzieningenrechter toegewezen. Een aantal uitingen in de gewraakte brief acht de Voorzieningenrechter inderdaad misleidend dan wel onjuist.

De Voorzieningenrechter oordeelt vervolgens dat het belang van IRDA om in de concurrentie om de gunst van de deelnemende kunstenaar gevrijwaard te blijven van onjuiste en onrechtmatige berichtgeving over IRDA, haar posities en prestaties zwaarder wegen dan het belang van NORMA en SENA bij hun aanspraak op vrijheid van meningsuiting. Het opgelegde verbod en rectificatie leveren een beperking op van de vrijheid van meningsuiting in de zin van artikel 10 lid 2 EVRM die in dit geval als op de wet gegrond, in een democratische samenleving noodzakelijk wordt geacht ter bescherming van de gerechtvaardigde belangen van IRDA.

Lees het vonnis hier.  

IEF 5559

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank Amsterdam, 7 februari 2008, KG ZA 07-2481 WT/PvV, IRDA tegen Norma & Sena. (met dank aan Marcel Bunders, Hellingman Bunders Advocaten).

“”4.9. Gelet op het voorgaande moet het belang van IRDA om in de concurrentie om de gunst van de deelnemende kunstenaars gevrijwaard te blijven van onjuiste en onrechtmatige berichtgeving over IRDA, haar posities en prestaties zwaarder wegen dan het belang van Norma en Sena bij hun aanspraak op vrijheid van meningsuiting. De vordering tot het doen staken van de hiervoor als onrechtmatig geoordeelde mededelingen zal worden toegewezen.

Lees het vonnis hier.

Rechtbank ’s-Gravenhage, 8 februari 2008, LJN: BC3893, de vennootschap onder firma [X] tegen de Staat der Nederlanden (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport).

Samenvatting Rechtspraak.nl: Eisers exploiteren een bedrijf in de verkoop van elektronische sigaretten De IGZ (Inspectie voor de gezondheidszorg) heeft eisers meegedeeld dat de minister van Volksgezondheid de elektronische sigaret op de Europese agenda wil zetten om de status van de elektronische sigaret in de EU-landen goed onderling af te stemmen. Tot die tijd mag, voorlopig uitgaande van de veronderstelling dat het om een geneesmiddel gaat waarvoor geen handelsvergunning is afgegeven, voor de elektronische sigaret geen enkele vorm van reclame meer worden gemaakt. Ter beoordeling is of gedaagde onrechtmatig handelt door eisers te verbieden reclame te maken voor hun product. De voorzieningenrechter komt tot de conclusie dat niet kan worden geoordeeld dat gedaagde niet in redelijkheid kon beslissen dat eisers hun reclameactiviteiten moeten staken.  

Lees het vonnis hier.

Rechtbank Amsterdam, 6 februari 2008,  LJN: BC3781, Koninklijke hoogheden tegen Audax B.V. cs.

Samenvatting Rechtspraak.nl: Plaatsing in weekblad Party van foto's van Prinses Maxima en twee van haar dochters op een openbaar strand onrechtmatig bevonden. Niet in alle situaties is toestemming van betrokkenen of de Rijksvoorlichtingsdienst nodig. In dit geval leverden de foto's echter geen bijdrage aan enig publiek debat. Privacy-belangen wegen hier zwaarder dan het recht op vrije meningsuiting. Dit ook nu de foto's op een openbaar strand zijn genomen; het betrof namelijk een privé-activiteit van Prinses Maxima en twee van haar dochters. Wegens inbreuk op portretrecht immateriële schadevergoeding van € 3.000,- toegewezen. Echter geen sprake van veelvuldige inbreuken op het privéleven; verbod voor de toekomst daarom niet aan de orde.”

Lees het vonnis hier.

IEF 5493

Eerst even voor jezelf lezen

Gerechtshof Amsterdam, 29 november 2007, LJN: BC2996, Goossens Meubelen B.V. tegen Montis Desing B.V.

Stoelen. Verval auteursrecht bij verstrijken geldigheidsduur van de inschrijving van het modeldepot. Artikel 21 lid 3 BTMW (oud) ook van toepassing wanneer het model niet aan de nieuwheidseis voldeed doch geen nietigverklaring op die grond was gevorderd en in rechte was uitgesproken (oud recht).

Lees het arrest hier.

Gerechtshof Amsterdam, 4 oktober 2007, LJN: BC3113, De Staat der Nederlanden tegen Gedaagden.

Reisbureau Rita. Vordering van een verbod spandoeken te verwijderen totdat er een definitieve strafrechtelijke veroordeling is. In de gegeven omstandigheden geen ruimte voor een inbeslagname van de poster op de voet van artikel 96 Sv. Toetsing aan artikel 10 EVRM.

Lees het arrest hier.

HvJ EG, 31 januari 2008, C-32/07, Europese Commissie tegen Koninkrijk Spanje.(Geen Nederlandse versie beschikbaar).

Het Koninkrijk Spanje is, door niet alle wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen die nodig zijn om te voldoen aan richtlijn betreffende het volgrecht ten behoeve van de auteur van een oorspronkelijk kunstwerk, althans door deze bepalingen niet aan de Commissie mee te delen, de krachtens deze richtlijn op haar rustende verplichtingen niet nagekomen.

Lees het arrest hier.

GvEA, 30 januari 2008, zaak T-128/06, Japan Tobacco, Inc tegen OHIM /  Torrefacção Camelo Lda.(Geen Nederlandseversie beschikbaar).

Oppositieprocedure op basis van nationale woord- en beeldmerken „CAMEL” , voor sigaretten,  tegen aanvrage Gemeenschapsmerk bestaande uit beeldelementen (kameel, piramiden, palmbomen) en de naam CAFÉ TORREFACTO CAMPO MAIOR CAMELO CAFÉ ESPECIAL PURO Torrefacção Camelo Lda CAMPO MAIOR-PORTUGAL, voor koffie. Oppositie afgewezen.

“C’est donc à bon droit que la chambre de recours a considéré dans la décision attaquée que la requérante n’avait pas démontré que l’enregistrement de la marque demandée était susceptible de permettre à l’intervenante de tirer indûment profit du caractère distinctif et de la renommée de la marque antérieure.”

Lees het arrest hier.

GvEA, 31 januari 2008, zaak T-95/06, Federación de Cooperativas Agrarias de la Comunidad Valenciana tegen Communautair Bureau voor plantenrassen (CBPR)

Kwekersrecht. “In de eerste plaats zij opgemerkt dat de Spaanse en de Italiaanse taalversie van artikel 68 van de basisverordening bepalen dat wie „directa y personalmente” respectievelijk „direttamente e personalmente” wordt geraakt, beroep kan instellen. De Engelse, de Duitse, de Portugese, de Deense, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Zweedse en de Griekse taalversie stemmen echter overeen met de Franse taalversie, waarin de woorden „directement et individuellement” worden gebruikt. Het vereiste van een eenvormige uitlegging van de gemeenschapsverordeningen brengt met zich mee dat zij in geval van twijfel worden uitgelegd en toegepast in het licht van de tekst in de andere officiële talen.”

Lees het arrest hier.

HvJ EG, 31 januari 2008,  Conclusie Advocaat-Generaal P. Mengozzi in zaak C-533/06, O2 Holdings Limited & O2 (UK) Limited tegen Hutchison 3G UK Limited.

“67.      Gelet op een en ander, geef ik het Hof in overweging de prejudiciële vragen van de Court of Appeal (England and Wales) te beantwoorden als volgt:

„1)      Het gebruik van een teken dat gelijk is aan of overeenstemt met het ingeschreven merk van een concurrent, in het kader van reclame waarin de kenmerken van de door deze concurrent onder dit merk aangeboden waren of diensten worden vergeleken met die van de door de adverteerder aangeboden waren of diensten, wordt uitputtend geregeld door artikel 3 bis van richtlijn 84/450/EEG van de Raad van 10 september 1984 inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame, zoals gewijzigd bij richtlijn 97/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 1997, en valt niet binnen de werkingssfeer van artikel 5, lid 1, sub a of b, van de Eerste richtlijn (89/104/EEG) van de Raad van 21 december 1988 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten.

2)      Artikel 3 bis van richtlijn 84/450 dient niet aldus te worden uitgelegd dat het gebruik in vergelijkende reclame van een teken dat gelijk is aan of overeenstemt met het ingeschreven merk van een concurrent, enkel is toegestaan wanneer dit gebruik noodzakelijk is ter aanduiding van de concurrent of van zijn waren of diensten.”

Lees de conclusie hier.

Vzr. Rechtbank ’s-Gravenhage, 30 januari 2008, KG ZA 07-1450, Les Laboratoires Servier S.A. tegen Katwijk Farma B.V.

Octrooirecht. “In het licht van de universal seeding hypothese en de theorie van de verdwijnende polymorf (is eenmaal de meest stabiele polymorf gesyn-thetiseerd, dan kan het verschijnsel optreden dat het zelfs niet eens meer mogelijk is om de thermodynamisch minder stabiele polymorfen te synthetiseren) is voorshands onwaarschijn lijk te achten dat niet alle perindopril erbuminezoutkristallen deze stabielste polymorf zijn geweest.”

Lees het vonnis hier.

Rechtbank Leeuwarden, 23 januari 2008, KG ZA 07-397. Nederlandse Hartstichting tegen Bumblebeecards B.V.(met dank aan Koen de Bont, Houthoff Buruma). 

“Anderzijds wettigen de meldingen wel het vermoeden dat Bumblebee niet, zoals zij stelt, na 5 februari 2007 geen verkoopactiviteiten met de wenskaarten van het Kinderhartenfonds meer heeft ondernomen, te meer daar de laatste partij wenskaarten de niet geringe omvang had van 31 260 pakjes en Bumblebee geen inzicht heeft gegeven in de distributie van deze kaarten Gevoegd bij de door Bumblebee toegegeven merkinbreuk door het gebruik van de merken van de Hartstichting op haar website, rechtvaardigt dit vermoeden naar het oordeel van de voorzieningenrechter het hierna in het dictum te vermelden verbod op verdere merkinbreuken door Bumblebee.”

Lees het vonnis hier.

IEF 5475

Faits Divers

Wenskaarten. In Leeuwarden heeft een wenskaartenbedrijf inbreuk gemaakt op het beeldmerk van de Nederlandse Hartstichting, maar heeft hier niets mee verdiend. Dit heeft de rechter bepaald. (Wie het vonnis heeft mag het vanzelfsprekend mailen). De Hartstichting gaf het bedrijf toestemming om in de periode van begin 2006 tot begin 2007 huis-aan-huis kaarten te verkopen voor het goede doel. Gedeeltelijk zouden de opbrengsten voor hartstichting zijn. De stichting stopte de overeenkomst omdat het bedrijf imagoschade zou veroorzaken.”

Lees hier meer (Hart van Nederland).  

Compromitterend. “Manon Thomas legt haar klacht tegen verschillende websites wegens het plaatsen van of doorlinken naar compromitterende naaktfoto's neer bij de Raad voor de Journalistiek. Dat heeft haar advocaat vrijdag bevestigd. Donderdag buigt de raad zich over de kwestie. (…) De presentatrice wil de uitspraak van de Raad voor de Journalistiek afwachten voordat ze verdere stappen onderneemt, waaronder een mogelijke civiele procedure, zo vertelt haar advocaat Geert-Jan van Oosten.”

Lees hier meer (Trouw). 

Winnie de Poeh. “Tekenfilmbedrijf Walt Disney overweegt juridische stappen tegen het Belgische weekblad Humo. In het blad staat een persiflage van Winnie de Poeh, waarin het beertje zijn vriend Knorretje genadeloos kapotslaat met een hamer.”

Lees hier meer (Elsevier).

Verplicht copyrightfilter. “ De Nederlandse branchevereniging voor audio en video (NVPI) onderschrijft het vandaag uitgekomen rapport van haar internationale zusterorganisatie IFPI, inclusief de oproep aan internetproviders om hun verantwoordelijkheid te nemen in de strijd tegen piraterij. (…) Concreet pleiten NVPI en IFPI voor een filter bij de isp (…) NVPI wuift die bezwaren echter weg. "De technieken zijn voorhanden en ik geloof ook niet dat er enorme juridische bewaren tegen bestaan, al roepen sommigen dat wel. Het is meer een kwestie van willen", aldus Wouter Rutten, woordvoerder van NVPI tegenover Webwereld.”

Lees hier meer (Webwereld).

Veilingen. “De wereld van de openbare verkopen krijgt zijn eigen Jaap.nl-zaak: maandag daagt Veilingnotaris.nl uit Beneden-Leeuwen in kort geding concurrent Openbareverkopen.nl uit Enschede voor de rechter. Aanleiding voor het conflict tussen beide sites, die allebei notariële gegevens over openbare executieverkopen publiceren, is net als bij Jaap.nl het auteursrecht rond het overnemen van gegevens.

Lees hier meer (Emerce).

IEF 5444

Eerst even voor jezelf lezen

NMA, 21 december 2007, zaaknummer: 4070, XS4ALL – Buma.

“XS4ALL heeft een klacht ingediend bij de NMa gericht tegen de collectieve beheersorganisatie Buma. XS4ALL verzoekt de NMa te verklaren dat Buma misbruik maakt van haar economische machtspositie door de leden van Buma te verplichten hun volledige rechten over te dragen. Vervolgens beklaagt XS4ALL zich over de weigering van Buma XS4ALL toe te staan rechtstreeks met de bij Buma aangeslotenen afspraken te maken ter zake bepaalde aspecten van het gebruik van hun muziekrepertoire. De klacht van XS4ALL gericht tegen de vermeende overtreding door Buma van artikel 24 van de Mw wordt door de NMa afgewezen.

De NMa komt tot dit oordeel mede gelet op het feit dat er wel degelijk een mogelijkheid bestaat voor auteursrechthebbenden/leden om bepaalde exploitatievormen en/of landen uit te sluiten van overdracht aan Buma. Zie artikel 19 van het standaardexploitatiecontract dat Buma hanteert voor auteursrechthebbenden. Verder acht de NMa de door Buma vereiste overdracht van rechten nog steeds gerechtvaardigd om een systeem van collectief beheer te kunnen waarborgen, ook in het digitale tijdperk.

Lees de uitspraak hier.

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 8 januari 2008, LJN: BC2703, Dijkzicht Beheer B.V. tegen Euro Management Consultants België N.V.

“4.8 Het hof overweegt hierover het volgende. Het begrip 'belanghebbende' in verband met het inroepen van verval dient op zichzelf ruim uitgelegd te worden. EMC België valt daar in beginsel onder; dat is tussen partijen niet in discussie. Echter, het begrip is in die zin beperkt dat er niet onder valt degene die op grond van bijzondere omstandigheden onbehoorlijk zou handelen jegens degene van wiens merk hij de vervallenverklaring vordert. Van dergelijk onbehoorlijk handelen is sprake indien dat handelen neerkomt op misbruik van bevoegdheid.

De omstandigheden die Dijkzicht in dit verband aanvoert betreffen handelen van EMC België dat op zichzelf genomen los staat van het voeren van het merk. Het door Dijkzicht gestelde onbehoorlijk handelen betreft daardoor een andere situatie dan waarop de hiervoor bedoelde beperking van het begrip 'belanghebbende' ziet. Ook indien hetgeen Dijkzicht over het handelen van EMC België heeft aangevoerd juist is, rechtvaardigt dat niet de conclusie dat EMC België misbruik van bevoegdheid maakt door de vervallenverklaring van het merk te vorderen dan wel anderszins daardoor zodanig onbehoorlijk jegens Dijkzicht handelt dat zij niet als belanghebbende in de zin van artikel 2:27 BVIE kan worden aangemerkt.”

Lees het arrest hier

Rechtbank 's-Gravenhage, 28 januari 2008, LJN: BC2824. Strafzaak.

Samenvatting rechtspraak.nl: “Computervredebreuk, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd. Verdachte heeft zich ten behoeve van haar nieuwsgaring via aan derden verleende inlogcodes de toegang verschaft tot de nieuwsserver van het ANP en daarvan ook veelvuldig gebruik gemaakt. De boete die de rechtbank oplegt is aanmerkelijk lager dan de officier van justitie heeft geëist. De rechtbank heeft onvoldoende zicht op de schade die verdachte door haar handelwijze het ANP heeft toegebracht en daarom gaat zij voorbij aan de berekening die de officier van justitie ter onderbouwing van zijn eis heeft gehanteerd.

Daarnaast betrekt de rechtbank in haar oordeel dat het ANP, zonder daarmee aan de strafbaarheid van verdachte of de hoogte van de zwaarte van de op te leggen straf af te doen, niet voldoende alert is geweest om handelingen als deze te voorkomen. Pas nadat de gedragingen van verdachte aan het licht waren gekomen heeft zij de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen getroffen. De rechtbank acht een hogere geldboete voor de rechtspersoon op zijn plaats dan de boetes die zijn opgelegd aan de oprichter/directeur en aan de hoofdredacteur omdat het zwaartepunt van de verweten gedragingen ligt bij de gehele bedrijfsvoering van verdachte en in mindere mate bij het individuele handelen van de natuurlijke personen. Geldboete van € 4000,-, waarvan € 2000,- voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar."

Lees het vonnis hier.

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 22 januari 2008, LJN: BC2420, Stichting Postwanorder tegen Otto B.V.

Reclamerecht. Samenvatting rechtspraak.nl: “Otto biedt op haar website een lcd tv te koop aan voor € 99,--. Een groot aantal consumenten heeft dit aanbod aanvaard door via de website een tv te bestellen. De Stichting stelt zich namens de bij haar aangesloten consumenten op het standpunt dat een geldige overeenkomst tot stand is gekomen en vordert nakoming (levering van de lcd tv voor € 99,--). Net als de kortgedingrechter oordeelt het hof dat geen sprake is van een geldig aanbod. Door de aanvaarding van een dergelijk aanbod komt geen overeenkomst tot stand (artikel 3:33/35 BW). Otto heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat sprake is van een vergissing en het moet ook voor de consumenten op het moment dat zij deze televisie, een HD ready breedbeeld lcd televisie van een A-merk met beelddiameter van 80 cm., bestelden duidelijk zijn geweest dat het om een vergissing ging. Er was niet bij vermeld dat het een stuntaanbod was of zo.”

Lees het arrest hier.

HvJ EG, 29 januari 2008, zaak C-275/06, Productores de Música de España (Promusicae)
tegen Telefónica de España SAU.

Auteursrecht. Spaanse prejudiciële vragen over verplichtingen van serviceproviders.

“De lidstaten zijn (…) niet gehouden, in een situatie als die van het hoofdgeding de verplichting op te leggen om ter verzekering van de doeltreffende bescherming van het auteursrecht in het kader van een civiele procedure persoonsgegevens te verstrekken.

De lidstaten dienen er krachtens het gemeenschapsrecht bij de omzetting van deze richtlijnen wel acht op te slaan dat zij zich baseren op een uitlegging daarvan die het mogelijk maakt een juist evenwicht tussen de verschillende door de communautaire rechtsorde beschermde grondrechten te verzekeren. Bij de tenuitvoerlegging van de maatregelen ter omzetting van deze richtlijnen moeten de autoriteiten en de rechterlijke instanties van de lidstaten vervolgens niet alleen hun nationale recht conform deze richtlijnen uitleggen, maar er ook acht op slaan dat zij zich niet baseren op een uitlegging van deze richtlijnen die in conflict zou komen met deze grondrechten of de andere algemene beginselen van gemeenschapsrecht, zoals het evenredigheidsbeginsel.”

Lees het arrest hier.  

IEF 5424

2x Wilders

wilderspr.JPGDe Geert-Wilders-pruik moet het komende carnaval de grote hit worden (…)  ,,Helblond haar met een beetje donkere uitgroei, net zoals bij de PVV-politicus,’’ zegt Goossens. ,,We mogen het officieel niet de Wilderspruik noemen, dus hebben we het hier met elkaar over het Geertje.’’ (…) De handel in de Geertjes verloopt een beetje omfloerst. ,,Het is wettelijk verboden iets te doen met bekende politici of dingen die kunnen kwetsen. Met buitenlanders is het geen probleem. Wij hebben maskers van Marilyn Monroe, Nelson Mandela, Elvis, Michael Jackson en president Bush. Dat mag wel.’’

Lees hier meer (AD).

wldrs.JPG“Wat de politie en Justitie niet lukte, de verspreiding van anti-Wilders posters voorkomen, gaat sigarettenfabrikant Philip Morris wellicht wel lukken. Op de posters die de Internationale Socialisten verspreiden en op straat verkopen, prijkt het gezicht van Wilders op een sigarettenpakje van Marlboro met de tekst 'Extremist, 'brengt u en de samenleving ernstige schade toe'.  De fabrikant van de sigaretten is 'not amused' over deze poster. Philip Morris eist dat de Internationale Socialisten stoppen met de verspreiding van de poster.

Lees hier meer (Fok!).

IEF 5417

Noot van Koelman

Kamiel Koelman (Bousie): Noot bij Vzr. Rb. Amsterdam 1 november 2007 (Willem Alexander / Vereniging Martijn). Eerder gepubliceerd in Mediaforum 2008, p. 36-37.

Tot slot: als een forumhouder zich inderdaad direct kan beroepen op artikel 6:196c BW en de daaraan ten grondslag liggende Richtlijn elektronische handel, had de rechter dan op grond van het verbod om een monitorplicht op te leggen van artikel 15 lid 1 van die richtlijn, niet mogen aannemen dat de forumbeheerder onrechtmatig handelde door na te laten zijn forum te scannen op foto’s van kinderen? Het antwoord luidt ontkennend. In de overwegingen bij de richtlijn wordt het verbod om een onderzoeksplicht op te leggen, gerelativeerd. De Hoge Raad maakt daaruit op dat met de richtlijn: ‘geen afbreuk [wordt gedaan] aan de mogelijkheid dat de nationale rechter die maatregelen treft die van [partijen die zich op de aansprakelijkheidsuitsluitingsgronden kunnen beroepen] redelijkerwijs kunnen worden verlangd in verband met op hen rustende zorgvuldigheidsverplichtingen om onwettige activiteiten op te sporen en te voorkomen.’

Lees de gehele noot hier.

IEF 5370

Paard, natuurlijk

prdnat.gifVzr. Rechtbank Zwolle-Lelystad, 4 december 2007, zaaknummer / rolnummer: 138654 / KG ZA 07-499, Paard Natuurlijk V.O.F. Kooistra en Veldman tegen Nederlandse Uitgevers Combinatie B.V.

Wel gemeld, nog niet besproken. Gedaagde pleegt auteursrechtinbreuk door artikel van eiseressen in haar krant op te nemen in een andere layout en zonder naamsvermelding. Verbod en rectificatie toegewezen.

Paard Natuurlijk c.s. zijn de auteursrechthebbenden van een artikel over “Natuurlijke voeding” dat op hun website www.paardnatuurlijk.nl is geplaatst.

NUC heeft de tekst van dit artikel zonder toestemming van Paard Natuurlijk c.s. opgenomen in het blad HP Vakblad voor de complete paardenbranche. NUC heeft ook de layout van het artikel veranderd en de naam van de auteur weggelaten.

De raadsman van Paard Natuurlijk c.s. heeft NUC gesommeerd geen artikelen van Paard Natuurlijk c.s. meer te publiceren, een voorschot op de geleden schade te vergoeden, en een rectificatie te plaatsen. NUC heeft aan deze sommatie niet voldaan. Vandaar dat Paard Natuurlijk c.s. een kort geding aanhangig heeft gemaakt.

NUC erkent in kort geding dat als aan Paard Natuurlijk een auteursrecht met betrekking tot het gewraakte artikel toekomt zij inbreuk heeft gemaakt. Nu NUC echter niet heeft weersproken dat het artikel op de website van Paard Natuurlijk c.s. staat waarop is aangegeven dat het is geschreven door Paard Natuurlijk c.s., is het volgens de Voorzieningenrechter voldoende aannemelijk geworden dat het auteursrecht aan Paard Natuurlijk c.s. toebehoort. Dat een ander auteursrechthebbende is is voorts niet voldoende door NUC onderbouwd. Het gevorderde verbod wordt dan ook door de Voorzieningenrechter toegewezen.

Het gevorderde voorschot op de geleden schade wordt niet toegewezen. Voor toewijzing van een dergelijke vordering in kort geding is slechts plaats, als het bestaan en de omvang van de vordering in hoge mate aannemelijk zijn, terwijl voorts uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist is en het risico van onmogelijkheid van terugbetaling – bij afweging van de belangen van partijen – aan toewijzing niet in de weg staat. De Voorzieningenrechter is naar voorlopig oordeel van mening dat zowel de materiële schade (verlies aan omzet door minder lezers van het oorspronkelijke artikel) en de immateriële schade (schade aan reputatie door gewijzigde layout en weglaten van de naam van de auteur) niet voldoende vaststaat.

NUC heeft ter zitting verschillende keren aangegeven bereid te zijn een rectificatie te plaatsen in HP Vakblad. Zij heeft daar echter aan toegevoegd dat de door Paard Natuurlijk c.s. verzochte rectificatie te ver gaat, maar zij heeft nagelaten die stelling te onderbouwen. De gevorderde rectificatie wordt dan ook toegewezen.

NUC wordt veroordeeld in de volledige proceskosten van EUR 4.571,25.

Lees het vonnis hier.

IEF 4676

Praktisch niet meer mogelijk (vonnis)

Rechtbank Amsterdam, 13 september 2007, LJN: BB3558, Eiser tegen Weekbladpers, h.o.d.n. Weekbladpers Tijdschriften B.V. en Vrij Nederland

Vonnis, in aansluiting op dit eerdere bericht. Samenvatting rechtspraak.nl: De voorzieningenrechter heeft het weekblad Vrij Nederland verboden de in het nummer van 5 september 2007 gepubliceerde foto van Z. - voormalig advocaat en juridisch adviseur van de vermoorde vastgoedhandelaar Endstra - opnieuw te verspreiden of ter publicatie aan te bieden. Z. is een belangrijke getuige in het strafproces tegen H., verdachte van afpersing van (onder meer) Endstra.

De voorzieningenrechter is van oordeel dat het (opnieuw) verspreiden van de foto de traceerbaarheid van Z. kan vergroten en daarmee zijn veiligheidsrisico en acht de aanvankelijke publicatie onrechtmatig. Z. wordt vooralsnog niet beschouwd als een 'publiek figuur'. De vordering om de gehele oplage van Vrij Nederland terug te halen (een zogenoemde 'recall') is afgewezen, omdat het bewuste nummer al bij de abonnees ligt en de foto daarmee reeds deel uitmaakt van het publieke domein, waardoor een dergelijke maatregel weinig effect zou sorteren. Een verbod voor de toekomst is wel gegeven, om te vermijden dat de beeltenis van Z. opnieuw onder de aandacht wordt gebracht.”

Lee het vonnis hier.