Overige  

IEF 2278

Echte merken zijn

Gerechtshof Leeuwarden, 30 juni 2006, LJN: AX9601 Strafzaak.

Strafzaak over merkgebruik. Valsheid in geschrift door op facturen en de vrachtnota's is achter ras 'Futura' of 'Felina' te vermelden , terwijl er (ongecertificeerd) zaaizaad van het ras USO 31 werd afgeleverd.

Het hof is omtrent het ten laste gelegde van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de in de tenlastelegging genoemde certificaten, betrekking hebbende op zaaizaad, echte merken zijn in de zin van artikel 219, derde lid, van het Wetboek van Strafrecht. Het hof overweegt hieromtrent het volgende.

Voor de betekenis van het begrip 'merken' moet worden aangesloten bij artikel 219 van het Wetboek van Strafrecht, waarin gesproken wordt van 'andere dan in de artikelen 217 en 218 van het Wetboek van Strafrecht bedoelde merken, die krachtens wettelijk voorschrift op goederen of hun verpakking moeten of kunnen worden geplaatst'. Op grond van artikel 222bis van het Wetboek van Strafrecht is het bepaalde in artikel 219 van het Wetboek van Strafrecht mede van toepassing, indien de daarin omschreven feiten worden gepleegd met betrekking tot merken van een buitenlandse mogendheid.

In de processen-verbaal die zich bij de processtukken bevinden is geen aandacht besteed aan de vraag of de in de tenlastelegging genoemde (Franse) certificaten, die oorspronkelijk aan zakken zaaizaad waren gehecht en die door verdachte later ook los aan boeren werden geleverd, krachtens enig wettelijk voorschrift op die zakken zaaizaad moesten of konden worden geplaatst en zo ja, op grond van welk(e) voorschrift(en) dit het geval was. Ook overigens blijkt zulks niet uit de processtukken en het ter terechtzitting verhandelde. Nu het antwoord op deze vraag niet als een feit van algemene bekendheid kan worden beschouwd, kan het hof bij gebreke van enig bewijsmiddel ter zake niet vaststellen dat de in de tenlastelegging genoemde certificaten merken als bedoeld in artikel 219 van het Wetboek van Strafrecht zijn, en dient verdachte te worden vrijgesproken van hetgeen onder 2 is ten laste gelegd.

Het hof begrijpt de tenlastelegging aldus dat de verdachte wordt verweten dat hij niet alleen zaad van een ander ras, namelijk USO 31, heeft geleverd dan was vermeld op de bijbehorende factuur en vrachtnota, maar dat dit zaad bovendien ongecertificeerd was. Het ongecertificeerd zijn van het zaaizaad moet naar het oordeel van het hof als een essentieel onderdeel van de tenlastelegging worden beschouwd, dat daar niet uit kan worden losgemaakt zonder haar betekenis wezenlijk te veranderen.

Op grond van de zich in het dossier bevindende informatie en het ter terechtzitting verhandelde kan van een groot aantal telers niet worden vastgesteld dat zij ongecertificeerd zaaizaad van het ras USO 31 hebben ontvangen in plaats van zaaizaad van het ras Futura of Felina, zoals op de facturen en de vrachtnota's vermeld. Het hof merkt in dat verband op dat er bij een groot aantal telers geen bedrijfsonderzoek heeft plaatsgevonden, zodat niet vaststaat welk ras is geteeld.

Op grond van de voor het bewijs gebruikte verklaringen van onder meer de medeverdachten staat in de vier voornoemde gevallen vast, dat de vrachtnota's en facturen in het bedrijf van verdachte werden vervalst door daarop welbewust zaaizaad te vermelden van een ander ras dan het ongecertificeerde zaad van het ras USO 31 dat in werkelijkheid werd geleverd.

Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht. Dergelijk handelen is onaanvaardbaar, nu men er in het economische verkeer vanuit moet kunnen gaan dat gegevens vermeld op facturen en vrachtnota's juist zijn. De telers die in vertrouwen op de juistheid van de gegevens subsidie hebben aangevraagd zijn door de vermelding van onjuiste gegevens in hun (financiële) belangen geschaad, omdat hen in verband hiermee subsidie is geweigerd.

Lees het arrest hier.

IEF 2275

Van alles

Afstand doen van auteursrecht toch mogelijk? Het Brabants Dagblad bericht dat: "Het Trappistenklooster Maria Toevlucht uit Zundert ervoor heeft gezorgd dat het boek ’Monnikenwerk’ van monnik Arnold Bomans (de broer van) voorlopig niet verschijnt. Het boek zou kwetsend zijn voor de familie en vol onwaarheden staan. (…) De Zundertse abt wist niet dat er een boek zou komen. Ook de familie was volgens hem niet op de hoogte.

„Dat kan toch niet? De auteursrechten liggen bovendien bij ons omdat broeder Jan bij ons was ingetreden.“ Bij een intrede doet men volgens de kloosterregels afstand van alles."

Lees hier meer.

IEF 2274

Misbruik van spelfouten

Rechtbank Leeuwarden, 2 juni 2006, KG ZA 06-155. Fotox  B.V. tegen MijnAlbum V.O.F. c.s. (Met dank aan Maarten Russchen, Dommerholt)

De domeinnaam als handelsnaam. Typosquatting.

Eiseres gebruikt de domeinnaam fotoxs.nl. MijnAlbum heeft de domeinnamen foto-xs.nl en Photoxs.nl laten registreren en met een deeplink verbonden met mijnalbum.nl. De voorzieningenrechter Leeuwarden  is van oordeel dat daarmee inbreuk wordt gemaakt op de handelsnaamrechten van FotoXS.

“Nu MijnAlbum zich mede onder deze namen (photoxs.nl en foto-xs.nl – IEF) tot het publiek richt, is voldoende aannemelijk dat Mijn Album haar onderneming mede onder de namen photoxs en foto-xs voert, zodat deze als handelsnaam zijn aan te merken.  (...) Van dit verwarringsgevaar blijkt ook genoegzaam uit de erkenning van MijnAlbum dat zij de bedoeling had gebruik te maken van de bekendheid van FotoXS om meer bezoekers naar haar website te trekken."

Lees het vonnis hier.

IEF 2270

Novum

Planet.nl bericht dat “Het Nederlandse persbureau Novum zonder toestemming berichten overneemt van persbureau Belga. Dat heeft Belga vastgesteld op grond van een aantal berichten over Belgische kwesties die via Novum zijn verspreid.

(..) Sinds 12 juni 2006 hebben Novum en Het Laatste Nieuws een samenwerking om wederzijds berichten over te nemen. Nieuwsartikelen van Belga zijn daar in principe van uitgesloten.

Hoofredacteur van Loon van Het Laatste Nieuws vindt het "een storm in een glas water. Als Novum al iets van onze site zou hebben overgenomen dat van Belga afkomstig was, en dat moet ik nog zien, dan zouden ze dat toch hebben herschreven. Ik heb geen weet van verkeerd handelen door Novum.

Novum werd in november 2004 in kort geding veroordeeld wegens het pikken van berichten van het ANP op grond van harde bewijzen. In Hoger beroep (arrest hier) verwierp het gerechtshof dit vonnis. De bodemprocedure loopt nog.”

Lees hier meer.

IEF 2267

Haar bevoegdheden te buiten gaat

- Handelingen nr. 31, pag. 1423-1423, 1e Kamer. Behandeling van de brief van de Tijdelijke Commissie Subsidiariteitstoets  ter zake van COM (2006) 168, gewijzigd voorstel voor een EG-richtlijn inzake strafrechtelijke maatregelen ter verzekering van de handhaving van intellectuele eigendomsrechten).
 
- Kamerstuk  30587, nr. C. 1e Kamer. Brief over de vraag of voorstel Europese Commissie voor een richtlijn handhaving intellectuele eigendomsrechten voldoet aan subsidiariteitsbeginsel
 
-Handelingen nr. 91, pag. 5537-5540. 2e Kamer. Behandeling van de Subsidiariteitstoets op richtlijnvoorstel betreffende strafrechtelijke maatregelen ter verzekering van de handhaving van intellectuele eigendomsrechten.

Uit 30587, nr. C:  "De gezamenlijke vergadering van de commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties en de bijzondere commissie voor de JBZ-Raad concludeert in meerderheid dat de Europese Commissie met onderhavige ontwerprichtlijn inzake strafrechtelijke maatregelen om de handhaving van intellectuele eigendomsrechten te waarborgen haar bevoegdheden te buiten gaat. De commissies verzoeken daarom de Tijdelijke Commissie Subsidiariteitstoets bovengenoemde bezwaren over te brengen aan de Europese instellingen en de Nederlandse regering."

 

“De Commissie stelt niet, dat piraten dan wel namakers bij een groot verschil in strafmaat vanuit het land met de laagste maximumstraffen zouden kunnen opereren en dit effectieve bescherming van intellectuele eigendom ernstig belemmert. Zij stelt het niet en dus ontbreekt ook iedere feitelijke onderbouwing.

Aldus wordt evenmin duidelijk waarom een enkele verplichting tot strafbaarstelling niet zou volstaan. In dat geval zouden de lidstaten zelf de verantwoordelijkheid dragen om te zorgen voor adequate strafbaarstelling in hun nationale wetgeving. Deze redenering wordt ook in het TRIPS Verdrag gebruikt, waarnaar de Europese Commissie in overweging (3) van de ontwerprichtlijn verwijst.

Het leggen van de verantwoordelijkheid tot strafbaarstelling bij de lidstaten, zonder specifieke eisen hieraan te stellen, heeft bovendien als voordeel dat de structuur van de nationale strafrechtsystemen niet wordt doorbroken.

Voor de volledigheid wordt hier nog opgemerkt, dat handelen in een lidstaat met «lage» straffen al snel bevoegdheid tot strafrechtelijke vervolging in andere lidstaten schept, te weten wanneer nagemaakte goederen in het normale handelsverkeer in die andere lidstaat terechtkomen. De dader in de lidstaat met lage straffen zal spoedig in een lidstaat met hogere straffen vervolgbaar zijn als uitlokker, medeplichtige of medepleger. 

(…) De gezamenlijke vergadering van de commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties en de bijzondere commissie voor de JBZ-Raad concludeert in meerderheid dat de Europese Commissie met onderhavige ontwerprichtlijn inzake strafrechtelijke maatregelen om de handhaving van intellectuele eigendomsrechten te waarborgen haar bevoegdheden te buiten gaat. De commissies verzoeken daarom de Tijdelijke Commissie Subsidiariteitstoets bovengenoemde bezwaren over te brengen aan de Europese instellingen en de Nederlandse regering. 

Eerdere berichten hier.

IEF 2264

Subsidiariteit en proportionaliteit (2)

Kamerstuk 30587, nr. BH/2H, 1e/2e Kamer. Subsidiariteitstoets op richtlijnvoorstel betreffende strafrechtelijke maatregelen ter verzekering van de handhaving van intellectuele eigendomsrechten (COM (2006) 168 fin.); Brief over het laten uitvoeren van de subsidiariteitstoets.

Stuk dateert van voor dit kamerstuk, maar is later gepubliceerd.

"Nadere besluitvorming op initiatief van de commissie heeft ertoe geleid dat het advies wijziging behoeft. Ik verzoek u de motivering te vervangen door de achter deze brief gevoegde motivering en deze ter instemming voor te leggen aan uw Kamer."

BRIEF VAN DE TIJDELIJKE COMMISSIE SUBSIDIARITEITSTOETS

Aan:
De voorzitter van de bijzondere commissie voor de JBZ-Raad
De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties
De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie
De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken

Den Haag, 16 mei 2006

Geachte collega’s,

Zoals u bekend is onlangs de tijdelijke commissie subsidiariteitstoets ingesteld. Deze commissie zal, samen met de betrokken vakcommissies, elf al vastgestelde (nog in te dienen) voorstellen van de Europese Commissie toetsen aan de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit. Centraal daarbij staan de vragen of het betreffende voorstel op Europees niveau mag worden genomen en als dat het geval is, of het voorstel dan ook niet verder gaat dan nodig is.

Onlangs heeft de Europese Commissie een richtlijnvoorstel ingediend inzake strafrechtelijke maatregelen ter verzekering van de handhaving van intellectuele eigendomsrechten. Het voorstel introduceert het opnemen van een strafbepaling in een richtlijn. Dit heeft als consequentie dat de besluitvorming hierover wordt overgeheveld van de derde pijler naar de eerste pijler van het EU-verdrag en daarmee wordt onderworpen aan meerderheidsbesluitvorming in de Raad. Hoewel Nederland in de Raad nog altijd tegen het voorstel zou kunnen stemmen, is het haar vetorecht kwijt. Het wordt dus moeilijker voor afzonderlijke lidstaten om een dergelijke strafbepaling tegen te houden. De invloed van de EU op het strafrecht wordt daardoor dan ook groter. 

Vanwege de mogelijke gevolgen van het richtlijnvoorstel heeft de tijdelijke commissie subsidiariteitstoets besloten dat het aan de subsidiariteitstoets onderworpen zou moeten worden, hoewel het voorstel niet in de lijst van elf aan de toets te onderwerpen voorstellen voorkomt. De te volgen procedure is weergegeven in kamerstuk 30 389, nr. 1 (p. 7–9). Ik hoop dat uw commissie daaraan medewerking zal verlenen.

In lijn met  deze procedure is een preadvies van de staf van de tijdelijke commissie subsidiariteitstoets bijgesloten. Ook het betreffende richtlijnvoorstel is bijgevoegd (een Nederlandse versie is helaas nog niet beschikbaar). Ik verzoek uw commissie uiterlijk 1 juni a.s. gemotiveerd advies uit te brengen aan de tijdelijke commissie over de vraag of het voorstel al dan niet voldoet aan het subsidiariteitsbeginsel.

De voorzitter van de tijdelijke commissie subsidiariteitstoets,

J. J. van Dijk

IEF 2260

Zoals gebruikelijk

Kamervragen met antwoord, nr. 1674, 2e Kamer. Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (Europese Zaken) over de Europese verplichting om strafrechtelijke sancties te harmoniseren om misbruik van intellectueel eigendom te bestrijden. (Ingezonden 1 mei 2006); Antwoord

“Wat is uw reactie op het voorstel van de Europese Commissie om van lidstaten te eisen dat zij hun strafrechtelijke sancties harmoniseren c.q. verhogen om misbruik van intellectueel eigendom te bestrijden?

Het kabinet zal zijn visie op dit voorstel, zoals gebruikelijk, in een BNC-fiche neerleggen. Belangrijke vragen daarbij zijn of het nodig is om naast richtlijn 2004/48/EG betreffende de handhaving van intellectuele eigendomsrechten en naast de privaatrechtelijke, bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving van deze rechten op nationaal niveau te komen tot een verplichting van de Gemeenschapswetgever tot strafbaarstelling van inbreuken op deze rechten, welke de reikwijdte van een eventuele richtlijn zou moeten zijn, hoe de inbreuken die voor onderlinge aanpassing in aanmerking zouden komen, zouden moeten worden omschreven, en of het mogelijk en ook nodig is in een eventuele richtlijn specifieke bepalingen inzake aard en hoogte van strafsancties op te nemen.

In overeenstemming met de eerder genoemde notitie met betrekking tot de gevolgen van de Hofuitspraak milieustrafrecht zal in dit fiche specifieke aandacht worden besteed aan de consequenties van het voorstel voor het Nederlands strafrecht. In dit fiche zullen wij uiteraard ook onze appreciatie geven van de vraag hoe dit voorstel zich verhoudt tot de vereisten van subsidiariteit en proportionaliteit. Voornoemde laat echter onverlet dat Nederland de noodzaak van een effectieve bestrijding van namaak en piraterij en van Europese samenwerking daarbij onderkent.”

IEF 2253

Beroepsmatige auteursrechtinbreuk (2)

O.a het NRC bericht dat de rechtbank van Rotterdam vrijdag niet is toegekomen aan de behandeling van de strafzaak tegen de mensen achter Releases4u.com en Shareconnector.com (eerder bericht hier).

De rechtbank besloot de zaak voor onbepaalde tijd aan te houden. “Op verzoek van de verdachten moeten onder meer rechercheurs en onderzoekers van de stichting Brein worden gehoord (…) Advocaat Maanicus die de drie beheerders van Releases4u.com bijstaat zegt dat justitie zich voor het karretje heeft laten spannen van de stichting. Officier van justitie A. Drogt zegt dat geen sprake is van samenwerking en dat het onderzoek van Brein als aangifte moet worden gezien.

De advocaten van de verdachten stelden dat justitie niet ontvankelijk is, omdat het aanbieden van links niet strafbaar is. De rechtbank wilde zich daar voor de behandeling echter niet over uitlaten.

Lees hier meer.

IEF 2241

Het Scheidsgerecht

Via DomJur.nl: WIPO Arbitration and Mediation Center, 25 april 2006, LoadIT tegen Xiro Unlimited Entertainment.

Arbitraal domeinnaamvonnis over registratie en geldige reden.

Xiro heeft de domeinnaam loadit.nl geregistreerd na de registratie van het merk LoadIT door Loadit. "Het scheidsgerecht stelt vast dat de domeinnaam 'loadit.nl' een teken is dat overeenstemt met het LoadIT-merk van Eiseres." Loadit heeft in 2004 een overeenkomst gesloten met XXess (later Xiro) ter ontwikkeling van een softwaresysteem, dat Loadit onder de naam LoadIT op de markt wilde zetten. Het Scheidsgerecht stelt dat de bestuurder van XXess (en via zijn holding bestuurder van het huidige Xiro) op de hoogte was van deze plannen.

Xiro bestrijdt echter dat zij in strijd handelt met art. 13A lid 1 sub b BMW, omdat zij de domeinnaam niet gebruikt voor enige website en ook niet zal gebruiken voor het aanbieden voor waren die soortgelijk zijn aan de waren of diensten waarvoor Loadit het merk heeft gedeponeerd. Dit heeft Xiro ondersteunt met een uittreksel uit het handelsregister uit 2003. Eiseres heeft echter een recenter uittreksel overlegd waaruit het tegendeel blijkt.

Ondanks alles is het Scheidsgerecht toch van oordeel dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat Xiro de domeinnaam gebruikt of dreigt te gebruiken op een wijze waartegen eiseres op grond van artikel 13A lid 1 sub b BMW kan optreden. Wel is het Scheidsgerecht van oordeel dat in strijd wordt gehandeld met sub d. Verweerster heeft geen geldige reden voor de registratie of het gebruik van de domeinnaam, evenmin beschikt verweerster over een eigen recht dat een geldige reden zou kunnen vormen. Tevens doet verweerster op ongerechtvaardigde wijze afbreuk aan het onderscheidend vermogen van het LoadIT-merk. De rechtbank acht aannemelijk dat verweerster de domeinnaam uitsluitend heeft geregistreerd om Loadit dwars te zitten. "Het feit dat Verweerster tot op heden geen enkele activiteit met de domeinnaam heeft ontplooid, onderstreept deze intentie."

De vordering tot overdracht slaagt aldus. Tevens wordt het verbod toegewezen om domeinnamen te registreren die inbreukmakend overeenstemmen met het Benelux merk LoadIT van eiseres.

Lees hier het vonnis.

IEF 2238

Top

'EU-US Summit: EU and US step up joint fight against counterfeiting and will launch a joint EU-US action programme to tackle global intellectual property piracy.

The programme was conceived in 2005 and will be endorsed by the EU-US Summit in Vienna on June 21. The joint strategy is an important reinforcement of the global fight against counterfeiting and intellectual property theft. It is the first EU-US joint enforcement programme of its kind.'

Lees hier meer.