Overige  

IEF 2264

Subsidiariteit en proportionaliteit (2)

Kamerstuk 30587, nr. BH/2H, 1e/2e Kamer. Subsidiariteitstoets op richtlijnvoorstel betreffende strafrechtelijke maatregelen ter verzekering van de handhaving van intellectuele eigendomsrechten (COM (2006) 168 fin.); Brief over het laten uitvoeren van de subsidiariteitstoets.

Stuk dateert van voor dit kamerstuk, maar is later gepubliceerd.

"Nadere besluitvorming op initiatief van de commissie heeft ertoe geleid dat het advies wijziging behoeft. Ik verzoek u de motivering te vervangen door de achter deze brief gevoegde motivering en deze ter instemming voor te leggen aan uw Kamer."

BRIEF VAN DE TIJDELIJKE COMMISSIE SUBSIDIARITEITSTOETS

Aan:
De voorzitter van de bijzondere commissie voor de JBZ-Raad
De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties
De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie
De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken

Den Haag, 16 mei 2006

Geachte collega’s,

Zoals u bekend is onlangs de tijdelijke commissie subsidiariteitstoets ingesteld. Deze commissie zal, samen met de betrokken vakcommissies, elf al vastgestelde (nog in te dienen) voorstellen van de Europese Commissie toetsen aan de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit. Centraal daarbij staan de vragen of het betreffende voorstel op Europees niveau mag worden genomen en als dat het geval is, of het voorstel dan ook niet verder gaat dan nodig is.

Onlangs heeft de Europese Commissie een richtlijnvoorstel ingediend inzake strafrechtelijke maatregelen ter verzekering van de handhaving van intellectuele eigendomsrechten. Het voorstel introduceert het opnemen van een strafbepaling in een richtlijn. Dit heeft als consequentie dat de besluitvorming hierover wordt overgeheveld van de derde pijler naar de eerste pijler van het EU-verdrag en daarmee wordt onderworpen aan meerderheidsbesluitvorming in de Raad. Hoewel Nederland in de Raad nog altijd tegen het voorstel zou kunnen stemmen, is het haar vetorecht kwijt. Het wordt dus moeilijker voor afzonderlijke lidstaten om een dergelijke strafbepaling tegen te houden. De invloed van de EU op het strafrecht wordt daardoor dan ook groter. 

Vanwege de mogelijke gevolgen van het richtlijnvoorstel heeft de tijdelijke commissie subsidiariteitstoets besloten dat het aan de subsidiariteitstoets onderworpen zou moeten worden, hoewel het voorstel niet in de lijst van elf aan de toets te onderwerpen voorstellen voorkomt. De te volgen procedure is weergegeven in kamerstuk 30 389, nr. 1 (p. 7–9). Ik hoop dat uw commissie daaraan medewerking zal verlenen.

In lijn met  deze procedure is een preadvies van de staf van de tijdelijke commissie subsidiariteitstoets bijgesloten. Ook het betreffende richtlijnvoorstel is bijgevoegd (een Nederlandse versie is helaas nog niet beschikbaar). Ik verzoek uw commissie uiterlijk 1 juni a.s. gemotiveerd advies uit te brengen aan de tijdelijke commissie over de vraag of het voorstel al dan niet voldoet aan het subsidiariteitsbeginsel.

De voorzitter van de tijdelijke commissie subsidiariteitstoets,

J. J. van Dijk

IEF 2260

Zoals gebruikelijk

Kamervragen met antwoord, nr. 1674, 2e Kamer. Vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken (Europese Zaken) over de Europese verplichting om strafrechtelijke sancties te harmoniseren om misbruik van intellectueel eigendom te bestrijden. (Ingezonden 1 mei 2006); Antwoord

“Wat is uw reactie op het voorstel van de Europese Commissie om van lidstaten te eisen dat zij hun strafrechtelijke sancties harmoniseren c.q. verhogen om misbruik van intellectueel eigendom te bestrijden?

Het kabinet zal zijn visie op dit voorstel, zoals gebruikelijk, in een BNC-fiche neerleggen. Belangrijke vragen daarbij zijn of het nodig is om naast richtlijn 2004/48/EG betreffende de handhaving van intellectuele eigendomsrechten en naast de privaatrechtelijke, bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving van deze rechten op nationaal niveau te komen tot een verplichting van de Gemeenschapswetgever tot strafbaarstelling van inbreuken op deze rechten, welke de reikwijdte van een eventuele richtlijn zou moeten zijn, hoe de inbreuken die voor onderlinge aanpassing in aanmerking zouden komen, zouden moeten worden omschreven, en of het mogelijk en ook nodig is in een eventuele richtlijn specifieke bepalingen inzake aard en hoogte van strafsancties op te nemen.

In overeenstemming met de eerder genoemde notitie met betrekking tot de gevolgen van de Hofuitspraak milieustrafrecht zal in dit fiche specifieke aandacht worden besteed aan de consequenties van het voorstel voor het Nederlands strafrecht. In dit fiche zullen wij uiteraard ook onze appreciatie geven van de vraag hoe dit voorstel zich verhoudt tot de vereisten van subsidiariteit en proportionaliteit. Voornoemde laat echter onverlet dat Nederland de noodzaak van een effectieve bestrijding van namaak en piraterij en van Europese samenwerking daarbij onderkent.”

IEF 2253

Beroepsmatige auteursrechtinbreuk (2)

O.a het NRC bericht dat de rechtbank van Rotterdam vrijdag niet is toegekomen aan de behandeling van de strafzaak tegen de mensen achter Releases4u.com en Shareconnector.com (eerder bericht hier).

De rechtbank besloot de zaak voor onbepaalde tijd aan te houden. “Op verzoek van de verdachten moeten onder meer rechercheurs en onderzoekers van de stichting Brein worden gehoord (…) Advocaat Maanicus die de drie beheerders van Releases4u.com bijstaat zegt dat justitie zich voor het karretje heeft laten spannen van de stichting. Officier van justitie A. Drogt zegt dat geen sprake is van samenwerking en dat het onderzoek van Brein als aangifte moet worden gezien.

De advocaten van de verdachten stelden dat justitie niet ontvankelijk is, omdat het aanbieden van links niet strafbaar is. De rechtbank wilde zich daar voor de behandeling echter niet over uitlaten.

Lees hier meer.

IEF 2241

Het Scheidsgerecht

Via DomJur.nl: WIPO Arbitration and Mediation Center, 25 april 2006, LoadIT tegen Xiro Unlimited Entertainment.

Arbitraal domeinnaamvonnis over registratie en geldige reden.

Xiro heeft de domeinnaam loadit.nl geregistreerd na de registratie van het merk LoadIT door Loadit. "Het scheidsgerecht stelt vast dat de domeinnaam 'loadit.nl' een teken is dat overeenstemt met het LoadIT-merk van Eiseres." Loadit heeft in 2004 een overeenkomst gesloten met XXess (later Xiro) ter ontwikkeling van een softwaresysteem, dat Loadit onder de naam LoadIT op de markt wilde zetten. Het Scheidsgerecht stelt dat de bestuurder van XXess (en via zijn holding bestuurder van het huidige Xiro) op de hoogte was van deze plannen.

Xiro bestrijdt echter dat zij in strijd handelt met art. 13A lid 1 sub b BMW, omdat zij de domeinnaam niet gebruikt voor enige website en ook niet zal gebruiken voor het aanbieden voor waren die soortgelijk zijn aan de waren of diensten waarvoor Loadit het merk heeft gedeponeerd. Dit heeft Xiro ondersteunt met een uittreksel uit het handelsregister uit 2003. Eiseres heeft echter een recenter uittreksel overlegd waaruit het tegendeel blijkt.

Ondanks alles is het Scheidsgerecht toch van oordeel dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat Xiro de domeinnaam gebruikt of dreigt te gebruiken op een wijze waartegen eiseres op grond van artikel 13A lid 1 sub b BMW kan optreden. Wel is het Scheidsgerecht van oordeel dat in strijd wordt gehandeld met sub d. Verweerster heeft geen geldige reden voor de registratie of het gebruik van de domeinnaam, evenmin beschikt verweerster over een eigen recht dat een geldige reden zou kunnen vormen. Tevens doet verweerster op ongerechtvaardigde wijze afbreuk aan het onderscheidend vermogen van het LoadIT-merk. De rechtbank acht aannemelijk dat verweerster de domeinnaam uitsluitend heeft geregistreerd om Loadit dwars te zitten. "Het feit dat Verweerster tot op heden geen enkele activiteit met de domeinnaam heeft ontplooid, onderstreept deze intentie."

De vordering tot overdracht slaagt aldus. Tevens wordt het verbod toegewezen om domeinnamen te registreren die inbreukmakend overeenstemmen met het Benelux merk LoadIT van eiseres.

Lees hier het vonnis.

IEF 2238

Top

'EU-US Summit: EU and US step up joint fight against counterfeiting and will launch a joint EU-US action programme to tackle global intellectual property piracy.

The programme was conceived in 2005 and will be endorsed by the EU-US Summit in Vienna on June 21. The joint strategy is an important reinforcement of the global fight against counterfeiting and intellectual property theft. It is the first EU-US joint enforcement programme of its kind.'

Lees hier meer.

IEF 2229

Eind goed al goed

Persbericht: Maandag is het eindrapport van het Domeinnaamdebat 2006 aan Stichting Internet Domeinregistratie Nederland (SIDN) gepresenteerd. In dit rapport wordt onder andere aan SIDN geadviseerd de huidige .nl-arbitrageregeling te vervangen in een aangepaste versie van de internationaal veelgebruikte UDRP. 
 
Ook wordt geadviseerd om voorlopig geen Internationalized Domain Names (IDN) in te voeren. Dit systeem maakt domeinnamen met bijzondere karakters, als café.nl, mogelijk. De vraag naar IDN is klein, de IDN-namen zijn lastig in te voeren op een Nederlands toetsenbord en bovendien kan IDN tot verwarring leiden. Daarnaast is het advies geen nieuwe persoonsdomeinnamen (als jansen.123.nl) meer uit te geven.

Zuiver numerieke domeinnamen (als 9292.nl) moeten echter wel worden ingevoerd. Voorheen was het technisch niet mogelijk om domeinnamen uit te geven die zuiver uit cijfers bestaan. Nu kan dit echter wel en er blijkt ook vraag te zijn naar numerieke domeinnamen. SIDN heeft aangegeven alle adviezen in het rapport ter harte te nemen en gaat de komende tijd aan de slag de adviezen te implementeren in haar beleid.

Lees hier meer

IEF 2227

Hogesnelheidsleed

Rechtbank Breda, 9 juni 2006, T&T Design tegen de Staat Der Nederlanden.

Kort geding over een wijziging van de onmiddellijke omgeving van een werk. Aantasting dan wel wijziging van het werk?

"De vorderingen van T&T zijn gebaseerd op de stelling dat de realisering van de hellingbaan op een afstand van ongeveer zeven meter van de voorgevel van het kantoorgebouw Westerhage primair is aan te merken als een aantasting van dit werk in de zin van artikel 25, eerste lid onder d, van de Auteurswet, en subsidiair als een wijziging van dit werk.

Daarnaast levert de aantasting van het kantoorgebouw een onrechtmatige daad op. Ter toelichting is gesteld dat de hellingbaan zeer kort tegen de gevel van het kantoorgebouw is geprojecteerd, dat het zicht op dit gebouw daardoor gedeeltelijk wordt ontnomen, dat het gebouw niet meer wordt gezien als één geheel en dat haar strakke lijnen worden verstoord."

Gelet op de vormgeving van het kantoorgebouw en de combinatie van materialen die is gebruikt, kan het kantoorgebouw worden aangemerkt als een werk. Het auteursrecht heeft uitsluitend betrekking heeft op de vormgeving van het kantoorgebouw. De plaatsing van het kantoorgebouw in de toenmalige ruimte en de ruimtelijke uitstraling van het gebouw spelen daarbij geen enkele rol.

Aangezien het kantoorgebouw zijn oorspronkelijkheid niet ontleent aan de ruimte waarin het is geplaatst, kan de bouw van de hellingbaan niet worden aangemerkt als een wijziging van dat werk als bedoeld in artikel 25 lid 1 onder c van de Auteurswet.
Om te kunnen spreken van een aantasting van het werk als bedoeld in artikel 25 lid 1 onder d, is essentieel dat de eer of goede naam van de auteur daardoor schade wordt toegebracht.

Op zich is denkbaar dat een wijziging van de onmiddellijke omgeving van een werk kan worden aangemerkt als een aantasting van dat werk. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is daarvan in dit geval echter geen sprake. Het kantoorgebouw Westerhage ligt op een bedrijventerrein, omgeven door bedrijfsgebouwen, geluidsschermen, een rijksweg, een spoorlijn en een hogesnelheids-lijn, en boven deze infrastructuurbundel een fiets- en voetgangersverbinding. Als gevolg van deze omliggende bebouwing is het kantoorgebouw reeds verminderd zichtbaar.

Niet valt in te zien hoe de aanleg van de hellingbaan in deze omgeving nog wezenlijk afbreuk kan doen aan de oorspronkelijkheid van het kantoorgebouw Westerhage. Nog minder aannemelijk is dat deze eventuele inbreuk schade zou toebrengen aan de eer of goede naam van T&T. Dat de hellingbaan afbreuk doet aan de gestelde kwaliteit van het gebouw als zichtlocatie en dat hierdoor een lagere huuropbrengst zal worden gerealiseerd, is een economisch argument dat geen rol speelt in het kader van het auteursrecht."

Ook is de aanleg van de hellingsbaan niet onrechtmatig jegens T&T. De gevorderde voorzieningen worden geweigerd.

Lees het vonnis hier.

IEF 2222

Subsidiariteit en proportionaliteit

Kamerstuk 30587, nr, 1e/2e Kamer. Subsidiariteitstoets op richtlijnvoorstel betreffende strafrechtelijke maatregelen ter verzekering van de handhaving van intellectuele eigendomsrechten (COM (2006) 168 fin.); Brief van de Tijdelijke commissie subsidiariteitstoets inzake gewijzigd advies 

“Beide Kamers der Staten-Generaal concluderen dat voor de na te streven doelstelling van het voorgenomen optreden geen bevoegdheid aan de Gemeenschap is toegekend. Niettemin hebben beide Kamers onderhavig voorstel - ten overvloede – onderworpen aan de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit en geconcludeerd dat het voorstel daaraan niet voldoet.”

Lees hier meer.

IEF 2215

Nederlandse markt

IE WK Nieuws: Het Parool bericht op zaterdag dat de Duitse douane een Pools busje met 1600 namaakshirts heeft aangehouden. De shirts, Nederlands elftal en Barcelona, waren bedoeld voor de Nederlandse markt.

IEF 2204

Liefde in Lelystad

O.a. Boekblad bericht dat Een pleegzoon van Nel Benschop een kort geding aangespannen tegen uitgever Willem Hooijer, die van plan is een bundeling liefdesgedichten van de vorig jaar overleden dichteres uit te brengen. De rechtszaak dient donderdag 15 juni om 09.15 uur in Lelystad "

“Volgens de advocaat van Hooijer, Lars Bakers, zou Hooijer voldoende bewijs hebben dat Benschop toestemming heeft verleend voor publicatie van de gedichten. De pleegzoon is een andere mening toegedaan. Als erfgenaam van Nel Benschop liggen de auteursrechten bij hem, zo heeft zijn advocaat Arjen Maes laten weten.

De advocaat van Hooijer, Mr. Bakers, zet vraagtekens bij de motivatie van de pleegzoon van Benschop. Hij liet weten niet uit te sluiten dat de uitgeverij van Benschop, Kok in Kampen, op de achtergrond betrokken is bij de rechtszaak, zodat die op termijn de gedichten zelf kan uitgeven. Directeur Bert Endedijk van Kok bevestigt dat de uitgeverij op de achtergrond betrokken is bij de rechtszaak.

Lees hier of hier iets meer.