Overige  

IEF 3591

Daartussen liggende inbreuken

hh4.JPGRechtbank Zutphen, 2 maart 2007, KG ZA 07-35, Hunink en Holtrigter Woning en Bedrijfsmakelaardij V.O.F. tegen J. Holtrigter Makelaardij B.V. (met dank aan Hans van der Perk, De Jonge Peters Remmelink)

Handels- en domeinnaamzaak met redelijke en evenredige proceskostenveroordeling. Gereserveerd houden van de domeinnaam wordt niet onrechtmatig geacht.

J. Holtrigter Makelaardij B.V. heeft in 2001 haar aandeel in Hunink en Holtrigter Woningen en Bedrijfsmakelaardij VOF verkocht aan de overige vennoten. Afspraak was dat J. Holtrigter Makelaardij vijf jaar lang geen makelaarsactiviteiten zou verrichten. Na deze vijf jaar is J. Holtrigter Makelaardij weer met makelaarsactiviteiten gestart, onder meer via een aantal domeinnamen met daarin 'holtrigter'.

Hunink en Holtrigter Woning en Bedrijfsmakelaardij V.O.F. vordert dat Holtrigter Makelaardij B.V. het gebruik van de handelsnaam waarin de term 'holtrigter' voorkomt, staakt en vindt de rechter aan haar zijde.

"Voldoende aannemelijk is dat er sprake is van verwarrringsgevaar in voormelde zin indien J. Holtregter Makelaardij B.V. een makelaarskantoor met in die handelsnaam de naam "Holtrigter" begint.

De naam "Holtrigter" is opvallend en niet veel voorkomend, dat deze een groot onderscheidend vermogen heeft. Dit brengt met zich dat die eigennaam in een handelsnaam als een van de meest kenmerkende delen naar voren komt, ook indien sprake is van combinaties [...].

Ook de vordering om de domeinnaam janholtrigter.nl te verbieden voor makelaarsactiviteiten wordt toegewezen, maar de vordering tot overdracht van deze domeinnaam wordt afgewezen omdat de rechter van mening is dat het gereserveerd houden van de domeinnaam niet onrechtmatig is:

"Indien J. Holtrigter Makelaardij B.V. de domeinnaam janholtrigter.nl gebruikt voor niet met de makelaardij overeenstemmende activiteiten, ontbreekt het verwarringsgevaar. In dat geval is er dan ook geen sprake van strijd met de Hnw of onrechtmatig handelen".

Overdracht van de domeinnaam holtrigtermakelaardij.nl is niet gevorderd.

De rechter spreekt een redelijke en evenredige kostenveroordeling uit: "Een volledige proceskostenveroordeling ligt vooral in de rede wanneer het gaat om grootschalige inbreuk of piraterij. Voor de daartussen liggende inbreuken zal de rechter naar bevind van zaken handelen en beoordelen wat redelijke en evenredige kosten zijn die door de verliezende partij dienen te worden gedragen. Aanleiding wordt gezien de gespecificeerde kosten van de advocaat van Hunink en Holtrigter Woning en Bedrijfsmakelaars V.O.F. van € 2549, 61 toe te wijzen, nu dit redelijke en evenredige kosten zijn."

Lees het vonnis hier.

IEF 3583

Prepublicatie noot NJ

chg.bmpCharles Gielen: Noot, zoals deze in de NJ zal worden gepubliceerd, inzake HR 17 oktober 2006, nr. 02220/05, Canomatic. (Strafkamer).

“Het verbaast dus niet dat er weinig rechtspraak in strafzaken over de handhaving van intellectuele eigendomsrechten is. In de onderhavige zaak is voor de toepassing van art. 337 Sr (in het bijzonder het eerste lid onder d) een belangrijke beslissing gegeven en wel op twee punten; in de strafkamer van de Hoge Raad zat voor de gelegenheid zelfs de civilist Mr. E.J. Numann.”

Lees de gehele noot hier. Lees een eerder bericht en het arrest hier.

IEF 3580

Eerst even voor jezelf lezen

- Gerechtshof Arnhem, 13 februari 2007, rolnummer 2006/132 KG. Test & Drive V.O.F. c.s. tegen Veka Best Verkeersleermiddelen (met dank aan Arjan Maes, Dommerholt Advocaten).

Executiegeschil. Appellanten hebben in prima en in appel betoogd dat aan de verklaring ex artikel 260 lid 2 Rv terugwerkende kracht toekomt. Dat zou dan ook gevolgen moeten hebben voor de tussen betekening van het veroordelend vonnis en de afgelegde verklaring verbeurde dwangsommen. Het Hof Arnhem verwerpt die die stelling.

Lees het arrest (inclusief vonnis in eerste aanleg) hier.    

- Rechtbank ’s-Gravenhage, 5 maart 2007, KG ZA 07-136. R. van den Heuvel tegem Van den Heuvel Bouw B.V.

“Zodoende moet worden beoordeeld of Remco in ernst kon betwijfelen, mede gelet op de gronden waarop het verbod werd gegeven, dat zijn opzegging aan zijn provider Hostway voor afloop van de termijn van één maand als vervat in het verbod, een overtreding van het verbod zou opleveren. Bij dit een en ander zal er met partijen vanuit worden gegaan dat het voeren van de domeinnaam www.vdhbouw.nl als zodanig inderdaad gebruik als handelsnaam vormt. Anders gezegd, de in dit executiegeschil te beantwoorden vraag is of Remco ervan uit mocht gaan dat wat hij had gedaan om de website te beëindigen voldoende nakoming van het verbod opleverde. De voorzieningenrechter acht dat het geval, waarbij de volgende omstandigheden in aanmerking zijn genomen.”

Lees het vonnis hier.

IEF 3549

Geen vraag, geen aanbod, geen handhaving

tman.gifWebsite Toine Manders (VVD): “Europarlementariër Manders wil consumenten criminaliseren . Consumenten die producten kopen die inbreuk maken op intellectuele eigendomsrechten (IE) moeten vervolgd kunnen worden voor heling. Dit blijkt uit een amendement dat Europarlementariër Toine Manders ingediend heeft op de Richtlijn strafrechtlijke handhaving IE-rechten.”

"Ik ben van mening dat de beoogde richtlijn, die de Europese Commissie heeft voorgesteld, het probleem van piraterij onvoldoende zal verhinderen. Wellicht wordt met een dergelijke richtlijn het de producenten (vaak georganiseerde misdaad) moeilijk gemaakt, maar zolang er een interessante markt is zullen producten worden nagemaakt. De conclusie is dus dat de markt in zijn geheel moet verdwijnen en dat kan alleen als er geen vraag meer naar namaak is."

Lees hier meer.

IEF 3532

Gemengde berichten

- De overheid heeft duizenden euro's betaald om de domeinnamen van acht ministers over te nemen van mensen of bedrijven die ze eerder hadden geregistreerd. Dat heeft een woordvoerder van de Rijksvoorlichtingsdienst vrijdag bevestigd.

Lees hier meer.

- Diesel, Dolce & Gabbana, G-star, Replay, Cartier en Breitling. De namen logen er niet om, maar alle handel vanuit de kofferbak van verdachte Y.A. (45) uit Kampen was hartstikke nep. Daarom zat hij gisteren voor de rechter. De Kampenaar van Turkse afkomst vond het allemaal niet zo ernstig. ‘In Turkije is dat allemaal normaal. Ik wist niet dat het hier strafbaar was’, beweerde hij gisteren tegen de politierechter in Zwolle. Zijn opmerking zorgde voor hoongelach bij de aanwezige FIOD-medewerkers op de publieke tribune.

Lees hier meer.

- De torrentsite The Pirate Bay heeft het plan om het leegstaande militaire complex Sealand te kopen laten varen. De groep heeft besloten om gewoon in Zweden te blijven en geeft toe dat de actie louter een publiciteitsstunt was.

Lees hier meer.

- De douane heeft sinds 2000 meer dan een miljard illegale sigaretten weten te onderscheppen. De sigaretten komen vooral uit het Verre Oosten. Het gaat om echte sigaretten en vervalsingen, waarbij inbreuk wordt gemaakt op het merkenrecht van de fabrikanten.

Lees hier meer.

- Stork bijt in stof rond patent kippenkoeling (+ filmpje). Stork heeft een al jarenlang slepende (EOB) octrooizaak tegen het Enschedese bedrijf TopKip verloren. Het gaat om het combi chilling procédé, een procédé om geslachte kipkuikens twee keer zo snel te laten afkoelen en tegelijkertijd inwendig te reinigen. Stork viel het octrooi eind 2004 aan.

Lees hier meer.

- WIPO will observe World Intellectual Property Day on 26 April 2007. The theme of this year’s celebrations is “Encouraging Creativity”. De locatie van de IEForum.nl Wereld IE Dag Borrel zal binnenkort bekend worden gemaakt.

IEF 3521

Land van Maas en Waal

maasenwaal.bmpVoorzieningenrechter rechtbank Zutphen, 13 februari 2007, LJN: AZ8847, De Winter Uden B.V. tegen Wegener Huis-aan-huiskranten B.V.

Handelsnaamrecht, onrechtmatige daad. Het gebruiken van een (kranten-)titel op het kantoorpand, op briefpapier, visitekaartjes en op een website, betekent niet zomaar dat de (kranten-)titel ook als handelsnaam gebruikt wordt. In casu levert dergelijk gebruik geen handelsnaamgebruik op.

Deze zaak betreft een geschil tussen Wegener, die sinds 28 september 2003 een krant uitgegeeft met de titel "dé Zondagskrant Maas en Waal" en De Winter, die sinds 29 september 2003 een krant uitegegeeft onder de titel "Tussen Maas & Waal". Recent heeft Wegener de naam van de door haar uitegeven krant gewijzigd in "dé Weekend Krant Maas & Waal". De Winter vordert dat het Wegener zal worden verboden om de combinatie "Maas & Waal"en/of "Maas en Waal" te gebruiken voor haar krant wegens inbreuk op haar handelsnaamrecht, voorts doet de Winter een beroep op 6:162 BW.

 

De Voorzieningenrechter is echter van mening dat De Winter geen beroep kan doen op het handelsnaamrecht omdat De Winter niet aan heeft kunnen tonen dat de naam "Tussen Maas & Waal" gebruikt wordt als beschrijving van haar onderneming.
"Dat De Winter voor de uitgave van de krant "Tussen Maas^& Waal" gebruik maakt van een eigen kantoorpand met daarop de naam "Tussen Maas & Waal", dat de naam wordt gebruikt op briefpapier, visitekaartjes en op de website, alsmede dat "Tussen Maas & Waal" staat vermeld in het telefoonboek en medewerkers van bedoelde krant onder deze naam naar buiten treden, is voorhands ongenoegzaam om aannemelijkte achten dat het publiek "Tussen Maas & Waal zal opvatten als de naam van een onderneming, laat staan als een onderneming van De Winter. Hierbij wordt nog opgemerkt dat De Winter in haar dagvaarding niet aangeeft dat zij mede onder de naam "Tussen Maas & Waal" handelt."
Aangezien Wegener de titel van haar krant in ieder geval niet als handelsnaam gebruikt komt De Winter sowieso geen beroep toe op artikel 5 HNW. De Winter kan ook het onrechtmatig handelen niet aantonen omdat Wegener eerder was begonnen met het voeren van de woorden "Maas en Waal" in de titel van een huis-aan-huiskrant. OOk kan De Winter niet aantonen dat de recente wijzigingen in de krant van Wegener onrechtmatig jegens hem zijn. Er is volgens de Voorzieningenrechter geen sprake van verwarringwekkende gelijkenis tussen de opmaak van de kranten dan wel tussen de opmaak van de titels. Alle vorderingen van De Winter worden afgewezen.
Lees de uitspraak hier.

IEF 3481

Truttig blad

Adformatie bericht dat Sanoma Uitgevers het tijdschrift Salomé heeft gesommeerd de uitzending van een radiospotje waarin Salomé wordt afgezet tegen het denkbeeldige tijdschrift 'Ibelle', een kwinkslag naar het tijdschrift Libelle van Sanoma, met onmiddelijke ingang  te doen staken. In de radiocommercial wordt 'Ibelle' afgeschilderd als een truttig blad dat niet meer van deze tijd is.

Lees hier meer.

IEF 3472

Het ontbreken van een vocaal aspect

pd.gifGerechtshof Amsterdam, 22 januari 2007,  LJN: AZ7369. De fiscale eenheid X Holding B.V. tegen de inspecteur van de belastingdienst.

Fiscaalrecht , maar wellicht dat IE-advocaat er ooit nog eens zijn of haar voordeel mee kan doen: Peepshow is toneelvoorstelling.

“Bij de in geding zijnde peepshows is sprake van een toneel, waarop door een of meer personen een voorstelling wordt gegeven die door een aantal personen tegen betaling kan worden bijgewoond. Het verlenen van toegang tot deze shows is daarvan uitgaande naar het oordeel van het Hof naar zijn aard het verlenen van toegang tot een toneelvoorstelling. Daaraan doet het (erotische) karakter van de voorstelling niet af, evenmin als de omstandigheid dat sprake is van een doorlopende voorstelling waarbij de uitvoerende personen elkaar afwisselen, en dat de tijd die men naar de voorstelling kan kijken afhankelijk is van de betaalde vergoeding. Ook doet daaraan naar het oordeel van het Hof niet af dat de bezoekers van de shows op een meer afgezonderde wijze de voorstelling volgen dan gebruikelijk is voor het bijwonen van toneelvoorstellingen. Het eventueel ontbreken van een vocaal aspect aan de voorstelling ontneemt die voorstelling evenmin het karakter van een toneeluitvoering. In dit verband merkt het Hof volledigheidshalve nog op dat blijkens de tekst van de post pantomimes uitdrukkelijk tot de toneelvoorstellingen worden gerekend.”

Lees het arrest hier.

IEF 3470

Het Schandpaaleffect

sg.gifRechtbank Amsterdam,  24 januari 2007, LJN: AZ7825. Stichting Genealogie Nederland tegen de vereniging TROS.

Rechtmatige aantasting in eer en goede naam, misleidende mededeling, wel schending portretrecht, immateriële schadevergoeding geportretteerde.

Tros Opgelicht zaak. Veel persrecht en klein beetje portretrecht. De Stichting Genealogie Nederland biedt per postorder aan het publiek genealogiekronieken aan. Zij heeft een mailing van 45.000 stuks doen rondgaan, bevattende een brief met bestelformulier waarin de uitgave 'De Kroniek van het oude geslacht [de familienaam van de aangeschreven persoon]' werd aangeboden, met gratis familiewapen en gratis boekje over genealogie, voor EUR 49,95. Opgelicht heeft aandacht besteed aan de Stichting, voorzitter A. en de in de mailing aangeboden kroniek en wederom gewaarschuwd en geadviseerd om niet op de mailing in te gaan. De Stichting maakt hiertegen bezwaar.

“In de uitzendingen zijn de kijkers gewaarschuwd en is hen geadviseerd niet in te gaan op het aanbod van de Stichting en haar voorzitter A, dat als malafide wordt gepresenteerd. Aldus zijn de Stichting c.s. aangetast in hun eer en goede naam, zodat thans de vraag aan de orde komt of die aantasting ook onrechtmatig is."

In de eerste plaats is de rechtbank met Tros van oordeel dat de mailing van de Stichting misleidend is als bedoeld in artikel 6:194 BW. (…) Het 'genealogisch register' blijkt echter niet meer te zijn dan een opsomming van personen met dezelfde achternaam (althans gelieerd aan die achternaam) en persoonsgegevens zoals namen van ouders, geboortedatum, doopdatum en –plaats en trouwdatum. (…) Het gratis aangeboden familiewapen, waarvan in de mailing wordt vermeld dat A tijdens zijn onderzoeken daarop is gestuit, blijkt door of in opdracht van de Stichting ontworpen te zijn. (..) disclaimers doen niet af aan de in de brief gewekte suggestie dat kroniek en familiewapen zijn samengesteld op basis van gericht onderzoek naar de familie van de aangeschrevene. (…) Dit een en ander betekent dat Tros naar het oordeel van de rechtbank het handelen van de Stichting, maar ook dat van A, aan de kaak heeft mogen stellen en het publiek heeft mogen waarschuwen en adviseren om niet op het misleidende aanbod in te gaan. Er is dan ook geen sprake van lichtvaardige verdachtmakingen door Tros."

Portretrecht

“Voorts acht de rechtbank het niet onjuist dat Tros in de uitzending niet alleen de Stichting heeft gepresenteerd als verspreider van de mailing, maar ook A. Hij is de enige natuurlijke persoon die bij de activiteiten van de Stichting is betrokken. (…)  Wel is Tros te ver gegaan door A en zijn echtgenote met een draaiende camera bij hun woning op te wachten. Aangenomen moet worden dat A hier niet op bedacht was. Zowel A en zijn echtgenote als de voordeur van hun woning, met huisnummer, zijn herkenbaar in beeld gekomen, terwijl dit naar het oordeel van de rechtbank op deze wijze geen redelijk doel dient. Tros heeft dan ook het portretrecht van A en zijn privacy geschonden. Dat het gelaat van A en zijn adres voorafgaand aan de uitzendingen van Tros reeds bij het Nederlandse publiek bekend waren, zoals Tros aanvoert, valt uit de door haar in het geding gebrachte producties niet af te leiden.   Al het voorgaande leidt tot de conclusie dat Tros onrechtmatig jegens A heeft gehandeld door hem met draaiende camera bij zijn woning op te wachten.

Dit betekent dat de vraag moet worden beantwoord of toewijzing van de vorderingen van de Stichting c.s. op dit onderdeel noodzakelijk is ter bescherming van de belangen van de Stichting c.s. en of om die reden sprake is van een in artikel 10, tweede lid, van het EVRM toegestane beperking van het recht van Tros op vrijheid van meningsuiting. Naar het oordeel van de rechtbank is dat het geval, aangezien Tros zich niet enkel heeft beperkt tot uitzending van een foto van A, maar hem ook onverhoeds heeft benaderd en zijn reactie heeft gevraagd zonder dat A daarop was voorbereid. Dit heeft een schandpaaleffect dat niet gerechtvaardigd is, ook al hebben de Stichting c.s. zich door de mailing schuldig gemaakt aan misleiding.

(…) Resteert de immateriële schade van A wegens schending van zijn portretrecht en zijn privacy als gevolg van het feit dat hij herkenbaar in beeld is gebracht voor zijn woning. Deze schade kan reeds thans worden begroot, zodat verwijzing naar de schadestaatprocedure niet nodig is. Bij deze schadebegroting weegt enerzijds mee dat de wijze waarop Tros A in beeld heeft gebracht als gezegd een schandpaaleffect heeft gehad. Anderzijds is echter, nu het gaat om een tv-programma, sprake van een vluchtige presentatie. De beelden zullen bij de meeste kijkers niet beklijven, temeer daar A relatief kort in beeld is geweest.
Dit een en ander afwegende begroot de rechtbank, mede gelet op de overige omstandigheden van het geval, de schade op EUR 2.000,-.

 Lees het vonnis hier.

IEF 3445

Gekaapt

dwrld.gifRechtbank Arnhem , 8 februari 2007, KU ZA 07-6 Disney Enterprises Incorporated tegen Rijksen(met dank aan Rob Zimmermann, Höcker)

Domeinnaamkaping. Domeinnaam heeft aanduidings- en reclamefunctie. Doorhaling is geen excuus, merkinbreuk sub d, en richtlijnconforme proceskostenveroordeling

Disney is houdster van onder meer het woordmerk ‘Disney’. Bovendien is zij houdster van een groot aantal ‘disney’-domeinnamen. Rijksen maakt onder de naam Mywww onder meer zijn bedrijf van het registreren van domeinnamen en is een zogenaamde ‘accredited registrar’ bij EURId, het in Brussel gevestigde register dat onder andere is belast met de uitgifte en registratie van .eu domeinnamen. Op 7 april 2006 heeft Rijksen de domeinnaam ‘disneyworld,eu’ voor zichzelf geregistreerd.

Disney vordert dat de domeinnaam wordt overgedragen. Rijksen stelt dat Disney niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar vorderingen nu hij niet meer in het bezit is van de registratie van de domeinnaam ‘disneyworld.eu’. Hij heeft de domeinnaaminschrijving laten doorhalen, zodat er van inbreuk op de rechten van Disney ook geen sprake meer kan zijn. Dit verweer wordt verworpen.

Vaststaat dat de status van de domeinnaam, te weten ‘quarantaine’, op dit moment is bevroren. Na een gerechtelijke uitspraak herleeft deze status weer. Door Rijksen is niet betwist dat Disney gedurende de quarantaineperiode niet de mogelijkheid heeft de domeinnaam disneyworld.eu’ te reserveren. Dit betekent dat ook zij, als merkhouder de periode van 40 dagen moet afwachten alvorens zij kan trachten — net als een derde — deze domeinnaam te bemachtigen. Bovendien heeft Rijksen ter zitting erkend dat hij gedurende de quarantaineperiode vrij kan beschikken over de domeinnaam, en dus de mogelijkheid heeft deze op eigen naam opnieuw te activeren dan wel aan een derde over te dragen.

Met betrekking tot de gestelde merkinbreuk kan uit de jurisprudentie worden afgeleid dat reeds het hebben van het exclusief gebruiksrecht op de domeinnaam gebruik inhoudt  “anders dan ter onderscheiding van waren of diensten” in de zin van art. 220 lid 1 sub d BVIE. Bovendien is de voorzieningenrechter van oordeel dat het kennelijke oogmerk ‘van Rijksen is om via de domeinnaam ‘disneyworld.eu’ zogenaamde ‘traffic’ te generen naar zijn eigen website. Ook om deze reden is er sprake van gebruik van het woordmerk anders dan ter onderscheiding van waren of diensten. Een geldige reden voor het gebruik van de domeinnaam is door Rjjksen gesteld noch gebleken.

Ten slotte wordt naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter door het gebruik van de domeinnaam door Rijksen ongerechtvaardigd voordeel getrokken uit of afbreuk gedaan aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van het woordmerk Disney. Het is het oogmerk van Rijksen om via de domeinnaam disneyworld.eu zogenaamde ‘traffic’ te generen naar zijn eigen website en Disney kan haar merknaam niet als internationale website-naam gebruiken, omdat Rijksen die naam als zodanig reeds tot zijn beschikking heeft. Dit terwijl de dorneinnaam in het economisch verkeer ook een onderscheidings- en herkenningsteken is waarmee voor een onderneming of haar (soort) bedrijfsactiviteiten reclame kan worden gemaakt of een handelsnaam onder de aandacht van het publiek kan worden gebracht, zodat het adres zelf, naast middel om toegang te krijgen tot een website, mede deze aanduidings- en reclamefunctie heeft.

Door de registratie door Rijksen van de domeinnaam ‘disneyworld.eu’ kan Disney op een website die domeinnaam niet benutten om op een aldus toegankelijke website door middel van haar merk reclame te maken voor haar waren of diensten. Bovendien is het onmiskenbaar dat het woordmerk ‘Disney’ een van de meest bekende en onderscheidende merken ter wereld is. Door de registratie van de domeinnaam wekt Rijksen de (onterechte) indruk dat tussen hem en Disney een commerciële band bestaat. Hierdoor Is er sprake van een reëel gevaar voor verwarring. Daarmee wordt afbreuk gedaan aan het onderscheidend vermogen van het woordmerk Disney en bestaat er een reële kans dat de reputatie van dat woordmerk schade ondervindt van de inhoud van de (thans nog niet operationeel zijnde) website van Rijksen waarop zij geen enkele invloed kan uitoefenen.

De vorderingen worden toegewezen.

Proceskosten

De voorzieningenrechter is van oordeel dat een richtlijnconforme interpretatie van artikel 237 Rv voor de onderhavige zaak ertoe leidt dat Rijksen zonder matiging dient te worden veroordeeld de werkelijk door Disney gemaakte kosten te vergoeden (zo’n 7.500,00 euro). Hiervoor is allereerst van belang dat Rijksen wetenschap had, althans moet hebben gehad, van het merkrecht van Disney. Hoewel Rijksen dit betwist, is het derhalve allerminst uitgesloten dat er in dit geval sprake is geweest van zogenaamde ‘domeinnaam-kaping’. Voorts is van belang dat Rijksen reeds in mei 2006 voor de eerste maal is gesommeerd de bewuste inbreuk te staken.

De toenmalige Engelse advocaat van Disney heeft Rijksen in die tijd een ‘reasonable out-of-pocket money’ aangeboden. Rijksen is hiermee niet akkoord gegaan en heeft de domeinnaam op zijn naam geregistreerd gehouden. Vervolgens is hij nog een aantal malen gesommeerd de inbreuk op het merkrecht van Disney te staken. Ook hierop is Rijksen niet ingegaan.  Ten slotte heeft Rijksen, in de periode dat partijen uiteindelijk met elkaar in gesprek zijn geraakt om tot een minneljke regeling te komen, eenzijdig en zonder overleg met Disney, EURid verzocht de domeinnaarn te deblokkeren, korte tijd nadat beide partijen gezamenlijk EURid hadden verzocht de domeinnaam te blokkeren. Dat Disney ter beperking van de kosten reeds geruime tijd geleden een adr-procedure had kunnen starten, doet aan het voorgaande niet af; nu er sprake is van een evident handelen in strijd met het woordmerk van Disney.

Lees het vonnis hier.