Overige  

IEF 3977

De algemene onrechtmatigheidsactie

ii2.bmpVoorzieningenrechter Rechtbank Amsterdam, 10 mei 2007, KG 07-566 P/JR. Staat der Nederlanden tegen Heerink (met dank aan Quirijn Meijnen, Van Rossem & Arnoud Engelfriet, Ius Mentis).

Domeinnaam. Geen merkenrechtelijke bescherming van de aanduiding 112. Zwaarwegend belang van de Staat. Gedaagde handelt onrechtmatig jegens de Staat door zijn weigering om mee te werken aan overdracht van de domeinnaam. Beroep artikel 10 EVRM treft geen doel. Vonnis heeft dezelfde kracht als akte van overdracht.

Heerink heeft de domeinnaam 112.nl geregistreerd en de Staat tracht door middel van een spoedinschrijving bij het BBIE merkenrechtelijke bescherming te verkrijgen van de aanduiding 112. De Staat houdt er rekening mee dat het BBIE de inschrijving zal doorhalen en beroept zich ter bescherming van de aanduiding 112 ook op "de algemene onrechtmatigheidsactie, die de kenmerken van de in artikel 2:20 BVIE beschreven merkenrechtelijke actie heeft."

De voorzieningenrechter oordeelt dat de Staat geen merkenrechtelijke bescherming toekomt, maar dat het gebruik van een aanduiding die geen merk is onder omstandigheden toch onrechtmatig kan zijn. De rechter stelt vast dat Heerink vóór de domeinnaamregistratie wist dat de aanduiding 112 bij de burgers algemeen bekend is als het telefoonnummer voor hulpdiensten. Ook staat vast dat de activiteiten van Heerink beperkt zijn tot een link naar een startpagina met 112-gerelateerde links. "(…) Het moet er daarom voor worden gehouden dat Heerink geen zwaarwegend belang heeft bij behoud van de domeinnaam, anders dan in het kader van de mogelijkheid de domeinnaam door overdracht te gelde te maken. Daartegenover staat het belang van de Staat bij overdracht van de domeinnaam (…)" (4.3.)

"(…) De algemene bekendheid van de aanduiding 112 brengt mee dat burgers geneigd zullen zijn de domeinnaam www.112.nl te associëren met een website van de overheid. De omstandigheid dat, zoals Heerink heeft aangevoerd, de overheid zich ook zou kunnen bedienen van andersluidende domeinnamen om de burgers te informeren, zoals nu ook gebeurt, doet niet af aan het feit dat de burger in eerste instantie de domeinnaam www.112.nl, derhalve zonder toevoegingen zoals sos of overheid, zal hanteren bij het zoeken naar officiële informatie van de overheid en onder de huidige omstandigheden derhalve terecht komt bij de website van Heerink en niet bij die van de Staat. Dit is een zo zwaarwegend belang van de Staat dat het belang van Heerink daarvoor zal moeten wijken." (4.3.)

Een beroep van Heerink op vrijheid van meningsuiting op grond van artikel 10 EVRM mocht niet baten. De voorzieningenrechter oordeelt dat Heerink geenszins de mogelijkheid wordt ontnomen om zijn mening vrijelijk te uiten, maar slechts om dit te doen via www.112.nl. (4.4.)

De rechter wijst de vorderingen van de Staat toe en bepaalt dat bij gebreke van tijdige overdracht door Heerink van de domeinnaam dit vonnis conform art. 3:300 BW dezelfde kracht heeft als een akte van overdracht. (4.5.)

Lees het vonnis hier of inmiddels ook op hier (rechtspraak.nl).

IEF 3950

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank Amsterdam, 10 mei 2007, KG 07-566 P/JR. Staat der Nederlanden tegen Heerink (met dank aan Quirijn Meijnen, Van Rossem  & Arnoud Engelfriet, Ius Mentis).

De Nederlandse staat is via de rechter uiteindelijk toch in het bezit gekomen van de domeinnaam 112.nl..De algemene bekendheid van het alarmnummer brengt met zich mee dat burgers door te surfen naar www.112.nl op een website van de overheid horen uit te komen. Heerink de domeinnaam moet overdragen aan de overheid. Merkregistratie mag niet baten.

Lees het vonnis hier. Merkregistratie hier. Nieuwsbericht hier (Leidsch Dagblad). 

IEF 3935

Op verzoek van Barbados

bbd.gifKamerstuk  31020, nr. 1, 1e/2e Kamer. Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Barbados tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen, met Protocol; Bridgetown, 28 november 2006 (Trb. 2007, 73); Brief van de minister van Buitenlandse Zaken
 
“Royalty's (artikel 12). Wat royalty’s betreft kon Barbados niet instemmen met een woonstaatheffing voor royalty’s conform het Nederlandse verdragsbeleid. Uiteindelijk is overeenstemming bereikt over een woonstaatheffing voor royalty’s met betrekking tot het (recht van) gebruik van een auteursrecht op een werk op het gebied van letterkunde, kunst of wetenschap – daaronder begrepen films en uitzendrechten voor radio en televisie- en een bronheffing van maximaal 5 percent voor alle andere royalty betalingen zoals gedefinieerd in het derde lid.

Op verzoek van Barbados is de definitie van royalty’s uitgebreid met uitzendrechten voor radio en televisie in navolging van het modelverdrag van de Verenigde Naties voor belastingverdragen (zie www.un.org, hierna: ‘het VN-modelverdrag’). Barbados heeft deze toevoeging ook in andere verdragen opgenomen.”

Lees het volledige kamerstuk hier.

IEF 3900

Internetpagina

stp.JPGRechtbank Breda , 25 april 2007, LJN: BA4097. Startpagina B.V. tegen Gedaagde, h.o.d.n. Multimedia Home Service.

Het begrip ‘startpagina’ duidt de kern van de diensten van beide partijen aan. ‘Startpagina.nl’ is uitsluitend beschrijvend en kan daarom niet als merk dienen. Om dezelfde reden kan  Startpagina.nl’ ook niet als handelsnaam worden gemonopoliseerd. Inburgering in het Nederlandse taalgebied niet gebleken.

Eiseres Startpagina B.V. is eigenaar van de Benelux woord- en beeldmerken ‘Startpagina.nl’ en exploiteert de een na best bezochte website van Nederland. Startpagina B.V. stelt dat gedaagde met de domeinnaam ‘Startpagina.tv’ en bijbehorende website inbreuk maakt op haar merk- en handelsnaamrechten. De voorzieningenrechter gaat hier niet in mee en beargumenteert zijn afwijzing van de vorderingen  o.a. met het lemma ‘startpagina’ in de Van Dale.

“4.6.1. Het Van Dale groot woordenboek van de Nederlandse Taal, 14e editie vermeldt onder het woord “startpagina” de navolgende betekenissen:
1. internetpagina, website die een verzameling koppelingen naar relevante websites over een bepaald onderwerp bevat.
2. internetpagina, website die ingesteld is als openingspagina bij het opstarten van de browser
3. openingpagina van een website.

Op grond van het voorgaande staat vast dat in Nederland algemeen bekend is dat het woord startpagina onder meer betekent: een internetpagina, website die een verzameling koppelingen naar relevante websites over een bepaald onderwerp bevat. Dat eiseres de hiervoor genoemde betekenis zelf zou hebben ontwikkeld is niet aannemelijk.

(…) De conclusie luidt dan ook dat het woord startpagina als uitsluitend beschrijvend moet worden aangemerkt voor alledrie de betekenissen die het woord startpagina volgens het Van Dale woordenboek heeft. Door een dergelijk woord te monopoliseren via een merkrecht zouden derden worden verhinderd een website met linkverzamelingen met het in de gangbare taal gebruikelijke woord “startpagina”aan te duiden. “

“4.6.2. Door eiseres is wel betoogd dat het merk door inburgering onderscheidend vermogen zou hebben verkregen doch daarvan is evenmin sprake. (…) wegens het volledig ontbreken van onderscheidend vermogen “ab initio”, (mag) de eis worden gesteld dat ook buiten Nederland in het Nederlands taalgebied (in Vlaanderen) het merk is ingeburgerd. Dit is niet gebleken, nu eiseres geen gegevens heeft overgelegd die aannemelijk maken dat het in aanmerking komend publiek in het Nederlands taalgebied als gevolg van de confrontatie met de aanduiding “startpagina.nl” in eerste instantie aan de onderneming van eiseres zal denken.”

“4.6.3. Het beroep van eiseres op bescherming van het woordmerk startpagina.nl als algemeen bekend merk, dat de voorzieningenrechter begrijpt als een beroep op artikel 6bis lid 1 van het Verdrag van Parijs, kan niet slagen omdat op grond van hetgeen hiervoor onder 4.6.2. is overwogen heeft te gelden dat het woordmerk startpagina.nl niet voldoet aan de vereisten van artikel 6 quinquies B sub 2 van voormeld verdrag. “

De handelsnaamrechtelijke vordering worden op min of meer dezelfde gronden afgewezen.

“4.9.1. (…) Allereerst heeft te gelden dat de gekozen benaming voor de domeinnaam startpagina.nl gelet op het beschrijvende karakter, enkel slechts als “adres” (van de onderneming) kan worden aangemerkt en niet tevens als handelsnaam.”

“4.9.2. (…)Het woord “startpagina” fungeert op de website als een “uithangbord” van een activiteit en niet van een handelsonderneming. (…)Vooralsnog kan daarom slechts worden geconcludeerd dat gebleken is van zeer marginaal gebruik om door te dringen bij het publiek als gebruik als handelsnaam. De voorzieningenrechter oordeelt deze wijze van presenteren ternauwernood – nog juist - voldoende. “

“4.9.3. (…) De voorzieningenrechter is van oordeel dat de naam “startpagina” te weinig onderscheidende kracht heeft om als handelsnaam in de zin van de Handelsnaamwet aangemerkt te kunnen worden, nu deze naam, zoals hiervoor beschreven, als zuiver beschrijvend dient te worden aangemerkt. Een zodanige naam als startpagina, die essentieel is voor het beschrijven van de door beide partijen aangeboden, identieke diensten, mag niet door één partij geclaimd worden, aangezien het ondernemingen, die al dan niet via een website een startpagina aanbieden, dient vrij te staan zich te bedienen van het woord startpagina. Zij hebben een groot belang om dat woord, dat immers de kern van hun diensten aanduidt, te mogen gebruiken.”

Eiseres ziet haar vordering afgewezen en wordt veroordeeld in de richtlijnconforme proceskosten van 7.801,00 euro.

Lees het vonnis hier.

IEF 3887

Eerst even voor jezelf lezen

- HvJ EG, 26 april 2007, in zaak C-348/04. Prejudiciële vragen in procedures Boehringer Ingelheim KG & diverse farmaceuten.

Het HvJ spreekt zich uitgebreid uit over het ompakken van geneesmiddelen.

Lees het arrest hier.

- HvJ EG, 26 april 2007, In zaak C-412/05 P. Alcon Inc tegen OHIM/ Biofarma SA.

Oppositieprocedure. Gemeenschapsmerkaanvrage voor het woordmerk TRAVATAN, oppositie door houder van ouder nationaal woordmerk TRIVASTAN.

Lees het arrest hier.

-Rechtbank Amsterdam, 26 april 2007, KG ZA 07-480 OdC/SK. Jensen tegn Google (met dank aan Madeleine de Cock Buning, De Brauw Blackstone Westbroek).

Het is de eigenaar van de website die de inhoud van de website bepaalt en ook invloed kan uitoefenen op het resultaat van de zoekopdracht. Dat wellicht de eigenaar van de websites onrechtmatig handelt jegens Jensen  door haar naam ten onrechte aan de sekswebsites te verbinden, brengt niet mee dat Google een daarvan afgeleide onrechtmatige daad jegens Jensen pleegt en daarom de plicht jegens Jensen zou hebben om tot verwijdering van de zoekresultaten over te gaan.

Lees het vonnis hier.

-Rechtbank Arnhem, 7 april 2006 KG ZA 05-776. 7 april 2006 is gewezen tussen Calorex Heat Pumps Ltd. Tegen  Jako Bouwmachines B.V. en Airned B.V. ( met dank aan Françoise Alsters, Poelmann van den Broek).

Bouwdroger. Geen auteursrecht en slaafse nabootsing.

Lees het vonnis hier.

-Rechtbank Amsterdam, 25 april 2007, HA ZA 06-3272. Stichting Brein en 123 anderen tegen gedaagde (met dank aan Hanneke Holthuis, Höcker).

Markthandelaar is al drie keer betrapt op het handelen in illegale cd's en dvd's met muziek, films en videogames en heeft  daardoor een fors bedrag aan boetes verbeurd. Krijgt nu een verbod opgelegd op straffe van lijfsdwang of dwangsom, naar keuze van BREIN

Lees het vonnis hier. Persbericht Brein hier.

- Rechtbank Utrecht, 27 april 2007, KG ZA 07-254. Heering Kunststof Profielen B.V. tegen Milin B.V.(met dank aan Evert van Gelderen en Michael Gerrits, De Gier & Stam).

Vonnis over slaafse nabootsing. Verkoop valt niet onder “slaafse nabootsing”, maar verkoop van onrechtmatig nagebootst product kan toch onrechtmatig zijn tegenover degene van wie het product is nagebootst. Geen volledige proceskostenveroordeling.

Lees het vonnis hier.

-Rechtbank ’s-Gravenhage, 27 april 2007, KG ZA 07-0382. ID/FARMA B.V. tegen KNMP.

ID/farma stelt o.a.  dat dreigt dat KNMP met haar nieuwe product de KNMP Kennisbank inbreuk zal maken op het auteursrecht dat ID/farma toekomt.

Lees het vonnis hier.

IEF 3841

Eigen risico

drkrvr.gifVoorzieningenrechter Rechtbank Groningen , 20 april 2007, LJN: BA3456. Steve Sweet Holding B.V. (Darkraver) tegen Gedaagde.

Registratie van de domeinnaam maakt inbreuk op het handelsnaamrecht en de merkrechten van (DJ) Darkraver oplevert. Dat de domeinnaam in het onderhavige geval ouder is dan het woord- en beeldmerk doet hier niet aan af

Eiser Darkraver is sinds 1994 (internationaal) actief als DJ, heeft een eenmanszaak onder de naam Darkraver en heeft verschillende cd’s uitgebracht.  Darkraver is licentiehouder van het Benelux  woordmerk '200% THE DARKRAVER' uit 1997. Gedaagde heeft in juni 2006 de domeinnaam 'darkraver.eu' geregistreerd en biedt deze te koop aan. Darkraver heeft in 2007 het Benelux woordmerk en het Benelux beeldmerk  'DARKRAVER'  geregistreerd.De voorzieningenrechter oordeelt dat er sprake is van inbreuk.

“Immers, nu gedaagde zich op het internet onder de domeinnaam 'darkraver.eu' tot het publiek wendt kan daardoor verwarring worden veroorzaakt bij personen en organisaties die in Darkraver geinteresseerd zijn en informatie over Darkraver op het internet zoeken. Dit klemt te meer nu de domeinnaam als extensie '.eu' heeft en Darkraver met zijn optredens ook internationaal actief is. Nu gedaagde inbreuk maakt op voornoemde handelsnaam is er sprake van onrechtmatig handelen jegens Darkraver.”(6.3)

“De door gedaagde in 2006 geregistreerde domeinnaam is eveneens identiek aan het woordmerk van Darkraver, als ook aan het woord in zijn beeldmerk. De voorzieningenrechter is van oordeel dat gedaagde de bewuste domeinnaam zonder geldige reden (in het economische verkeer) gebruikt. Zo heeft gedaagde geen onderneming of product met een dergelijke naam en is hij -zo is ter zitting gebleken- ook niet voornemens een onderneming onder die naam te gaan voeren. Dit verklaart naar zeggen van gedaagde ook de reden dat hij de domeinnaam 'darkraver.eu' via internet te koop heeft aangeboden.

Daarentegen wordt Darkraver door de onderhavige domeinregistratie belemmerd in haar bedrijfsvoering, omdat zij daardoor niet in staat is haar handelsnaam en woordmerk als domeinnaam te laten registreren, althans niet met de extensie 'eu'. Ook hier geldt dat personen en organisaties na het intypen van het woordmerk van Darkraver de website van gedaagde te zien krijgen, waardoor verwarring kan ontstaan omdat zij in de veronderstelling verkeren dat de bewuste website van Darkraver is.

Het voorgaande betekent dat gedaagde door registratie van de domeinnaam 'darkraver.eu' tevens inbreuk maakt op de merkrechten van Darkraver als bedoeld in artikel 2.20 lid 1 onder c en d Beneluxverdrag intellectuele eigendom. Dat de domeinnaam in het onderhavige geval ouder is dan het woord- en beeldmerk doet hier niet aan af. Daartoe wordt overwogen dat gedaagde voorafgaande aan het depot van deze merken niet daadwerkelijk gebruik heeft gemaakt van de bewuste domeinnaam. Ook van de op de website vermelde 'future usage' door gedaagde is het niet gekomen.

Het feit dat gedaagde geen (daadwerkelijk) gebruik van de domeinnaam heeft gemaakt maakt evenmin uit: reeds de enkele registratie en het te koop aanbieden van de domeinnaam is gebruik in het economisch verkeer, welk gebruik inbreuk op merkrecht kan opleveren. Dat gedaagde ten tijde van de domeinregistratie en tot deze procedure niet bekend was met het feit dat er al een onderneming onder die naam gedreven werd komt voor zijn risico.” (6.4)

De voorzieningenrechter acht het ongeloofwaardig dat gedaagde geen enkel verzoek tot overdracht van de domeinnaam van de zijde van Darkraver zou hebben ontvangen, waardoor het uiteindelijk tot dit kort geding is gekomen, en veroordeelt de gedaagde de domeinnaam over te dragen en, richtlijnconform, de gespecificeerde proceskosten van eiser te betalen.   

Lees het vonnis hier.

IEF 3840

Weekkalender

HvJ EG, Donderdag 26april: Arrest in C-348/04 Boehringer Ingelheim e.a. Vrij verkeer van goederen. Gebruik van merk door parallelimporteur van farmaceutisch product. Wijziging van verpakking . Voorwaarden voor het op markt brengen vastgesteld door arrest van Hof in gevoegde zaken C-427/93, C-429/93 en C-436/93, Bristol-Myers Squibb e.a.Uitlegging.

HvJ EG, Donderdag 26 april: Arrest in C-412/05 P Alcon / BHIM. Hogere voorziening tegen GvEA T-130/03, Alcon, Inc./ OHIM.  Weigering OHIM inschrijving gemeenschapsmerk "TRAVATAN" voor waren van klasse 5, in het kader van de oppositieprocedure ingesteld door de houder van het nationale woordmerk "TRIVASTAN" voor waren van klasse 5

Lees de volledige weekkalender hier.

IEF 3827

Makkelijke merken

easyo.JPGRechtbank ’s-Gravenhage, 17 april 2007, KG ZA 07-189. EasyGroup tegen EasyOto en Van der Heijden.

Merkenrecht. EasyCar maakt op zichzelf al inbeuk op EasyOto en de seriemerkdiscussie hoeft i.c. niet te worden gevoerd.

EasyGroup is houdster van het Benelux woord/-beeldmerk ‘easy’, het gemeenschapswoordmerk ‘easyCar’ en nog een aantal andere easy-(serie)merken, waaronder het bekende Easyjet. EasyOto heeft diverse domeinnamen geregistreerd en in gebruik waarin resp. waarop (varianten op) ‘EasyOto’ worden gebruikt (afbeeldingen in vonnis).

De letters 'Car' en 'Oto' zijn visueel en auditief verschillend, aldus de Voorzieningenrechter. Er bestaat visueel en auditief tussen het merk 'easyCar' en 'EasyOto' weliswaar (vrijwel) volledige overeenstemming voor wat betreft de letters 'easy', maar het onderscheidend vermogen van deze tekens is gering te achten omdat het in vele combinaties wordt gebruikt om waren of diensten aan te prijzen.

Er is echter wel - in ieder geval voor het Nederlandstalige publiek maar mogelijk ook voor publiek in andere landen van de gemeenschap - een sterke begripsmatige overeenstemming omdat voor dit publiek zowel 'easyCar' als 'EasyOto' zal verwijzen naar een auto die easy, gemakkelijk is. ‘Door deze begripsmatige overeenstemming zal alsnog verwarring als hiervoor bedoeld kunnen ontstaan, te meer nu de diensten waarvoor het Gemeenschapsmerk easyCar is ingeschreven en de diensten ter onderscheiding waarvan EasyOto het teken 'EasyOto' gebruikt dezelfde zijn. Verwarring wordt verder in de hand gewerkt doordat zowel easyGroup als EasyOto hun diensten hoofdzakelijk op internet aanbieden.’

EasyOto is dus een inbreuk op easyCar. Verwarring is al vastgesteld en de (bekende-)seriemerk-discussie hoeft in deze zaak niet meer te worden gevoerd. Het verbod op inbreuk op EasyCar wordt toegewezen. EasyGroup heeft volgens de Voorzieningenrechter echter geen belang bij het gevorderde verbod op gebruik van het Benelux merk 'easy'.

Volgt een volledige proceskostenveroordeling van EasyOto.

Lees het vonnis hier.

IEF 3783

Eerst even voor jezelf lezen

Rechtbank Amsterdam, 08 maart 2007,  LJN: BA2385. Market4care Nederland B.V. tegen Tblox B.V.

Samengevat in de opgelegde rectificatie: “De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam heeft TBlox bij vonnis van 8 maart 2007 veroordeeld tot het rectificeren van de door Tblox gedane onjuiste mededelingen over Market4Care. Daarnaast is het TBlox verboden dergelijke beweringen in de toekomst te doen. TBlox heeft ten onrechte gesuggereerd dat M4C niet te allen tijde de belangen van haar klanten en de daarbij behorende beveiliging van haar diensten in acht neemt. TBlox heeft deze suggestie niet aan de hand van feiten kunnen waarmaken. Daarnaast heeft TBlox in haar vergelijkende mededelingen over M4C geen volledige en juiste vergelijking toegepast.

Verder heeft de voorzieningenrechter bij vonnis van 8 maart 2007 beslist dat het aanbieden van een videopresentatie van de applicatie van Market4Care onrechtmatig was. Market4Care heeft auteursrecht op de applicatie en TBlox is niet gerechtigd op dit auteursrecht inbreuk te maken”

Lees het vonnis hier.

IEF 3749

Voor in het weekend

jwbl.gifHoge Raad, 30 maart 2007, rolnr. R05/169, conclusie A-G Verkade, Diageo Brands B.V. tegen Esperamos N.V. c.s. (met dank aan Willem Hoorneman, CMS Derks Star Busmann)

Nieuw Verkade album. Uitvoerige conclusie in een Antilliaanse merken-, whisky uitputtingszaak. Zonder meer lezenswaardig, al was het maar vanuit merkenrechtshistorisch perspectief.

“Bij de flessen whisky waarover deze procedure gaat is zonder toestemming van de merkhouder ingegrepen in de van de merken Johnnie Walker en Black Label voorziene producten, namelijk door telkens het identificatienummer op de fles weg te laseren”

Lees de  conclusie hier.