Overige  

IEF 3325

Eerst even voor jezelf lezen.

- Rechtbank Rotterdam, 20 december 2006, HA ZA 04-423. Eiseres tegen Unifruit B.V.

Auteursrecht & logo’s. Samenvatting Rechtspraak.nl: “Gebruik logo's. Het Jaguar-logo is een werk in de zin van de Auteurswet. Het Poema-logo stemt dermate overeen met het Jaguar-logo dat een vermoeden van ontlening gewettigd is. De als tegenbewijs in het geding gebrachte verklaring van de ontwerper van het Poema-logo is onvoldoende om dit vermoeden te ontzenuwen. Bewijsopdracht met betrekking tot het openbaarmaken als bedoeld in artikel 8 Auteurswet. Het Jaguar-logo is tevens een bekend beeldmerk met onderscheidend vermogen. Gevaar voor associatie door gebruik van het Poema-logo aanwezig geacht.” 

Lees het vonnis hier.

Rechtbank Rotterdam, 17 januari 2006, KG ZA 01-1183. Sanofi-Aventis B.V. tegen Euro Registratie Collectief B.V. (Met dank aan Edmon Oude Elferink van Houthoff Buruma).

Ompakken geneesmiddelen. Parallelimport. “Met betrekking tot de buitenverpakking is het enige verschil dat het woord “Eye” door de andere parallelimporteurs is afgeplakt met een klein stickertje Dit is onvoldoende om tot het oordeel te komen dat de presentatie van de door ECR geheretiketteerde Sofiadex producten dermate slordig is dat afbreuk wordt gedaan aan de reputatie van het merk Ook met betrekking tot de primaire verpakking is het plakken van een sticker over het merk Sofiadex onvoldoende om tot dit oordeel te komen Het merk is immers op meerdere plaatsen op de verpakking zichtbaar Het is voldoende duidelijk dat het gaat om Sofradex oor druppels.”

Lees het vonnis hier.

IEF 3285

Niet verenigbaar met openbare verkoop

bp.gifBeschikking Gerechtshof Den Bosch 17 januari 2007, R200601439. Bakker-Buiter tegen Meij-Schmitz (met dank aan Kees van Dijk, Van Veen Advocaten).

Een domeinnaam is een vermogensrecht. Conservatoir verhaalsbeslag op een domeinnaam is niet mogelijk. Hof corrigeert Rechtbank Den Bosch met betrekking tot geweigerd  beslagverlof op domeinnaam. Verhaalsbeslag wordt niet mogelijk wordt geacht nu een dergelijk  beslag niet kan uitmonden in een  executie via openbare verkoop gezien de aard van de domeinnaam.

Mevrouw Bakker-Buiter heeft verzocht haar verlof te verlenen conservatoir verhaalsbeslag en conservatoir beslag tot afgifte te leggen onder Meij-Schmitz op de domeinnaam beautypartners.nl, die Meij-Schmitz bij de SIDN heeft doen registeren. Onder deze domeinnaam is een website actief waarop schoonheids- en gezondheidsproducten worden aangeboden.

Bakker-Buiten stelt dat Meij-Schmitz door gebruik van die domeinnaam inbreuk maakt op haar woordmerk BEAUTYPARTNER alsmede op haar handelsnaamrecht. Ten slotte stelt zij dat er gegronde vrees (voor verduistering) bestaat dat Meij-Schmitz, geconfronteerd met een vordering tot afgifte van de domeinnaam, die naam aan derden zal overdragen teneinde juridische acties te frustreren.

De Voorzieningenrechter wijst het verzoek af omdat een domeinnaam als zodanig geen vermogensrecht is, noch een roerende zaak.


Het Hof is echter van mening dat “een domeinnaamregistratie in het onderhavige geval weldegelijk als vermogensrecht in de zin van artikel 3:6 BW kan worden aangemerkt. De registratie van een domeinnaam en het daarop volgend gebruik van die naam kunnen ertoe strekken, en dat zal zeker hier het geval zijn waar de domeinnaam wordt gebruikt in het kader van ondernemingsactiviteiten van Meij-Schmitz, haar stoffelijk voordeel te verschaffen. Daarbij komt dat de bedoelde domeinnaam kennelijk ook voor Bakker-Buiten een vermogensrecht vertegenwoordigt, nu zij de daarop sterk gelijkende naam heeft gedeponeerd en als handelsnaam gebruikt en inbreuk op de daaraan te ontlenen rechten als schadeveroorzakend aanmerkt.”


“3.1.2. de door Meij-Schmitz gebruikte domeinnaam zal bovendien overdraagbaar zijn omdat de SIDN in de praktijk aan overdracht haar medewerking verleent.”


Echter, het Hof acht het verhaalsbeslag niet toewijsbaar. Het beroep van bakker-Buiter op de jegens een ieder te handhaven merken- en handelsrechtelijke bescherming van haar handels- en domeinnaam is niet verenigbaar met openbare verkoop en overdracht aan een derde van daarmee strijdige of verwarringscheppende namen. Tevens is het hof van oordeel dat er onvoldoende vrees voor verduistering van de domeinnaam bestaat.


Het verzoek tot het leggen van een conservatoir beslag tot levering wordt door het Hof wel toegewezen.


Lees de beschikking hier.

IEF 3277

Eerst even voor jezelf lezen

Beschikking van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch 17 januari 2007, Bakker-Buiter tegen Meij-Schmitz (Met dank aan C.J. van Dijk, Van Veen Advocaten)

"Anders dan de voorzieningenrechter is het hof van oordeel dat een domeinnaamregistratie in het onderhavige geval weldegelijk als vermogensrecht in de zin van artikel 3:6 BW kan worden aangemerkt. De registratie van een domeinnaam en het daarop volgend gebruik van die naam kunnen ertoe strekken, en dat zal zeker hier het geval zijn waar de domeinnaam wordt gebruikt in het kader van ondernemingsactiviteiten van Meij-Schmitz, haar stoffelijk voordeel te verschaffen. Daarbij komt dat de bedoelde domeinnaam kennelijk ook voor Bakker-Buiten een vermogensrecht vertegenwoordigt, nu zij de daarop sterk gelijkende naam heeft gedeponeerd en als handelsnaam gebruikt en inbreuk op de daaraan te ontlenen rechten als schadeveroorzakend aanmerkt." Lees hier de beschikking.

Rechtbank Amsterdam 17 januari 2007, HA ZA 05-1929, Red Bull tegen Leidseplein beheer (Met dank aan Lars Bakers, Leidsegracht 3 Advocaten)

"Ondanks dat De Vries c.s. dezelfde kleuren gebruikt op haar blikje en flesje, zowel Red Bull als De Vries c.s. het element "Bull" gebruiken, het merk van Red Bull zeer bekend is en merk en teken voor identieke waren worden gebruikt, is de rechtbank van oordeel dat het door De Vries c.s. gebruikte teken en de door haar geregistreerde tekens zowel auditief, visueel als begripsmatig niet, althans onvoldoende overeenstemmen met het merk van Red Bull." Lees hier het vonnis.

IEF 3228

Subsidiariteit en proportionaliteit (5)

Kamerstuk 23490, nr. BM, 1e Kamer 2006-2007. Verslag schriftelijk overleg over het voorstel voor een richtlijn inzake strafrechtelijke maatregelen om de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten te waarborgen. Brief van de minister van justitie.

“Uw brief betreft de stand van zaken met betrekking tot de gewijzigde ontwerp richtlijn inzake strafrechtelijke maatregelen om de handhaving van intellectuele eigendomsrechten te waarborgen. Uw brief volgt op correspondentie over deze ontwerprichtlijn tussen de voorzitters van de beide Kamers der Staten-Generaal en de heer Frattini, vice-voorzitter van de Europese Commissie en commissaris voor Justitie, Vrijheid en Veiligheid.

De ontwerp-richtlijn is besproken in de JBZ-Raad van 4 en 5 oktober jl. Daaruit blijkt dat er grote verdeeldheid onder de lidstaten bestaat over de noodzaak en de inhoud van de richtlijn en over de wijze van behandeling ervan."


"Blijkens het verslag van deze Raad heeft het voorzitterschap geconcludeerd dat de onderhandelingen zullen worden voortgezet (Kamerstukken II 2006/07, 23 490, nr. 436). Het voorzitterschap heeft evenwel aan dit voornemen geen uitvoering gegegeven. Voor zover bekend is het aankomende Duitse voorzitterschap niet voornemens prioriteit aan deze richtlijn te geven.


Naar aanleiding van dit verslag heeft uw commissie twee specifieke vragen aan mij gesteld. Ik kan die als volgt beantwoorden.


1. Een meerderheid van de lidstaten, waaronder Nederland, heeft gepleit voor opschorting van de onderhandelingen in afwachting van de uitspraak van het Europese Hof in de nieuwe procedure over de inzet van strafrecht in de eerste pijler.


2. Nederland is van oordeel dat de noodzaak voor een strafrechtelijk kader voor de handhaving van IE-rechten op Europees niveau vooralsnog niet is aangetoond. Wat de reikwijdte betreft is Nederland van oordeel dat een eventuele richtlijn beperkt moet blijven tot IE-rechten die op communautair niveau zijn geregeld. In de verdere onderhandelingen zal voor elk afzonderlijk IE-recht moeten worden nagegaan of het nodig is dat de Gemeenschapswetgever de lidstaten verplicht tot strafbaarstelling van inbreuken op dit recht in de eigen wetgeving. Indien die vraag bevestigend zou moeten worden beantwoord, moet dit recht zo nodig worden geharmoniseerd.”


Lees het volledige kamerstuk hier. Eerdere berichten hier.

IEF 3172

Lief dagboek...

brn.gifJaaroverzicht Stichting BREIN, het  zogenaamde 'BREIN dagboek 2006':  “BREIN nam in 2006 meer dan 12.000 antipiraterij acties. Het meeste daarvan betrof internetpiraterij. Er werden onder meer 115 illegale p2p sites met meer dan 1,5 miljoen geregistreerde gebruikers afgesloten. Daarnaast werden 8580 internetadvertenties voor illegale dvd’s van film, muziek en interactieve software verwijderd. Ook waren er meer dan 200 civiele acties tegen piraterij op markten en illegale invoer. Tenslotte nam FIOD-ECD enkele tientallen strafrechtelijke acties.  De rechtspraak gaf in 2006 antwoord op twee belangrijke vragen: wanneer is een site illegaal en wanneer moet een ISP naam, adres en woonplaats (NAW) afgeven?

Lees het hele dagboek hier.

IEF 3119

Prijsverlaging

5euro.bmpNaar aanleiding van het grote succes van de .eu domeinnamen heeft EURid besloten de registratie en vernieuwingstaksen te verlagen van 10 naar 5 Euro.

"This substantial reduction is possible thanks to the huge interest in .eu and the high number of registrations. Note that this fee, set by EURid, is charged to the accredited .eu registrars and that they in turn set the prices for their customers. Many registrars bundle their services also to include web hosting and email packages, for instance. However, EURid is convinced that the price reduction will be carried forward and that end users will also benefit from reduced registration and renewal rates, given the competition between registrars."

Lees hier meer.

IEF 3100

Alle elf IE-rechten

Ook consumenten die producten kopen die inbreuk maken op intellectuele eigendomsrechten moeten vervolgd kunnen worden wegens heling. VVD Europarlementariër Manders heeft hiertoe een amendement op de Richtlijn Handhaving IE-rechten ingediend.
 
Stichting Vrijschrift stelt in een persbericht dat de formulering zo breed is dat het niet alleen gaat om de spreekwoordelijke nep Rolex op de zwarte markt voor 5 euro. Vrijschrift secretaris Ante Wessels: "Het gaat om alle producten, alle inbreuken, alle elf IE-rechten. Een pot huismerk pindakaas kan al inbreuk maken op een pot Calvé pindakaas. Hier hebben consumenten helemaal geen zicht meer op."

De richtlijn heeft vanaf het begin de aandacht getrokken. Het Max Planck Instituut voor Intellectueel Eigendom (München) en andere organisaties merkten op dat de richtlijn niet alleen piraterij van IE-rechten strafbaar stelt, maar ook zakelijke conflicten over de mate van bescherming die deze rechten bieden. Beide Kamers van het Nederlandse parlement kwamen unaniem tot de conclusie dat de Europese Gemeenschap met deze richtlijn haar bevoegdheden overtreedt en dat strafrechtlijke maatregelen al voorhanden zijn. Toch wil Manders nu ook consumenten in de strijd betrekken. De VVD in Den Haag is tegen de richtlijn, de VVD in Brussel voor.

Europarlementariërs Lehne en Fourtou hebben voorgesteld om "commerciële schaal" als voorwaarde te schrappen. Deze amendementen zullen als gevolg hebben dat het overnemen van een gedicht in een brief aan een vriend een misdrijf wordt. Lehne stelde ook voor "opzettelijk" als voorwaarde te schrappen.
 
Volgens de agenda van de juridische commissie van het Europees Parlement worden de amendementen morgen in stemming gebracht, maar bronnen binnen het EP melden dat deze stemming is uitgesteld tot januari.


Lees hier de voorgestelde amendementen (amendement 83 is van Manders). Lees hier persbericht Stichting Vrijschrift.

IEF 3025

Verwarring in Oosterhout (2)

rv.gifIn aansluiting op dit eerder bericht, meldt Omroep Brabantl dat “Het Oosterhoutse radiostation Veronic stopt met uitzenden onder die naam. Veronic was voor de rechter gesleept door de Hilversumse zender Veronica. Woensdag diende een rechtszaak en aansluitend besloten de teleurgestelde Oosterhouters dat ze kansloos waren en dat ze naar een andere naam moeten uitzien. Het radiostation gaat medio volgende week onder een nieuwe naam verder. De domeinnaam Veronic wordt overgedragen aan Veronica.”

IEF 3005

Subsidiariteit en proportionaliteit (4)

frfr.bmpKamerstuk 30587, nr. G/7. 1e/2e Kamer. Subsidiariteitstoets op richtlijnvoorstel betreffende strafrechtelijke maatregelen ter verzekering van de handhaving van intellectuele eigendomsrechten (COM(2006) 168 fin.);

Antwoord van Franco Frattini, de vice-voorzitter van de Europese Commissie op vragen van de Eerste en Tweede Kamer over de door de EU voorgestelde strafmaat m.b.t. namaak en piraterij.

Beide Kamers kwamen eerder tot de conclusie dat genoemd voorstel niet zou voldoen aan de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit. In het bijzonder waren ze van oordeel dat het voorstel buiten de bevoegdheden van de Gemeenschap zou vallen. De Commissie is het daar niet mee eens. 

“De Gemeenschap is bevoegd om daar waar nodig de hoogte van de sancties te harmoniseren. Het Hof (van Justitie) preciseert dat het kaderbesluit terzake aan de lidstaten de keuze liet de hoogte van de in te voeren sancties te bepalen. Deze overweging verbiedt het de wetgever van de Gemeenschap niet de uitoefening door de lidstaten van hun bevoegdheid met een nauwkeurig vastgestelde strafmaat aan te sturen.

Overeenkomstig de conclusies van de Raad JBZ van 25 en 26 april 2002  verloopt de harmonisering van strafrechtelijke sancties via een systeem  van «strafmaatmarges», waarbij minimum- en maximumsancties worden  vastgesteld die de nationale wetgever een voldoende ruime beoordelingsmarge  laten.”

Lees de volledige brief hier. Lees de brief van de tijdelijke commissie subsidiariteitstoets hier.  Eerdere berichten hier.

IEF 3003

Niet zomaar een concurrent

ingr.gifRechtbank Amsterdam. 26 oktober 2006, /KGO6-1652P. Van Ramshorst tegen Gedaagden (met dank aan Marco Balhuizen, Dijkstra Voermans).

Interessante uitspraak Ideeënbescherming over het kopiëren van een bedrijfsconcept door een voormalige medewerker. Auteursrechtinbreuk, plagiaat, depot te kwader trouw en, zeker gezien de omstandigheden van het geval, onrechtmatige mededinging.

Van Ramshorst heeft een werkwijze ontwikkeld voor het omgaan met stoffelijke resten van mensen en dieren na crematie. Deze werkwijze komt er op neer dat de asresten worden vermengd met aarde, die wordt ingebracht in een houder, waarin vervolgens een boom, heester of plant wordt opgekweekt. Re-In Green biedt hiertoe een verzekering en een koopsompolis aan en geeft o.a. een brochure uit met de titel “In de bloei ná het leven”.  Van Ramshorst heeft op de werkwijze op 13 januari 2006 octrooi aangevraagd. Van Ramshorst heeft in 2005 de naam Re-In Green als handelsnaam voor zijn toenmalige onderneming laten registreren bij de KvK en in maart 2006 is Re-In Green a.o. ingeschreven in het handelsregister.

Ten behoeve van de verdere ontwikkeling van het door van Van Ramshorst bedachte concept heeft hij vanaf januari 2006 met gedaagde 1 samengewerkt. Gedaagde 1 heeft het woordmerk RE-INGREEN gedeponeerd en de domeinnaam www.re-ingreen.eu laten vastleggen. In juli 2006 heeft Van Ramshorst de samenwerking opgezegd en gedaagde 1 gesommeerd het woordmerk en de domeinnaam over te dragen.

Gedaagden brengen inmiddels  onder de naam Eternal Tree een uitvaartfaciliteit op de markt waarbij asresten van personen of dieren worden toegevoegd aan (het wortelbed van) bomen of heesters. Zij bieden hiertoe een verzekering en een koopsompolis aan en geven een, vrijwel identieke, brochure uit met de naam “Een boom als dierbare herinnering”.  Van Ramshorst vordert niet alleen de overdracht van het woordmerk re-ingreen en de eu-domeinnaam maar ook dat gedaagden wordt bevolen om het aanbieden van producten onder het Eternal Tree concept te staken. De Amsterdamse voorzieningenrechter wijst de vorderingen toe.

Auteursrecht

“Op de door Re-In Green uitgegeven brochure berust auteursrecht. Gezien de tekst, de opmaak, het kleurgebruik en de keuze van de in de brochure opgenomen foto’s, is sprake van een oorspronkelijk werk dat het persoonlijk stempel van de maker draagt. Re-In Green maakt de brochure als van haar afkomstig openbaar, zonder daarbij enig natuurlijk persoon als maker ervan te vermelden. Op grond van artikel 8 van de Auteurswet (Aw) wordt Re-In Green dan ook als de maker van het werk aangemerkt. Gedaagde 1  heeft ter zitting aangevoerd dat hij degene is die indertijd de Re-In Green-brochure heeft ontworpen en dat hem daarom de auteursrechten op die brochure toekomen. Gedaagde 1  zal hierin niet worden gevolgd. Hij heeft op geen enkele wijze, bijvoorbeeld aan de hand van tekeningen of schetsen, aannemelijk gemaakt dat hij de betreffende brochure inderdaad heeft ontworpen en dat Re-In Green jegens hem onrechtmatig handelt door die brochure te openbaren. Voorshands is er dan ook geen aanleiding af te wijken van de hoofdregel van artikel 8 Aw zodat Re-In Green in het hiernavolgende als auteursrechthebbende op de brochure zal worden aangemerkt.

Vervolgens wordt geoordeeld dat de brochure van Re-In Green en die van Eternal Tree wat betreft uiterlijk, opmaak, indeling, tekst, het gebruik van de foto’s en het onderwerp van de foto’s zeer gelijkend zijn. De raadsman van eisers heeft ter zitting per pagina en tot in detail een zo groot aantal gelijkenissen getoond, die niet zijn bestreden, zodat voorshands aannemelijk is dat de brochure van Eternal Tree geheel is ontleend aan die van Re-In Green en moet worden beschouwd als een nabootsing in gewijzigde vorm, die niet als een nieuw, oorspronkelijk werk kan. De conclusie is dan ook gerechtvaardigd dat hier sprake is van inbreuk op het auteursrecht van Re-In Green.”

Ongeoorloofde mededinging

“Van ongeoorloofde mededinging is in zijn algemeenheid geen sprake indien wordt geprofiteerd van andermans inspanning, kennis of inzicht, ook niet als dit nadeel aan die ander toebrengt. Uitgangspunt is immers het beginsel van vrijheid van bedrijf en beroep. In geval van bijkomende omstandigheden kan echter wel sprake zijn van onrechtmatig handelen, bijvoorbeeld indien wordt geparasiteerd op de bedrijfsactiviteiten of resultaten van een ander of indien bedrijfsgeheimen, klanten of personeel afhandig worden gemaakt. In deze zaak is sprake van het kopiëren van het totale bedrijfsconcept. Allereerst wordt de werkwijze waarop Re-In Green octrooi heeft aangevraagd gekopieerd. In dit kader heeft weliswaar aangevoerd dat de werkwijze van Etemal Tree geen houder kent die moet voorkomen dat de asresten weglekken, maar dit verweer is in strijd met de door Etemal Tree uitgebrachte brochure waarin is vermeld: “Door gebruik te maken van speciale beschermingsjute en een ijzeren raamwerk blijft de as onlosmakelijk verbonden met de boom of heester”.

Ook het vierstappenproces is door Etemal Tree gekopieerd. Net als bij Re-In Green gaat ook Etemal Tree als volgt te werk: (stap 1) de keuze van een boom of heester, (stap 2) het samenbrengen van de as met de boom of heester tijdens een plechtige ceremonie, (stap 3) het opkweken van de boom of heester in de houder en (stap 4) het overbrengen van de boom of heester naar een door de nabestaanden aangewezen plek. Verder zijn ook de drie aanschafmogelijkheden door Etemal Tree gekopieerd en worden deze mogelijkheden op dezelfde manier aangeduid. De eerste mogelijkheid is de “Re-In Green Polis” respectievelijk de “Eternal Tree Polis” genoemd, de tweede mogelijkheid is de “Re-In Green Koopsom Polis” respectievelijk de “Etemal Tree Koopsom Polis” genoemd en de derde mogelijkheid is de “Re-In Green Directsom Voorziening” en de “Eternal Tree Direct Aankoop Voorziening” genoemd. De website van Eternal Tree vertoont eveneens grote gelijkenis met die van Re-In Green. De tekst op de website van Eternal Tree is op een aantal punten (bijvoorbeeld de drie
aanschafmogelijkheden) duidelijk gekopieerd van de website van Re-In Green. Voor zover de tekst niet letterlijk hetzelfde is, is de strekking ervan wel identiek. Verder hanteert Re-In Green een lijst met de naam De meest aansprekende vragen over Re-In Green. Etemal Tree hanteert een lijst met de naam De meest aansprekende vragen over Eternal Tree. De tekst van de lijst van Eternal Tree is volledig identiek aan die van Re-In Green. Hetzelfde geldt voor de prijslijst; de tekst van die van Eternal Tree is volledig identiek aan die van Re-In Green, met dien verstande dat Etemal Tree lagere prijzen hanteert. Hier is de conclusie gerechtvaardigd dat sprake is van plagiaat. Ten aanzien van de brochures is reeds overwogen dat met de brochure van Eternal Tree inbreuk wordt gemaakt op de auteursrechten van Re-In Green.”

De omstandigheden van het geval

“Voor de vraag of sprake is van ongeoorloofde mededinging is niet alleen van belang dat het totale bedrijfsconcept wordt gekopieerd. Andere omstandigheden kunnen eveneens een rol spelen. In dit geval is van belang dat gedaagde 1 niet zomaar een concurrent is van Re-In Green. Tot juli 2006 was hij nauw bij Re-In Green betrokken en aannemelijk is dat hij daarom in staat is geweest het bedrijfsconcept te kopiëren. Bovendien wist hij van de (vertrouwelijke) octrooiaanvraag en heeft hij in strijd met de bedoeling van partijen het merkdepot en de eu-domeinnaam van Re-In Green op eigen naam laten zetten. Verder is aan de hand van de in het geding gebrachte verklaringen op zijn minst de vrees van eisers gerechtvaardigd dat gedaagde 1, na het beëindigen van de samenwerking nog contacten heeft gehad met klanten en relaties van Re-In Green, dat hij zich nog heeft voorgedaan als vertegenwoordiger van Re-In Green en dat hij zich (negatief) over Re-In Green heeft uitgelaten. Tot slot valt niet uit te sluiten dat sprake is geweest van een vooropgezet plan van gedaagde 1. De domeinnaam www.eternaltree.nl is immers al op 24januari 2006 door hem geregistreerd en de domeinnaam www.eternaltree.eu op 7 april 2006. Beide data liggen véér de beëindiging van de samenwerking. “

Op grond van hetgeen is overwogen is de conclusie gerechtvaardigd dat  zich schuldig maakt aan ongeoorloofde mededinging en derhalve onrechtmatig handelt jegens eisers.  De voorzieningenrechter verbiedt gedaagden het Eternal Tree concept en producten uit dat concept aan te bieden, klanten of relaties van Van Ramshorst te benaderen en zich op welke wijze dan ook te associeren met Re-In Green en het  eerder genoemde woordmerk en de domeinnaam aan over te dragen zonder dat hierbij aanspraak te maken op een vergoeding.

Lees het vonnis hier.